Regeling vervallen per 01-01-2017

54.1 Rechtspositieregeling voor de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand

Geldend van 01-08-2009 t/m 31-12-2016

Intitulé

54.1 Rechtspositieregeling voor de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand

54.1 Rechtspositieregeling voor de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand

Artikel 1 Begripsomschrijving

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan:

  • a

    buitengewoon ambtenaar:de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand, zoals bedoeld in het Reglement burgerlijke stand (vastgesteld op 7 augustus 2007 nummer 2009/04009), met uitzondering van college- en raadsleden van de gemeente Goes.

  • b

    CAR/UWO:de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling en Uitwerkingsovereenkomst van de gemeente Goes.

Artikel 2 Aanstelling

Aanstelling geschiedt bij eerste aanstelling voor een periode van één jaar bij wijze van proef en na de proeftijd van één jaar telkens voor een periode van vier jaar.

Een aanstelling voor bepaalde tijd eindigt van rechtswege.

Artikel 3 Bezoldiging

De buitengewoon ambtenaar ontvangt een bezoldiging in de vorm van een vergoeding per voltrokken huwelijk of geregistreerd partnerschap gelijk aan 4,5 maal het uurloon behorende bij het hoogste bedrag van schaal 7, bijlage IIa van de CAR/UWO.

  • a

    De vergoeding wordt opgehoogd met het percentage van de vakantietoelage van artikel 6:3, tweede lid, van de CAR/UWO.

  • b

    De vergoeding wordt opgehoogd met het percentage van de eindejaarsuitkering van artikel 3:6 van de CAR/UWO.

  • c

    De vergoeding wordt opgehoogd met het percentage van de levensloopbijdrage van artikel 6a:7 van de CAR/UWO.

De buitengewoon ambtenaar ontvangt een toeslag van 50% op de bezoldiging als bedoeld in eerste lid indien het huwelijk of geregistreerd partnerschap is voltrokken op een zaterdag.

De buitengewoon ambtenaar ontvangt een onkostenvergoeding van € 2,27 per voltrokken huwelijk of geregistreerd partnerschap.

De vastgestelde tijdsbestedingnorm van 4,5 uur bestaat uit 4,14 uur voor het voltrekken van een huwelijk of het registreren van een partnerschap en 0,36 uur vakantieopbouw. Aangezien 4,5 uur maal het uurloon wordt vergoed voor het voltrekken van een huwelijk of geregistreerd partnerschap zijn de vakantierechten als zodanig afgekocht.

Artikel 4 Aanspraken bij ziekte

Bij ziekte van de buitengewoon ambtenaar jonger dan 65 jaar zijn de artikelen 7:1 tot en met 7:3 (definities, begeleiding en recht op bezoldiging bij ziekte), 7:9 tot en met 7:14 (verplichtingen en sancties) en 7:19 tot en met 7:21 (samenloop doorbetaling bezoldiging en uitkering) van de CAR/UWO van overeenkomstige toepassing.

Voor toepassing van dit artikel wordt onder bezoldiging verstaan: het gemiddelde van het totaal aan vergoedingen, niet zijnde onkostenvergoedingen, bedoeld in artikel 3, over de 12 maanden onmiddellijk voorafgaande aan de eerste dag van ongeschiktheid van de buitengewoon ambtenaar. Voor zover de ambtenaar op deze datum zijn betrekking nog geen 12 maanden heeft vervuld, wordt gerekend met het bedrag dat hem gemiddeld per maand is toegekend over de periode waarin hij in dienst is.

Voor de toepassing van dit artikel wordt onder de eerste dag van ongeschiktheid van de buitengewoon ambtenaar verstaan: de dag waarop de ambtenaar is aangewezen om een huwelijk of geregistreerd partnerschap te voltrekken, waarvoor hij wegens ziekte is verhinderd.

Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen.

Artikel 5 Ontslag en schorsing

Ontslag kan worden verleend overeenkomstig de artikelen 8:1 (op verzoek), 8:2 en 8:2a (na ouderdomspensioen), 8:4 (wegens reorganisatie), 8:5 (wegens arbeidsongeschiktheid), 8:6 (wegens onbekwaamheid of ongeschiktheid), 8:7 en 8:8 (overige ontslaggronden), 8:12 en 8:12:1 (van rechtswege en tussentijdse ontslag uit tijdelijke aanstelling) en 8:13 (als disciplinaire straf) van de CAR/UWO.

Schorsing van de buitengewoon ambtenaar vindt plaats overeenkomstig artikel 8:15:1 en 8:15:2 van de CAR/UWO.

