VERORDENING BESCHERMDE HOUTOPSTANDEN GENNEP

Geldend van 01-05-2020 t/m heden

Intitulé

VERORDENING BESCHERMDE HOUTOPSTANDEN GENNEP
  • gelet op het voorstel van burgemeester en wethouders van Gennep d.d. 30 januari 2018

  • gehoord de commissie d.d.

  • gelet op artikel 149 van de Gemeentewet

overwegende dat het raadzaam is regels te stellen ter bescherming van waardevolle

houtopstanden;

besluit:

vast te stellen de Verordening beschermde houtopstanden Gennep

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    beschermde houtopstand: houtopstand aangewezen op grond van artikel 3 eerste lid van de verordening;

  • b.

    bevoegd gezag: het bevoegd gezag, bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

  • c.

    het college: het college van burgemeester en wethouders van Gennep;

  • d.

    boom: een houtig gewas met één houtige stam die zich pas op enige hoogte boven het maaiveld vertakt;

  • e.

    dunnen: vellen ter bevordering van de groei van de overblijvende houtopstand;

  • f.

    hakhout: boom of houtopstand die na te zijn geveld op de stronk weer uitloopt;

  • g.

    houtopstand:

    • a.

      een zelfstandige eenheid, oppervlakte of rij van bomen, boomvormers, struiken, hakhout of

    • b.

      een solitaire boom;

  • h.

    vellen: het rooien, kappen, verplanten, kandelaberen en/of snoeien van meer dan 25 procent van de kroon of het wortelgestel van een houtopstand alsmede het verrichten van andere handelingen, bovengronds of ondergronds, die de dood, ernstige beschadiging of ernstige ontsiering van de houtopstand tot gevolg kunnen hebben.

Artikel 2 Velvergunning

  • 1.

    Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag een beschermde houtopstand te vellen of te laten vellen.

  • 2.

    Dit verbod geldt niet voor:

    • a.

      het vellen op grond van een aanschrijving op grond van de Plantenziektenwet;

    • b.

      het vellen op grond van een aanschrijving als bedoeld in artikel 10 eerste lid;

    • c.

      het periodiek dunnen van hakhout bij wege van regulier onderhoud;

    • d.

      het knotten of kandelaberen van bomen bij wege van regulier onderhoud.

Artikel 3 Beschermde houtopstanden

  • 1.

    Het college wijst de beschermde houtopstanden aan.

  • 2.

    Een boom kan worden aangewezen als beschermde houtopstand wanneer deze

    • a.

      beeldkwaliteit heeft;

    • b.

      een herdenkingsboom is;

    • c.

      een relatie met de cultuurhistorie heeft;

    • d.

      een bijzondere waarde heeft; of

    • e.

      een intentie/toekomstverwachting heeft.

  • 3.

    Overige houtopstanden kunnen worden aangewezen als beschermde houtopstand wanneer deze

    • a.

      bepalend is voor de kwaliteit van het landschap(stype) en bijdraagt aan de leesbaarheid van het landschap;

    • b.

      de verkeerskundige structuur ondersteunt;

    • c.

      bijdraagt aan de stedenbouwkundige opzet;

    • d.

      een relatie heeft met de cultuurhistorie; of

    • e.

      bijdraagt aan de ecologische waarden en biodiversiteit.

  • 4.

    Van de beschermde houtopstanden worden tenminste de volgende gegevens vastgelegd:

    • a.

      redengevende omschrijving;

    • b.

      locatie.

Artikel 4 Toetsingscriteria

  • 1.

    Een vergunning wordt uitsluitend verleend indien:

    • a.

      een zwaarwegend algemeen maatschappelijk belang opweegt tegen het belang dat gediend is met behoud van de houtopstand;

    • b.

      een zwaarwegend individueel belang opweegt tegen het belang dat gediend is met behoud van de houtopstand;

    • c.

      instandhouding van de houtopstand niet langer verantwoord is vanwege gevaar voor de omgeving of de volksgezondheid; of

    • d.

      het vellen plaatsvindt om te voldoen aan de verplichting van artikel 42 van Boek 5 van het Burgerlijk Wetboek.

  • 2.

    Het bevoegd gezag kan aan de vergunning voorschriften verbinden. Tot deze voorschriften kunnen behoren het opleggen van een herplantplicht of het verrichten van een storting in het gemeentelijk Fonds kwaliteitsverbetering buitengebied.

Artikel 5 Intrekking of wijziging vergunning

De vergunning kan worden ingetrokken of gewijzigd indien:

  • 1.

    bij de aanvraag onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt;

  • 2.

    na het verlenen van de vergunning verandering van inzichten of omstandigheden optreden op grond waarvan wijziging of intrekking van de vergunning noodzakelijk is;

  • 3.

    een aan de vergunning verbonden voorschrift niet wordt nagekomen.

