Regeling vervallen per 19-02-2014

Verordening geurhinder en veehouderij

Geldend van 28-06-2007 t/m 18-02-2014 met terugwerkende kracht vanaf 16-11-2007

Intitulé

Verordening geurhinder en veehouderij

DE RAAD DER GEMEENTE GEMERT-BAKEL,

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 19 juni 2007;

gelet op artikel 6 van de Wet geurhinder en veehouderij;

gelet op de door hem bij besluit van 28 juni 2007 vastgestelde gebiedsvisie “Nota gebiedsgericht agrarisch geurbeleid” als bedoeld in artikel 8 van de Wet geurhinder en veehouderij;

overwegende:

dat het leefniveau voor de inwoners van Elsendorp en De Rips ten opzichte van 31 december 2000, door invulling van het Landbouw Ontwikkelingsgebied niet mag verslechteren;

dat de ondernemers in het invloedsgebied van Elsendorp en De Rips de mogelijkheid dienen te behouden zicht te kunnen ontwikkelen;

B E S L U I T :

vast te stellen de volgende verordening houdende regels met betrekking tot beslissingen inzake vergunningen krachtens de Wet milieubeheer voor veehouderijen, voor zover het betreft geurhinder vanwege tot die veehouderijen behorende dierverblijven:

Verordening houdende regels met betrekking tot beslissingen inzake vergunningen krachtens de Wet milieubeheer voor veehouderijen, voor zover het betreft geurhinder vanwege tot die veehouderijen behorende dierverblijven

Artikel 1 Begripsbepaling

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1.

    Veehouderij: inrichting die tot een krachtens artikel 1.1, derde lid, van de Wet milieubeheer aangewezen categorie behoort en is bestemd voor het fokken, mesten, houden, verhandelen, verladen of wegen van dieren;

  • 2.

    Wet: de Wet geurhinder en veehouderij;

  • 3.

    Geurbelasting: de waarde ter plaatse van de gevel van het gevoelige object, berekend met V-Stacks, uitgedrukt in Europese odour units per tijdseenheid;

  • 4.

    Geurgevoelig object: zoals bedoeld in artikel 1 van de Wet geurhinder en veehouderij;

  • 5.

    Odour units (ouE/m3;P98): Geurconcentratie als aantallen Europese odour units in een volume-eenheid lucht (ouE/m3), gemeten volgens de NEN-EN 13725:2003 “Luchtbepaling van de geurconcentratie door dynamische olfactometrie”. In deze verordening wordt voor de geurbelasting uitgegaan van het gebruikelijke 98-percentiel geurconcentratie. Dat betekent dat de – met een verspreidingsmodel – berekende geurconcentratie gedurende 98 procent van de tijdseenheid niet wordt overschreden.

Artikel 2 Aanwijzing gebieden

  • 1. Als gebied als bedoeld in artikel 6, eerste lid van de Wet wordt aangewezen een zone van twee kilometer rondom de dorpskernen van Elsendorp en De Rips;

  • 2. Het gebied als bedoeld in het eerste lid wordt aangegeven op de bij deze verordening behorende en als zodanig gewaarmerkte Nota gebiedsgericht agrarisch geurbeleid en bijbehorende kaarten.

Artikel 3 Waarden voor de geurbelasting

In afwijking van artikel 3, eerste lid van de Wet bedraagt de maximale waarde voor de geurbelasting van een veehouderij op een geurgevoelig object in het gebied als genoemd in artikel 2, eerste lid van deze verordening:

  • 1.

    Binnen de bebouwde kom 1,5 odour units;

  • 2.

    Het College kan ontheffing van de norm als bedoeld in het eerste lid verlenen.

Artikel 4 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als de “Verordening geurhinder en veehouderij”.

Artikel 5 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 28 juni 2007.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van de raad der gemeente Gemert-Bakel van 15 november 2007.
DE RAAD VOORNOEMD,
de griffier, de voorzitter,
P.J.M. van der Burgt mr. J.H.A.G. van Maasakkers

Bijlage Nota Gebeidsgericht agrarisch geurbeleid

afbeelding binnen de regeling

Samenvatting

De nieuwe Wet geurhinder en veehouderij geeft gemeenten de ruimte om met behulp van een gemeentelijk verordening gebiedsvisie op te stellen. Hierin kunnen nadere eisen gesteld worden aan de geuremissie van een veehouderij, waardoor de bebouwde kom beter beschermd kan worden tegen geurhinder. Door het toepassen van geurreducerende technieken kan een veehouder voldoen aan de strengere eisen en zich toch verder ontwikkelen.

