Regeling sanctiebeleid bij ontslag wegens reorganisatie of onbekwaamheid / ongeschiktheid

Geldend van 19-03-2010 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2010

Intitulé

Regeling sanctiebeleid bij ontslag wegens reorganisatie of onbekwaamheid / ongeschiktheid

§ Algemene bepalingen

Artikel 1 Werkingsfeer

Deze regeling is van toepassing op de ambtenaar die op grond van artikel 8:3 CAR of artikel 8:6 CAR wordt ontslagen. Dit besluit is daarnaast van toepassing op de ambtenaar die op grond van artikel 8:3 CAR of 8:6 CAR is ontslagen en een aanvullende of nawettelijke uitkering ontvangt op grond van hoofdstuk 10d CAR.

Artikel 2 Begripsbepalingen

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder

  • a.

    aanvullende uitkering: de uitkering tijdens de werkloosheidsuitkering;

  • b.

    nawettelijke uitkering: de uitkering na afloop van de werkloosheidsuitkering;

  • c.

    medewerker: de ambtenaar die op grond van artikel 8:3 CAR of artikel 8:6 CAR wordt of is ontslagen en die zich in de reïntegratiefase, de periode van de aanvullende uitkering of de periode van de nawettelijke uitkerin bevindt.

  • d.

    reïntegratiefase: de fase voorafgaand aan ontslag, waarin door middel van een reïntegratieplan afspraken worden gemaakt over de wijze waarop de reïntegratie van de ambtenaar het best tot stand kan komen en hieraan uitvoering wordt gegevens met als doel werkloosheid zoveel als mogelijk is te voorkomen;

  • e.

    reïntegratieplan: het plan van aanpak waarin de reïntegratie-inspanningen van gemeente en de medewerker beschreven staan, die tot doel hebben de reïntegratie van de medewerker te bevorderen;

  • f.

    werkloosheid: werkloosheid als bedoeld in de Werkloosheidswet, waarbij het arbeidsurenverlies voortvloeit uit de aanstelling of arbeidsovereenkomst bij de gemeente waaruit de werkloosheid plaatsvindt;

  • g.

    werkloosheidsuitkering: uitkering op grond van de Werkloosheidswet, welke uitkering voortvloeit uit de aanstelling of arbeidsovereenkomst met de gemeente.

Artikel 3 Grondslag

Deze regeling berust op de artikelen 10d:6, 10d:13 en 10d:19 van de CAR.

§ 2 Verplichtingen

Artikel 4 Indeling verplichtingen in categorieën

  • 1.

    Als verplichtingen van de eerste categorie worden beschouwd verplichtingen die gericht zijn op het stroomlijnen van het administratieve proces.

  • 2.

    Als verplichtingen van de tweede categorie worden beschouwd verplichtingen ter opvolging van controlevoorschriften.

  • 3.

    Als verplichtingen in de derde categorie worden beschouwd de verplichtingen in het kader van reïntegratie en werkhervatting.

  • 4.

    Als verplichtingen van de vierde categorie worden beschouwd de verplichtingen die gericht zijn op het beperken van het (financiële) risico van de gemeente.

  • 5.

    In een nadere regeling wordt uitgewerkt welke verplichtingen in ieder geval onder welke categorie vallen.

Artikel 5 Verplichtingen voor de medewerker

Gedurende de reïntegratiefase, de periode van de aanvullende uitkering en de periode van de nawettelijke uitkering, gelden voor de medewerker de verplichtingen die zijn opgenomen in de nadere regeling, bedoeld in artikel 4, vijfde lid. In het individuele reïntegratieplan kunnen aanvullende verplichtingen worden opgenomen.

§ 3 Sancties

Artikel 6 Sancties tijdens reïntegratiefase

  • 1.

    Niet naleving van verplichtingen uit de eerste categorie worden gesanctioneerd met een korting op de bezoldiging van 5% gedurende één maand, met een mogelijkheid van afwijking tot ten minste 2% of ten hoogste 20% van de bezoldiging.

  • 2.

    Niet naleving van verplichtingen uit de tweede categorie worden gesanctioneerd met een korting op de bezoldiging van 10% gedurende twee maanden, met een mogelijkheid van afwijking tot ten minste 5% of ten hoogste 30% van de bezoldiging.

  • 3.

    Niet naleving van verplichtingen uit de derde categorie worden gesanctioneerd met een korting op de bezoldiging van 25% gedurende vier maanden, met een mogelijkheid van afwijking tot ten minste 15% of ten hoogste 100% van de bezoldiging.

  • 4.

    Niet naleving van verplichtingen uit de vierde categorie worden gesanctioneerd met een onmiddellijke ingang van het ontslag op grond van artikel 8:3 CAR of artikel 8:6 CAR en het vervallen van het rechtop de aanvullende en de nawettelijke uitkering.

  • 5.

