Regeling vervallen per 30-12-2008

Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2008

Geldend van 01-01-2008 t/m 29-12-2008

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2008

DE RAAD VAN DE GEMEENTE GILZE EN RIJEN;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 4 december 2007;

gelet op artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;

b e s l u i t :

vast te stellen de "Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2008"

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    inzamelmiddel: een voor de inzameling van afvalstoffen bestemd hulp- of bewaarmiddel;

  • b.

    minicontainer: een door de gemeente voor een perceel toegestaan inzamelmiddel met een bepaald volume, bestemd voor een bepaalde categorie huishoudelijk afval;

  • c.

    citybin: een compacte afvalcontainer met een inhoud van 40 liter;

  • d.

    Brabant Water NV: naamloze vennootschap Brabant Water, gevestigd te ’s-Hertogenbosch;

  • e.

    verbruiksperiode: de periode waarop de afrekening van Brabant Water NV voor de levering van water betrekking heeft;

  • f.

    tarieventabel: de bij deze verordening behorende tabel met de vermelding van maatstaven en tarieven afvalstoffenheffing.

Artikel 2 Aard van de belasting en belastbaar feit

  • 1. Onder de naam 'afvalstoffenheffing' wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.

  • 2. De afvalstoffenheffing wordt conform de tarieventabel naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het feitelijk gebruik van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1. De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente feitelijk gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge artikel 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

  • 2. Voor de toepassing van het eerste lid wordt als gebruiker aangemerkt:

    • a.

      degene die naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht feitelijk gebruik maakt van het perceel;

    • b.

      ingeval een gedeelte van een perceel voor gebruik is afgestaan: degene die dat gedeelte voor gebruik heeft afgestaan.

Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1. De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in de tarieventabel met inachtneming van de overige leden van dit artikel.

  • 2. Voor de berekening van de belasting bedoeld in hoofdstuk 1, onderdeel 1.2, van de tarieventabel wordt uitgegaan van het aantal malen dat een minicontainer, onderverdeeld naar de verschillende volumes ter lediging wordt aangeboden en daarbij door de op het inzamelvoertuig aangebrachte registratieapparatuur wordt geregistreerd.

Artikel 5 Belastingtijdvak

  • 1. Het belastingtijdvak is in de gevallen waarin de heffing door middel van afrekeningen van Brabant Water NV plaatsvindt de verbruiksperiode zoals die voor de betrokken belastingplichtige voor het desbetreffende perceel geldt.

  • 2. In andere gevallen dan in het eerste lid bedoeld is het belastingtijdvak gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 6 Wijze van heffing

De belasting wordt geheven bij wege van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving. Deze kan worden gesteld op de afrekening van de Brabant Water NV. Als dagtekening van de kennisgeving geldt in dat geval de dagtekening van de afrekening. Als kennisgeving van voorlopig gevorderde bedragen wordt aangemerkt de voorschotnota of de kennisgeving op andere wijze van betaling van voorschotbedragen.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1. Indien het belastingtijdvak het kalenderjaar is, is de belasting bedoeld in hoofdstuk 1, onderdelen 1.1 en 1.3, van de tarieventabel verschuldigd bij het begin van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien het belastingtijdvak het kalenderjaar is en de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, is de belasting bedoeld in hoofdstuk 1, onderdelen 1.1 en 1.3, van de tarieventabel voor dat tijdvak verschuldigd voor zoveel maanden als er in dat tijdvak, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3. Indien het belastingtijdvak het kalenderjaar is en de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing van de voor dat tijdvak verschuldigde belasting bedoeld in hoofdstuk 1, onderdelen 1.1 en 1.3, van de tarieventabel voor zoveel maanden als er in dat tijdvak, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4. Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander perceel in feitelijk gebruik neemt.

  • 5. De belasting bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel is verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening.

Artikel 8 Termijnen van betaling

  • 1. Indien het belastingtijdvak de verbruiksperiode is, moet het voorlopig gevorderde bedrag alsmede het definitief gevorderde bedrag worden betaald tegelijk met en op dezelfde wijze als die waarop het voorschotbedrag onderscheidenlijk het definitieve bedrag van de afrekening van Brabant Water NV moet worden betaald.

  • 2. In andere gevallen dan bedoeld in het eerste lid moet het voorlopig gevorderde bedrag alsmede het definitief gevorderde bedrag worden betaald op het moment van het uitreiken van de kennisgeving, dan wel ingeval van toezending daarvan, uiterlijk op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van de kennisgeving is vermeld.

Artikel 9 Kwijtschelding

Kwijtschelding wordt verleend tot maximaal het bedrag zoals vermeld in artikel 1.1 van de tarieventabel, vermeerderd met 10 maal het in artikel 1.2.1 van de tarieventabel genoemde bedrag en 16 maal het in artikel 1.2.4 van de tarieventabel genoemde bedrag.

Artikel 10 Nadere regels door het college

Het college kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de afvalstoffenheffing.

Artikel 11 Overgangsbepaling, inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De "Verordening afvalstoffenheffing 2007" van 18 december 2006 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing. Zij blijft van toepassing op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2008.

  • 4.

    Indien het belastingtijdvak een verbruiksperiode is, vangt in afwijking van artikel 5, eerste lid, het eerste belastingtijdvak waarvoor deze verordening geldt aan op 1 januari 2008 en eindigt dat belastingtijdvak op 31 augustus 2008.

  • 5.

    Deze verordening wordt aangehaald als "Verordening afvalstoffenheffing 2008".

Aldus vastgesteld in de openbare

vergadering van 17 december 2007.

DE RAAD VOORNOEMD,

de griffier, de voorzitter,

mr. J.W. Timmermans drs. R.H. Roep

Tarieventabel behorende bij de Verordening afvalstoffenheffing 2008

Hoofdstuk 1 Maatstaven en tarieven afvalstoffenheffing

Art.

1.1

De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar

€ 146,60

1.2

Onverminderd het bepaalde in artikel 1.1 bedraagt de belasting per lediging van:

1.2.1

een minicontainer bestemd voor groente-, fruit en tuinafval met een inhoud van 140 liter

€ 2,75

1.2.2

een minicontainer bestemd voor groente-, fruit en tuinafval met een inhoud van 240 liter

€ 4,65

1.2.3

een minicontainer bestemd voor overige huishoudelijke afvalstoffen met een inhoud van 140 liter

€ 3,60

1.2.4

een minicontainer bestemd voor overige huishoudelijke afvalstoffen met een inhoud van 240 liter

€ 6,15

1.3

Onverminderd het bepaalde in artikel 1.1 bedraagt de belasting voor het gebruik van een verzamelcontainer of een citybin per belastingjaar

€ 102,40

Hoofdstuk 2 Maatstaven en overige tarieven afvalstoffenheffing

Art.

2.1

De belasting bedraagt voor het op aanvraag omwisselen van één minicontainer

€ 35,00

2.2

In afwijking van het bepaalde in artikel 2.1 is de eerste wisseling per fractie per jaar gratis.

Deze tarieventabel behoort bij de Verordening afvalstoffenheffing 2008,

vastgesteld in de vergadering van 17 december 2007 van de raad van

de gemeente Gilze en Rijen.

Mij bekend,

de griffier van de gemeente Gilze en Rijen,

mr. J.W. Timmermans