Regeling vervallen per 01-07-2016

Algemene Subsidie Verordening gemeente Goirle 2013

Geldend van 19-12-2013 t/m 30-06-2016

Intitulé

Algemene Subsidieverordening Gemeente Goirle 2013

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    beleidsperiode: een tijdvak van vier achtereenvolgende subsidiejaren waarvoor beleid is vastgesteld voor de verdeling en toewijzing;

  • b.

    college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Goirle;

  • c.

    raad: gemeenteraad van de gemeente Goirle;

  • d.

    structurele subsidie: subsidie die per (boek)jaar of voor een bepaald aantal boekjaren aan een instelling voor een periode van minimaal een jaar en maximaal vier jaar wordt verstrekt.

  • e.

    incidentele subsidie: een aanjaagsubsidie voor incidentele activiteiten die niet behoren tot de reguliere bezigheden van de aanvrager.

  • f.

    subsidieverklaring: een door een accountant te verstrekken verklaring waarin wordt aangegeven dat de subsidiegelden zijn besteed conform de daaraan gestelde voorwaarden.

Artikel 2. Reikwijdte verordening

  • 1. De raad stelt vast dat deze verordening betrekking heeft op het verstrekken van subsidies voor de volgende beleidsterreinen:

    • a.

      maatschappelijke ondersteuning;

    • b.

      onderwijs;

    • c.

      sport;

    • d.

      kunst en cultuur;

    • e.

      algemeen bestuur;

    • f.

      openbare orde en veiligheid;

    • g.

      verkeer, vervoer en waterstaat;

    • h.

      economische zaken;

    • i.

      sociale voorzieningen en maatschappelijke dienstverlening;

    • j.

      ruimtelijke ordening, volkshuisvesting en milieu.

  • 2. Het college kan nadere regels stellen, waarin de te subsidiëren activiteiten, de doelgroepen en de verdeling van de subsidie per beleidsterrein zoals bedoeld in het eerste lid worden omschreven.

Artikel 3. Bevoegdheid college

  • 1. Het college is bevoegd te besluiten over het verstrekken van subsidies met inachtneming van de in de gemeentebegroting opgenomen financiële middelen of het subsidieplafond en - indien de begroting nog niet is vastgesteld, dan wel goedgekeurd - onder de voorwaarde dat voldoende gelden ter beschikking worden gesteld.

  • 2. Het college is bevoegd om voorwaarden aan de beschikking tot subsidieverlening te verbinden.

HOOFDSTUK 2. SUBSIDIEPLAFOND EN BEGROTINGSVOORBEHOUD

Artikel 4. Subsidieplafond en begrotingsvoorbehoud

  • 1. De raad maakt het subsidieplafond jaarlijks bekend door middel van de vaststelling van de gemeentebegroting.

  • 2. Bij de vaststelling van een subsidieplafond wordt aangegeven op welke wijze het beschikbare bedrag wordt verdeeld.

  • 3. Het college kan - met inachtneming van de ingevolge artikel 2, door de raad vastgestelde beleidsterreinen en regels, nadere regels stellen omtrent de verdeling van het beschikbare bedrag.

  • 4. Bij de bekendmaking van het subsidieplafond wordt gewezen op de mogelijkheid van verlaging en de gevolgen daarvan voor reeds ingediende aanvragen.

  • 5. Een subsidie ten laste van een begroting, die nog niet is vastgesteld, wordt verleend onder de voorwaarde dat voldoende middelen op de begroting beschikbaar zullen worden gesteld.

HOOFDSTUK 3. AANVRAAG VAN DE SUBSIDIE

Artikel 5. Bij aanvraag in te dienen gegevens

  • 1. De aanvraag voor een subsidie wordt schriftelijk of digitaal ingediend bij het college met gebruikmaking van een vastgesteld aanvraagformulier.

  • 2. Bij een aanvraag om subsidie overlegt de aanvrager de volgende gegevens:

    • a.

      een beschrijving van de activiteiten waar subsidie voor wordt aangevraagd;

    • b.

      de doelstellingen en resultaten, die daarmee worden nagestreefd, en hoe de activiteiten aan dat doel bijdragen. In bijzonder ook in welke mate de activiteiten gericht zijn op de gemeente of haar ingezetenen en op door de gemeente vastgestelde doelen of beleidsterreinen;

    • c.

      een begroting en dekkingsplan van de kosten van de activiteiten, waar de subsidie voor wordt aangevraagd. Het dekkingsplan bevat een opgave van bij andere bestuursorganen of private organisaties of personen aangevraagde subsidies of vergoedingen ten behoeve van dezelfde activiteiten, onder vermelding van de stand van zaken daarvan.

