Regeling vervallen per 03-09-2015

Besluit maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp gemeente Goirle 2015

Geldend van 19-02-2015 t/m 02-09-2015 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2015

Intitulé

Besluit maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp gemeente Goirle 2015

Hoofdstuk 1 Bijdragen

Artikel 1.1 Omvang van de bijdragen

De bedragen en het percentage die gelden voor een bijdrage zijn gelijk aan de bedragen zoals opgenomen in het landelijk Besluit maatschappelijke ondersteuning, zoals jaarlijks aangepast door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en luiden als volgt:

1.

Het bedrag dat de ongehuwde persoon die de pensioengerechtigde leeftijd nog niet heeft bereikt moet betalen bedraagt € 19,40 per vier weken, met dien verstande dat indien zijn inkomen meer bedraagt dan € 22.331,00 (per jaar) het bedrag van € 19,40 wordt verhoogd met een dertiende deel van 15% van het verschil tussen zijn inkomen en € 22.331,00;

2.

Het bedrag dat de ongehuwde persoon die de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt moet betalen bedraagt € 19,40 per vier weken, met dien verstande dat indien zijn inkomen meer bedraagt dan € 16.634,00 per jaar het bedrag van € 19,40 wordt verhoogd met een dertiende deel van 15% van het verschil tussen zijn inkomen en € 16.634,00;

3.

Het bedrag dat de gehuwde personen indien (een van) beiden de pensioengerechtigde leeftijd nog niet hebben bereikt moeten betalen bedraagt € 27,60 per vier weken, met dien verstande dat indien hun gezamenlijke inkomen meer bedraagt dan € 27.917,00 per jaar het bedrag van € 27,60 wordt verhoogd met een dertiende deel van 15% van het verschil tussen hun gezamenlijke inkomen en € 27.917,00;

4.

Het bedrag dat de gehuwde personen die beiden de pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt moeten betalen bedraagt € 27,60 per vier weken, met dien verstande dat indien hun gezamenlijke inkomen meer bedraagt dan € 23.046,00 per jaar het bedrag van € 27,60 wordt verhoogd met een dertiende deel van 15% van het verschil tussen hun gezamenlijke inkomen en € 23.046,00.

Artikel 1.2 Omvang van de ouderbijdrage in de kosten van jeugdhulp bij hulp en verblijf buiten het gezin

De bedragen zijn opgenomen in artikel 8.1.2 van het landelijk Besluit Jeugdhulp.

De bedragen in onderstaande tabel zijn per maand en op basis van verblijf van 7 dagen per voor ‘dag- en nacht’ en 10 dagdelen per week voor ‘dagdeel’. De bedragen gelden vanaf 1 januari 2015.

afbeelding binnen de regeling

Hoofdstuk 2 Resultaatgebieden huisvesting, voeren van een huishouden, thuissituatie, dagelijkse activiteiten, opvoed- en opgroeisituatie 18+ en 18-, mantelzorgondersteuning, daginvulling en kortdurende opvang: Persoonsgebonden budget dienstverlening

Artikel 2.1 Vaststelling bedrag persoonsgebonden budget resultaat gestuurde ondersteuning Wmo 2015 en Jeugdhulp

100%, 75% of 50% van de kostprijs in natura per resultaatgebied en trede per maand, afhankelijk van de aantoonbare kosten en de arbeidsrechtelijke positie van de zorgaanbieder, volgens schema in bijlage 6.

Artikel 2.2 Vaststelling bedrag persoonsgebonden budget overgangsrecht hulp bij het huishouden (Wmo 2007)

De vaststelling van een persoonsgebonden budget voor hulp bij het huishouden, dat in 2015 doorloopt op grond van het overgangsrecht Wmo 2007, vindt als volgt plaats:

  • a.

    Voor zorg die wordt verleend door een informele hulp wordt een vergoeding van € 13,05 per uur verstrekt;

  • b.