Artikel 6 Overige rechten en verplichtingen

De artikelen 15:1, 15:1b tot en met 15:1g (verplichtingen rond integriteit), 15:1:12 (vergoeding van schade), 15:1:15 (beoordeling van de ambtenaar),15:1:16 (uniform of dienstkleding), 15:1:19 (verbod betreden arbeidsterrein), 15:1:20 (infectieziekten), 15:1:22 (reis- en verblijfkosten), 15:1:23 tot en met 15:1:25:1 (vergoeden van schade) en 15:2 van de CAR/UWO zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel 7 Plichtsverzuim

De buitengewoon ambtenaar die de hem opgelegde verplichtingen niet nakomt of zich overigens schuldig maakt aan plichtsverzuim, kan disciplinair worden gestraft, overeenkomstig hoofdstuk 16 van de CAR/UWO.

Artikel 8 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op 1 augustus 2009.

Artikel 9 Citeertitel

Deze regeling kan worden aangehaald als de rechtspositieregeling voor de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Goes.

Artikel 1

De Wet-Mulder heeft met ingang van 1 januari 1995 de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand (babs) geïntroduceerd. De buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand (babs) wordt aangesteld door het college van Burgemeester en Wethouders (Burgerlijk Wetboek, Boek 1: artikel 16).Gemeenten hebben een Reglement burgerlijke stand. Daarin kan geregeld zijn welke benoemingsmogelijkheden er zijn. Ook de burgemeester, de wethouders en de leden van de raad, kunnen tot buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand benoemd worden. Tot buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand (babs) kunnen bovendien anderen, niet werkzaam bij de gemeente, benoemd worden.De burgemeester, de wethouders en de raadsleden worden beschouwd als onbezoldigd buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand. Deze rechtspositieregeling is dan ook niet op hen van toepassing. De vergoeding voor de werkzaamheden is in het algemeen alleen op de medewerkers van buiten de gemeentelijke organisatie van toepassing.De babs is een ambtenaar in de zin van de Ambtenarenwet. Omdat de CARUWO niet op hem van toepassing is, dient een afzonderlijke rechtspositieregeling te gelden (art. 125 Ambtenarenwet).Doorgaans is de functie van babs een nevenfunctie, die in omvang sterk kan variëren.

Artikel 3

Artikel 125 van de Ambtenarenwet stelt dat voor ambtenaren nadere regels voor de bezoldiging moeten worden getroffen. Artikel 3 van deze regeling voorziet hierin. Per huwelijk of geregistreerd partnerschap wordt een vergoeding uitbetaald waarin de vakantietoelage, eindejaarsuitkering en levensloopbijdrage (indien van toepassing) zijn verdisconteerd. De berekeningsystematiek is dezelfde als die in de CAR/UWO, dat wil zeggen dat de vakantietoelage wordt gebaseerd op de bezoldiging en de eindejaarsuitkering en levensloopbijdrage op het salaris.In de vergoeding is rekening gehouden met het afkopen van de vakantieaanspraken vanwege het oproepkarakter van de werkzaamheden. Immers de tijdbestedingnorm van 4,5 uur bestaat uit 4,14 uur voor het voltrekken van een huwelijk of geregistreerd partnerschap inclusief voorbereidingstijd. Er wordt een vergoeding toegekend van 8,6% om vakantieaanspraken af te kopen. Dit is dus 0,36 uur.Dat betekent dat in totaal 4,5 uur vergoeding wordt verleend.Het percentage 8,6 % is gebaseerd op de breuk tussen het aantal vakantie-uren per jaar (158,4 uren) en de arbeidsduur per jaar (1836 uren) van de gemeenteambtenaar.

Voorbeeld salarisberekening op basis van € 2.672,00 (maximum schaal 7, peildatum 1 juni 2008):

Salaris: 4,5 maal 1/156e deel van € 2.672

€ 77,08

4,14 uur per verrichting

0,36 uur vakantieopbouw per verrichting (8,6% van 4,14 uur)

