Regeling vervallen per 01-01-2017

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2016

Geldend van 11-11-2015 t/m 31-12-2016

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2016

LEGESVERORDENING 2016

De raad van de gemeente Gorinchem;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 6 oktober 2015, nummer 2015 - 1451;

gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet en de artikelen 2, tweede lid en 7 van de Paspoortwet;

b e s l u i t:

vast te stellen de

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2016 (Legesverordening 2016).

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    ’dag’: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • b.

    ’week’: een aaneengesloten periode van zeven dagen;

  • c.

    ’maand’: het tijdvak dat loopt van dag (n) in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand;

  • d.

    ’jaar’: het tijdvak dat loopt van dag(n) in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • e.

    'kalenderjaar': de periode van 1 januari tot en met 31 december.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:

  • a.

    het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;

  • b.

    het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart of een reisdocument;

een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst, de Nederlandse identiteitskaart of het reisdocument, dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

  • a.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening  (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;

  • b.

    diensten met betrekking tot een aanvraag tot verlening of gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning of wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning, voor zover die aanvraag betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een inrichting als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

  • c.

    het in behandeling nemen van een aanvraag tot verlening van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel i, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, voor zover het een activiteit betreft bedoeld in artikel 2.2a van het Besluit omgevingsrecht (omgevingsvergunning beperkte milieutoets)

  • d.

    het in behandeling nemen van een aanvraag als bedoeld in titel 1 en 3 van de bij deze verordening behorende tarieventabel, indien deze aanvraag een vergunning betreft voor een algemeen nut beogende instelling of plaatselijke non-profitinstelling die zich blijkens haar statuten de uitoefening ten doel stelt van activiteiten van maatschappelijke, sociale of culturele aard en waarbij de activiteiten in hoofdzaak worden verricht door vrijwilligers.

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet.

  • 3. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 30 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Vermindering of teruggaaf

  • 1. Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in die tarieventabel opgenomen bepaling.

  • 2. Voor de toepassing van artikel 28, vierde lid, van de Invorderingswet 1990 wordt de teruggaaf van leges, bedoeld in het eerste lid, aangemerkt als een vermindering van de belastingaanslag.

Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden

Het college is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:

  • a.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • b.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:

    • 1.

      onderdeel 1.1.9 (akten burgerlijke stand);

    • 2.

      hoofdstuk 2 (reisdocumenten);

    • 3.

      hoofdstuk 3 (rijbewijzen);

    • 4.

      onderdelen 1.4.5 en 1.4.6 (verstrekkingen uit de basisregistratie personen met behulp van alternatieve media of schriftelijk);

    • 5.

      hoofdstuk 6 (verstrekkingen op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens);

    • 6.

      onderdeel 1.9 1 (verklaring omtrent het gedrag);

    • 7.

      hoofdstuk 16 (kansspelen);

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De ‘Legesverordening 2015’, vastgesteld bij raadsbesluit van 6 november 2014, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2016.

  • 4.

    Deze verordening wordt aangehaald als 'Legesverordening 2016”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 5 november 2015
de griffier, de voorzitter,

Bijlage Tarieventabel 2016, behorende bij de Legesverordening 2016

Tarieventabel 2016, behorende bij de Legesverordening 2016

Titel 1

Algemene dienstverlening

Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand

1.1.1

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap:

1.1.1.1

in het Stadhuis aan het Stadhuisplein op:

1.1.1.1.1

maandag tot en met donderdag

€ 162,00

1.1.1.1.2

vrijdag

€ 227,00

1.1.1.1.3

zaterdag

€ 454,00

1.1.1.2

in het voormalige Stadhuis aan de Grote Markt op:

1.1.1.2.1

zondag

€ 1.362,00

1.1.1.2.2

maandag tot en met donderdag

€ 322,00

1.1.1.2.3

vrijdag

€ 454,00

1.1.1.2.4

zaterdag

€ 907,00

1.1.3

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap in een bijzonder huis op grond van artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek

1.1.3.1

zondag

€ 1.362,00

1.1.3.2

maandag tot en met donderdag

€ 322,00

1.1.3.3

vrijdag

€ 454,00

1.1.3.4

zaterdag

€ 907,00

1.1.5

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van een trouwboekje of partnerschapboekje

€ 23,60

1.1.6

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand.