    Voor zorg die wordt verleend door een professionele hulp wordt een vergoeding van € 20,52 per uur voor zorg volgens categorie 1 of € 25,27 per uur voor zorg volgens categorie 2 verstrekt.

  • c.

    Om voor een vergoeding zoals genoemd onder b. in aanmerking te komen moet vooraf een overeenkomst met een commerciële zorgaanbieder, die als zodanig is geregistreerd bij de Kamer van Koophandel, worden verstekt.

  • d.

    Een alfacheque vertegenwoordigt een waarde van € 13,80 en geldt voor 1 uur hulp bij het huishouden volgens categorie 1.

Artikel 2.3 Bedragen persoonsgebonden budget overgangsrecht AWBZ en Jeugdzorg

Zie bijlage 7 en 8

Hoofdstuk 3 Resultaatgebied huisvesting: wonen in een geschikt huis

Artikel 3.1 Maatwerkvoorziening voor verhuis- en herinrichtingskosten

Een persoonsgebonden budget voor verhuis- en herinrichtingskosten bedraagt € 2.552,00.

Artikel 3.2 Hoogte vergoeding in natura of als persoonsgebonden budget

  • 1. De vergoeding in natura of als persoonsgebonden budget voor woonvoorzieningen wordt vastgesteld als tegenwaarde van het bedrag zoals vermeld in door de gemeente opgestelde kostenberekening dan wel de door het college geaccepteerde offerte.

  • 2. Bij het opstellen van de kostenberekening en bij de beoordeling van de offerte wordt rekening gehouden met hetgeen bepaald is in:

    • a.

      Bijlage 1 bij dit besluit: Overzicht subsidiabele kostenposten woningaanpassingen;

    • b.

      Bijlage 2 bij dit besluit: Extra bouw- en grondkosten.

Artikel 3.3 Woonvoorzieningen van niet bouwkundige of technische aard

Voor voorzieningen in verband met woningsanering, die noodzakelijk zijn in verband met COPD en/of allergische aandoeningen, of de vervanging van tapijt dat niet geschikt is voor rolstoelgebruik, worden de maximale vergoedingsbedragen berekend op de wijze als aangegeven onder a en b.

  • a.

    Voor gordijnen en vloerbedekking worden de volgende normbedragen per vierkante meter gehanteerd:

afbeelding binnen de regeling

  • b.

    Bij het bepalen van de vergoeding wordt rekening gehouden met afschrijving van de te vervangen gordijnen, vitrage en vloerbedekking in een periode van 8 jaar, op de volgende wijze:

afbeelding binnen de regeling

Artikel 3.4 Tijdelijke huisvesting

  • 1. Het college kan een vergoeding verstrekken voor de meerkosten van tijdelijke huisvesting die door de belanghebbende met beperkingen moeten worden gemaakt in verband met het aanpassen van zijn huidige woonruimte of de nog te betrekken woonruimte.

  • 2. De in het eerste lid bedoelde vergoeding omvat de werkelijke kosten tot een maximumbedrag per maand, als hierna aangegeven:

    • -

      Voor tijdelijke huisvesting in een zelfstandige woonruimte € 454,00 per maand;

    • -

      Voor tijdelijke huisvesting in een niet zelfstandige woonruimte € 230,00 per maand.

Artikel 3.5 Huurderving

  • 1. In geval van huurbeëindiging van een aangepaste woonruimte, die voor meer dan € 6.247,00 is aangepast op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2007 of de Wet voorzieningen gehandicapten, kan het college een tegemoetkoming in de kosten verlenen aan de eigenaar van de woning in verband met derving van huurinkomsten voor de duur van maximaal 6 maanden, waarbij de eerste maand huurderving niet voor vergoeding in aanmerking komt.

  • 2. De in dit artikel bedoelde vergoeding van de kosten van huurderving omvat de werkelijke kosten van kale huur, vermeerderd met de subsidiabele servicekosten, tot een maximum dat overeenkomt met de maximum huurgrens per maand als bedoeld bij de huurtoeslag.