  • 3. Indien een aanvrager voor de eerste maal een structurele subsidie aanvraagt, voegt hij een exemplaar van de oprichtingsakte, de statuten, het jaarverslag, de jaarrekening en de balans van het voorgaande jaar als bijlagen toe aan het aanvraagformulier.

  • 4. Het college is bevoegd ook andere dan, of slechts enkele van, de in het tweede lid genoemde gegevens te verlangen, indien die voor het nemen van een beslissing op de aanvraag noodzakelijk, respectievelijk voldoende, zijn.

Artikel 6. Aanvraagtermijn

  • 1. Een aanvraag voor een structurele subsidie wordt gedaan uiterlijk 1 mei in het jaar voorafgaand aan het subsidiejaar of het eerste jaar van de beleidsperiode waarvoor subsidie wordt aangevraagd.

  • 2. Op basis van deze aanvraag wordt jaarlijks een subsidiebeschikking afgegeven.

  • 3. Voor het indienen van aanvragen voor een incidentele subsidie gelden twee termijnen:

    • a.

      1 april voor een activiteit die plaatsvindt in de tweede helft van het lopende begrotingsjaar;

    • b.

      1 oktober voor een activiteit die plaatsvindt in de eerste helft van het komende begrotingsjaar.

  • 4. Het college kan andere termijnen stellen voor het indienen van een aanvraag voor daarbij aan te wijzen subsidies.

Artikel 7. Beslistermijn

  • 1. Het college beslist op een aanvraag voor incidentele subsidie binnen 13 weken gerekend vanaf de uiterste indieningtermijn voor het aanvragen van de subsidie.

  • 2. Het college kan de in het eerste lid gestelde termijn, met redenen omkleed, met ten hoogste 13 weken verdagen.

  • 3. Het college beslist op een aanvraag voor een structurele subsidie uiterlijk op 31 december van het jaar voorafgaand aan het subsidiejaar.

HOOFDSTUK 4. WEIGERING VAN DE SUBSIDIE

Artikel 8. Weigeringsgronden

Naast de voorwaarden en criteria waaraan een aanvraag voor structurele en/of incidentele subsidie moet voldoen, kan een aanvraag geweigerd worden indien:

  • §

    de activiteiten van de aanvrager niet of niet in overwegende mate gericht zijn op de gemeente of haar ingezetenen of niet of nauwelijks ten goede komen aan de gemeente of haar ingezetenen;

  • §

    de activiteiten van religieuze, levensbeschouwelijke of politieke aard zijn;

  • §

    het subsidieplafond voor de periode, waarop het betrekking heeft, bereikt is.

    Artikel 9. Wet BIBOB

    Het college kan voor subsidies binnen door de raad vast te stellen beleidsterreinen of onderdelen daarvan bepalen dat de gevraagde subsidie kan worden geweigerd of de verleende subsidie kan worden ingetrokken in het geval en onder de voorwaarden, bedoeld in artikel 3 van de Wet bevordering integriteitbeoordelingen door het openbaar bestuur.

HOOFDSTUK 5. VERLENING VAN DE SUBSIDIE

Artikel 10. Verlening subsidie

  • 1. Bij het besluit tot verlenen van de subsidie geeft het college aan op welke wijze de verantwoording van de te ontvangen subsidie plaatsvindt.

  • 2. Het college is bevoegd om verplichtingen aan de beschikking tot subsidieverlening te verbinden met betrekking tot het beheer en gebruik van de subsidie.

Artikel 11. Betaling en bevoorschotting

  • 1. Indien een beschikking tot subsidievaststelling als bedoeld in artikel 16, eerste lid, onderdeel a, wordt gegeven, vindt de betaling van de gehele subsidie in één bedrag plaats.

  • 2. Indien een beschikking tot subsidieverlening als bedoeld in artikel 16, eerste lid, onderdeel b, wordt gegeven, wordt 100% bevoorschot.

  • 3. Indien besloten wordt tot bevoorschotting van de subsidie, wordt in het besluit tot subsidieverlening, de hoogte en de termijnen van de voorschotten bepaald.

HOOFDSTUK 6. VERPLICHTINGEN VAN DE SUBSIDIEONTVANGER

Artikel 12. Uitvoeringsovereenkomst

Aan de beschikking tot verlening van een structurele subsidie kan het voorschrift worden verbonden dat een uitvoeringsovereenkomst als bedoeld in artikel 4:36 van de Algemene wet bestuursrecht wordt gesloten.

Artikel 13. Tussentijdse rapportage

Het college kan bij de subsidieverlening de verplichting opleggen tot het tussentijds afleggen van rekening en verantwoording omtrent de verrichte activiteiten waarvoor de subsidie is verleend en de daaraan verbonden uitgaven en inkomsten.

Artikel 14. Meldingsplicht

De subsidieontvanger doet melding aan het college, zodra aannemelijk is dat de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend, niet of niet geheel zullen worden verricht of dat niet of niet geheel aan de aan de beschikking tot subsidieverlening verbonden verplichtingen zal worden voldaan.