Uit het onderzoek van de gemeente Gemert-Bakel, een quick scan uitgevoerd met het programma V-stacks gebied, is gebleken dat er nauwelijks knelpunten zijn met betrekking tot geurhinder in de gemeente Gemert-Bakel. In het Landbouw Ontwikkelingsgebied (LOG) rondom Elsendorp zitten volgens de gegevens van 1 januari 2007 de meeste overbelaste situaties.

De inwoners van Elsendorp en De Rips is beloofd dat er, met de invulling van het LOG, geen achteruitgang van het leefniveau zal optreden. Om dit waar te kunnen maken is de situatie zoals die was voordat gestart werd met de reconstructie in kaart gebracht. Hiervoor wordt de situatie zoals die vergund was op 31 december 2000 als uitgangssituatie gebruikt. Dit is de situatie zoals die was voordat gestart werd met de invulling van de LOG’s.

De bedrijven in de LOG’s hebben bij de inrichting van het gebied de ruimte gekregen om te groeien. Hetzelfde geldt voor bedrijven die op een duurzame locatie liggen in het verwevingsgebied en in het bestemmingsplan zijn aangemerkt als intensieve veehouderij. De geurbelasting op Elsendorp en De Rips kan hierdoor, indien er geen maatregelen getroffen worden, toenemen. Uit de berekeningen van de gemeente is gebleken dat het leefniveau ten opzichte van 31 december 2000 niet verslechterd en bedrijven genoeg ruimte krijgen om te groeien indien 1,5 odour units per kubieke meter lucht op een geurgevoelig object binnen de bebouwde kom als norm wordt gebruikt. Voor de overige situaties biedt de wettelijke norm voldoende bescherming voor woningen en ruimte tot ontwikkeling voor de bedrijven.

Inleiding

Op 1 januari 2007 is de Wet geurhinder en veehouderij (verder genoemd wet) in werking getreden. Hierin wordt een wettelijke norm voor de geurbelasting van een veehouderij op een geurgevoelig object weergegeven. Een geurgevoelig object wordt binnen de wet gezien als een ‘gebouw, bestemd voor of blijkens aard, indeling en inrichting geschikt om te worden gebruikt voor menselijk wonen of menselijk verblijf en die daarvoor permanent of een daarmee vergelijkbare wijze van gebruik, gebruikt wordt.’ Bovendien wordt in deze wet onderscheid gemaakt tussen het concentratie gebied zoals aangegeven in bijlage 1 van de meststoffenwet en het gebied dat hier niet onder valt. Daarnaast is er onderscheid gemaakt tussen binnen en buiten de bebouwde kom. De geurbelasting binnen het concentratiegebied mag hoger zijn dan in de overige gebieden. De geurbelasting van een bedrijf op een geurgevoelig object buiten de bebouwde kom mag hoger zijn dan op een object binnen de bebouwde kom.

Algemeen

De wet is alleen van kracht op vergunningplichtige veehouderijen. Veehouderijen die niet onder de vergunningplicht vallen worden daarom ook buiten beschouwing gelaten bij het ontwikkelen en vaststellen van de gemeentelijke gebiedsvisie.

De gemeente Gemert-Bakel valt binnen het concentratiegebied, zoals weergegeven in bijlage 1 van de meststoffenwet. Daarom zijn er hogere wettelijke geurnormen op de gemeente Gemert-Bakel van toepassing.

De bebouwde kom wordt door Gemert-Bakel gezien als een “op korte afstand van elkaar gelegen bebouwing, bestemd voor menselijk wonen, waarbinnen een sociale en samenhangende structuur aanwezig is”. Industrie- en bedrijventerreinen en sportkantines worden door Gemert-Bakel daarom gezien als gevoelige objecten buiten de bebouwde kom. Ook bungalows en chalets op een campingterrein worden gezien als een geurgevoelig object buiten de bebouwde kom. Omdat deze locatie niet de sociale en samenhangende structuur van een dorp heeft, wordt het aangemerkt als geurgevoelig object buiten de bebouwde kom.

Gemeentelijke verordening

Op 1 januari 2007 is het aanhoudingsbesluit in het kader van de wet voor de gemeente Gemert-Bakel in werking getreden. Met behulp van het rekenprogramma V-stacks gebied is een quick scan uitgevoerd. In de quick scan is de bebouwde kom getoetst aan 12 odour units en buiten de bebouwde kom aan 26 odour units. In bijlage 7 van de wet staat dat 12 odour units overeenkomt met 14% geurgehinderden en 26 odour units komen overeen met 24% geurgehinderden. In de quick scan is er vanuit gegaan dat dit nog een acceptabel leefniveau is. Geurgevoelige objecten met een hogere belasting dat de getoetste norm, worden gezien als een knelpunt.

