Regeling vervallen per 26-08-2022

Financiële verordening 2017 gemeente Gemert-Bakel

Geldend van 05-09-2017 t/m 25-08-2022

Intitulé

Financiële verordening 2017 gemeente Gemert-Bakel

 

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 6 juni 2017;

gelet op Gemeentewet artikel 212 en artikel 8 van de Financiële verordening gemeente Gemert-Bakel 2017;

besluit vast te stellen de:

Financiële verordening gemeente Gemert-Bakel 2017

Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen

Artikel 1 Definities

  • 1. Team: iedere organisatorische eenheid binnen de gemeentelijke organisatie met een eigen rechtstreekse verantwoordelijkheid aan het college

  • 2. Administratie: het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken en verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen, het functioneren en het beheersen van (onderdelen van) de organisatie van de gemeente Gemert-Bakel en de verantwoording die daarover moet worden afgelegd.

  • 3. Financiële organisatie: het onderdeel van de administratie dat systematisch financiële gegevens maakt en verwerkt van (onderdelen van) de organisatie van de gemeente Gemert-Bakel, teneinde te komen tot een goed inzicht in:

    • a.

      De financieel-economische positie;

    • b.

      Het financiële beheer;

    • c.

      De uitvoering van de begroting;

    • d.

      Het afwikkelen van vorderingen en schulden;

    • e.

      Alsmede tot het afleggen van rekening en verantwoording daarover.

  • 4. Rechtmatigheid: het in overeenstemming zijn met geldende wet- en regelgeving.

  • 5. Doelmatigheid: het realiseren van bepaalde prestaties met een zo beperkt mogelijke inzet van middelen.

  • 6. Doeltreffendheid: de mate waarin de beoogde prestaties en (maatschappelijke) effecten van het beleid ook daadwerkelijke worden behaald

Hoofdstuk 2 Begroting en verantwoording

Artikel 2 Planning- en controlcyclus

  • 1. Het college biedt jaarlijks aan de raad een bestuurlijke planning voor het volgende begrotingsjaar aan. In deze planning zijn de data opgenomen met betrekking tot het aanbieden en vaststellen van de volgende planning- en controlproducten:

    • a.

      Begrotingsnota;

    • b.

      Begroting en meerjarenraming;

    • c.

      Financiële rapportages;

    • d.

      Jaarstukken, bestaande uit het jaarverslag en de jaarrekening;

    • e.

      De hoogte van belastingen, rechten, heffingen en prijzen.

  • 2. Het college biedt daarnaast om de vier jaar aan de raad de volgende documenten aan:

    • a.

      Financiële verordening;

    • b.

      Nota activering, waardering en afschrijving;

    • c.

      Nota reserves en voorzieningen;

    • d.

      Nota grondbeleid;

    • e.

      Treasurystatuut;

    • f.

      Nota risicomanagement;

    • g.

      Beheerplannen van de diverse kapitaalgoederen.

Artikel 3 Begrotingsnota

Het college biedt jaarlijks aan de raad een begrotingsnota aan met een voorstel voor het beleid en de financiële kaders van de begroting voor het volgende begrotingsjaar en de meerjarenraming voor de komende drie begrotingsjaren.

Artikel 4 Begroting en meerjarenraming

  • 1. De raad stelt bij aanvang van iedere nieuwe raadsperiode een programma-indeling voor de komende raadsperiode vast. Hierin wordt de koppeling gemaakt met de vanuit het Besluit Begroting en Verantwoording (hierna: BBV) voorgeschreven taakvelden.

  • 2. Bij de uiteenzetting van de financiële positie van de begroting wordt van de nieuwe investeringen, per investering, het benodigde investeringskrediet weergegeven.

  • 3. De raad geeft per programma een overzicht van de geprognotiseerde baten en lasten voor het betreffende begrotingsjaar en de komende drie begrotingsjaren (meerjarenraming).

Artikel 5 Autorisatie begroting, investeringskredieten en begrotingswijzigingen

  • 1. De raad autoriseert met het vaststellen van de begroting:

    • a.

      De baten en lasten per programma;

    • b.

      Algemene dekkingsmiddelen;

    • c.

      Totale overheadkosten;

    • d.

      Bedrag voor heffing vennootschapsbelasting;

    • e.

      Post onvoorzien;

    • f.

      Investeringskredieten.