Artikel 15. Overige verplichtingen van de subsidieontvanger

  • 1. De subsidieontvanger verricht de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend.

  • 2. De subsidieontvanger informeert het college zo spoedig mogelijk schriftelijk over:

    • a.

      besluiten of procedures die zijn gericht op de beëindiging van de activiteiten, waarvoor subsidie is verleend, dan wel ontbinding van de rechtspersoon;

    • b.

      relevante wijzigingen in de financiële en organisatorische verhouding met derden;

    • c.

      ontwikkelingen die er toe kunnen leiden dat aan de beschikking tot subsidieverlening verbonden voorwaarden geheel of gedeeltelijk niet kunnen worden nagekomen;

    • d.

      wijziging van de statuten voor zover het betreft de vorm van de rechtspersoon, de persoon van de bestuurder(s) en het doel van de rechtspersoon.

  • 3. De subsidieontvanger behoeft de toestemming van het college voor handelingen als vermeld in artikel 4:71 van de Algemene wet bestuursrecht.

HOOFDSTUK 7. VERANTWOORDING EN VASTSTELLING VAN DE SUBSIDIE

Artikel 16. Verantwoording subsidies tot € 5.000,00

  • 1. Eenmalige subsidies tot € 5.000,00 worden door het college:

    • a.

      direct vastgesteld of;

    • b.

      vastgesteld binnen 13 weken, nadat de activiteiten uiterlijk moeten zijn verricht.

  • 2. Bij structurele subsidies tot € 5.000,00 dient de subsidieontvanger een aanvraag tot vaststelling, met inhoudelijk en financieel verslag, in bij het college vóór 1 mei in het jaar na afloop van het kalenderjaar waarvoor de subsidie is verleend.

  • 3. Bij vaststelling als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, kan het college de aanvrager verplichten om op de door haar aangegeven wijze aan te tonen dat de activiteiten, waarvoor de subsidie wordt verstrekt, zijn verricht en dat is voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen.

Artikel 17. Verantwoording subsidies vanaf € 5.000,00 tot € 50.000,00

  • 1.

    Indien de subsidieverlening meer bedraagt dan € 5.000,00 maar minder dan € 50.000,00 dient de subsidieontvanger een aanvraag tot vaststelling in bij het college:

    • a.

      bij een eenmalige subsidie, uiterlijk 13 weken na het verricht zijn van de activiteiten;

    • b.

      bij een structurele subsidie, uiterlijk vóór 1 mei in het jaar na afloop van het kalenderjaar waarvoor de subsidie is verleend.

  • 2.

    De aanvraag tot vaststelling bevat een inhoudelijk en financieel verslag, waaruit blijkt dat de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht en welke kosten hiermee gepaard zijn gegaan.

  • 3.

    Het college kan bepalen dat ook andere, of minder, dan de in dit artikel bedoelde gegevens en bescheiden die voor de vaststelling van belang zijn, worden overgelegd.

Artikel 18. Verantwoording subsidies vanaf € 50.000,00

  • 1. Indien de subsidieverlening meer bedraagt dan € 50.000,00 dient de subsidieontvanger een aanvraag tot vaststelling in bij het college:

    • a.

      bij een eenmalige subsidie, uiterlijk 13 weken na het verricht zijn van de activiteiten;

    • b.

      bij een structurele subsidie, uiterlijk vóór 1 mei in het jaar na afloop van het kalenderjaar waarvoor de subsidie is verleend.

  • 2. De aanvraag tot vaststelling bevat:

    • a.

      een inhoudelijk verslag, waaruit blijkt dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht;

    • b.

      een overzicht van de activiteiten en de hieraan verbonden uitgaven en inkomsten (financieel verslag of jaarrekening);

    • c.

      een balans van het afgelopen subsidietijdvak met een toelichting daarop;

    • d.

      een subsidieverklaring. In voorkomende gevallen kan het college bepalen dat een controleverklaring bij de jaarrekening wordt overlegd.

  • 3. Het college kan bepalen dat ook andere, of minder, dan de in dit artikel bedoelde gegevens en bescheiden die voor de vaststelling van belang zijn, worden overlegd.

Artikel 19. Vaststelling subsidie

  • 1. Het college stelt binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag tot subsidievaststelling de subsidie vast.

  • 2. Indien uit de aard van de subsidie, dan wel de verantwoording daarvan, volgt dat voor de beslissing op de vaststelling van de subsidie een langere termijn nodig is dan de in het eerste lid genoemde termijn, dan bericht het college de subsidieontvanger daarvan zo spoedig mogelijk na ontvangst van de aanvraag tot subsidievaststelling.