Uit de quick scan kwam naar voren dat er zich ongeveer 10 knelpunten binnen Gemert-Bakel bevinden. Deze knelpunten liggen allemaal buiten de bebouwde kom. Het grootste aantal knelpunten is te vinden in het LOG Elsendorp, vier knelpunten. Deze situatie wordt als acceptabel beschouwd omdat er de afgelopen jaren vanuit de knelpunten geen klachten binnen zijn gekomen over geuroverlast. Bovendien zal het aantal agrarische bedrijven in het extensiverings- en verwevingsgebied de aankomende jaren verder afnamen, waardoor de geurbelasting in deze gebieden ook zal afnemen. Tenslotte kan geconcludeerd worden dat het aantal knelpunten gering is en sterk verspreidt liggen over Gemert-Bakel. Er is dus geen sprake van een gebied dat overbelast is, maar van individuele locaties die overbelast zijn. Voor een overbelast gebied kan het wenselijk zijn om een gemeentelijke verordening op te stellen, voor individuele locaties niet.

De wet biedt gemeenten de mogelijkheid om voor (een deel van) haar grondgebied een gemeentelijke verordening op te stellen die afwijkt van de gestelde waarden in de artikelen 3 en 4 van de wet. Bij de start van de reconstructie is de inwoners van Elsendorp en De Rips beloofd dat door de invulling van het LOG het wooncomfort in deze dorpen niet af zal nemen, ten opzichte van de richtdatum 31 december 2000. Als de wettelijke normen worden aangehouden zal, door de concentratie aan bedrijven in het LOG, de geurbelasting op de dorpen toenemen. Daarom is besloten dat er een gebiedsvisie ontwikkeld moet worden en dat het aanhoudingsbesluit van kracht blijft voor de twee kilometer zone rondom Elsendorp en De Rips (zie bijlage 1). Voor de rest van het grondgebied is het aanhoudingsbesluit per 10 april 2007 vervallen en zijn de wettelijke normen van kracht.

Doelstelling

In het kader van het reconstructieplan zijn twee LOG’s aangewezen in de gemeente Gemert-Bakel. In de LOG’s staat de bedrijfsvoering van de agrarische bedrijven centraal. De concentratie aan bedrijven in de LOG’s is groot. Bovendien hebben bedrijven in de LOG’s meer groeimogelijkheden dan bedrijven in het verwevings- of extensiveringsgebied.

In de directe omgeving van de LOG’s zijn Elsendorp en De Rips gelegen. In deze dorpen moeten mensen prettig kunnen leven en wonen. Daarom moet eventuele overlast van de agrarische bedrijvigheid uit de omgeving zoveel mogelijk worden beperkt.

Om de woonfunctie van Elsendorp en De Rips en de agrarische functie van de LOG’s te kunnen combineren, wordt een gebiedsvisie opgesteld. De gebiedsvisie geeft de ondernemer duidelijkheid over zijn ontwikkelingsmogelijkheden binnen het LOG en zorgt ervoor dat de inwoners van Elsendorp en De Rips beschermd worden tegen geuroverlast vanuit de LOG’s.

Juridische status

In artikel 6 van de Wet geurhinder en veehouderij staat dat een gemeente bij een gemeentelijke verordening binnen een deel van haar grondgebied andere waarden van toepassing mag verklaren dan in de artikelen 3 en 4 is voorgeschreven. De gemeente Gemert-Bakel valt binnen het concentratie gebied zoals aangegeven in bijlage I bij de Meststoffenwet. Op de gemeentelijke verordening is daarom het artikel 6 leden 1a, 1b, 2, 3 en 4 van toepassing. Hierin worden grenzen gesteld aan de maximale en minimale te stellen emissie-eisen en afstanden in de gemeentelijke verordening. Voor Gemert-Bakel liggen de grenzen van de geurbelasting van een vergunningplichtige veehouderij op een gevoelig object binnen de bebouwde kom tussen 0,1 en 14,0 odour units per kubieke meter lucht en buiten de bebouwde kom tussen 3,0 en 35,0 odour units per kubieke meter lucht.

Opbouw Nota

In hoofdstuk 2 wordt een gebiedsomschrijving van de gebieden rondom Elsendorp en De Rips gegeven. Aan de hand van het bestemmingsplan buitengebied en de structuurvisie Elsendorp en de structuurvisie plus wordt het gebied beoordeeld en bekeken welk beschermingsniveau een geurgevoelig object verdiend.

