Regeling vervallen per 24-05-2012

Verordening langdurigheidstoeslag 2009

Geldend van 18-01-2012 t/m 23-05-2012

Intitulé

Verordening langdurigheidstoeslag 2009

DE RAAD DER GEMEENTE GEMERT-BAKEL,

Overwegende dat het noodzakelijk is het verstrekken van de langdurigheidstoeslag aan personen van 21 jaar of ouder doch jonger dan 65 jaar bij verordening te regelen;

Gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 27 januari 2009;

Gelet op de artikelen 8 en 36 van de Wet werk en bijstand;

B E S L U I T :

Vast te stellen de volgende:

Verordening langdurigheidstoeslag 2009.

Artikel 1 Begrippen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    de wet: de Wet werk en bijstand

  • b.

    toeslag: de langdurigheidstoeslag;

  • c.

    peildatum: de datum waarop in enig jaar het recht op de langdurigheistoeslag ontstaat;

  • d.

    referteperiode: een periode van 36 maanden, voorafgaande aan de peildatum;

  • e.

    alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de wet en de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 2 Voorwaarden toeslag

  • 1. Aan de in artikel 36, eerste lid, van de Wet Werk en Bijstand gestelde voorwaarde van het hebben van een langdurig, laag inkomen is voldaan als gedurende de referteperiode het inkomen niet uitkomt boven 101 procent van de bijstandsnorm en geen in aanmerking te nemen vermogen heeft als bedoeld in artikel 34 van de wet.

  • 2. In de situatie dat de aanvrager inkomsten heeft verzwegen en als gevolg hiervan is aan de aanvrager ten onrechte een uitkering levensonderhoud verstrekt, is er sprake van de situatie dat belanghebbende in een bepaalde maand een inkomen heeft genoten boven 101% van de bijstandsnorm. Hierdoor bestaat er gedurende de referteperiode geen recht op de toeslag. Hieraan verandert niets wanneer de ten onrechte verstrekte uitkering later is teruggevorderd.

  • 3. In de situatie dat de aanvrager inkomsten niet heeft verzwegen en per abuis is ten onrechte een uitkering levensonderhoud verstrekt en de ten onrechte verstrekte uitkering is of wordt teruggevorderd, verliest de aanvrager als gevolg van deze fout niet het recht op de toeslag.

Artikel 3 Hoogte van de toeslag

  • 1. De langdurigheidstoeslag bedraagt per jaar:

    • a.

      voor gehuwden € 498,00,

    • b.

      voor een alleenstaande ouder € 447,00 en

    • c.

      voor een alleenstaande € 349,00.

  • 2. Voor de toepassing van het eerste lid is de situatie op de peildatum bepalend.

  • 3. Indien één van de gehuwden op de peildatum is uitgesloten van het recht op de toeslag op grond van artikel 11 of artikel 13 lid 1 van de wet komt de rechthebbende echtgenoot in aanmerking voor een langdurigheidstoeslag naar de hoogte die voor hem of haar als alleenstaande of alleenstaande ouder zou gelden.

  • 4. De in het eerste lid genoemde bedragen worden elk jaar per 1 januari aangepast met het percentage, afgerond op één cijfer achter de komma, waarmee de gehuwdennorm, als bedoeld in artikel 21 onder a van de wet, per 1 januari is gestegen ten opzichte van het voorafgaande jaar, naar boven afgerond op hele euro’s.

Artikel 4 Citeerartikel en inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening langdurigheidstoeslag 2009.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2009.

Regelingen in verband met de wijzigingen in de WWB en intrekking van de WIJ

Artikel 5 Wijziging betekenis begrippen

  • 1. Waar in deze verordening de begrippen ‘alleenstaande’, ‘alleenstaande ouder’ en ‘gezin’ worden gebruikt, hebben deze  dezelfde betekenis als in artikel 4 van de wet.

  • 2. Waar in deze verordening wordt gesproken over ‘gehuwde(n)’ of ‘gehuwdennorm’ hebben deze begrippen  dezelfde betekenis als ‘gezin’, bedoeld in artikel 4, respectievelijk ‘gezinsnorm’, bedoeld in artikel 21, eerste lid, van de wet.

Artikel 6 Laag inkomen

In deze verordening wordt onder ‘laag inkomen’ als bedoeld in artikel 36, eerste lid, van de wet, verstaan: een inkomen tot 101% van de toepasselijke bijstandsnorm.

Artikel 7

Indien één van de gezinsleden op de peildatum is uitgesloten van het recht op langdurigheidstoeslag ingevolge de artikelen 11 of 13, eerste lid van de wet, waardoor slechts één van de gezinsleden recht op langdurigheidstoeslag heeft, komt dit gezinslid in aanmerking voor een langdurigheidstoeslag naar de hoogte die voor hem als alleenstaande of alleenstaande ouder zou gelden.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente Gemert-Bakel van 2 april 2009.
de raad voornoemd,
griffier
P.G.J.M. van Boxtel
voorzitter
mr. J.H.A.G. van Maasakkers