Hoofdstuk 2 Reisdocumenten

1.2

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag:

1.2.1

van een nationaal paspoort:

1.2.1.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 64,40

1.2.1.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ 51,20

1.2.2

van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in 1.2.1 (zakenpaspoort):

1.2.2.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 64,40

1.2.2.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ 51,20

1.2.3

van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort):

1.2.3.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 64,40

1.2.3.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ 51,20

1.2.4

van een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen

€ 51,20

1.2.5

van een Nederlandse identiteitskaart:

1.2.5.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 50,40

1.2.5.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ 28,45

1.2.6

voor een spoedlevering van de in de onderdelen 1.2.1 tot en met 1.2.5 genoemde documenten worden de in die onderdelen genoemde leges vermeerderd met een bedrag van

€ 47,30

Hoofdstuk 3 Rijbewijzen

1.3.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs

€ 38,95

1.3.2

Het tarief genoemd in onderdeel 1.3.1 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met

€ 34,10

1.3.3

Indien de aanvraag als bedoeld in 1.3.1 strekt tot vervanging van een reeds eerder verstrekt rijbewijs welke bij de aanvraag niet kan worden overgelegd, wordt het in dit artikel genoemde bedrag verhoogd met

€ 31,00

1.3.4

Het in artikel 1.3.3 bepaalde is niet van toepassing indien reeds bij het aanvragen van het rijbewijs het verhoogde bedrag als bedoeld in artikel 1.3.2 is voldaan

Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de basisregistratie personen

1.4.1

Voor de toepassing van dit hoofdstuk, met uitzondering van de onderdelen 1.4.3 en 1.4.4, wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd.

1.4.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.4.2.1

tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking

€ 9,80

1.4.2.2

tot het afsluiten van een abonnement op het verstrekken van gegevens gedurende de periode van één jaar:

1.4.2.2.1

voor 100 verstrekkingen

€ 324,20

1.4.2.2.2

voor 500 verstrekkingen

€ 970,60

1.4.3

Voor de toepassing van onderdeel 1.4.4 wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens over één persoon die niet zijn opgenomen in de basisregistratie personen.

1.4.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.4.4.1

tot het verstrekken van gegevens: per verstrekking

€ 9,80

1.4.5

Wanneer de in de voorgaande onderdelen genoemde gegevens worden verstrekt met behulp van alternatieve media worden de daarin genoemde bedragen verhoogd met

€ 23,20

1.4.6

In afwijking van de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het schriftelijk verstrekken van gegevens als bedoeld in artikel 17, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen

€ 7,50

1.4.7

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doornemen van de basisregistratie personen, voor ieder daaraan besteed kwartier

€ 21,20

1.4.8

Het tarief bedraagt terzake van het op verzoek tot het verstrekken van statistische of demografische gegevens, voor ieder daaraan besteed kwartier

€ 21,20

1.4.9

Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven van een:

1.4.9.1

afschrift uit basisregistratie personen van persoonsgegevens:

1.4.9.1.1

voor één persoon - in het Nederlands

€ 9,90

1.4.9.1.2

voor één persoon - in meerdere talen

€ 17,00

1.4.9.1.3

voor twee of meer personen - in het Nederlands

€ 9,90

Hoofdstuk 5 Verstrekkingen uit het Kiezersregister

1.5

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een inlichting betreffende de registratie van de aanvrager als kiezer bedoeld in artikel D4 van de Kieswet

€ 6,80

Hoofdstuk 6 Verstrekkingen op grond van Wet bescherming persoonsgegevens

1.6.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een bericht als bedoeld in artikel 35 van de Wet bescherming persoonsgegevens:

1.6.1.1

bij verstrekking op papier, indien het afschrift bestaat uit:

1.6.1.1.1

ten hoogste 100 pagina’s, per pagina

€ 0,23

met een maximum per bericht van

€ 4,50

1.6.1.1.2

meer dan 100 pagina’s

€ 22,50

1.6.1.2

bij verstrekking anders dan op papier

€ 4,50

1.6.1.3

dat bestaat uit een afschrift van een, vanwege de aard van de verwerking, moeilijk toegankelijke gegevensverwerking

€ 22,50

1.6.2

Indien voor hetzelfde bericht op grond van de onderdelen 1.6.1.1, 1.6.1.2 en 1.6.1.3 meerdere vergoedingen kunnen worden gevraagd, wordt slechts de hoogste gevraagd.

1.6.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzet als bedoeld in artikel 40 van de Wet bescherming persoonsgegevens

€ 4,50

Hoofdstuk 7 Bestuursstukken

1.7.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

1.7.1.1

een afschrift van de gemeentebegroting

€ 16,80

1.7.1.2

een afschrift van de gemeenterekening

€ 16,80

1.7.1.3

een afschrift van het burgerjaarverslag

€ 3,40

1.7.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.7.2.1

tot het verstrekken van:

1.7.2.1.1

het verslag van een raadsvergadering, per vergadering

€ 3,40

1.7.2.2

tot het afsluiten van een abonnement voor een kalenderjaar:

1.7.2.2.1

op de verslagen van de raadsvergaderingen

€ 50,20

1.7.2.2.2

op de stukken behorende bij de raadsvergaderingen

€ 50,20

1.7.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afsluiten van een abonnement voor een kalenderjaar op het gemeenteblad

€ 50,20

1.7.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

1.7.4.1

een afschrift van de algemene plaatselijke verordening

€ 16,80

1.7.4.2

een afschrift van de bouwverordening

€ 78,90

1.7.4.3

een afschrift van een andere dan onder 1.7.5.1.en 1.7.5.2 genoemde verordening

€ 8,40

1.7.4.4

een afschrift van een volledige verzameling verordeningen, met uitzondering van die genoemd onder 1.7.4.2

€ 82,70

Hoofdstuk 8 Vastgoedinformatie

1.8.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.8.1.1

tot het verstrekken van een fotokopie van een plan, zoals bestemmingsplan, voorbereidingsbesluit, streekplan, wegenkaart behorende bij de legger bedoeld in onderdeel 1.8.2.2, structuurplan of stadsvernieuwingsplan:

€ 78,90

1.8.1.2

tot het verstrekken van een lichtdruk van een plan, zoals bestemmingsplan, voorbereidingsbesluit, streekplan, wegenkaart behorende bij de legger bedoeld in onderdeel 1.8.2.2, structuurplan of stadsvernieuwingsplan, per dm2 lichtdruk

€ 8,40

1.8.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of uittreksel uit:

1.8.2.1

de gemeentelijke basisregistratie adressen of de gemeentelijke basisregistratie gebouwen, bedoeld in artikel 2 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen

€ 6,80

1.8.2.2

de legger bedoeld in artikel 27 van de Wegenwet

€ 6,80

1.8.2.3

de inschrijving in het register bedoeld in artikel 6, eerste lid, van de Monumentenwet 1988

€ 6,80

1.8.2.4

het openbare register van beschermde monumenten bedoeld in artikel 20 van de Monumentenwet 1988

€ 6,80

1.8.2.5

het gemeentelijke beperkingenregister of de gemeentelijke beperkingenregistratie, bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen, dan wel tot het verstrekken van een aan die registratie ontleende verklaring, als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder c, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen

€ 6,80

1.8.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van kopieën van:

1.8.3.1

het gemeentelijke adressenbestand of delen daarvan, per adres

€ 4,10

1.8.3.2

het gemeentelijke relatiebestand adres - kadastraal perceel of delen daarvan, per gelegde relatie