Vervolgens zal ingegaan worden op de berekeningen die de basis vormen voor het vaststellen van de nieuwe normen voor de gebiedsvisie.

Gebiedsomschrijving

Het rekenprogramma, V-stacks gebied, heeft voor de berekening van de achtergrondconcentratie een bereik van twee kilometer rondom een geurgevoelig object. Om de achtergrondconcentratie zo volledig mogelijk in beeld te kunnen brengen, wordt daarom een gebied van 2 kilometer rondom Elsendorp en De Rips mee genomen in de berekeningen. Voor dit gebied blijft het aanhoudingsbesluit van kracht, totdat de gebiedsvisie is vastgesteld.

In principe kan een cirkel van 2 kilometer rondom de dorpen getrokken worden. Nadeel is dat een cirkel een bedrijf in tweeën kan splitsen, waardoor de ene helft van het bedrijf meegenomen wordt in de berekeningen en onder het aanhoudingsbesluit blijft vallen en de andere helft niet. Daarom is ervoor gekozen om te werken met ‘harde’ grenzen zoals wegen en waterlopen, waardoor een werkbare en overzichtelijke situatie ontstaat.

De bedrijven in de buurgemeenten vallen niet onder de zeggenschap en daarmee ook niet onder het aanhoudingsbesluit van de gemeente Gemert-Bakel. Daarom wordt er voor het gebied buiten de gemeentegrens wel gewerkt met cirkels Het gebied buiten de gemeentegrens blijft hierdoor zo klein mogelijk. Mocht een bedrijf door de cirkel in tweeën worden gesplitst, dan wordt deze in zijn geheel meegenomen in de berekeningen.

De twee kilometer zones rondom Elsendorp en De Rips overlappen elkaar (zie bijlage 1) en zijn in vier verschillende categorieën in te delen, te weten de LOG’s, extensiveringsgebied wonen, extensiveringsgebied natuur en verwevingsgebied. In het bestemmingsplan “Gemert-Bakel Buitengebied 2006” worden de volgende hoofddoelstellingen aan de gebieden toegekend:

  • -

    Extensiveringsgebied natuur: afwaartse beweging intensieve veehouderij (op basis van milieuwetgeving); vanuit ruimtelijke kwaliteitsdoelstellingen ook afwaartse beweging van wonen en werken.

  • -

    Extensiveringsgebied wonen: afwaartse beweging intensieve veehouderij (op basis van milieuwetgeving); vanuit ruimtelijke kwaliteitsdoelstellingen mogelijkheden voor wonen en werken, gericht op versterking van beeld- en omgevingskwaliteit.

  • -

    Verwevingsgebied: verweving van functies met versterking beeld- en omgevingskwaliteit als uitgangspunt; ruimere mogelijkheden voor wonen en werken.

  • -

    Landbouwontwikkelingsgebied: ontwikkeling van intensieve veehouderij, ontmoedigen van wonen door burgers, niet-agrarische en agrarisch verwante bedrijvigheid.

Deze hoofddoelstellingen vormen de basis voor de gebiedsvisie geur.

Elsendorp

Op 15 december 2005 is door de raad de structuurvisie Elsendorp vastgesteld. Hierin wordt het streefbeeld voor de ruimtelijke ontwikkeling van het dorp voor de komende 15 jaar weergegeven. Elsendorp telt ruim 1000 inwoners en heeft behoefte aan uitbreiding van woningen. In de structuurvisie zijn daarom plannen opgenomen om aan de noordzijde van het dorp uit te breiden. Hierdoor zal het dorp naar het LOG toegroeien. In de structuurvisie is een landschappelijke bufferzone opgenomen, die moet voorkomen dat het dorp en het LOG samenvloeien. Bij de invulling van het LOG moet rekening gehouden worden met de uitbreidingsplannen. Bij het uitvoeren van de berekeningen, die de basis vormen voor de gebiedsvisie, wordt het uitbreidingsplan daarom beschouwd als bebouwde kom met geurgevoelige objecten.

Binnen de twee kilometerzone van Elsendorp (zie bijlage 1) zit zowel het LOG als ook een stuk verwevings- en extensiveringsgebied. Hoofddoelstelling van het LOG is het ontwikkelen van de intensieve veehouderij. Intensieve veehouderijen kunnen hier groeien tot een omvang 3 hectare. Uit de quick scan blijkt dat een viertal woningen in het LOG een cumulatieve belasting hebben van meer dan 26 odour units. Omdat het wonen in de LOG’s ontmoedigd wordt, is in dit gebied een hogere cumulatieve belasting op enkele woningen acceptabel. Bovendien zitten deze woningen in de directe omgeving van bedrijven met een traditionele stal. Bij een eventuele uitbreiding zullen emissiereducerende technieken toegepast worden, waardoor de belasting op deze woningen zal afnemen. In het verwevings- en extensiveringsgebied bevinden zich agrarische bedrijven en woningen. In dit gebied bevinden zich, zoals de quick scan laat zien, geen knelpunten.

