Regeling vervallen per 30-05-2013

Klachtregeling gemeente Giessenlanden 2008

Geldend van 23-05-2008 t/m 29-05-2013

Intitulé

Klachtregeling gemeente Giessenlanden 2008

De raad, het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Giessenlanden, elk voorzover het hun bevoegdheden betreft;

overwegende dat de "Verordening interne klachtenbehandeling gemeente Giessenlanden" aanvulling en wijziging behoeft;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 19 februari 2008;

gelet op het bepaalde in artikel 108 en 147 Gemeentewet en titel 9.1 Algemene wet bestuursrecht;

b e s l u i t e n :

vast te stellen de volgende “Klachtregeling gemeente Giessenlanden 2008”

HOOFDSTUK I – INLEIDENDE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. klacht:

een uiting van ongenoegen over de wijze waarop een bestuursorgaan, diens voorzitter of een lid ervan, of een persoon werkzaam onder verantwoordelijkheid van de gemeente zich in een bepaalde aangelegenheid jegens een natuurlijk persoon, een rechtspersoon of een andere entiteit heeft gedragen;

b.klager:

degene die een klacht indient;

c.klaagschrift:

een formeel schriftelijke klacht;

d.bestuursorgaan:

de raad, het college van burgemeester en wethouders of de burgemeester;

e.klachtadviseur:

de functionaris als bedoeld in artikel 3;

f.ombudscommissie:

de ombudscommissie gemeente Giessenlanden/gemeente Zederik, die als onafhankelijke

externe instantie onderzoek verricht naar de feiten die aanleiding gaven tot de klacht;

de ombudscommissie rapporteert aan het bestuursorgaan over haar bevindingen en geeft een

oordeel over de behoorlijkheid van de gedraging, eventueel voorzien van aanbevelingen.

Artikel 2 Fasering

De klachtbehandeling kent drie fasen, te weten:

a.i nformele bemiddeling:

indien iemand zich mondeling, schriftelijk of digitaal met een klacht tot de gemeente wendt, probeert de klachtadviseur de klacht direct op te lossen en de klager tevreden te stellen;

b.f ormele behandeling in eerste instantie:

een klaagschrift wordt behandeld overeenkomstig de bepalingen van titel 9.1 van de

Algemene wet bestuursrecht en overigens met inachtneming met de bepalingen van deze

verordening;

c.f ormele behandeling in tweede instantie:

indien de klager niet tevreden is met de uitkomst van de formele behandeling in eerste instantie

kan hij vervolgens een klacht indienen bij de ombudscommissie.

Artikel 3 Klachtadviseur

  • 1.

    Het college stelt een klachtadviseur aan.

  • 2.

    De klachtadviseur is namens het bestuursorgaan belast met de behandeling van klachten en adviseert het bestuursorgaan over de afhandeling van klachten. Het bestuursorgaan behoudt de verantwoordelijkheid voor de uiteindelijke afhandeling van de klacht en spreekt derhalve het definitieve oordeel uit.

  • 3.

    De klachtadviseur ziet erop toe, dat de behandeling van en de advisering over een klacht plaatsvindt overeenkomstig de bepalingen van titel 9.1 van de Algemene wet bestuursrecht en het bepaalde in deze verordening.

  • 4.

    Behandeling van een klacht houdt in alle werkzaamheden noodzakelijk voor het onderzoek van de klacht alsmede het horen van de klager en degene op wiens gedraging de klacht betrekking heeft.

  • 5.

    Het advies over een klacht bevat de eventuele conclusies die het bestuursorgaan volgens de klachtadviseur aan de bevindingen die het uitgevoerde onderzoek heeft opgeleverd moet verbinden. Daartoe kunnen door de klachtadviseur aanbevelingen worden gedaan.

  • 6.

    Desgewenst verleent de klachtadviseur medewerking aan de klager bij het op schrift stellen van een klacht.

  • 7.

    De klachtadviseur draagt zorg voor de registratie van schriftelijke klachten en stelt het

jaarverslag op als bedoeld in artikel 14.

HOOFDSTUK II - ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 4 Informele bemiddeling

  • 1. Een klacht kan mondeling, schriftelijk of digitaal worden ingediend.

