Beleidsregels inzake de handelwijze bij ernstig ziekte van standplaatshouders met een vaste standplaats op een weekmarkt in de gemeente Gooise Meren 2016

Geldend van 11-06-2016 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels bij ernstige ziekte van standplaatshouders met een vaste standplaats op een weekmarkt 2016

Burgemeester en wethouders van de gemeente Gooise Meren;

overwegende dat er in de praktijk behoefte bestaat aan goede (werk)afspraken indien een standplaatshouder met een vaste standplaats op een van de weekmarkten ernstig ziek wordt;

gelet op de Marktverordening(en) en de Marktgeldverordening(en);

b e s l u i t e n :

vast te stellen de beleidsregels inzake de handelswijze bij ernstige ziekte van standplaatshouders met een vaste standplaats op een weekmarkt in de gemeente Gooise Meren 2016

Met betrekking tot de heffing en invordering van het marktgeld voor een vaste standplaats gelden de navolgende nadere regels.

Artikel 1

  • 1. Van ernstige ziekte is sprake als de standplaatshouder met een vaste standplaats op een van de weekmarkten naar verwachting 3 maanden of langer uit de roulatie is (hierbij wordt dus niet gedacht aan een gebroken been of een ziekte die enige weken gaat duren; dit wordt geacht onder het normale bedrijfsrisico te vallen).

  • 2. Indien zich deze situatie voordoet, informeert de standplaatshouder met een vaste standplaats op een van de weekmarkten(of iemand namens hem) zo snel mogelijk de marktmeester, conform hetgeen in de marktverordening is geregeld.

  • 3. De marktmeester informeert het hoofd van de afdeling Vergunning, Toezicht en Handhaving (hierna: VTH) mondeling of schriftelijk; het hoofd van de afdeling Financiën en Belastingen wordt door de marktmeester schriftelijk (eventueel via e-mail) geïnformeerd. Dit voorkomt eventuele ongewenste incassoprocedures.

  • 4. Nadat de marktmeester is geïnformeerd, kan de standplaatshouder met een vaste standplaats op een van de weekmarkten een schriftelijk verzoek aan het hoofd van de afdeling Financiën en Belastingen richten om voor de periode dat de ernstige ziekte naar verwachting gaat duren ontheffing te vragen van de betaling van het marktgeld.

  • 5. Het hoofd van de afdeling Financiën en Belastingen legt dit verzoek ter beoordeling voor aan het hoofd van de afdeling VTH.

  • 6. Het hoofd van de afdeling VTH beoordeelt (na overleg met de marktmeester) het verzoek.

  • 7. Daarna wordt het hoofd van de afdeling Financiën en Belastingen schriftelijk geadviseerd door VTH. Uit dit advies blijkt in ieder geval:

    • a.

      Het gemotiveerde oordeel van het hoofd van de afdeling VTH;

    • b.

      Bij een positief advies de begindatum (1e dag van de maand volgende op ziekmelding) en indien een goede schatting is te maken, de einddatum, wanneer de standplaatshouder op een van de weekmarktenzijn activiteiten op de weekmarkt weer kan hervatten;

    • c.

      Eventuele bijzonderheden.

  • 8. Het hoofd van de afdeling Financiën en Belastingen beslist uiteindelijk binnen één maand na het advies van VTH over het al dan niet verlenen van de ontheffing. Zijn besluit deelt hij schriftelijk mede aan de standplaatshouder met een vaste standplaats op de weekmarkt, de marktmeester en het hoofd van de afdeling VTH.

  • 9. De uiteindelijke ingangsdatum van de ontheffing kan niet liggen voor de datum, waarop de marktmeester door of namens de standplaatshouder met een vaste standplaats op een van de weekmarkten is geïnformeerd over de ziekte.

  • 10. Het hoofd van de afdeling VTH houdt (eventueel via de marktmeester) het hoofd van de afdeling Financiën en Belastingen - middels de e-mail - op de hoogte van het ziektebeeld van de standplaatshouder met een vaste standplaats op de weekmarkt.

  • 11. Indien een verwachte hersteldatum is genoemd, informeert het hoofd van de afdeling VTH het hoofd van de afdeling Financiën en Belastingen ruim voor deze datum schriftelijk omtrent het actuele ziektebeeld en de eventuele nieuwe prognose.

  • 12. Indien zich tussentijdse bijzonderheden voordoen die van belang zijn voor de heffing of invordering van het marktgeld (bijvoorbeeld eerder gaan werken dan gedacht) informeert het hoofd van de afdeling VTH het hoofd van de afdeling Financiën en Belastingen schriftelijk.

  • 13. Indien de standplaatshouder met een vaste standplaats op een van de weekmarktentijdelijk wordt vervangen door familie of zijn (beoogde toekomstige) vervanger wordt geen ontheffing van het marktgeld verleend.

Artikel 2

De beleidsregels bij ernstige ziekte van standplaatshouders met een vaste standplaats op de weekmarkt 2015 van.9 december 2014 van de gemeente Bussum, worden ingetrokken met ingang van 1 januari 2016.

Artikel 3

Deze beleidsregels treden in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking en werken terug tot 1 januari 2016, met dien verstande dat zij van toepassing blijft voor zaken die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 4

Deze regeling wordt aangehaald als: “Beleidsregels bij ernstige ziekte van standplaatshouders met een vaste standplaats op een weekmarkt in de gemeente Gooise Meren 2016”.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van de burgemeester en wethouders van Bussum, gehouden op 19 april 2016.

de secretaris
de burgemeester