Artikel 3.6 Onderhoud keuring en reparatie

De kosten van onderhoud, keuring en reparatie van op grond van de Wet voorzieningen gehandicapten en van de Wet maatschappelijke ondersteuning verstrekte voorzieningen worden vergoed zoals weergegeven in Bijlage 3 bij dit besluit: onderhoud, keuring en reparatie van woonvoorzieningen.

Artikel 3.7 Terugbetalen bij verkoop

  • 1.

    • De eigenaar-bewoner, die een woonvoorziening heeft ontvangen die leidt tot waardestijging van de woning, dient bij verkoop van deze woning binnen een periode van 10 jaar na gereed melding van de voorziening, deze verkoop van de woning onverwijld aan het college te melden. De meerwaarde van de woning dient volgens het in lid 4 vastgelegde afschrijvingsschema te worden terugbetaald.

  • 2. De verplichting als bedoeld in lid 1 is van toepassing als de woonvoorziening gerealiseerd is in de vorm van uitbreiding van de woning door een aan- op- of bijbouw al dan niet gepaard gaande met verwerving van de voor de bouw benodigde grond.

  • 3. De vaststelling van de eventuele meerwaarde geschiedt door een beëdigd taxateur, aan te wijzen door de woningeigenaar.

  • 4.

    • De restitutie als bedoeld in lid 1 bedraagt:

      • -

        voor het eerste jaar na gereedmelding 100% van de meerwaarde;

      • -

        voor het tweede jaar 80% van de meerwaarde;

      • -

        voor het derde jaar 60% van de meerwaarde;

      • -

        voor het vierde jaar 40% van de meerwaarde;

      • -

        en voor het vijfde jaar 20% van de meerwaarde.

    Doch nooit meer dan het bedrag dat ten laste van de gemeente is gekomen in verband met de getroffen voorzieningen.

  • 5. Op het te restitueren bedrag worden de kosten van de taxatie in mindering gebracht.

Artikel 3.8 Hoofdverblijf

  • 1. Het bedrag dat als maximum verstrekt wordt bij het bezoekbaar maken van een woning bedraagt € 5.571,00.

  • 2. De aanvraag moet worden ingediend in de gemeente, waar de aan te passen woonruimte zich bevindt, onder voorwaarde, dat de gemeente waar de belanghebbende zijn hoofdverblijf heeft, verklaart dat er niet eerder een woonruimte bezoekbaar is gemaakt ten behoeve van deze belanghebbende.

Artikel 3.9 Wijze van verstrekken eenmalige pgb's

Eenmalige pgb's voor voorzieningen op het gebied van wonen of zich verplaatsen worden rechtstreeks door de gemeente aan de cliënt of zijn wettelijke vertegenwoordiger verstrekt.

Hoofdstuk 4 Resultaatgebied sociaal netwerk en daginvulling 18+ en 18-: zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel, verplaatsen in en om het huis, de mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan recreatieve, maatschappelijke of religieuze activiteiten

Artikel 4.1 Collectief aanvullend vervoer (Regiotaxi)

Met het collectief systeem van aanvullend vervoer wordt bedoeld het Collectief Vraagafhankelijk Vervoer (CVV), Regiotaxi Midden-Brabant, dat wordt uitgevoerd volgens de opzet zoals beschreven in bijlage 4 bij dit besluit.

Artikel 4.2 Persoonsgebonden budget autoaanpassing

Een vergoeding voor de kosten van autoaanpassing wordt maximaal 1x per 7 jaar toegekend, de aan te passen auto mag niet ouder zijn dan 3 jaar en moet voldoende verzekerd zijn.

