Reglement tot regeling van de samenstelling, de bevoegdheden en de werkwijze van de commissie en van de adviescommissie "Aankopen- en opdrachtenbeleid beeldende kunst"

Geldend van 01-01-1994 t/m heden

Intitulé

Reglement tot regeling van de samenstelling, de bevoegdheden en van de adviescommissie "Aankopen- en opdrachtenbeleid beeldende kunst"

Artikel 1

De taak van de commissie omvat het adviseren van burgemeester en wethouders, hetzij op verzoek van dit college, hetzij uit eigen beweging, ter zake van het aankopen- en opdrachtenbeleid beeldende kunst.

Artikel 2

De commissie bestaat uit vier leden te weten:

  • a.

    één lid door burgemeester en wethouders uit hun midden aan te wijzen in de functie van voorzitter;

  • b.

    twee leden door burgemeester en wethouders aan te wijzen, welke leden het beroep beeldende kunstenaar uitoefenen;

  • c.

    één lid door de Culturele Raad Zuid-Holland aan te wijzen, welk lid als ter zake deskundig kan worden beschouwd.

Artikel 3

  • a.

    De leden van de commissie als vermeld in artikel 2, sub. b. en c. kunnen te allen tijde ontslag nemen of door burgemeester en wethouders, met opgaaf van redenen worden ontslagen.

  • b.

    De daardoor ontstane opengevallen plaats(en) word(t)en binnen twee maanden vervuld door het orgaan dat met de aanwijzing is belast.

  • c.

    De zittingsduur van de commissieleden is gelijk aan die van de gemeenteraad met dien verstande, dat de benoeming voor de eerste maal geschiedt voor een periode lopend tot het einde van de eerstvolgende zittingsperiode van de gemeenteraad.

  • d.

    De aftredende commissieleden, als bedoeld in artikel 2, sub. b. en c. kunnen voor een volgende zittingsperiode worden herbenoemd.

  • e.

    Indien de leden benoemd in artikel 2, sub. b, de hoedanigheid waarin zij werden benoemd verliezen, houden zij op lid van de commissie te zijn.

  • f.

    Wie, ter vervulling van een tussentijds opengevallen plaats tot lid wordt aangewezen, treedt af op het tijdstip waarop degene moest aftreden die hij of zij vervangt.

  • g.

    Een aftredend lid behoudt zijn lidmaatschap totdat zijn of haar opvolg(st)er is

aangewezen.

Artikel 4

  • a. De commissie wordt bijgestaan door een secretaris, zijnde een door burgemeester en wethouders als zodanig aangewezen ambtenaar.

  • b. De secretaris der commissie houdt aantekening van het beslotene in de vergaderingen en van de beraadslagingen, welke aan die besluiten ten grondslag hebben gelegen, zulks echter slechts voor zover dit nodig is voor een duidelijk inzicht in de totstandkoming van de besluiten.

  • c. Van het verslag van elke vergadering wordt een exemplaar aan burgemeester en wethouders ter kennisname toegezonden.

Artikel 5

De voorzitter kan deskundigen uitnodigen een vergadering van de commissie bij te wonen.

Artikel 6

  • a. De commissie vergadert zo dikwijls als dit door de voorzitter of ten minste twee leden noodzakelijk wordt geacht.

  • b. De vergaderingen worden belegd door de voorzitter, die er voor zorg draagt dat de leden ten minste twee weken voor het houden van een vergadering schriftelijk worden opgeroepen, zoveel mogelijk met vermelding van de in die vergadering te behandelen onderwerpen.

  • c. De stukken, op een uitgeschreven vergadering betrekking hebbende, liggen één week voor het tijdstip van de vergadering ter gemeentesecretarie voor de leden ter inzage.

Artikel 7

  • a. De commissie vergadert slechts indien de voorzitter en ten minste twee overige leden aanwezig zijn.

  • b. Kan dientengevolge de vergadering geen doorgang vinden, dan wordt zo nodig, met een tussentijd van ten minste één week een nieuwe vergadering belegd, waarin ongeacht het aantal aanwezige leden besluiten genomen kunnen worden over de op de agenda van die vergadering vermelde onderwerpen.

  • c. De besluiten worden bij volstrekte meerderheid van stemmen genomen.

  • d. Bij staking van stemmen vindt artikel 32 van de Gemeentewet overeenkomstige toepassing.

Artikel 8

De voorzitter is bevoegd personen in dienst der gemeente uit te nodigen de vergaderingen bij te wonen en alsdan alle inlichtingen, welke betrekking hebben op de werkkring van de commissie, te verstrekken.

Artikel 9

  • a. De commissie dient burgemeester en wethouders desgevraagd binnen zes weken van bericht en raad over al hetgeen het aankoop- en opdrachtenbeleid inzake beeldende kunst aangaat.

  • b. De commissie zendt haar rapporten, verslagen of voorstellen omtrent alle daartoe door burgemeester en wethouders in haar handen gestelde stukken, uiterlijk binnen twee weken nadat de commissie zich hierover heeft uitgesproken, bij burgemeester en wethouders in.

  • c. Het advies van de commissie wordt in principe, ter zake van de definitieve selectie(s), tenzij gegronde redenen zich daartegen verzetten, als bindend ervaren.

Artikel 10

In gevallen waarin dit reglement niet voorziet, wordt beslist door burgemeester en wethouders.

Artikel 11

  • 1.

    Dit reglement treedt in werking met terugwerkende kracht tot 1 januari 1994.

  • 2.

    Bij de vaststelling van dit reglement komt het reglement d.d. 21/11/1989 te vervallen.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van burgemeester en wethouders van de gemeente Giessenlanden d.d. 9-6-1994,
De secretaris,
mr. G.C. Peters
De burgemeester,
C. Bakker