In het bestemmingsplan buitengebied zijn de locaties waar intensieve veehouderij mag plaatsvinden weergegeven. Het merendeel van de intensieve veehouderij locaties ligt in het verwevingsgebied. Op duurzame locaties kunnen deze bedrijven groeien tot een omvang van 3 hectare. In de extensiveringsgebieden en op de niet duurzame locaties kunnen de bedrijven uitgroeien tot het bestaande bestemmingsvlak. De veehouderijen die niet aangemerkt staan als intensieve veehouderij mogen maximaal tot 1,8 hectare groeien. In mei 2007 zitten er drie IPPC bedrijven in het verwevingsgebied rondom Elsendorp. Zoals aangegeven kunnen intensieve veehouderijen in het verwevingsgebied op een duurzame locatie tot dezelfde grootte groeien als de bedrijven in het LOG. Daarmee kan de geurbelasting op Elsendorp vergelijkbare vormen aannemen.

Het industrieterrein de Fuik valt binnen de twee kilometer zone van Elsendorp. De bedrijfsgebouwen op dit terrein worden, voorzover het geen veehouderijen zijn, aangemerkt als geurgevoelig object. De kantine van het sportpark De Dompt en de groepsaccommodaties het Naturistisch Recreatiepark Elsendorp en Kampeerboerderij De Kastanjes vallen ook onder de definitie van geurgevoelig object.

De Rips

Op De Rips is de structuurvisie plus van toepassing. Hoofddoelstelling van dit instrument is: “behouden van ten minste het huidige niveau en de kwaliteit van het voorzieningenniveau, de economische dynamiek en de ruimtelijke basiskwaliteiten met hun specifieke mogelijkheden. Dat betekent het herstellen van oude waarden en het ontwikkelen van nieuwe elementen om een kwalitatief hoogwaardige leefomgeving te creëren waar mensen willen en kunnen werken en wonen”.

De Rips heeft ruim 1100 inwoners. De plannen die er liggen voor het uitbreiden van de woningen vallen binnen de reeds bestaande grenzen van de bebouwde kom. Daarom hoeft er in de berekeningen geen rekening gehouden te worden met een uitbreidingsgebied. De bewoners van De Rips is beloofd dat er door de invulling van het LOG geen verslechtering van de woonsituatie zal optreden. Met behulp van het rekenprogramma V-stacks gebied, wordt de cumulatieve geurbelasting van 31 december 2000 op De Rips berekend. Dit is de situatie zoals die was voordat het LOG in werking werd gesteld.

Binnen de twee kilometerzone van De Rips (zie bijlage 1) zit zowel het LOG als ook een stuk verwevings- en extensiveringsgebied. Hoofddoelstelling van het LOG is het ontwikkelen van de intensieve veehouderij. Uit de quick scan blijkt dat er één woning in het LOG een cumulatieve belasting heeft van meer dan 26 odour units. Omdat het wonen in de LOG’s ontmoedigd wordt, is een hogere cumulatieve belasting op één woning in dit gebied acceptabel. In het verwevings- en extensiveringsgebied bevinden zich agrarische bedrijven en woningen. In dit gebied bevinden zich, zoals uit de quick scan blijkt, geen knelpunten.

In het bestemmingsplan buitengebied zijn de locaties waar intensieve veehouderij mag plaatsvinden weergegeven. Een groot deel van de intensieve veehouderij locaties rondom De Rips ligt in het extensiveringsgebied natuur. Uitbreidingsmogelijkheden worden hier beperkt door het ammoniak plafond. De overige locaties liggen in het extensiveringsgebied. Op duurzame locaties in het extensiveringsgebied kunnen deze bedrijven groeien tot een omvang van 3 hectare. In de extensiveringsgebieden en op de niet duurzame locaties kunnen de bedrijven uitgroeien tot het bestaande bestemmingsvlak. De veehouderijen die niet aangemerkt staan als intensieve veehouderij mogen maximaal tot 1,8 hectare groeien. In mei 2007 bevinden zich twee IPPC bedrijven in het verwevingsgebied rondom De Rips. Zoals aangegeven kunnen intensieve veehouderijen in het verwevingsgebied op een duurzame locatie tot dezelfde grootte groeien als de bedrijven in het LOG. Daarmee kan de geurbelasting op De Rips vergelijkbare vormen aannemen.

