Verordening op de monumentencommissie gemeente Goes

Geldend van 19-05-2016 t/m heden

Intitulé

Verordening op de monumentencommissie gemeente Goes

De raad van de gemeente Goes;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 18 februari 2016;

gelet op artikel 15 van de Monumentenwet 1988;

besluit:

vast te stellen de Verordening op de monumentencommissie gemeente Goes

Paragraaf 1 Begripsbepalingen

Artikel 1.1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

– monumentencommissie:

de commissie op het gebied van de monumentenzorg als bedoeld in artikel 15 van de Monumentenwet 1988.

Paragraaf 2 De advisering door de monumentencommissie

Artikel 2.1 Werkwijze

De monumentencommissie regelt zelf haar wijze van werken, zulks met inachtneming van de bepalingen in deze verordening.

Artikel 2.2 Taakomschrijving

Artikel 2.3 Niet wettelijk verplichte taken

De monumentencommissie krijgt de opdracht om – op verzoek van burgemeester en wethouders – naast de reguliere taken de volgende (niet wettelijk verplichte) taken uit te voeren:

  • onder de regie van de gemeente - en op verzoek van de monumentencommissie, de gemeente of de aanvrager - de aanvrager de mogelijkheid bieden om een nog niet formeel aangevraagd plan in een vooroverleg aan de monumentencommissie voor te leggen, eventueel toe te lichten en te bespreken;

  • advies uitbrengen aan burgemeester en wethouders over aspecten op het gebied van cultuurhistorie en monumentenzorg van in voorbereiding zijnde structuurvisies, bestemmingsplannen, afwijkingsbesluiten, beheersverordeningen, beeldkwaliteitplannen, stedenbouwkundige plannen, landschappelijke plannen en andere relevante gemeentelijke beleidsstukken, waaronder de welstandsnota. De monumentencommissie krijgt deze stukken reeds in het ontwerpstadium voorgelegd ter advisering en brengt hier desgevraagd schriftelijk advies over uit;

  • advies uitbrengen over stedenbouwkundige en architectonische ontwikkelingen die van belang zijn voor de cultuurhistorie en monumentenzorg in de gemeente;

  • voorlichting geven op het gebied van cultuurhistorie en monumentenzorg aan de gemeenteraad, burgemeester en wethouders, ambtenaren en burgers.

Artikel 2.4 Taken van de voorzitter

  • 1. De voorzitter is verantwoordelijk voor het functioneren van de monumentencommissie en voor de kwaliteit van de advisering.

  • 2. De voorzitter ziet erop toe dat de monumentencommissie adviseert binnen de kaders van het gemeentelijk beleid op het gebied van cultuurhistorie en monumentenzorg.

  • 3. Tijdens de openbare vergadering treedt de voorzitter op als gastheer dan wel gastvrouw voor alle aanwezigen. De voorzitter legt in het kort de vergaderprocedure uit en informeert wie van de aanwezigen bij een bepaald plan wil inspreken. Indien een plan in het vooroverleg is besproken, geeft de voorzitter een korte samenvatting van hetgeen in dat stadium van het planproces is besproken.

  • 4. De voorzitter leidt de beraadslaging en biedt alle commissieleden de gelegenheid om hun mening voldoende naar voren te brengen.

  • 5. De voorzitter zorgt ervoor dat na een inhoudelijke beraadslaging over een plan een korte en voor alle aanwezigen heldere samenvatting wordt gegeven.

  • 6. De voorzitter bewaakt de voortgang van de agenda.

  • 7. De voorzitter treedt namens de monumentencommissie naar buiten en voert overleg met het gemeentebestuur.

Artikel 2.5 De advisering

  • 1. De monumentencommissie brengt haar advies uit bij meerderheid van stemmen.

  • 2. Bij het staken van de stemmen geeft de stem van de voorzitter de doorslag.

  • 3. Desgevraagd kan de monumentencommissie een aanvullend advies geven.

  • 4. De monumentencommissie kan een plan doorzenden aan de regionale commissie van Dorp, Stad & Land met het verzoek over het plan te adviseren.

Artikel 2.6 Second opinion

Alvorens een second opinion te vragen, bieden burgemeester en wethouders eerst de monumentencommissie de mogelijkheid tot heroverweging van het eerder uitgebrachte advies. Indien alsnog een second opinion wordt gevraagd, wordt dit gemeld aan de monumentencommissie. Bij een second opinion wordt de aanvraag om een omgevingsvergunning voorgelegd aan een andere commissie dan Dorp, Stad & Land. Hierover neemt de gemeente contact op met de Federatie Welstand.

Paragraaf 3 Samenstelling van de monumentencommissie

Artikel 3.1 Samenstelling en besluitvorming

  • 1. De monumentencommissie bestaat ten minste uit drie leden, waaronder een voorzitter, die deskundig zijn op het gebied van cultuurhistorie en monumentenzorg, en wordt ondersteund door een ambtelijk secretaris.