€ 4,10

1.8.3.3

het gemeentelijke adrescoördinaten bestand of delen daarvan, per adrescoördinaat

€ 4,10

Hoofdstuk 9 Overige publiekszaken

1.9

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.9.1

1.9.1.1

1.9.1.2

tot het verkrijgen van een verklaring omtrent het gedrag

indien de aanvraag wordt gedaan voor 1 maart 2016

indien de aanvraag wordt gedaan na 1 maart 2016

€ 30,05

€ 41,35

1.9.2

tot het verkrijgen van een bewijs van in leven zijn

€ 9,90

1.9.3

tot het verkrijgen van een legalisatie van een handtekening

€ 9,90

1.9.4

voor het ter legalisatie zenden van stukken naar een andere gemeente in Nederland in het persoonlijk belang van de aanvrager

€ 9,90

1.9.5

voor bemiddeling bij informatieoverdracht ten aanzien van geboorte- en huwelijksaangifte en opnemingen in de gemeentelijke basis administratie persoonsgegevens (raadplegen GBA-V), per raadpleging

€ 3,60

1.9.7

tot het afstand doen van Nederlandschap

€ 34,70

Hoofdstuk 10 Gemeentearchief

1.10.1

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan besteed kwartier

€ 8,10

1.10.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van:

1.10.2.1

een afschrift of fotokopie van een in het gemeentearchief berustend stuk, per pagina

-op A-4 formaat

€ 0,41

-op A-3 formaat

€ 0,52

1.10.2.2

een fotoreproduktie van een afbeelding uit de verzamelingen van de archiefdienst, met een formaat in centimeters van:

-13 x 18 : - voor een glansfoto

€ 4,90

-voor een foto op documentpapier

€ 4,50

-18 x 24 : - voor een glansfoto

€ 8,10

-voor een foto op documentpapier

€ 5,70

-24 x 30 : - voor een glansfoto

€ 13,10

-voor een foto op documentpapier

€ 8,10

-30 x 40 : - voor een glansfoto

€ 19,30

-voor een foto op documentpapier

€ 10,70

-40 x 50 : - voor een glansfoto

€ 27,20

-voor een foto op documentpapier

€ 14,50

-50 x 60 : - voor een glansfoto

€ 38,60

-voor een foto op documentpapier

€ 19,30

1.10.2.3

Het tarief voor het uitlenen van archiefbescheiden bedraagt per uitlening

€ 19,30

1.10.3

Indien de archiefbescheiden op verzoek van de aanvrager worden toegezonden, worden de in dit hoofdstuk genoemde tarieven verhoogd met de verzendkosten.

Hoofdstuk 11 Huisvestingswet 2014

1.11

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.11.1

tot het verlenen van een huisvestingsvergunning als bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de Huisvestingswet 2014

€ 35,40

1.11.2

tot indeling in een urgentiecategorie als bedoeld in artikel 13, tweede lid, van de Huisvestingswet 2014

€ 55,70

Hoofdstuk 12 Leegstandwet

1.12

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.12.1.1

tot het verkrijgen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet

€ 57,70

1.12.1.2

tot verlenging van een vergunning tot tijdelijk verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, vijfde lid, van de Leegstandswet

€ 15,50

1.12.2

Indien aanvragen als bedoeld in de subonderdelen 1.12.1.1 en 1.12.1.2 gelijktijdig worden ingediend en woonruimten in hetzelfde gebouw, zoals een flat, een school of een kantoor betreffen, worden de in die subonderdelen bedoelde leges slechts eenmaal geheven.