  • 2. Indien de klacht niet in de informele fase wordt afgedaan, wordt de klager gewezen op de mogelijkheid om de klacht schriftelijk overeenkomstig artikel 5 in te dienen, waardoor formele behandeling in eerste instantie van de klacht plaatsvindt. Een eventueel verzoek van de klager om hulp hierbij wordt door de klachtadviseur gehonoreerd.

Artikel 5 Wijze van indiening van klaagschriften

  • 1.

    Indien een schriftelijke klacht voldoet aan de vereisten in het tweede lid, wordt de klacht overeenkomstig de formele behandeling in eerste instantie behandeld.

  • 2.

    Het klaagschrift moet zijn ondertekend en moet ten minste de volgende gegevens bevatten:

    • a.

      de naam en het adres van de klager;

    • b.

      de dagtekening;

    • c.

      een omschrijving van de gedraging (datum, tijdstip) waartegen de klacht is gericht.

  • 3.

    Bij het klaagschrift worden zo mogelijk kopieën van relevante stukken overgelegd.

  • 4.

    Het klaagschrift moet in de Nederlandse taal zijn gesteld dan wel zijn voorzien van een

Nederlandse vertaling.

Artikel 6 Tegemoetkoming aan klacht

Zodra het bestuursorgaan naar tevredenheid van de klager aan diens klacht tegemoet is gekomen, vervalt de verplichting tot het verder toepassen van dit hoofdstuk. Deze bepaling is van toepassing in elk stadium van de klachtprocedure.

Artikel 7 Ontvangst klaagschrift

  • 1. De ontvangst van een klaagschrift wordt binnen één week schriftelijk aan de klager bevestigd.

  • 2. In de bevestiging wordt medegedeeld hoe het verloop van de procedure zal zijn.

  • 3. Degene op wiens gedraging de klacht betrekking heeft, ontvangt een kopie van de klacht en de eventueel daarbij meegezonden stukken. Diens eventuele leidinggevende ontvangt tevens een kopie van de klacht en de bijbehorende stukken.

Artikel 8 Uitzonderingen op de behandelingsplicht

  • 1.

    Het bestuursorgaan is niet verplicht de klacht te behandelen indien zij betrekking heeft op een gedraging:

    • ·

      waarover reeds eerder een klacht is ingediend die met inachtneming van deze verordening is behandeld;

    • ·

      die langer dan een jaar voor de indiening van de klacht heeft plaatsgevonden;

    • ·

      waartegen door de klager bezwaar gemaakt had kunnen worden;

    • ·

      waartegen door de klager beroep kan of kon worden ingesteld;

    • ·

      die door het instellen van een procedure aan het oordeel van een andere rechterlijke instantie dan een administratieve rechter onderworpen is, dan wel onderworpen is geweest of,

    • ·

      zolang terzake daarvan een opsporingsonderzoek op bevel van de officier van justitie of een vervolging gaande is, dan wel indien de gedraging deel uitmaakt van de opsporing of vervolging van een strafbaar feit en terzake van dat feit een opsporingsonderzoek op bevel van de officier van justitie of een vervolging gaande is.

  • 2.

    Het bestuursorgaan is niet verplicht de klacht te behandelen indien het belang van de klager dan wel het gewicht van de gedraging kennelijk onvoldoende is.

  • 3.

    Van het niet in behandeling nemen van de klacht wordt de klager zo spoedig mogelijk maar uiterlijk binnen vier weken na ontvangst van het klaagschrift in kennis gesteld.

HOOFDSTUK III – FORMELE BEHANDELING

Artikel 9 Onderzoek

1.De klachtadviseur is in verband met de voorbereiding van de behandeling van een klacht

bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te doen inwinnen.

2.De klachtadviseur kan, na overleg met het bestuursorgaan, bij deskundigen advies of

inlichtingen inwinnen en deze zo nodig uitnodigen om te worden gehoord. Indien daaraan kosten

zijn verbonden, is vooraf machtiging nodig van de voorzitter van de raad respectievelijk de voorzitter van het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 10 Hoorplicht

  • 1. De klachtadviseur stelt de klager en degene op wiens gedraging de klacht betrekking heeft, in de gelegenheid door hem te worden gehoord. De klachtadviseur beslist of het horen van beide partijen in elkaars aanwezigheid plaatsvindt ofwel afzonderlijk.