  • 2. De monumentencommissie kan zich naar eigen inzicht laten bijstaan door extra adviseurs. Afhankelijk van de aanvraag om een omgevingsvergunning die moet worden beoordeeld, nemen de extra adviseurs deel aan de vergadering. Zij hebben geen stemrecht, tenzij ze als commissielid zijn benoemd door de gemeenteraad.

  • 3. Indien een lid van de monumentencommissie verhinderd is, draagt Dorp, Stad & Land zorg voor een plaatsvervanger met vergelijkbare deskundigheid op het gebied van cultuurhistorie en monumentenzorg.

  • 4. De monumentencommissie kan slechts adviezen uitbrengen indien ten minste twee leden aanwezig zijn.

  • 5. De leden van de monumentencommissie zijn onafhankelijk van het gemeentebestuur.

Artikel 3.2 Niet betrokken zijn bij een aanvraag om een omgevingsvergunning

De leden van de monumentencommissie en hun eventuele plaatsvervangers of extra adviseurs die als opdrachtgever, ontwerper of anderszins bij een door de monumentencommissie te beoordelen aanvraag om een omgevingsvergunning betrokken zijn, onthouden zich van medewerking aan de beoordeling daarvan en zijn niet betrokken bij beraadslaging, beoordeling en advisering over de aanvraag om een omgevingsvergunning.

Paragraaf 4 Benoeming en zittingsduur

Artikel 4.1 Benoeming en ontslag

  • 1. De leden van de monumentencommissie worden op voordracht van burgemeester en wethouders benoemd door de gemeenteraad. Voor deze benoeming kan Dorp, Stad & Land een aanbeveling doen.

  • 2. De voorzitter wordt door de gemeenteraad uit de in het eerste lid bedoelde leden aangewezen, na overleg met de monumentencommissie.

  • 3. Bij verhindering of ontstentenis van de voorzitter wordt deze vervangen door het langst zittende lid.

  • 4. De gemeenteraad ontslaat de leden van de monumentencommissie:

    • a.

      op hun verzoek;

    • b.

      wanneer zij uit hoofde van ziekten of gebreken blijvend ongeschikt zijn de functie te vervullen;

    • c.

      bij aanvaarding van een ambt of betrekking dat onverenigbaar is met het lidmaatschap van de monumentencommissie;

    • d.

      wanneer zij bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf zijn veroordeeld, dan wel bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd, die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;

    • e.

      wanneer zij ingevolge een onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak onder curatele zijn gesteld, in staat van faillissement zijn verklaard, surseance van betaling hebben verkregen of wegens schulden zijn gegijzeld.

  • 5. De leden die op eigen verzoek tussentijds worden ontslagen, blijven de functie vervullen tot in de vacature een opvolger is benoemd.

Paragraaf 5 Jaarlijkse verantwoording

Artikel 5.1 Jaarlijkse verantwoording

  • 1. De monumentencommissie stelt jaarlijks een verslag op van haar werkzaamheden voor de gemeenteraad, waarin ten minste aan de orde komt:

    • op welke wijze toepassing is gegeven aan het gemeentelijk beleid op het gebied van cultuurhistorie en monumentenzorg;

    • de werkwijze van de monumentencommissie;

    • op welke wijze uitwerking is gegeven aan de openbaarheid van vergaderen;

    • de aard van de beoordeelde plannen;

    • eventuele bijzondere projecten.

  • 2. De monumentencommissie kan in haar jaarverslag aanbevelingen doen ten aanzien van het gemeentelijk beleid op het gebied van cultuurhistorie en monumentenzorg.

Paragraaf 6 Termijn van advisering

Artikel 6.1 Termijn van advisering

  • 1. De monumentencommissie brengt het advies over een aanvraag om een omgevingsvergunning uit binnen vier weken nadat door of namens burgemeester en wethouders daarom is verzocht.

  • 2. De monumentencommissie brengt het advies over een aanvraag om een omgevingsvergunning, indien deze vergunning betrekking heeft op een deel van een project of wanneer het een gefaseerde aanvraag betreft, uit binnen drie weken nadat door of namens burgemeester en wethouders daarom is verzocht.

  • 3. Burgemeester en wethouders kunnen in hun verzoek om advies de monumentencommissie een langere termijn dan genoemd in de bovengenoemde leden van dit artikel geven indien de beslistermijn met toepassing van artikel 3.9, tweede lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is verlengd.

Paragraaf 7 Openbaarheid van vergaderen en mondelinge toelichting

Artikel 7.1 Openbaarheid van vergaderen en mondelinge toelichting

  • 1. De vergaderingen van de monumentencommissie zijn openbaar. De openbaarheid geldt zowel voor de beraadslagingen, de beoordeling als de adviezen alleen voor de vergadering waarin het advies formeel wordt vastgesteld. De openbaarheid geldt niet voor informeel vooroverleg over bijvoorbeeld een principeaanvraag of een schetsplan.

