Nadere regels mestopslag Goeree-Overflakkee

Geldend van 06-03-2013 t/m heden

Intitulé

Nadere regels mestopslag Goeree-Overflakkee

Burgemeester en wethouders van de gemeente Goeree-Overflakkee;

  • -

    overwegende, dat de tijdelijke opslag van vaste mest nadelige gevolgen kan hebben voor het milieu zoals bodemverontreiniging, stankoverlast, verontreiniging van oppervlaktewater etc.;

  • -

    geconstateerd is dat de opslag van vaste mest vanaf een bepaalde omvang en duur in wetgeving is geregeld;

  • -

    het daarom, ondanks de wens tot deregulering en lastenverlichting, toch wenselijk is regels te stellen aan de tijdelijke opslag van (kleine hoeveelheden) vaste mest, voor zover andere wetgeving hier niet in voorziet;

  • -

    de tijdelijk opslag van vaste mest in de APV geregeld kan worden voor zover het opslag van vaste mest betreft:

    • met omvang van 10m³ of minder;

    • met een duur van 14 dagen of korter, en het meer dan 10m³, maar minder dan 600m³ betreft;

  • -

    het ter bescherming van het milieu, het reguleren van en handhavend optreden tegen de opslag van vaste mest, wenselijk is om plaatsen en gebieden aan te wijzen waar het verbod zoals bedoeld in artikel 4:13 lid 1 onder d APV, voor zover het vaste mest betreft, van toepassing is;

gelet op het bepaalde in artikel 160 van de Gemeentewet en artikel 4:13 lid 1 en 3 van de Algemene plaatselijke verordening Goeree-Overflakkee;

besluiten

vast te stellen de Nadere regels mestopslag Goeree-Overflakkee.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In dit artikel wordt verstaan onder:

  • a.

    DCMR: Dienst Centraal Milieubeheer Rijnmond;

  • b.

    vaste mest: mest die geheel of gedeeltelijk bestaat uit faeces of urine van landbouwhuisdieren en die niet verpompbaar is, met uitzondering van compost;

  • c.

    Inrichting: elke door de mens bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, ondernomen bedrijvigheid die binnen een zekere begrenzing pleegt te worden verricht;

  • d.

    Mestdichte vloer, afvoer respectievelijk opslag: een vloer, afvoer respevtievelijk opslag met een mestdichtheid overeenkomstig de handleiding bij de bouwtechnische richtlijnen mestbassins (HBRM 1991), IMAG-DLO/CUR, 1991.

  • e.

    Bestuursorgaan:het college van burgemeester en wethouders van Goeree-Overflakkee.

Artikel 2 Verbod opslaan vaste mest

Het is verboden buiten een inrichting als in de zin van de Wet Milieubeheer, en buiten de weg gelegen in de open lucht vaste mest op te slaan, te plaatsen of aanwezig te hebben:

  • a.

    indien de opslag 10m³ of minder betreft (ongeachte de duur);

  • b.

    indien de opslag 14 dagen of korter duurt, en meer dan 10m³, maar minder dan 600m³ betreft;

  • c.

    voor zover de opslag niet valt onder de werking van het Besluit landbouw milieubeheer of de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo);.

Artikel 3 Vrijstelling

Het verbod zoals bedoeld in artikel 2, is niet van toepassing wanneer aan de volgende regels wordt voldaan:

  • a.

    de opslag wordt ten minste 4 weken voor de aanvoer van de vaste mest schriftelijk gemeld (bij de DCMR) door middel van een hiervoor vastgesteld formulier, dat als bijlage bij dit besluit is gevoegd;

  • b.

    er wordt een afstand van minimaal 250 meter in acht genomen, tot de grenzen van gronden die zijn aangewezen als beschermd natuurmonument of als staatsmonument, alsmede voor verzuring gevoelige gebied waarop de Wet ammoniak en veehouderij van toepassing is;

  • c.

    wanneer enige mate van overlast optreedt, worden direct doeltreffende maatregelen getroffen om de overlast te beëindigen;

  • d.

    het verwijderen van de vaste mest gebeurt op zodanige wijze dat hierdoor geen hinder voor de omgeving dan wel verontreiniging van bodem of oppervlaktewater ontstaat. Een ontstane verontreiniging wordt direct opgeruimd;

  • e.

    de hoeveelheid opgeslagen mest(stoffen) is niet groter dan 600m³;

  • f.

    de tijdelijke opslag van vaste mest vindt plaats boven een absorberende laag met een dikte van ten minste 15 cm. en een organische stof gehalte van ten minste 25%;

  • g.

    het opslaan van vaste mest kleiner dan 10m³, voor een periode langer dan 6 maanden gebeurt op een mestdichte betonnen ondergrond, voorzien van opstaande randen en een mestdichte afvoer naar een mestdichte opslagruimte, of een gelijkwaardige voorziening.