  • 3. Het college kan categorieën van subsidies of subsidieontvangers aanwijzen, waarvoor de subsidie direct wordt vastgesteld zonder dat de subsidieontvanger een aanvraag voor subsidievaststelling hoeft in te dienen.

  • 4. Indien de aanvraag tot subsidievaststelling niet voor het in het eerste lid genoemd tijdstip is ontvangen, gaat het college zes weken na een eenmalige rappel over tot ambtshalve vaststelling.

HOOFDSTUK 8. OVERIGE BEPALINGEN

Artikel 20. Hardheidsclausule

Het college kan, in bijzondere gevallen en met uitzondering van de artikelen 1, 2, 3 en 8, een artikel of artikelen van deze verordening buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing - gelet op het belang van de aanvrager of subsidieontvanger - leidt tot onbillijkheid van overwegende aard. Het van toepassing verklaren van dit artikel wordt gemotiveerd in het besluit en hiervan wordt periodiek verslag gedaan aan de raad.

Artikel 21. Overgangsbepalingen

  • 1. De Algemene Subsidie Verordening gemeente Goirle 2012 wordt ingetrokken.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag volgend op haar bekendmaking.

  • 3. Op aanvragen voor subsidie die zijn ingediend voor deze datum zijn de bepalingen van de Algemene Subsidie Verordening gemeente Goirle 2012 van toepassing.

  • 4. Deze verordening wordt aangehaald als: Algemene Subsidie Verordening gemeente Goirle 2013.

BIJLAGE: SUBSIDIEREGELING INCIDENTELE SUBSIDIES GEMEENTE GOIRLE 2013

Artikel 1. Begripsomschrijving

  • -

    Incidentele subsidie: activiteitensubsidie of subsidie uit het Bruisfonds.

  • -

    Activiteitensubsidie: een incidentele subsidie voor activiteiten op het gebied van maatschappelijke ondersteuning, onderwijs en sport.

  • -

    Subsidie Bruisfonds: een incidentele subsidie voor activiteiten op het gebied van kunst en cultuur.

Artikel 2. Toepassingsbereik

Het bepaalde in deze subsidieregeling is enkel van toepassing op de verstrekking van subsidies door burgemeester en wethouders voor de in artikel 3 bedoelde activiteiten.

Artikel 3. Activiteiten

  • 1.

    Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt voor incidentele activiteiten die niet behoren tot de reguliere activiteiten van de aanvrager op het gebied van kunst & cultuur, maatschappelijke ondersteuning, onderwijs of sport.

  • 2.

    De subsidie heeft een aanjaagfunctie en wordt maximaal 2 jaar voor dezelfde activiteit verstrekt.

  • 3.

    De activiteit dient te voldoen aan de volgende voorwaarden:

    • a.

      De activiteit heeft een vernieuwend en/of bijzonder karakter.

    • b.

      De activiteit is zichtbaar en openbaar toegankelijk voor inwoners van de gemeente Goirle.

    • c.

      De activiteit wordt uitgevoerd voor, met of door inwoners van de gemeente Goirle.

    • d.

      De activiteit draagt bij aan de realisatie van één of meer algemene doelstellingen die in het gemeentelijk welzijn- en onderwijsbeleid zijn geformuleerd ter uitwerking van de hoofddoelen en -doelstellingen.

Artikel 4. Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

  • 1.

    De subsidie heeft uitsluitend betrekking op de kosten die resteren na aftrek van bijdragen van derden en die naar het oordeel van burgemeester en wethouders noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de activiteit.

  • 2.

    Niet voor subsidie in aanmerking komen de kosten van consumpties en loon- en/of onkostenvergoeding voor de organisatie.

  • 3.

    Activiteiten die bedoeld zijn om winst te maken komen niet voor subsidie in aanmerking.

Artikel 5. Wijze van verdeling

  • 1.

    Bij het beoordelen van aanvragen voor incidentele subsidie wordt gebruik gemaakt van een tender.

  • 2.

    Aanvragen die voldoen aan de voorwaarden en criteria genoemd in artikel 3 komen in aanmerking voor subsidie.

  • 3.

    Wanneer het totaal aan aanvragen dat in aanmerking komt voor subsidie, het subsidieplafond overschrijdt, wordt door burgemeester en wethouders beoordeeld welke activiteit(en) het meest bijdragen aan de realisatie van de algemene doelstellingen van het gemeentelijk welzijn- en onderwijsbeleid.

Artikel 6. Aanvraag

De aanvraag voor incidentele subsidie wordt schriftelijk of digitaal ingediend bij burgemeester en wethouders met gebruikmaking van het vastgestelde aanvraagformulier.

Artikel 7. Slotbepalingen

  • 1.

    Deze subsidieregeling treedt in werking met ingang van de dag volgend op haar bekendmaking.

  • 2.

    Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling incidentele subsidies gemeente Goirle 2013.