Hoofdstuk 14 Standplaatsen

1.14

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een standplaatsvergunning als bedoeld in artikel 5.17 en 5.18 van de Algemene plaatselijke verordening

€ 33,70

Hoofdstuk 15 Winkeltijdenwet

1.15

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.15.1

voor een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet of het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet

€ 33,70

1.15.2

tot het verlenen van toestemming om een in onderdeel 1.15.1 bedoelde ontheffing over te dragen aan een ander

€ 8,30

1.15.3

tot het intrekken of wijzigen van een in onderdeel 1.15.1 bedoelde ontheffing

€ 8,30

Hoofdstuk 16 Kansspelen

1.16.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen:

1.16.1.1

voor een periode van twaalf maanden voor één speelautomaat

€ 56,50

1.16.1.2

voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer speelautomaten, voor de eerste kansspelautomaat

€ 56,50

en voor iedere volgende kansspelautomaat

€ 34,00

1.16.1.3

voor één kansspelautomaat, welke vergunning geldt voor onbepaalde tijd

€ 226,50

1.16.1.4

voor twee of meer kansspelautomaten, welke vergunning geldt voor onbepaalde tijd, voor de eerste kansspelautomaat

€ 226,50

en voor iedere volgende kansspelautomaat

€ 136,00

1.16.2

De subonderdelen 1.16.1.1 en 1.16.1.2 zijn van overeenkomstige toepassing, indien de vergunning geldt voor een tijdvak, korter dan twaalf maanden of langer dan twaalf maanden maar ten hoogste vier jaar, met dien verstande dat de daar genoemde bedragen naar evenredigheid van het verschil in looptijd van de vergunning verlaagd onderscheidenlijk verhoogd worden.

1.16.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning)

€ 23,80

1.16.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 28 van de Wet op de kansspelen (prijsvraagvergunning)

€ 23,80

Hoofdstuk 17 Telecommunicatie

1.17.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, van de Telecommunicatiewet

€ 160,20

1.17.1.2

indien met betrekking tot een melding overleg moet plaatsvinden tussen gemeente, andere beheerders van openbare grond en de aanbieder van het netwerk, voor ieder daaraan besteed uur, verhoogd met

€ 80,40

1.17.1.3

indien met betrekking tot een melding onderzoek naar de status van de kabel plaatsvindt, verhoogd met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de melding aan de melder meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

1.17.2

Indien een begroting als bedoeld in 1.17.1.3 is uitgebracht, wordt een melding in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de melder ter kennis is gebracht, tenzij de melding voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

Hoofdstuk 18 Verkeer en vervoer

1.18

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.18.1

tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990

€ 43,60

1.18.2

tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen

€ 26,90

1.18.3

tot het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW)

€ 26,90

1.18.4

tot verkrijgen van een geneeskundige verklaring ingevolge de Wet Personenvervoer

€ 28,00

Hoofdstuk 19 Diversen

1.19.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een exemplaar van de gemeentelijke lijst van monumenten van geschiedenis en kunst

€ 43,10

1.19.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

1.19.2.1

gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina

€ 6,80

1.19.2.2

afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

€ 0,16

1.19.2.3

kaarten, tekeningen en lichtdrukken, al dan niet behorend bij de in de onderdelen 1.19.2.1 en 1.19.2.2 genoemde stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per kaart, tekening of lichtdruk

€ 8,40

vermeerderd met

€ 3,40

voor elke 10 dm2 waarmee de oppervlakte van de kaart, tekening of lichtdruk de 10 dm2 te boven gaat;

1.19.2.4

een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen

€ 33,70

1.19.2.5

stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina

€ 6,80

1.19.2.6

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het in een weg te graven of te spitten en andere activiteiten als bedoeld in artikel 2.11 van de Algemene plaatselijke verordening, niet zijnde een aanvraag om een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.3.8 van deze legesverordening

€ 160,20

Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen

2.1.1

Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:

2.1.1.1

aanlegkosten:

de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft;

2.1.1.2

bouwkosten:

de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten, exclusief omzetbelasting, bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft;

2.1.1.4

Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

2.1.2

In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.

2.1.3

In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.