    Indien de medewerker binnen 6 maanden tijd tweemaal zijn verplichtingen niet nakomt, wordt het laatste feit als overtreding van een categorie hoger beschouwd.

  • 6.

    Indien de medewerker binnen 6 maanden tijd drie maal zijn verplichtingen niet nakomt, wordt het laatste feit als overtreding van de vierde categorie beschouwd.

Artikel 7 Sancties tijdens aanvullende uitkering

  • 1.

    Niet naleving van verplichtingen uit de eerste categorie worden gesanctioneerd met een korting op de aanvullende uitkering van 5% gedurende één maand, met een mogelijkheid van afwijking tot ten minste 2% of ten hoogste 20% van het uitkeringsbedrag.

  • 2.

    Niet naleving van verplichtingen uit de tweede categorie worden gesanctioneerd met een korting op de aanvullende uitkering van 10% gedurende twee maanden, met een mogelijkheid van afwijking tot ten minste 5% of ten hoogste 30% van het uitkeringsbedrag.

  • 3.

    Niet naleving van verplichtingen uit de derde categorie worden gesanctioneerd met een korting op de aanvullende uitkering van 25% gedurende vier maanden, met een mogelijkheid van afwijking tot ten minste 15% of ten hoogste 100% van het uitkeringsbedrag.

  • 4.

    Niet naleving van verplichtingen uit de vierde categorie worden gesanctioneerd met een blijvende gehele weigering van de aanvullende uitkering en het vervallen van het recht op de nawettelijke uitkering.

  • 5.

    Indien de medewerker binnen 6 maanden tijd tweemaal zijn verplichtingen niet nakomt, wordt het laatste feit als overtreding van een categorie hoger beschouwd.

  • 6.

    Indien de medewerker binnen 6 maanden tijd drie maal zijn verplichtingen niet nakomt, wordt het laatste feit als overtreding van de vierde categorie beschouwd.

Artikel 8 Sancties tijdens nawettelijke uitkering

  • 1.

    Niet naleving van verplichtingen uit de eerste categorie worden gesanctioneerd met een korting op de nawettelijke uitkering van 5% gedurende één maand, met een mogelijkheid van afwijking tot ten minste 2% of ten hoogste 20% van het uitkeringsbedrag.

  • 2.

    Niet naleving van verplichtingen uit de tweede categorie worden gesanctioneerd met een korting op de nawettelijke uitkering van 10% gedurende twee maanden, met een mogelijkheid van afwijking tot ten minste 5% of ten hoogste 30% van het uitkeringsbedrag.

  • 3.

    Niet naleving van verplichtingen uit de derde categorie worden gesanctioneerd met een korting op de nawettelijke uitkering van 25% gedurende vier maanden, met een mogelijkheid van afwijking tot ten minste 15% of ten hoogste 100% van het uitkeringsbedrag.

  • 4.

    Niet naleving van verplichtingen uit de vierde categorie worden gesanctioneerd met een blijvende gehele weigering van de nawettelijke uitkering.

  • 5.

    Indien de medewerker binnen 6 maanden tijd tweemaal zijn verplichtingen niet nakomt, wordt het laatste feit als overtreding van een categorie hoger beschouwd.

  • 6.

    Indien de medewerker binnen 6 maanden tijd drie maal zijn verplichtingen niet nakomt, wordt het laatste feit als overtreding van de vierde categorie beschouwd.

Artikel 9 Recidive

Indien binnen één maand na de oplegging van een sanctie een verplichting niet of niet behoorlijk wordt nagekomen, wordt de sanctie voor het nieuwe feit in percentage en tijd verdubbeld, met inachtneming van het bepaalde in artikel 6, vijfde lid, artikel 7, vijfde lid en artikel 8, vijfde lid.

Artikel 10 Samenloop

Indien sprake is van het niet nakomen van meer dan één verplichting en het niet nakomen van deze verplichtingen voortkomt uit één oorzaak, wordt slechts één sanctie opgelegd. Wanneer de niet nagekomen verplichtingen behoren tot verschillende categorieën wordt de sanctie voor de hoogste categorie toegepast.

Artikel 11 Afstemmen sanctie op ernst en verwijtbaarheid

Het percentage van de sanctie wordt verlaagd of verhoogd indien de verminderde of verhoogde ernst of verwijtbaarheid van het niet naleven van de verplichting daartoe aanleiding geeft.

§ 4 Slotbepalingen

Artikel 12 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen in deze verordening indien toepassing leidt tot onbillijkheden van overwegende aard.

Artikel 13 Onvoorziene gevallen

In gevallen waarin de regeling niet voorziet, beslist het college.

Artikel 14 Citeertitel en inwerkingtreding

De verordening kan worden aangehaald als de ‘Regeling sanctiebeleid bij ontslag wegens reorganisatie of onbekwaamheid/ongeschiktheid’ en treedt in werking op 26 maart 2010 en werkt terug tot 1 januari 2010.

Ondertekening

Aldus vastgesteld op 6 januari 2010.