Ten zuiden en westen van het LOG ligt de Stippelberg. Dit is een natuurgebied zonder een speciale beschermende status. De stippelberg is een voor verzuring gevoelig gebied. Bedrijven die in de 250 meter zone liggen van dit gebied worden daarom beperkt in hun groeimogelijkheden. Aan de rand van De Rips, aan de oost kant, ligt het sportpark De Blaarpeel.

Afweging

In de twee LOG’s van Gemert-Bakel, staat de ontwikkeling van intensieve veehouderij centraal. In het LOG hebben bedrijven een bestemmingsvlak van 3 ha. In het LOG bij Elsendorp zitten meer bedrijven dan in het LOG bij De Rips. Bovendien ligt het LOG Elsendorp dichterbij het dorp. De geurbelasting vanuit het LOG op Elsendorp is daardoor groter dan de belasting vanuit het LOG op De Rips.

Bedrijven die in het verwevingsgebied, in de 2 kilometer zone van Elsendorp en De Rips hebben afhankelijk van hun locatie nog de mogelijkheid om te groeien. In het bestemmingsplan zijn een aantal locaties aangewezen als intensieve veehouderij. Als er sprake is van een duurzame locatie kunnen deze bedrijven groeien tot 3 ha. De overige intensieve veehouderij locaties kunnen groeien tot het bestaande bestemmingsvlak. Veehouderij locaties die in het bestemmingsplan niet zijn aangemerkt als intensieve veehouderij hebben een maximale omvang van het bestemmingsvlak van 1,8 ha.

Duurzame locaties in het verwevingsgebied kunnen net zoveel groeien als bedrijven in het LOG. De geurbelasting van deze bedrijven op de dorpen is daardoor vergelijkbaar. Om voldoende bescherming te kunnen bieden aan de dorpen en de ondernemers rondom Elsendorp en De Rips op gelijke wijze te behandelen, zal dezelfde norm opgelegd worden.

Uitwerking gebiedsvisie

In de gebiedsvisie zal afgeweken worden van artikel 3 lid 1a. Hierin staat de norm van 3 odour units per kubieke meter lucht als geurbelasting van een veehouderij op een geurgevoelig object binnen de bebouwde kom. Als de wettelijke norm wordt aangehouden, kan de belofte dat de leefsituatie niet zal verslechteren door invulling van het LOG, niet nagekomen worden. Daarom kiest Gemert-Bakel ervoor om een scherpere norm op te leggen op de bedrijven in de twee kilometerzone rondom Elsendorp en De Rips. Uit de berekeningen volgt dat met een norm van 1,5 odour units per kubieke meter lucht op een geurgevoelig object binnen de bebouwde kom de leefsituatie in de dorpen niet verslechterd.

Artikel 3 lid 1b blijft van kracht op het invloedsgebied van Elsendorp en De Rips. Door de wettelijke norm voor een geurgevoelig object buiten de bebouwde kom te hanteren, worden de bedrijven, zowel in het LOG als daar buiten, niet beperkt in hun groeimogelijkheden en worden de burgers in het buitengebied voldoende beschermd.

V-stacks

V-Stacks gebied is een verspreidingsmodel die de verspreiding van geur vanuit meerdere veehouderijbedrijven in een gebied berekend. Het rekenresultaat is de achtergrondbelasting aan geur op in de nabije omgeving gelegen geurgevoelige objecten en gridpunten. Het model houdt rekening met de meteorologische gegevens van een heel jaar en met de ruwheid van de omgeving. Om de situatie inzichtelijk te kunnen maken, worden de resultaten van de berekening op een kaart van het gebied geprojecteerd worden.

Het rekenprogramma neemt de ingevoerde gegevens van een zone van 2 kilometer rondom een gevoelig object mee. In het invoerbestand voor gevoelige objecten worden de X,Y-coördinatoren van de woningen of andere geurgevoelige objecten ingevoerd, aangevuld met de norm die voor dat object van toepassing is. Voor de veehouderijen worden ook de X,Y-coördinatoren van de stallen, het aantal dieren, het stalsysteem ingevoerd.

Scenario’s

Voor het opstellen van een gebiedsvisie zijn 3 scenario’s uitgewerkt. Het eerste scenario is de situatie van 31 december 2000, het uitgangspunt van de gebiedsvisie. De dorpen is beloofd dat de leefsituatie niet verder zal verslechteren door de invulling van het LOG. Het tweede scenario is de vergunde situatie op 1 januari 2007, de situatie bij het in werking treden van de wet. Het derde scenario geeft de toekomstige situatie weer.