  • 2. De raad autoriseert met het vaststellen van de begroting de investeringskredieten en geeft aan van welke nieuwe investeringen hij op een later tijdstip een apart voorstel voor autorisatie van het investeringskrediet wil ontvangen.

  • 3. De overige nieuwe investeringen worden bij de begrotingsbehandeling met het vaststellen van de begroting geautoriseerd.

  • 4. Voor investeringen in de loop van het begrotingsjaar, waarvan de investeringskredieten niet in de begroting zijn opgenomen, legt het college vooraf aan het aangaan van verplichtingen een investeringsvoorstel en een voorstel voor het autoriseren van een investeringskrediet aan de raad voor.

  • 5. De raad is bevoegd gedurende het jaar de begroting tussentijds te wijzigen.

Artikel 6 Financiële rapportages

  • 1. De inrichting van de financiële rapportages sluit aan bij de programmaindeling van de begroting.

  • 2. Het college informeert de raad door middel van vier tussentijdse financiële rapportages over de verwachte realisatie van de begroting van de gemeente.

  • 3. De financiële rapportage gaat in op afwijkingen ten opzichte van de begroting en bevat een overzicht met minimaal de volgende onderdelen:

    • a.

      Afwijkingen baten en lasten totaal en per programma;

    • b.

      Inzicht in structurele en incidentele bijstellingen;

    • c.

      Eventuele begrotingswijzigingen;

    • d.

      Stand van zaken bezuinigingen;

    • e.

      Stand van zaken post onvoorzien;

    • f.

      Kansen en risico’s van de gemeente.

  • 4. In de begroting wordt een post onvoorziene uitgaven opgenomen. Het college is bevoegd om over de post onvoorziene uitgaven te beschikken indien de uitgave niet meer bedraagt dan € 5.000. In de financiële rapportages legt het college verantwoording af aan de raad over de genomen besluiten.

  • 5. Het college biedt twee keer per jaar een ‘Nota bouwgrondexploitatie’ aan ter behandeling en vaststelling door de raad.

Artikel 7 Jaarstukken

  • 1. De jaarstukken bestaan uit het jaarverslag en de jaarrekening.

  • 2. Het jaarverslag bestaat uit:

    • a.

      Programmaverantwoording: hierin wordt verantwoording afgelegd over de uitvoering van de in de begroting opgenomen plannen, inclusief de realisatie van baten en lasten;

    • b.

      Paragrafen: verantwoording over de verplichte paragrafen (op grond van het BBV) en andere paragrafen die de gemeente heeft opgenomen in de begroting.

  • 3. De jaarrekening bestaat uit:

    • a.

      Het overzicht van baten en lasten met toelichting;

    • b.

      De balans met toelichting;

    • c.

      SISA (Single Information en Single Audit) verantwoording;

    • d.

      Bijlage met het overzicht van de gerealiseerde baten en lasten per taakveld.

  • 4. In de jaarrekening wordt van de lopende investeringen de uitputting van de geautoriseerde investeringskredieten en de actuele raming van de totale uitgaven weergegeven.

Hoofdstuk 3 Financieel beleid

Artikel 8 Activering, waardering en afschrijving vaste activa

  • 1. Alle vaste activa, zowel met economisch als maatschappelijk nut, dienen afgeschreven te worden.

  • 2. De regels omtrent de wijze waarop vaste activa worden geactiveerd, gewaardeerd en afgeschreven is vastgelegd in de ‘Nota activering, waardering en afschrijving’.

  • 3. De nota wordt eens per vier jaar ter vaststelling aan de raad aangeboden.

  • 4. De nota bevat in ieder geval:

    • a.

      Criteria voor het activeren van activa;

    • b.

      Criteria voor het waarderen van activa;

    • c.

      Afschrijvingsmethoden;

    • d.

      Afschrijvingstermijnen.

Artikel 9 Reserves en voorzieningen

  • 1. De regels omtrent reserves en voorzieningen worden vastgelegd in de ‘Nota reserves en voorzieningen’.

  • 2. Deze nota wordt eens per vier jaar ter vaststelling aan de raad aangeboden.

  • 3. Deze nota bevat in ieder geval:

    • a.

      Uitgangspunten inzake reserves en voorzieningen;

    • b.

      Beslispunten met betrekking tot vrijval, aanvul en opheffen van bestaande reserves en voorzieningen.

Artikel 10 Kostprijsberekening

  • 1. Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van goederen, werken en diensten wordt een systeem van kostentoerekening gehanteerd. Bij de kostentoerekening worden naast de directe kosten, de overheadkosten en de rente van de inzet van vreemd vermogen, reserves en voorzieningen voor de financiering van de in gebruik zijnde activa betrokken.