Hoofdstuk 2 Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag

2.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

2.2.1

om vooroverleg in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project in het kader van de Wabo, activiteit bouwen, vergunbaar is indien de bouwkosten minder dan €100.000,00 bedragen

€ 205,00

2.2.2

om vooroverleg in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project in het kader van de Wabo, activiteit bouwen, vergunbaar is indien de bouwkosten meer dan €100.000,00 bedragen

€ 410,00

Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning

2.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

2.3.1

Bouwactiviteiten

2.3.1.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:

2.3.1.1.1

indien de bouwkosten minder dan € 4.000 bedragen:

€ 117,90

2.3.1.1.2

indien de bouwkosten € 4.000 of meer bedragen:

€ 117,90

vermeerderd met:

2,55%

van de bouwkosten, waarmee de bouwkosten € 4.000,- te boven gaan.

2.3.2

Aanlegactiviteiten

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief:

1,06%

van de aanlegkosten, met een minimum van

€ 64,40

2.3.4

Planologisch strijdig gebruik

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, bedraagt het tarief:

2.3.4.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):

€ 212,00

2.3.4.2

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking of tijdelijke afwijking):

€ 212,00

2.3.4.3

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):

€ 508,10

2.3.4.4

indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking):

€ 212,00

2.3.4.5

indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):

€ 64,40

2.3.4.6

indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):

€ 64,40

2.3.4.7

indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):

€ 64,40

2.3.4.8

indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):

€ 64,40

2.3.5

In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 80,70

2.3.6

Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten

2.3.6.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens provinciale verordening of de Monumentenverordening Gorinchem aangewezen monument, waarvoor op grond van die provinciale verordening of artikel 11 van die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:

2.3.6.1.1

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument:

€ 64,40

2.3.6.1.2

voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 64,40

2.3.6.2

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, van de Wabo, op het slopen van een bouwwerk in een krachtens provinciale verordening aangewezen stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder c, van de Wabo, waarvoor op grond van die provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:

€ 64,40

2.3.6.3

Indien de aanvraag voor advies wordt voorgelegd aan de Monumentencommissie worden de in 2.3.6.1 en 2.3.6.2 genoemde bedragen verhoogd met

€ 28,80

2.3.7

Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 64,40

2.3.8

Aanleggen of veranderen weg

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2.11 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 64,40

2.3.9

Handelsreclame

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op handelsreclame met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats, waarvoor ingevolge een bepaling in een provinciale verordening of artikel 4:15 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief indien de activiteit bestaat uit het maken of voeren van die handelsreclame bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder g, van de Wabo:

€ 64,40

2.3.10

Uitweg/inrit

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 64,40

2.3.11

Kappen

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 4.11 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 64,40

2.3.12

Opslag van roerende zaken

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op de opslag van roerende zaken in een bepaald gedeelte van de provincie of de gemeente, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 4:13 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:

2.3.12.1

indien de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder j, van de Wabo:

€ 64,40

2.3.12.2

indien de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder k, van de Wabo:

€ 64,40

2.3.13

Projecten of handelingen in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998

2.3.13.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op handelingen in een beschermd natuurgebied die schadelijk kunnen zijn voor het natuurschoon, de natuurwetenschappelijke betekenis of voor de dieren of planten, als bedoeld in artikel 16, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 bedraagt het tarief:

€ 64,40

2.3.13.2

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het realiseren van projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats en soorten in een door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aangewezen gebied als bedoeld in artikel 19d, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998

€ 64,40

2.3.14

Handelingen in het kader van de Flora- en Faunawet

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een handeling waarvoor op grond van artikel 75, derde lid, van de Flora- en Faunawet ontheffing nodig is, bedraagt het tarief

€ 64,40

2.3.15

Andere activiteiten

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling:

2.3.15.1

behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 64,40

2.3.15.2

behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:

2.3.15.2.1

als het een gemeentelijke verordening betreft

€ 64,40

2.3.15.2.2

als het een provinciale of waterschapsverordening betreft

€ 64,40

2.3.16

Omgevingsvergunning in twee fasen

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:

2.3.16.1

voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft;

2.3.16.2

voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.