  • 2. Van het horen van de klager kan worden afgezien indien de klacht kennelijk ongegrond is dan wel indien de klager heeft verklaard geen gebruik te willen maken van het recht te worden gehoord.

  • 3. Op verzoek van partijen of ambtshalve kunnen getuigen worden gehoord. Medewerkers en bestuurders van de gemeente die als getuige worden opgeroepen, zijn verplicht aan deze oproep gehoor te geven.

  • 4. Zowel de klager als degene op wiens gedraging de klacht betrekking heeft, kunnen zich op eigen kosten bij het horen door iemand van hun keuze laten vergezellen of doen bijstaan.

  • 5. Van het horen wordt een verslag gemaakt, dat wordt ondertekend door de klachtadviseur. Het wordt zo spoedig mogelijk ter kennisneming aan partijen toegezonden of uitgereikt.

Artikel 11 Afdoeningstermijn

  • 1. Het bestuursorgaan handelt de klacht af binnen tien weken na ontvangst van het klaagschrift.

  • 2. Het bestuursorgaan kan de afhandeling voor ten hoogste vier weken verdagen. Van de verdaging wordt schriftelijk mededeling gedaan aan de klager en aan degene op wiens gedraging de klacht betrekking heeft.

Artikel 12 Afdoening

  • 1.

    De klachtadviseur zendt een rapport van bevindingen, vergezeld van het advies en eventuele aanbevelingen, aan het bestuursorgaan. Het verslag van het horen wordt aan dit rapport gehecht. Het rapport wordt ondertekend door de klachtadviseur.

  • 2.

    Het bestuursorgaan spreekt het definitieve oordeel uit over het gegrond of ongegrond zijn van de klacht.

  • 3.

    Het bestuursorgaan stelt de klager en degene op wiens gedraging de klacht betrekking

heeft schriftelijk en gemotiveerd in kennis over zijn bevindingen van het onderzoek naar de klacht, zijn oordeel daarover alsmede de conclusies die daaruit getrokken zijn.

HOOFDSTUK IV - OMBUDSCOMMISSIE

Artikel 13 Klachtbehandeling in tweede instantie

Bij de toezending van de bevindingen als bedoeld in artikel 13, tweede lid, wordt klager

medegedeeld dat hij, indien hij het niet eens is met de conclusies die uit het onderzoek zijn getrokken, na de ontvangst van de bevindingen zijn klacht kan voorleggen aan de ombudscommissie. Het adres van de ombudscommissie wordt bij de bevindingen gevoegd.

HOOFDSTUK V - RAPPORTAGE

artikel 14 Verslag en publicatie

  • 1.

    De klachtadviseur draagt zorg voor een jaarlijkse registratie van alle schriftelijke klachten die bij het bestuursorgaan zijn ingediend. Voorts registreert de klachtadviseur alle verzoekschriften die in het voorgaande jaar zijn ingediend bij de ombudscommissie.

  • 2.

    De geregistreerde klachten worden jaarlijks anoniem gepubliceerd in het burgerjaarverslag.

HOOFDSTUK VI - SLOTBEPALINGEN

Artikel 15 Uitzonderingsbepaling

Deze verordening is niet van toepassing op klachten van de medewerkers van de gemeente Giessenlanden.

Artikel 16 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag volgende op die van de bekendmaking.

Op dat moment vervalt de “Verordening interne klachtenbehandeling gemeente Giessenlanden”.

Artikel 17 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als "Klachtregeling gemeente Giessenlanden 2008”.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad
van de gemeente Giessenlanden op 27 maart 2008.
de griffier, de voorzitter,
mevr. N.C. Both mevr. E. Boot
Aldus besloten in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders
van de gemeente Giessenlanden op 19 februari 2008.
de gemeentesecretaris, de loco-burgemeester,
mr. H. Haan drs. B.J. Buddingh
Aldus besloten door de burgemeester
van de gemeente Giessenlanden op 2008.
de burgemeester,
mevr. E. Boot