Om inzicht te krijgen in de belasting worden in de kaartjes de contouren van 8, 12 en 26 odour units weergegeven. De 12 en 26 odour units per kubieke meter lucht zijn ook gebruikt in de quick scan om te onderzoeken waar zich eventuele knelpunten voordeden. Bij een cumulatieve belasting van 12 odour units per kubieke meter lucht op een geurgevoelig object binnen de bebouwde kom en van 26 odour units buiten de bebouwde kom is er sprake van een acceptabel leefniveau. Bij een cumulatieve belasting van 8 odour units of minder, zijn er 10% of minder geurgehinderden. In een dergelijke situatie is er sprake van een goed leefniveau, waarin vrijwel geen geuroverlast wordt ervaren.

Scenario 1:

In het eerste scenario is uitgegaan van de situatie zoals die was voordat met de reconstructie werd begonnen. Hierbij is uitgegaan van de datum 31 december 2000. In het eerste scenario is het vergunde aantal dieren op 31 december 2000 meegenomen en is de stand der techniek op dat moment. Dit waren stalsystemen zonder geurreducerende maatregelen. De resultaten van deze berekening vormen de basis van de gebiedsvisie. De leefsituatie in Elsendorp en De Rips mogen niet verslechteren ten opzichte van de beginsituatie. In bijlage 2 is de situatie van Elsendorp weergegeven en in bijlage 3 de situatie van De Rips

Scenario 2:

In het tweede scenario is uitgegaan van de vergunde situatie op 1 januari 2007, het moment dat de Wet in werking is getreden. Om inzicht te krijgen in de veranderingen met betrekkin tot de geurbelasting is het van belang om de huidige situatie in kaart te brengen. Het LOG is in de huidige situatie reeds in gebruik genomen, maar nog niet volledig opgevuld. Sinds de start van de reconstructie is er redelijk wat veranderd. Er zijn bedrijven verplaatst of gestopt en er zijn bedrijven die reeds geïnvesteerd hebben in geurreducerende maatregelen. De bedrijfsgegevens zoals vergund door de gemeente zijn opgenomen in de berekeningen.

Scenario 3:

Een van de bedrijven rondom Elsendorp had reeds voor het in werking treden van de wet aangeven plannen te hebben om zijn bedrijf uit te breiden. Omdat dit bedrijf dichtbij en aan de oostkant van Elsendorp ligt, kan zijn geurinvloed behoorlijk groot zijn. In overleg met de ondernemer is afgesproken dat er geïnvesteerd zou worden in de beste geurreducerende maatregelen. Uit berekeningen met V-stacks vergunningen is gebleken dat het bedrijf kan voldoen aan 1,5 odour units per kubieke meter lucht op een geurgevoelig object binnen de bebouwde kom, indien er een gecombineerde luchtwasser geïnstalleerd wordt.

Voor de toekomstige situatie is uitgegaan van een reële ontwikkeling. Na 1 januari 2007 zijn er verschillende milieuaanvragen binnen gekomen, die meegenomen zijn in de toekomstige ontwikkelingen. Ook zijn de nog niet opgevulde locaties tot een maximale omvang meegenomen in de berekeningen.

In eerste instantie is er hierbij uitgegaan van de wettelijke normen. Hieruit bleek dat de situatie ten opzichte van 31 januari 2000 aanzienlijk verslechterde. Vervolgens is getoetst aan 1,5 odour units per kubieke meter lucht op een geurgevoelig object binnen de bebouwde kom. Deze waarde volgt uit de berekening van het hierboven beschreven bedrijf. Uit de berekeningen is gebleken dat met behulp van deze norm voldaan kan worden aan de belofte dat de situatie ten opzichte van december 2000 niet verslechterd.

Conclusie

De gemeente mag volgens de wet een gemeentelijke verordening opstellen waarin nadere eisen gesteld worden aan de bedrijven binnen een gebied. Zoals aangegeven kunnen de bedrijven binnen het LOG nog behoorlijk groeien. Dit geldt echter ook voor de bedrijven in het invloedsgebied van Elsendorp en De Rips die in het bestemmingsplan zijn aangemerkt als intensieve veehouderij. Om te voorkomen dat deze bedrijven een te hoge geurbelasting hebben op de dorpen moeten nadere eisen gesteld worden. Daarom zal voor alle veehouderijen in het invloedsgebied de norm gaan gelden van 1,5 odour units per kubieke meter lucht op een geurgevoelig object binnen de bebouwde kom. Hiermee wordt voorkomen dat de geurbelasting ten opzichte van 31 december 2000 verslechterd.