  • 2. Bij de directe kosten worden betrokken de bijdragen aan en onttrekkingen van voorzieningen voor de noodzakelijke vervanging van de betrokken activa en de afschrijvingskosten van de in gebruik zijnde activa.

  • 3. De verdeelsleutel voor het verdelen van kosten zijn het ambtelijke uren.

  • 4. Voor de gemeentelijke rechten en heffingen kan daarbij ook de compensabele belasting over de toegevoegde waarde (BTW) en de gederfde inkomsten van het kwijtscheldingsbeleid betrokken worden.

  • 5. De omslagrente voor de rentetoerekening aan de activa wordt bepaald door het rente-totaal van de opgenomen (langlopende en kortlopende) leningen, van kasgeld en bankkosten en de bij begroting vastgestelde gecalculeerde rente over het eigen vermogen en de voorzieningen. Deze uitkomst wordt verminderd met de rente die via een vast rentepercentage wordt toegerekend aan investeringen. De resterende rentelast wordt gedeeld door 1% van de boekwaarde van de investeringen, waaraan nog geen rente is toegerekend. Deze uitkomst is het renteomslagpercentage.

  • 6. De rente die aan de taakvelden wordt doorbelast, wordt toegerekend op basis van een renteomslagpercentage. Voor het berekenen van de renteomslag volgt de gemeente het voorgeschreven renteschema van de ‘Notitie rente 2017’ van het BBV. Het percentage van deze omslagrente wordt afgerond met een marge van 0,5%.

  • 7. De wijze waarop de rente moet worden toegerekend aan de grondexploitaties is opgenomen in de ‘Notitie grondexploitaties 2016’. Deze rente wordt niet afgerond.

  • 8. In geval van projectfinanciering wordt aan het betreffende actief een rentepercentage gekoppeld van de daarvoor afgesloten lening.

Artikel 11 Vaststelling hoogte belastingen, rechten, heffingen en prijzen

  • 1. Het college doet de raad jaarlijks een voorstel voor de hoogte van de gemeentelijke tarieven voor belastingen, rechten, heffingen en prijzen.

  • 2. De hoogte van de gemeentelijke tarieven, heffingen en prijzen voor de door de gemeente verstrekte diensten, wordt door de raad bij verordening vastgesteld.

Artikel 12 Grondbeleid

Het college biedt eenmaal in de vier jaar een ‘Nota grondbeleid’ aan ter behandeling en vaststelling door de raad met daarin minimaal:

  • 1.

    De strategische visie van het toekomstig grondbeleid van de gemeente;

  • 2.

    Het beleid ten aanzien van de grondprijzen.

Artikel 13 Financieringsfunctie

  • 1. Het college zorgt bij het uitoefenen van de financieringsfunctie voor:

    • a.

      Het aantrekken van voldoende financiële middelen en het uitzetten van overtollige gelden om de programma’s binnen de door de raad vastgestelde kaders van de begroting uit te kunnen voeren;

    • b.

      Het beheersen van de risico’s verbonden aan de financieringsfunctie zoals renterisico’s, koersrisico’s en kredietrisico’s;

    • c.

      Het minimaliseren van de in- en externe verwerkingskosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities;

    • d.

      Het optimaliseren van het rendement van de beschikbare liquiditeiten binnen de gegeven wettelijke kaders,

  • 2. Het college biedt eenmaal in de vier jaar een ‘Treasurystatuut’ aan ter behandeling en vaststelling door de raad waarin minimaal de uitgangspunten, doelstelling, richtlijnen en limieten van de financieringsfunctie worden beschreven.

Artikel 14 Risicomanagement

Het college biedt eenmaal in de vier jaar een ‘Nota Risicomanagement’ aan ter behandeling en vaststelling door de raad met daarin minimaal:

  • 1.

    De doelstellingen en reikwijdte van risicomanagement;

  • 2.

    Het beleid ten aanzien van het gewenste weerstandsvermogen;

  • 3.

    Wet en regelgeving: eisen in het kader van risicomanagement.

Artikel 15 Onderhoud kapitaalgoederen

  • 1. Het college biedt eenmaal in de vier jaar een nieuw beheerplan per kapitaalgoed aan ter behandeling en vaststelling door de raad.

  • 2. Een dergelijk beheerplan bevat minimaal:

    • a.