2.3.17

Beoordeling bodemrapport

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld:

2.3.17.1

voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport

€ 423,30

2.3.17.2

voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport

voor particuliere bouw

€ 277,20

voor bedrijfslocaties

€ 693,50

2.3.18

Advies

Welstandstoets

2.3.18.1

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 en 2.3.9 wordt het tarief, indien daarvoor een welstandstoets noodzakelijk is

verhoogd met:

indien de bouwkosten minder dan € 25.000 bedragen:

indien de bouwkosten € 25.000 tot € 1.250.000 bedragen:

van de bouwkosten;

indien de bouwkosten meer dan € 1.250.000 bedragen:

€ 45,00

0,18%

€ 2.250,00

Verplicht advies

2.3.18.2

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 en 2.3.9 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische commissie nodig is en wordt beoordeeld:

€ 288,80

2.3.18.3

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 en 2.3.9 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een monumentenadvies nodig is en wordt beoordeeld

€ 288,80

2.3.18.4

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1, 2.3.9 en 2.3.14 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies in het kader van flora en fauna nodig is en wordt beoordeeld

€ 288,80

2.3.18.5

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

2.3.18.6

Indien een begroting als bedoeld in 2.3.18.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

2.3.19

Verklaring van geen bedenkingen

2.3.19.1

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:

2.3.19.1.1

indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven:

€ 64,40

2.3.19.1.2

indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

2.3.19.2

Indien een begroting als bedoeld in 2.3.19.1.2 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

Hoofdstuk 4 Vermindering

2.4.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg of beoordeling van een conceptaanvraag als bedoeld in hoofdstuk 2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de ter zake van het vooroverleg of de beoordeling van de conceptaanvraag geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning bedoeld in hoofdstuk 3.

2.4.2

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op meer dan vijf activiteiten, bestaat aanspraak op vermindering van leges, met uitzondering van het legesdeel in verband met adviezen of verklaringen van geen bedenkingen als bedoeld in de onderdelen 2.3.17 en 2.3.18. De vermindering bedraagt:

2.4.2.1

bij 5 tot 10 activiteiten:

5%

van de voor die activiteiten verschuldigde leges;

2.4.2.2

bij 10 tot 15 activiteiten:

7%

van de voor die activiteiten verschuldigde leges;

2.4.2.3

bij 15 of meer activiteiten:

9%

van de voor die activiteiten verschuldigde leges.

2.4.3

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een vergunningvrije activiteit, wordt voor die betreffende activiteit geen leges in rekening gebracht.

Hoofdstuk 5 Teruggaaf

2.5.1

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

2.5.1.1

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

indien de aanvraag wordt ingetrokken na het in behandeling nemen ervan

60%

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;

2.5.2

Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- en/of aanlegactiviteiten

2.5.2.1

Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw- en/of aanlegactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1 en 2.3.2 intrekt, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 6 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:

50%

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

2.5.3

Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw- en/of aanlegactiviteiten

2.5.3.1

Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw- en/of aanlegactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1 of 2.3.2 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

50%

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

2.5.3.2

Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.5.3.1 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.

2.5.4

Minimumbedrag voor teruggaaf

Een bedrag minder dan € 22,20 wordt niet teruggegeven.

2.5.5

Geen teruggaaf legesdeel advies of verklaring van geen bedenkingen

Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 2.3.1.2.1, 2.3.1.2.2, 2.3.18 en 2.3.19 wordt geen teruggaaf verleend.

Hoofdstuk 6 Achteraf ingediende aanvraag

2.6.1

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit:

10%

2.6.2

van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges, met een maximum van

€ 1.052,70

2.6.3

onverminderd het bepaalde in onderdelen 2.3.2 tot en met 2.3.14, bedraagt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de werkzaamheden

€ 33,70

Hoofdstuk 7 Niet in behandeling nemen aanvraag omgevingsvergunning

2.7

Het tarief bedraagt voor een aanvraag die, na toepassing van het bepaalde in artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht, niet verder in behandeling wordt genomen:

€ 64,40

Hoofdstuk 8 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project

2.8.1

Het tarief bedraagt voor het gewijzigd uitvoeren van een project als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges, met een minimum van:

