Subsidieregeling bibliotheekvoorziening Goeree-Overflakkee

1. De volgende activiteiten komen voor subsidie op grond van deze regeling in aanmerking:

• a.

  reguliere activiteiten: activiteiten die alle inwoners in staat stellen kennis te verwerven, informatie en advies in te winnen, zich te ontwikkelen, (taal-, reken-, en digitale) vaardigheden te verbeteren, te lezen, zich te ontspannen en elkaar te ontmoeten. De activiteiten zijn erop gericht de maatschappelijke participatie en sociale cohesie te bevorderen;

• b.

  VVE-activiteiten: activiteiten gericht op leesbevordering bij de voor- en vroegschoolse instellingen voor kinderen van 0-4 jaar;

• c.

  WEB-activiteiten: activiteiten voor inwoners van 18 jaar en ouder en niet-inburgeringsplichtigen, welke zijn gericht op de bestrijding van laaggeletterdheid en het verbeteren van reken- en digitale vaardigheden;

• d.

  inburgeringsactiviteiten: activiteiten voor inburgeraars van 18 jaar en ouder, welke zijn gericht op ondersteuning bij het kunnen voldoen aan de inburgeringsverplichting zoals bedoeld in de Wet inburgering 2021;

• e.

  activiteiten in het kader van de pilot “de Bibliotheek op School”: gezamenlijke activiteiten van het onderwijs en een bibliotheek gericht op het stimuleren van de taal-, lees-, media- en leerresultaten van kinderen van 4-12 jaar.

2. De subsidiabele activiteiten worden nader gespecificeerd in de uitvoeringsovereenkomst van de desbetreffende subsidie.

1. Een subsidie op grond van deze regeling kan zowel worden verstrekt voor een jaar als in de vorm van een meerjarige subsidie voor de termijn van twee jaar.

2. In afwijking van artikel 18, tweede lid, sub d, van de verordening hoeft de aanvrager geen meerjarenbegroting te overleggen bij de aanvraag voor een subsidie, met uitzondering van de situatie waarin een meerjarige subsidie wordt aangevraagd.

3. Voor de reguliere activiteiten en VVE-activiteiten moet in afwijking van het gestelde in artikel 18, eerste lid, van de verordening de aanvraag worden ingediend voor 1 mei, voorafgaand aan het kalenderjaar waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft.

4. Voor de WEB- en inburgeringsactiviteiten wordt gesteld dat in afwijking van het gestelde in artikel 18, eerste lid, van de verordening de aanvraag moet worden ingediend voor 1 december, voorafgaand aan het kalenderjaar waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft.

5. Voor de activiteiten in het kader van de pilot “de Bibliotheek op School” wordt gesteld dat dat in afwijking van het gestelde in artikel 18, eerste lid, van de verordening de aanvraag moet worden ingediend voor 1 juni, voorafgaand aan het schooljaar waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft.

1. In afwijking van het gestelde in artikel 10 van de verordening nemen burgemeester en wethouders uiterlijk op 1 februari van het jaar waarvoor de subsidie wordt verleend een beslissing op de subsidieaanvraag met betrekking tot de WEB- en inburgeringsactiviteiten.

2. In afwijking van het gestelde in artikel 10 van de verordening nemen burgemeester en wethouders uiterlijk op 1 september van het schooljaar waarvoor de subsidie wordt verleend een beslissing op de subsidieaanvraag met betrekking tot de pilot “de Bibliotheek op School”.

1. In aanvulling op het gestelde in artikel 12 van de verordening levert de subsidieontvanger uiterlijk op 1 december van het jaar waarover subsidie is verleend, een concept verantwoording in voor de WEB- en inburgeringsactiviteiten en levert de subsidieontvanger uiterlijk op 1 maart van het jaar volgend op het jaar waarover subsidie is verleend, een aanvraag in tot vaststelling van de subsidie voor de WEB- en inburgeringsactiviteiten.

2. In aanvulling op het gestelde in artikel 12 van de verordening levert de subsidieontvanger uiterlijk op 1 juni van het schooljaar waarover subsidie is verleend, een concept verantwoording en dient de subsidieontvanger uiterlijk op 1 september volgend op het schooljaar waarover subsidie is verleend, een aanvraag in tot vaststelling van de subsidie voor de pilot “de Bibliotheek op School”.