Omdat de gebiedsvisie alleen voor een bepaald gebied opgesteld kan worden, betekend dit dat de norm van 1,5 odour units per kubieke meter lucht op een geurgevoelig object binnen de bebouwde kom voor alle bedrijven in het invloedsgebied zal gelden. Ook de kleine niet intensieve veehouderijen met odour units moeten daarmee aan de strengere norm voldoen. Het is echter niet redelijk om van alle bedrijven te eisen dat zij gecombineerde luchtwassers moeten plaatsen om aan de 1,5 odour units per kubieke meter lucht op een geurgevoelig object binnen de bebouwde kom te kunnen voldoen. Ondernemers voor wie het door de bedrijfsgrootte niet mogelijk is om te investeren in geurreducerende maatregelen, kunnen bij burgemeester en wethouders ontheffing aanvragen op de in de gebiedsvisie opgelegde norm. Indien zij kunnen aantonen dat zij niet kapitaalkrachtig genoeg zijn om te investeren in geurreducerende technieken, kunnen bij burgemeester en wethouders een verzoek indienen voor een ontheffing. Indien het verzoek wordt goedgekeurd, mag het bedrijf haar uitbreidingplannen voortzetten en wordt daarbij getoetst aan de wettelijke norm voor een geurgevoelig object binnen de bebouwde kom.

Elsendorp

Uit de verschillende scenario’s blijkt dat de situatie zoals die op 1 januari 2007 vergund is, een behoorlijke verbetering is ten opzichte van 31 december 2000. Deze verbetering is te verklaren door het feit dat verschillende bedrijven die bijna tegen de bebouwde kom van Elsendorp aan lagen, verplaatst en/of gestopt zijn. Opvallend is dat de toekomstige situatie een kleine verslechtering met zich mee brengt ten opzichte van de huidige situatie, maar dat het ten opzichte van 31 december 2000 een behoorlijke verbetering is. Door de invulling van het LOG komt in de toekomst de 12 odour units contour dichter bij het dorp te liggen. Door de bedrijven in het invloedsgebied van Elsendorp te toetsen op de norm van 1,5 odour units per kubieke meter lucht op een geurgevoelig object wordt ervoor gezorgd dat het leefniveau ook in de toekomst acceptabel blijft.

De Rips

Uit de verschillende scenario’s blijkt dat het leefniveau in De Rips goed is. Zowel in de huidige als in de toekomstige situatie is te zien dat de geurcontouren dichter bij de bebouwde kom komen te liggen. De geurcontour van 8 odour units blijft echter buiten de bebouwde kom liggen, waardoor geen sprake is van een verslechtering van het leefniveau door invulling van het LOG. Door de bedrijven in het invloedsgebied te toetsen op de norm van 1,5 odour units per kubieke meter wordt ervoor gezorgd dat het leefniveau in de toekomst ook niet verslechterd door invulling van het LOG.

Uitvoering

Bij het behandelen van een vergunningaanvraag zal gecontroleerd worden of met behulp van de voorgestelde technieken de gewenste geuremissie op Elsendorp en De Rips behaald kan worden. In de milieuvergunning zullen vervolgens voorschriften opgenomen worden waarin staat welke technieken toegepast moeten worden, hoeveel dieren gehouden mogen worden en aan welke leaflets voldaan moet worden. Een veehouderij mag zijn stal niet in gebruik nemen voordat alle voorzieningen zijn geïnstalleerd en in werking zijn. Hiermee wordt voorkomen dat de inwoners van Elsendorp en De Rips alsnog geuroverlast ondervinden vanuit de veehouderij. Naleving van de voorschriften wordt volgens de reguliere milieuvergunningcontroles gecontroleerd.

Bijlage 1

afbeelding binnen de regeling

Bijlage 2

Geurbelasting Elsendorp 2000

afbeelding binnen de regeling

Geurbelasting Elsendorp op 1 januari 2007

afbeelding binnen de regeling

Geurbelasting Elsendorp in de toekomst

afbeelding binnen de regeling

Legenda

Oranje lijn = 26 ou/m3 lucht

Blauwe lijn = 12 ou/m3 lucht

Groene lijn = 8 ou/m3 lucht

Bijlage 3

Geurbelasting De Rips op 31 december 2000

afbeelding binnen de regeling

Geurbelasting De Rips op 1 januari 2007

afbeelding binnen de regeling

Geurbelasting De Rips in de toekomst

afbeelding binnen de regeling

Legenda

Oranje lijn = 26 ou/m3 lucht

Blauwe lijn = 12 ou/m3 lucht

Groene lijn = 8 ou/m3 lucht