€ 64,40

2.8.2

Het tarief bedraagt voor het gewijzigd uitvoeren van een project anders dan bedoeld in onderdeel 2.8.1

€ 400,00

Hoofdstuk 9 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten

2.9.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening

€ 1.218,50

2.9.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening

€ 212,00

Hoofdstuk 10 In deze titel niet benoemde beschikking

2.10

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking:

€ 64,40

Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn

Hoofdstuk 1 Horeca

3.1.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning op grond van artikel 3 van de Drank- en Horecawet

€ 201,30

3.1.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding als bedoeld in artikel 30 van de Drank- en Horecawet

€ 167,80

3.1.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Drank- en Horecawet

€ 33,70

3.1.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 2.29 en 2.30 van de Algemene plaatselijke verordening (een ontheffing sluitingstijd)

€ 33,70

Hoofdstuk 2 Organiseren evenementen of markten

3.2.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2.25 van de Algemene plaatselijke verordening (evenementenvergunning)

€ 33,70

Hoofdstuk 3 Prostitutiebedrijven

3.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

3.3.1

een exploitatievergunning of wijziging van een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 3.4, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening, anders dan een wijziging bedoeld in onderdeel 3.3.2

€ 840,00

3.3.2

wijziging van een exploitatievergunning in verband met uitsluitend een wijziging van het beheer in een seksinrichting of escortbedrijf, als bedoeld in artikel 3.15, tweede lid, van de Algemene plaatselijke verordening

€ 110,30

Hoofdstuk 4 Speelautomatenhal

3.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

3.4.1

een exploitatievergunning of wijziging van een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 2 van de Speelautomatenhalverordening

€ 5.211,00

3.4.2

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag of weigering vergunning

Als een aanvrager zijn aanvraag om een vergunning, als bedoeld in onderdeel 3.4.1 intrekt, of als de gemeente de vergunning weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt

3.4.2.1

indien de aanvraag wordt ingetrokken of de vergunning wordt geweigerd in fase 1 (beoordeling ontvankelijkheid)

90%

van de op grond van onderdeel 3.4.1 verschuldigde leges;

3.4.2.2

indien de aanvraag wordt ingetrokken of de vergunning wordt geweigerd in fase 2 (vergelijking aanvragen)

25%

van de op grond van onderdeel 3.4.1 verschuldigde leges

3.4.2.3

indien de aanvraag wordt ingetrokken of de vergunning wordt geweigerd in fase 3 (toetsing Wet Bibob)

15%

van de op grond van onderdeel 3.4.1 verschuldigde leges

3.4.3

Onder een weigering bedoeld in onderdeel 3.4.2 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak

Hoofdstuk 5 Huisvestingswet 2014

3.5

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

3.5.1

tot het verlenen van een vergunning tot onttrekking van woonruimte aan de bestemming tot bewoning als bedoeld in artikel 21, aanhef en onder a, van de Huisvestingswet 2014

€ 59,10

3.5.2

tot het verlenen van een vergunning tot samenvoeging van woonruimte met andere woonruimte als bedoeld in artikel 21, aanhef en onder b, van de Huisvestingswet 2014

€ 59,10

3.5.3

tot het verlenen van een vergunning tot omzetting van zelfstandige woonruimte in onzelfstandige woonruimte als bedoeld in artikel 21, aanhef en onder c, van de Huisvestingswet 2014

€ 59,10

3.5.4

tot het verlenen van een vergunning voor het verbouwen van woonruimte tot twee of meer woonruimten als bedoeld in artikel 21, aanhef en onder d, van de Huisvestingswet 2014

€ 59,10

3.5.5

tot het verlenen van een splitsingsvergunning als bedoeld in artikel 21, aanhef en onder c, van de Huisvestingswet 2014

€ 59,10

Hoofdstuk 6 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

3.6

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

€ 64,50

Behoort bij raadsbesluit van 5 november 2015

De griffier van Gorinchem,