Artikel 4.3 Persoonsgebonden budget individueel vervoermiddel

  • 1. Het persoonsgebonden budget voor vervoersvoorzieningen wordt vastgesteld op basis van de tegenwaarde van de goedkoopst adequate voorziening, indien nodig verhoogd met een bedrag voor de wettelijk verplichte aansprakelijkheidsverzekering en met een bedrag voor onderhoud en reparatie voor vergelijkbare voorzieningen, zoals dat door het college wordt bepaald op basis van informatie die verstrekt wordt door de hulpmiddelenleverancier van de gemeente. De bedragen en/of percentages zijn in bijlage 5 bij dit besluit opgenomen.

  • 2. Als een goedkopere of te hergebruiken voorziening voorhanden is geldt, in afwijking van de in artikel 1. genoemde prijslijst het laagste bedrag of, bij voortgezet gebruik na afloop van de economische levensduur, alleen nog de kosten van onderhoud en (indien van toepassing) verzekering.

Artikel 4.4 Persoonsgebonden budget meerkosten gebruik eigen auto

In situaties waarin het voor de cliënt niet mogelijk is om gebruik te maken van de Regiotaxi, kan een pgb voor aantoonbare meerkosten van het gebruik van de eigen auto verstrekt worden. De hoogte van dit pgb is vastgesteld op maximaal € 45, 50 per maand.

Artikel 4.5 Persoonsgebonden budget rolstoel

  • 1. Het persoonsgebonden budget voor een rolstoel wordt vastgesteld als tegenwaarde van de goedkoopst adequate voorziening, indien nodig verhoogd met een bedrag voor de wettelijk verplichte aansprakelijkheidsverzekering en met een bedrag voor onderhoud en reparatie voor vergelijkbare voorzieningen, zoals dat door het college wordt bepaald op basis van informatie die verstrekt wordt door de hulpmiddelenleverancier van de gemeente. De bedragen en/of percentages van nieuwe voorzieningen zijn in bijlage 5 bij dit besluit opgenomen.

  • 2. Als een goedkopere of te hergebruiken voorziening voorhanden is geldt, in afwijking van de in artikel 1. genoemde prijslijst, het laagste bedrag.

Artikel 4.6 Persoonsgebonden budget sportrolstoel

  • 1. De hoogte van een persoonsgebonden budget voor de aanschaf en het onderhoud van een sportrolstoel bedraagt € 2.840,00.

  • 2. Het in het eerste lid genoemde bedrag wordt maximaal eens in de drie jaar verstrekt, als hiertoe een noodzaak is vastgesteld.

Artikel 4.7 Rolstoel- en scootmobieltraining

Indien zulks naar het oordeel van burgemeester en wethouders noodzakelijk is, kunnen de noodzakelijke kosten van rolstoel- en scootmobieltraining voor vergoeding in aanmerking komen.

Artikel 4.8 Gehandicaptenparkeerkaart / -parkeerplaats

Bij aanvraag van een gehandicaptenparkeerkaart en bij aanvraag en aanleg van een gehandicaptenparkeerplaats en bij het wijzigen van een kentekenplaat worden leges gevraagd, zoals vastgelegd in de Legestarieventabel.

Bijlage 1 bij het Besluit maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp gemeente Goirle

Overzicht subsidiabele kostenposten woningaanpassingen

1.

De aanneemsom (hierin begrepen de loon- en materiaalkosten) voor het treffen van de Voorziening.

2.

De risicoverrekening van loon- en materiaalkosten, met inachtneming van het bepaalde in de Risicoregeling woning- en utiliteitsbouw 1991.

3.

Het architectenhonorarium, echter uitsluitend in de gevallen waarin het inschakelen van een architect naar het oordeel van het college noodzakelijk is (het betreft dan veelal een ingrijpende woningaanpassing, zoals een aanbouw). De vergoeding voor het honorarium wordt gesteld op 10 procent van de aanneemsom, overeenkomstig de Standaard Regeling 1997 (SR 1997) van de Bond van Nederlandse Architecten, tenzij het honorarium ingevolge artikel 51 lid 1 van De Nieuwe Regeling (DNR 2005) behorende bij SR 1997 schriftelijk is vastgesteld op een lager bedrag, en dat de vergoeding voor het honorarium in dit laatste geval gelijk is aan het (lagere) bedrag zoals dat ingevolge artikel 51 lid 1 DNR 2005 schriftelijk is vastgesteld.