  • h.

    pluimvee- en nertsenmest wordt binnen 24 uur na de eerste aanvoer voorzien van een 15cm. dikke afdeklaag van compost of aarde;

  • i.

    bij de opslag van pluimvee- en/of rundveemest wordt een afstand van minimaal 250 meter aangehouden tot bedrijfsmatig gevoerde pluimvee- of rundveehouderijen

  • j.

    contact met hemelwater wordt zoveel mogelijk voorkomen;

  • k.

    vaste mest wordt maximaal één keer in de 4 jaar op dezelfde plaats opgeslagen. Ten opzichte van de opslaglocatie in het voorgaande jaar wordt een afstand van ten minste 50 meter in acht genomen;

  • l.

    er wordt een afstand van 50 meter in acht genomen tussen opslagen onderling;

  • m.

    de opslag van vaste mest gebeurt op een afstand van ten minste:

    • 1.

      100 meter van een woning van derden of een ander gevoelig object binnen de bebouwde kom;

    • 2.

      50 meter van een woning van derden of een ander gevoelig object buiten de bebouwde kom;

    • 3.

      5 meter van de erfgrens;

    • 4.

      5 meter van de insteek van het oppervlaktewater.

Artikel 4 Hardheidsclausule

Het bestuursorgaan is bevoegd om:

  • a.

    indien zij dit nodig acht ter bescherming van het milieu, extra voorschriften of regels te verbinden aan de opslag van stoffen, zoals bedoeld in artikel 2;

  • b.

    van het bepaalde in artikel 2 af te wijken, indien toepassing hiervan voor één of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met deze beleidsregel te dienen doel en belangen waarvoor het is opgesteld.;

Artikel 5 Intrekking gedoogregeling

De Gedoogregeling tijdelijke opslag van vaste mest(stoffen) op landbouwgronden Goeree-Overflakkee 2011 wordt ingetrokken;

Artikel 6 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de dag na die waarop zij is bekendgemaakt.

Artikel 7 Citeertitel

Dit besluit worden aangehaald als: Nadere regels mestopslag Goeree-Overflakkee

Ondertekening

Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders
van de gemeente Goeree-Overflakkee op 26 februari 2013.
de secretaris, de wnd. burgemeester,
drs. B. Marinussen C.A. Kleijwegt
Publicatiedatum: 5 maart 2013
Inwerkingtreding: 6 maart 2013

Bijlage bij Nadere regels mestopslag Goeree-Overflakkee

Toelichting op meldingformulier mestopslag

Dit meldingsformulier is bedoeld voor degene die van plan is buiten een inrichting als in de zin van de Wet Milieubehee, en buiten de weg gelegen in de open lucht vaste mest op te slaan, te plaatsen of aanwezig te hebben.

Keuzetabel wetgeving

Om te bepalen welke regelgeving van toepassing is, moeten onderstaande tabellen worden doorlopen. Hiervoor bepaalt u de hoeveelheid die u wenst op te slaan en de tijdsduur van opslag. Vervolgens leest u de term af op de kruising van de situatie die voor u van toepassing is.

Tijdsduur

Korter dan 14 dagen

Tussen 14 dagen en 6 maanden

Langer dan 6 maanden

Hoeveelheid

Minder dan 10 m³

APV

APV

APV

Tussen 10 m³ en 600 m³

APV

Besluit

Wabo

Meer dan 600 m³

Wabo

Wabo

Wabo

Tabel 1 Keuzetabel vaste mest

Indienen

U dient de opslag ten minste 4 weken vóór de aanvoer van de vaste mest door middel van dit meldingsformulier schriftelijk te hebben gemeld bij het ISGO. Het te laat melden van de opslag kan betekenen dat uw melding niet wordt geaccepteerd en u dus niet vrijgesteld bent van het verbod op het opslaan van de mest.

Dit meldingsformulier kunt u richten aan:

Burgemeester en wethouders van Goeree-Overflakkee

Afdeling VHV

Postbus 1

3240 AA Middelharnis

U kunt een ingevuld en ondertekend formulier ook mailen aan info@goeree-overflakkee.nl, t.a.v. de afdeling VHV.

