Verordening rechtspositie raads- en commissieleden gemeente Gilze en Rijen 2020

Geldend van 01-07-2020 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2019

Intitulé

Verordening rechtspositie raads- en commissieleden gemeente Gilze en Rijen 2020

DE RAAD VAN DE GEMEENTE GILZE EN RIJEN;

gezien het voorstel, genummerd RS20.00123, van het presidium van de raad;

gelet op het bepaalde in de Gemeentewet, in het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers en in de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsragers;

b e s l u i t :

vast te stellen de  

Verordening rechtpositie raads- en commissieleden gemeente Gilze en Rijen 2020

Artikel 1 Definitiebepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1.

    commissielid: lid van een commissie als bedoeld in de artikelen 82, 83 en 84 van de Gemeentewet, dat niet tevens raadslid is of ambtenaar die als zodanig tot lid van een commissie is benoemd.

  • 2.

    griffier: de griffier, bedoeld in artikel 107 van de Gemeentewet.

  • 3.

    raadslid: lid van de gemeenteraad.

Artikel 2. Toelage raadslid onderzoekscommissieEen raadslid dat lid is van een onderzoekscommissie als bedoeld in artikel 155a, derde lid, van de Gemeentewet wordt voor de duur van de activiteiten van die commissie ten laste van de gemeente een toelage per maand toegekend ter hoogte van het bedrag bedoeld in artikel 3.1.2 lid 1 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

Artikel 3. Reis- en verblijfkosten raads- en commissieleden voor reizen buiten de gemeente

  • 1.

    Voor reizen buiten het grondgebied van de gemeente ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur als bedoeld in artikel 97 Gemeentewet worden aan een raads- of commissielid vergoed: 

  • 1.

    de kosten voor het gebruik van openbaar vervoer;

  • 2.

    bij gebruik van een eigen auto het maximumbedrag dat door een werkgever aan een werknemer per afgelegde kilometer onbelast kan worden verstrekt.

  • 1.

    Voor reizen buiten het grondgebied van de gemeente, ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur, worden aan een raadslid of commissielid bij gebruik van eigen auto tevens de parkeer-, veer- en tolkosten vergoed.

  • 2.

    Boetes en naheffingsaanslagen voor parkeren worden niet vergoed.

  • 3.

    Als een raadslid of commissielid een tijdelijke functionele beperking heeft, kan voor reizen als bedoeld in het eerste lid, een voor de beperking geschikte vervoersvoorziening worden vergoed of terbeschikking gesteld.

  • 4.

    De noodzakelijke en redelijkerwijs gemaakte werkelijke verblijfkosten die een raadslid of commissielid maakt in verband met reizen buiten het grondgebied ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur worden ten laste van de gemeente vergoed.

Artikel 4. Nadere regels niet-partijpolitiek georiënteerde scholing raadsleden

  • 1.

    Een raadslid dat wil deelnemen aan niet-partijpolitiek georiënteerde scholing in verband met de vervulling van zijn functie als bedoeld in artikel 3.3.3 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers, dient daartoe vooraf een gemotiveerde aanvraag in bij de griffier.

  • 2.

    Deze aanvraag gaat vergezeld van stukken met inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie.

  • 3.

    De maximale vergoeding bedraagt € 250,00 per jaar per raadslid.

  • 4.

    De griffier beslist op de aanvraag op basis van de overlegde stukken.

  • 5.

    In geval van twijfel legt de griffier de aanvraag ter besluitvorming voor aan het presidium.

Artikel 5. Informatie- en communicatievoorzieningen raadsleden

  • 1.

    Een raadslid tekent een bruikleenovereenkomst wanneer hem ten laste van de gemeente voor de duur van de uitoefening van zijn functie informatie- en communicatievoorzieningen ter beschikking worden gesteld als bedoeld in artikel 3.3.2 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers. Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.

  • 2.

    Een raadslid levert na beëindiging van zijn functie de ter beschikking gestelde informatie- en communicatievoorzieningen in bij de gemeente.

Artikel 6. Aanwijzing als eindheffingsbestanddeel

  • 1.

    Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in artikel 3.3.8 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

  • 2.

    Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden verder aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in deze verordening, voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding, tegemoetkoming of verstrekking als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de Loonbelasting 1964.

Artikel 7. Betaling vaste vergoedingen

Tenzij het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers of de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers anders bepalen, vindt de betaling van de vergoeding van commissieleden, bedoeld in artikel 3.4.1 het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers maandelijks plaats met inachtneming van een vergoeding per bijgewoonde vergadering.

Artikel 8. Betaling en declaratie van onkosten

  • 1.

    Tenzij het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers of de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers anders bepalen, vindt de betaling van kosten die op grond van deze verordening voor vergoeding of tegemoetkoming in aanmerking komen plaats door:

  • 1.

    betaling uit gemeentelijke middelen, op basis van een rechtstreeks aan de gemeente toegezonden factuur;

  • 2.

    betaling vooruit uit eigen middelen.

  • 1.

    Een aanvraag om een vergoeding van de onkosten als bedoeld in dit artikel gaat vergezeld van een declaratieformulier en bewijsstukken.

  • 2.

    Het declaratieformulier en de bewijsstukken worden binnen 8 weken na factuurdatum of betaling door raads- of commissieleden ingediend bij de griffier.

  • 3.

    Voor zover van toepassing draagt de gemeente er zorg voor dat de betaling aan raads- of commissieleden binnen 8 weken na het indienen van de aanvraag wordt overgemaakt.

Artikel 9. Intrekking oude verordening

De "Verordening voorzieningen wethouders, raads- en commissieleden 2010" wordt ingetrokken.

Artikel 10. InwerkingtredingDeze verordening treedt in werking op 1 juli 2020 en werkt terug tot en met 1 januari 2019.

Artikel 11. CiteertitelDeze verordening wordt aangehaald als: Verordening rechtspositie raads- en commissieleden gemeente Gilze en Rijen 2020.

Aldus vastgesteld in de openbare

vergadering van 4 juni 2020.

DE RAAD VOORNOEMD,

de griffier, de voorzitter,

mr. J.W. Timmermans D.A. Alssema