4.

De leges voor zover deze betrekking hebben op het treffen van de voorziening.

5.

De verschuldigde en niet verrekenbare of terugvorderbare omzetbelasting.

6.

Renteverlies in verband met het verrichten van noodzakelijke betaling aan derden, tot de datum van gereedmelding, voor zover deze verband houdt met de bouw dan wel het treffen van voorzieningen.

7.

De prijs van bouwrijpe grond, indien noodzakelijk (zie Bijlage 2 sub 1a). Indien noodzakelijkworden de hiervoor te maken extra notariskosten vergoed.

8.

De door burgemeester en wethouders (schriftelijk) goedgekeurde kostenverhogingen, die ten tijde van de raming van de kosten redelijkerwijs niet voorzien konden worden.

9.

De kosten in verband met noodzakelijk technisch onderzoek en adviezen met betrekking tot het verrichten van de aanpassing.

10.

De kosten van heraansluiting op de openbare nutsvoorziening.

11.

De kosten van bodemonderzoek indien dit noodzakelijk is en voor zover dit dient plaats te vinden voor rekening van degene die recht heeft op een vergoeding voor de kosten van woninguitbreiding of sanering.

Bijlage 2 bij het Besluit maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp gemeente Goirle

Extra bouw- en grondkosten

1 Bouwkosten

Het is mogelijk om een vergoeding in natura of als pgb te verstrekken in de kosten voor het aanbouwen of uitbreiden van een vertrek bij een bestaande woning of de extra bouwkosten bij een nieuw te bouwen woning.

Voor de berekening van deze vergoeding wordt als basis genomen het extra aantal m2 dat volgens tabel 1a voor vergoeding in aanmerking komt, vermenigvuldigd met de verdiepingshoogte, met een maximum van 2,70 m.

Wanneer het woonoppervlak van de nieuw te bouwen woning groter is dan 75 m2 vermeerderd met het maximum aantal meters dat noodzakelijk is volgens het programma van eisen (zie kolom 2 van tabel 1a), wordt geen vergoeding in de bouwkosten verstrekt.

2 Grondkosten

Het is mogelijk om een vergoeding in natura of als pgb te verstrekken voor het verwerven van extra grond ten behoeve van een aanbouw of uitbreiding van een bepaald vertrek indien dit op grond van ergonomische beperkingen noodzakelijk is.

Een vergoeding voor de extra grondkosten wordt bij een bestaande woning alleen verstrekt, indien uitbreiding of aanbouw op eigen grond niet mogelijk is. Bij een nieuw te bouwen woning waarvoor de perceeloppervlakte groter is dan 250 m² behoeft geen extra grond te worden verworven en wordt geen vergoeding verstrekt.

Het aantal m2 dat voor vergoeding in aanmerking komt, is per vertrek aan een maximum gebonden, zoals in onderstaande tabel aangegeven.

Maximum aantal m2 waarvoor een vergoeding wordt verstrekt, aangegeven per vertrek in een zelfstandige woning:

afbeelding binnen de regeling

3 Kosten padverharding

Indien de aanleg van een verhard pad tussen de openbare weg en de hoofdingang tot een woonruimte, of tussen een tweede ingang en een berging en/of tuinpoort noodzakelijk is, kan in de kosten daarvan een vergoeding worden verstrekt. Dit geldt zowel bij de aanleg van een nieuw pad als bij de aanpassing van een bestaand pad.

Voor geldt een maximumoppervlakte van 20 m2 en een maximumprijs van € 62,95 per m2.

4 Kosten terrasverharding

Indien de aanleg van een verhard terras, direct aansluitend aan de woonruimte, of de aanpassing van een bestaand terras noodzakelijk is, kan in de kosten daarvan een vergoeding worden verstrekt.