  • 2. Tijdstip en plaats van de vergadering van de monumentencommissie worden tijdig bekendgemaakt in een van overheidswege uitgegeven blad, dagblad, nieuwsblad of huis-aan-huisblad, de gemeentelijke internetsite of op een andere geschikte wijze. De agenda voor de vergadering kan in het Stadskantoor worden ingezien.

  • 3. Indien burgemeester en wethouders – al dan niet op verzoek van de aanvrager – een verzoek doen tot niet-openbare behandeling, dienen zij daaraan klemmende redenen op grond van artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur ten grondslag te leggen.

  • 4. Indien de aanvrager van een omgevingsvergunning hierom bij het indienen van de aanvraag om omgevingsvergunning heeft verzocht, wordt hij door of namens de monumentencommissie in staat gesteld tot het geven van een toelichting op de aanvraag.

  • 5. In het geval dat de aanvraag om een omgevingsvergunning in de vergadering van de monumentencommissie wordt behandeld en een verzoek door de aanvrager tot het geven van een toelichting is gedaan, dient de aanvrager van de omgevingsvergunning een uitnodiging te ontvangen voor de vergadering van de monumentencommissie, waarin de aanvraag wordt behandeld.

  • 6. Belanghebbenden hebben in toelichtende zin spreekrecht. De voorzitter stelt, afhankelijk van de agenda, de maximale spreektijd van eenieder vast. Spreektijd kan slechts worden gebruikt voor het geven van een visie op de aspecten op het gebied van cultuurhistorie en monumentenzorg van het plan. Een belangenafweging of beoordeling vindt niet plaats tijdens de vergadering.

Artikel 7.2 Openbaarheid van de adviezen

De monumentencommissie adviseert aan burgemeester en wethouders. Burgemeester en wethouders besluiten op welke wijze de adviezen van de monumentencommissie openbaar gemaakt worden.

Paragraaf 8 Afdoening onder verantwoordelijkheid

Artikel 8.1 Afdoening onder verantwoordelijkheid

  • 1. De monumentencommissie kan de advisering over een aanvraag om een omgevingsvergunning, onder verantwoordelijkheid van de monumentencommissie, overlaten aan een of meerdere daartoe aangewezen leden. Het aangewezen lid of de aangewezen leden kunnen, zowel positief als negatief, adviseren over plannen waarvan volgens hen het oordeel van de monumentencommissie als bekend mag worden verondersteld.

  • 2. De monumentencommissie is eindverantwoordelijk voor het advies.

  • 3. In geval van twijfel wordt de aanvraag om een omgevingsvergunning als bedoeld in het bovenstaande alsnog voorgelegd aan de monumentencommissie.

  • 4. Behandeling onder verantwoordelijkheid van een aanvraag om een omgevingsvergunning is openbaar. De openbaarheid geldt zowel voor de beraadslagingen, de beoordeling als de adviezen alleen voor de vergadering waarin het advies formeel wordt vastgesteld. De openbaarheid geldt niet voor informeel vooroverleg over bijvoorbeeld een principeaanvraag of een schetsplan.

  • 5. Indien burgemeester en wethouders – al dan niet op verzoek van de aanvrager – een verzoek doen tot niet-openbare behandeling, dienen zij daaraan klemmende redenen op grond van artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur ten grondslag te leggen.

Paragraaf 9 Vorm waarin het advies wordt uitgebracht

Artikel 9.1 Vorm waarin het advies alsmede de motivering daarvan wordt uitgebracht

  • 1. Burgemeester en wethouders regelen zelf hun wijze van ondertekenen en/of waarmerken van het advies en de bijbehorende stukken, zulks met inachtneming van de daarvoor geldende wettelijke bepalingen.

  • 2. De monumentencommissie adviseert schriftelijk of digitaal. Negatieve adviezen worden gemotiveerd; positieve adviezen alleen als daarom verzocht wordt.

  • 3. Zodra het advies wordt uitgebracht, wordt het door of namens burgemeester en wethouders gevoegd bij de aanvraag om een omgevingsvergunning.

Paragraaf 10 Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 10.1 Slotbepaling

  • 1. Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na haar bekendmaking.

  • 2. Op een aanvraag om een omgevingsvergunning die is ingediend vóór het tijdstip waarop deze verordening van kracht wordt en waarop op genoemd tijdstip nog niet is beschikt, zijn de bepalingen van de bouwverordening van toepassing, zoals die luidden vóór de inwerkingtreding van deze verordening, tenzij de aanvrager de wens te kennen geeft dat de bepalingen van deze verordening worden toegepast.

  • 3. Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening op de monumentencommissie gemeente Goes’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Goes in zijn openbare vergadering van 3 maart 2016.

de griffier,
drs. J.W. Scherpenzeel.
de voorzitter,
mr. L.J. Verhulst.