      Omvang van het areaal, met de staat van onderhoud;

    • b.

      Uitwerking van het na te streven kwaliteitsniveau;

    • c.

      Noodzakelijke maatregelen en daarbij behorende kosten

Hoofdstuk 4 Administratie en interne controle

Artikel 16 Administratie

De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij dienstbaar is voor:

  • 1.

    Het sturen en het beheersen van activiteiten en processen in de gemeente als geheel en in de teams;

  • 2.

    Het verstrekken van informatie over ontwikkelingen in de omvang van activa met economisch nut, activa met maatschappelijk nut, voorraden, vorderingen, schulden en contracten;

  • 3.

    Het verschaffen van informatie over uitputting van de toegekende budgetten en investeringskredieten en voor het maken van kostencalculaties;

  • 4.

    Het verschaffen van informatie over indicatoren met betrekking tot de gemeentelijke productie van goederen en diensten en de maatschappelijke effecten van het gemeentelijke beleid;

  • 5.

    Het afleggen van verantwoording over de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving;

  • 6.

    De controle van de registratie van gegevens als zodanig en van de daaraan ontleende informatie;

  • 7.

    De controle op de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving.

Artikel 17 Interne controle

  • 1. Het college zorgt ten behoeve van het getrouwe beeld van de jaarrekening en de rechtmatigheid van de baten en lasten en de balansmutaties, voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking.

  • 2. Het college waarborgt de rechtmatigheid van de beheershandelingen.

  • 3. Het college neemt bij afwijkingen maatregelen tot herstel.

  • 4. Het college draagt zorgt voor systematische controle (interne audit) op de goede werking van de verantwoordelijkheden genoemd onder lid 1, 2 en 3.

Hoofdstuk 5 Financiële organisatie

Artikel 18 Financiële organisatie

Het college draagt zorgt voor en legt (in een besluit) vast:

  • 1.

    Een eenduidige indeling van de gemeentelijke organisatie en een eenduidige toewijzing van de gemeentelijke taken aan de teams;

  • 2.

    Een adequate scheiding van taken, functies, bevoegdheden en verantwoordelijkheden zodat aan de eisen van interne controle wordt voldaan en de betrouwbaarheid van de verstrekte informatie aan beleids- en beheersorganen is gewaarborgd;

  • 3.

    De verlening van mandaten en volmachten voor het aangaan van verplichtingen ten laste van de toegekende budgetten en investeringskredieten;

  • 4.

    De regels voor taken en bevoegdheden, de verantwoordingsrelaties en de bijbehorende informatievoorziening van de financieringsfunctie;

  • 5.

    De kostenverdeelsleutels voor het eenduidig toewijzen van de lasten en baten aan de taakvelden.

Artikel 19 Misbruik en oneigenlijk gebruik

Het college zorgt voor het beleid en de interne regels om misbruik en oneigenlijk gebruik van gemeentelijke regelingen en eigendommen te voorkomen.

Artikel 20 Inkoop en aanbesteding

Het college zorgt voor het beleid en interne regels voor de inkoop en aanbesteding van goederen, werken en diensten. De regels waarborgen dat wordt gehandeld in overeenstemming met de regels van de Europese Unie.

Artikel 21 Subsidieverstrekking en steunverlening

Het college draagt zorgt voor het beleid en interne regels omtrent de toekenning van steunverlening en de toekenning van subsidies aan ondernemingen en instellingen. De regels waarborgen dat wordt gehandeld in overeenstemming met de regels hierover van de Europese Unie en de subsidieverordening van de gemeente Gemert-Bakel.

Artikel 22 Hardheidsclausule

De raad kan voor bepaalde gevallen de verordening (met inachtneming van artikel 212 van de Gemeentewet) buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing, gelet op het belang dat deze verordening beoogt te beschermen, zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Hoofdstuk 6 Slotbepalingen

Artikel 23 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt daags na bekendmaking in werking.

  • 2. Deze verordening treedt in de plaats van de “Financiële verordening gemeente Gemert-Bakel 2014” vastgesteld door de raad op 19 december 2013, laatstelijk gewijzigd op 19 december 2013.

Artikel 24 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald onder de naam ”Financiële verordening gemeente Gemert-Bakel 2017”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Gemert-Bakel van 13 juli 2017.

de raad voornoemd,
de griffier,
P.G.J.M. vanBoxtel
de voorzitter,
Ing. M.S. vanVeen