Vakantietoelage: 8% van € 77,08

€ 6,17

Eindejaarsuitkering: 5% van € 77,08

€ 3,85

Levensloopbijdrage (indien van toepassing): 1,5% van € 77,08

€ 1,16

Totaal

€ 88,26

Artikel 4

Gelet op het dwingende karakter van de sociale wetgeving zijn de bepalingen van de CAR/UWO op het punt van doorbetaling bezoldiging bij ziekte van toepassing op de babs jonger dan 65 jaar. Bij langdurige arbeidsongeschiktheid van een babs ontstaat een financiële verplichting én een verplichting tot reïntegratieactiviteiten voor de werkgever zolang het dienstverband nog duurt doch nooit langer dan 24 maanden. Dat betekent dat de verplichtingen van de werkgever tegenover de babs in het kader van ziekte (doorbetaling bezoldiging en reïntegratie) in ieder geval bij het einde van het dienstverband ophoudt te bestaan.De functie van de babs is een nevenfunctie welke in omvang sterk kan variëren. Met betrekking tot de loondoorbetaling wordt voor het bepalen van de bezoldiging uitgegaan van de gemiddelde inkomsten over een periode van 12 maanden voorafgaande aan de eerste ziektedag. De onkostenvergoeding blijft daarbij buiten beschouwing.Als eerste ziektedag geldt de dag waarop de babs is ingeroosterd om een huwelijk of geregistreerd partnerschap te voltrekken, waarvoor hij wegens ziekte is verhinderd.De babs is verplicht zo spoedig mogelijk zijn verhindering tot werken door te geven; in artikel 6 van deze regeling is artikel 15:1d van de CAR/UWO op de babs van toepassing verklaard. Ook het artikel 7:9 lid 4 (verzuimprotocol) van de CAR/UWO is van toepassing verklaard op de babs.

Naast het recht op doorbetaling van bezoldiging staat de verplichting van werkgever en werknemer (jonger dan 65 jaar) zich in te spannen tot reïntegratie in het arbeidsproces. In de praktijk wordt deze verplichting niet altijd als wenselijk beschouwd. De babs is op grond van het Burgerlijk Wetboek immers uitsluitend benoemd tot het verrichten van de formaliteiten rondom en sluiting van het huwelijk/geregistreerd partnerschap.Bovendien heeft de babs in de regel een hoofdfunctie waar van uit reïntegratieverplichtingen bestaan. In de praktijk zal bezien moeten worden hoe Arbo-dienstverleners en het UWV omgaan met de verplichting tot reïntegratie van de gemeente ten aanzien van een zieke babs.

Artikel 5

De babs wordt geschorst en ontslagen door het college van burgemeester en wethouders (Burgerlijk Wetboek, Boek 1: artikel 16). Artikel 125 van de Ambtenarenwet stelt dat voor schorsing, ontslag en uitkering nadere regels worden getroffen. Er wordt een limitatieve opsomming gegeven van de ontslaggronden voor de babs, onder verwijzing naar de CAR/UWO.Opgemerkt wordt dat ontslag na ouderdomspensioen niet verplicht is. Artikel 8:2 tweede lid en 8:2a bieden de mogelijkheid om een gepensioneerde in dienst te houden dan wel te nemen. Het dienstverband met een gepensioneerde is op grond van artikel 8:2a eenvoudig te beëindigen.De ontslaggrond 8:11 (FPU) is niet opgenomen. De zittende babsen vallen immers niet onder het overgangsrecht FPU. Nieuw te benoemen babsen hebben geen recht op FPU. Daarom heeft het opnemen van de ontslaggrond 8:11 geen betekenis.

Artikel 6

De rechten en plichten van hoofdstuk 15 van de CAR/UWO worden hier voor een groot gedeelte ook op de babs van toepassing verklaard. Voor de inhoud van de artikelen wordt verwezen naar de CAR/UWO. Enkele opmerkingen hierover:De eed of belofte is niet van toepassing verklaard op de babs omdat eedaflegging reeds op grond van het BW verplicht is.De personeelsbeoordeling is van toepassing omdat in de ontslaggrond ‘onbekwaamheid/ongeschiktheid anders dan’ aan de orde kan zijn. Een beoordeling kan bij toepassing van die ontslaggrond van belang zijn, evenals bij een weigering om opnieuw een aanstelling te verlenen.De vergoeding van kosten bij dienstreizen is van toepassing verklaard.De reguliere bepalingen over schadevergoeding door en aan de ambtenaar zijn van toepassing verklaard. In het algemeen kan gezegd worden dat de gemeente aansprakelijk is voor fouten van ondergeschikten en een zorgplicht heeft ten aanzien van de ondergeschikten zelf. Gemeenten kunnen bij aansprakelijkheid voor schade terugvallen op de aansprakelijkheidsverzekering die personenschade, zaakschade en vermogensschade dekt. Onder deze verzekering valt een ruime groep van ondergeschikten van de gemeente, waaronder de babs. Ook valt hieronder de babs die slechts voor één enkele gelegenheid werkzaamheden verricht.