Voor de vergoeding geldt een maximumoppervlakte van 6 m2 en een maximumprijs van € 40,66 per m2.

Bijlage 3 bij het Besluit maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp gemeente Goirle

Kosten van onderhoud, keuring en reparatie woonvoorzieningen

1.

De vergoeding voor de kosten van onderhoud, keuring en reparatie geldt voor de volgende voorzieningen:

  • a.

    de mechanische inrichting voor het verstellen van een in hoogte verstelbaar keukenblok, bad of wastafel;

  • b.

    elektromechanisch openings- en sluitingsmechanisme van deuren;

  • c.

    stoelliften, rolstoel- of staplateauliften, woonhuisliften, hefplateauliften, balansliften.

2.

Ten aanzien van de onder a. en b. genoemde voorzieningen komen de werkelijk gemaakte kosten in aanmerking voor vergoeding.

3.

Ten aanzien van de onder c. genoemde voorzieningen komen de werkelijk gemaakte kosten in aanmerking voor vergoeding met de hieronder vermelde frequentie.

afbeelding binnen de regeling

Bijlage 4 bij het Besluit maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp gemeente Goirle

Het Collectief Vraagafhankelijk vervoer (Regiotaxi Midden Brabant)

1.

Aan de persoon die in aanmerking komt voor het CVV, wordt een Wmo-Regiotaxipas verstrekt, op vertoon waarvan de rechthebbende gebruik kan maken van de Regiotaxi tegen 'betaling' van de voor de betreffende rit geldende prijs per zone.

2.

Voor de tarifering van het CVV wordt dezelfde zone-indeling gehanteerd als voorheen bij het openbaar busvervoer.

3.

Het vervoer wordt naar afstand onderscheiden in regionaal vervoer d.w.z. vervoer binnen een gebied van maximaal 5 zones vanaf het woonadres, en bovenregionaal vervoer, d.w.z. vervoer over een afstand van meer dan 5 zones vanaf het opstapadres. Langere ritten zijn alleen mogelijk naar algemene puntbestemmingen. Voor Goirle is dat het Tweestedenziekenhuis in Waalwijk. Op indicatie door het college zijn ook individuele puntbestemmingen mogelijk.

4.

Binnen de regio kan op vertoon van de Regiotaxipas onbeperkt gebruik worden gemaakt van de Regiotaxi.

5.

De eigen betaling per rit bedraagt € 0,65, vermeerderd met € 0,65 per zone binnen het gebied van 5 OV-zones. Deze eigen betaling dient per taxirit contant te worden voldaan aan de chauffeur of op rekening.

6.

De Wmo-gerechtigde kan zich door één sociaal begeleider laten vergezellen. De begeleider betaalt dezelfde eigen bijdrage als de Wmo-pashouder. Deze eigen betaling dient per taxirit contant te worden voldaan aan de chauffeur of op rekening.

Als de begeleiding naar het oordeel van het college medisch noodzakelijk is, is de begeleider geen betaling verschuldigd. Een Wmo-gerechtigde voor wie naar het oordeel van het college medische begeleiding noodzakelijk is, kan alleen als hij vergezeld is van een medisch begeleider reizen tegen het Wmo-tarief. Om als begeleider te kunnen worden aangemerkt moet de begeleidende persoon 16 jaar of ouder zijn.

7.

Elke betalende reiziger mag 2 kinderen tot 12 jaar meenemen tegen hetzelfde tarief.

8.

Voor vervoer dat niet valt binnen de reikwijdte van de Wmo, zoals vervoerskosten die gecompenseerd worden door de Zvw, leerlingenvervoer en vervoer naar dagopvang, kunnen Wmo-gerechtigden en (sociaal) begeleider niet reizen tegen het hierboven genoemde tarieven. Wel kan er dan gereisd worden tegen het reguliere CVV-tarief van € 1,95 per zone.