Artikel 6 Start werkzaamheden en beperking geldigheidsduur

  • 1.

    Als het vergunde vellen zal plaatsvinden vanwege bouw- of aanlegwerken of een ruimtelijke herinrichting of reconstructie, mag van de vergunning pas gebruik worden gemaakt wanneer alle overige voor de uitvoering van de werkzaamheden vereiste ontheffingen, vergunningen, toestemmingen of ruimtelijke-ordeningsprocedures onherroepelijk geworden zijn en de feitelijke en financiële voortgang van de werken voldoende gewaarborgd is.

  • 2.

    De vergunning vervalt indien daarvan niet binnen twee jaar na het moment waarop van de vergunning gebruik mag worden gemaakt, gebruik is gemaakt. Bij de vergunning mag van deze termijn worden afgeweken.

Artikel 7 Instandhoudingsplicht

  • 1.

    De eigenaar van een beschermde houtopstand is verplicht het bevoegd gezag onmiddellijk schriftelijk mededeling te doen van:

    • a.

      het geheel of gedeeltelijk tenietgaan van de beschermde houtopstand, anders dan door velling op grond van een verleende vergunning;

    • b.

      De dreiging dat de beschermde houtopstand geheel of gedeeltelijk teniet gaat.

  • 2.

    Indien een beschermde houtopstand geheel of gedeeltelijk teniet dreigt te gaan kan het bevoegd gezag aan de eigenaar dan wel aan degene die uit andere hoofde tot het treffen van voorzieningen bevoegd is, de verplichting opleggen om voorzieningen te treffen opdat de bedreiging wordt weggenomen of verminderd.

Artikel 8 Herplantplicht

  • 1.

    Indien een beschermde houtopstand zonder de vereiste vergunning of in strijd met artikel 6, eerste lid, of op een andere wijze teniet is gegaan, kan het bevoegd gezag aan de zakelijk gerechtigde tot de grond waarop de houtopstand zich bevond dan wel aan degene die uit anderen hoofde bevoegd is tot het treffen van de voorzieningen, een herplantplicht opleggen.

  • 2.

    Als herplant redelijkerwijs niet mogelijk is kan het bevoegd gezag aan de zakelijk gerechtigde tot de grond waarop de houtopstand zich bevond dan wel aan degene die uit anderen hoofde bevoegd is tot het treffen van de voorzieningen de verplichting opleggen een bijdrage te storten in het gemeentelijk Fonds kwaliteitsverbetering buitengebied.

Artikel 9 Afstand van de erfgrenslijn

De afstand, bedoeld in artikel 42 van Boek 5 van het Burgerlijk Wetboek bedraagt 0,5 meter voor bomen en nihil voor heesters en heggen.

Artikel 10 Bestrijding van boomziekten

  • 1.

    Indien zich op een terrein één of meer bomen bevinden die naar het oordeel van het college gevaar opleveren van verspreiding van een boomziekte of van vermeerdering van verspreiders van dergelijke ziekten, is de rechthebbende verplicht binnen de bij aanschrijving vast te stellen termijn die maatregelen te treffen die het bevoegd gezag noodzakelijk acht ter voorkoming van verspreiding van de ziekte.

  • 2.

    Het is verboden een gevelde zieke boom of delen daarvan zonder vergunning van het college voorhanden of in voorraad te hebben of te vervoeren, indien het een boomsoort betreft die de desbetreffende boomziekte kan verspreiden.

Artikel 11 Subsidie

  • 1.

    Het college kan ten behoeve van het onderhoud van beschermde houtopstanden een subsidieregeling vaststellen.

  • 2.

    Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan natuurlijke personen en aan rechtspersonen niet behorend tot de overheid.

Artikel 12 Strafbepaling

  • 1.

    Degene aan wie een voorschrift als bedoeld in artikel 3 eerste lid, en artikel 3 derde lid, van de Plantenziektenwet is gegeven, is gehouden dienovereenkomstig te handelen.

  • 2.

    Degene die handelt in strijd met het bij of krachtens artikel 2, eerste lid, bepaalde wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of geldboete van de tweede categorie.

Artikel 13 Toezicht

Het college wijst de personen aan die zijn belast met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens deze verordening bepaalde.

Artikel 14 Wijziging APV

De artikelen 4.10 tot en met 4.12f van de Algemene Plaatselijke Verordening Gennep 2010 vervallen.

Artikel 15 Overgangsrecht

Vergunningen verleend krachtens de regels als bedoeld in artikel 13, gelden als vergunningen verleend op grond van deze verordening.

Artikel 16 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op een door het college te bepalen tijdstip.

Artikel 17 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening beschermde houtopstanden Gennep.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van 12 maart 2018.

De raad voornoemd,,

De griffier, De heer J.W.M. van der Knaap

De voorzitter, De heer P.J.H.M. de Koning