VRAGEN

1.Leverancier van de mest

Naam:

Adres:

Postcode en plaats:

Telefoon:

2.Gegevens aanvrager

Naam:

Adres:

Postcode en plaats:

Telefoon:

3.Omschrijving aard en omvang van de opslag mest

Vaste mest

(bijvoorbeeld kippenmest, koeienmest, paardenmest)

Aantal m³:

Soort mest:

Locatie van de opslag(en)

(bijvoegen kadastrale tekening met aanduiding van de o p slag(en))

Adres:

Plaats:

Kadastrale gegevens opslag(en)

Gemeente:

Sectie:

Nr(s):

Datum van eerste aanvoer

Datum:

4.Met de ondertekening van dit meldingsformulier verklaart u bekend te zijn met de onderstaande voorwaarden en deze voorwaarden ook na te leven. Op de naleving wordt toegezien door de daartoe aangewezen opsporingsambtenaren. Wanneer sprake is van overtreding van de voorwaarden zal handhavend worden opgetreden.

Voorwaarden: die worden gesteld aan de opslag van mest

  • a.

    Er wordt een afstand van minimaal 250 meter in acht genomen, tot de grenzen van gronden die zijn aang e wezen als beschermd natuurmonument of als staatsmonument, alsmede voor verzuring gevoelige gebied waarop de Wet ammoniak en veehouderij van toepassing is;

  • b.

    Wanneer enige mate van overlast optreedt, worden direct doeltreffende maatregelen g e troffen om de overlast te beëindigen;

  • c.

    Het verwijderen van de vaste mest gebeurt op zodanige wijze dat hierdoor geen hinder voor de omgeving dan wel verontreiniging van bodem of oppervlaktewater ontstaat. Een ontstane verontreiniging wordt direct opgeruimd;

  • d.

    De hoeveelheid opgeslagen mest(stoffen) is niet groter dan 600 m³ ;

  • e.

    De tijdelijke opslag van vaste mest vindt plaats boven een absorberende laag met een di k te van ten minste 15 cm en een organische stof gehalte van ten minste 25 %;

  • f.

    Het opslaan van vaste mest kleiner dan 10 m³ , voor een periode langer dan 6 maanden gebeurt op een mestdichte betonnen ondergrond, voorzien van opstaande randen en een mestdichte afvoer naar een mes t dichte opslagruimte, of een gelijkwaardige voorziening.

  • g.

    Pluimvee- en nertsenmest wordt binnen 24 uur na de eerste aanvoer voorzien van een 15 cm dikke afde k laag van compost of aarde;

  • h.

    Bij de opslag van pluimvee- en/of rundveemest wordt een afstand van minimaal 250 m e ter aangehouden tot bedrijfsmatig gevoerde pluimvee- of rundveehoud e rijen

  • i.

    Contact met hemelwater wordt zoveel mogelijk voorkomen;

  • j.

    Vaste mest wordt maximaal één keer in de 4 jaar op dezelfde plaats opgeslagen. Ten opzichte van de opslaglocatie in het voorgaande jaar wordt een afstand van ten minste 50 meter in acht gen o men;

  • k.

    Er wordt een afstand van 50 meter in acht genomen tussen opslagen o n derling;

  • l.

    De opslag van vaste mest gebeurt op een afstand van ten mi n ste:

    • 1.

      100 meter van een woning van derden of een ander gevoelig object binnen de b e bouwde kom;

    • 2.

      50 meter van een woning van derden of een ander gevoelig object buiten de bebou w de kom;

    • 3.

      5 meter van de erfgrens;

    • 4.

      5 meter van de insteek van het oppervlaktewater.

Naar waarheid ingevuld:

Naam: Datum:

Handtekening:

Begripsomschrijvingen

DCMR: Dienst Centraal Milieubeheer Rijnmond.

Vaste mest: mest die geheel of gedeeltelijk bestaat uit faeces of urine van landbouwhuisdieren en die niet verpompbaar is, met uitzondering van compost.

Inrichting: elke door de mens bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, ondernomen bedrijvigheid die binnen een zekere begrenzing pleegt te worden verricht.

Mestdichte vloer, afvoer respectievelijk opslag: een vloer, afvoer respevtievelijk opslag met een mestdichtheid overeenkomstig de handleiding bij de bouwtechnische richtlijnen mestbassins (HBRM 1991), IMAG-DLO/CUR, 1991.

Bestuursorgaan:het college van burgemeester en wethouders van Goeree-Overflakkee.