9.

Maximale lengte van de gesubsidieerde tarieven is vijf OV-zones. Bij langere ritten (geldt alleen voor puntbestemmingen) geldt vanaf de zesde zone het tarief van € 1,95 per zone. Ook voor ritten tot 5 zones in België geldt dit tarief.

Bijlage 5 bij het besluit Maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp gemeente Goirle,

Hulpmiddelen

afbeelding binnen de regeling

Bijlage 6 bij het Besluit maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp gemeente Goirle

Tarieven per resultaatgebied nieuwe voorzieningen Wmo en jeugdhulp

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

Bijlage 7 bij het Besluit maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp gemeente Goirle

PGB tarieven 2015 overgangsrecht AWBZ voor een PGB in functies en klassen

Deze bedragen gelden bij omzetten leveringsvorm van Zorg In Natura naar PGB. De bedragen worden naar rato van het aantal weken van de duur van de indicatie omgerekend. Zie bijlage 8 voor maximaal te vergoeden uurtarieven.

A. Persoonlijke verzorging

Klasse

Uren per week

Pgb per jaar

1

0 - 1,9 uur

€ 1.409

2

2 - 3,9 uur

€ 4.226

3

4 - 6,9 uur

€ 7.748

4

7 - 9,9 uur

€.11.975

5

10 - 12,9 uur

€ 16.201

6

13 - 15,9 uur

€ 20.428

7

16 - 19,9 uur

€ 25.358

8

20 - 24,9 uur

€ 31.698

B. Begeleiding individueel

Klasse

Uren per week

Pgb per jaar

1

0 - 1,9 uur

€ 1.869

2

2 - 3,9 uur

€ 5.608

3

4 - 6,9 uur

€ 10.282

4

7 - 9,9 uur

€.15.891

5

10 - 12,9 uur

€ 21.499

6

13 - 15,9 uur

€ 27.107

7

16 - 19,9 uur

€ 33.651

8

20 - 24,9 uur

€ 42.063

C. Begeleiding Groep zonder vervoer

Dagdelen per week

Pgb per jaar

1

1

€ 2.310

2

2

€ 4.622

3

3

€ 6.932

4

4

€.9.244

5

5

€ 11.555

6

6

€ 13.865

7

7

€ 16.177

8

8

€ 18.487

9

9

€ 20.798

D. Begeleiding Groep met vervoer

Dagdelen per week

Pgb per jaar

1

1

€ 2.588

2

2

€ 5.175

3

3

€ 7.763

4

4

€.10.348

5

5

€ 12.939

6

6

€ 15.248

7

7

€ 17.561

8

8

€ 19.871

9

9

€ 22.183

F. Kortdurend Verblijf

Per etmaal: € 101 (maximaal drie etmalen per week).

Als uw aantal geïndiceerde uren en/of dagdelen hoger is dan hier staat, dan wordt het tarief van de hoogste klasse verhoogd met pgb per uur of pgb

per dagdeel op jaarbasis maal aantal extra uren of dagdelen.

Producten en tarieven ZORG IN NATURA overgangsrecht AWBZ en jeugd (lokaal)

De productcodes alsmede de opgegeven eenheden die hier worden aangegeven zijn conform de omschrijvingen als gehanteerd door de Nza:

afbeelding binnen de regeling afbeelding binnen de regeling

* De Vereniging Nederlandse Gemeente (VNG) heeft met een aantal landelijke opererende aanbieders aparte afspraken gemaakt voor de inkoop van deze zorg. De gemeenten sluiten aan bij deze afspraken, waardoor de hier vermelde tarieven niet van toepassing zijn bij deze aanbieders.

Bijlage 8 bij het Besluit maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp gemeente Goirle

bij omzetten leveringsvorm van Zorg In Natura naar PGB

NB: verschillende maximumtarieven niet-professionele en professionele aanbieders.

afbeelding binnen de regeling