Besluit tot wijziging van de Beleidsregels beschermd wonen en opvang gemeente Dordrecht (eerste wijziging)

Geldend van 01-01-2020 t/m heden

Intitulé

Besluit tot wijziging van de Beleidsregels beschermd wonen en opvang gemeente Dordrecht (eerste wijziging)

gezien het voorstel inzake vaststellen wijziging van Beleidsregels beschermd wonen en opvang en Nadere regels beschermd wonen en opvang gemeente Dordrecht;

gelet op de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en artikel 4:81 Algemene wet bestuursrecht;

verwijzende naar het door elke regiogemeente vastgestelde Besluit mandaat, volmacht en machtiging beschermd wonen en opvang;

B E S L U I T :

vast te stellen het navolgende

Besluit tot wijziging van de Beleidsregels beschermd wonen en opvang gemeente Dordrecht (eerste wijziging)

Artikel I Wijziging beleidsregels

De beleidsregels beschermd wonen en opvang gemeente Dordrecht worden als volgt gewijzigd:

A

Het voorwoord komt als volgt te luiden:

Op grond van artikel 4:81, lid 1 Algemene wet bestuursrecht kan het college beleidsregels vaststellen voor het bereiken van de resultaten op het gebied van maatschappelijke ondersteuning:

"1. Een bestuursorgaan kan beleidsregels vaststellen met betrekking tot een hem toekomende of onder zijn verantwoordelijkheid uitgeoefende, dan wel door hem gedelegeerde bevoegdheid."

In de beleidsregels geeft het college uitwerking aan vigerende wet- en regelgeving ten behoeve van het nemen van beslissingen. Na vaststelling van de beleidsregels kan hiernaar in beschikkingen eenvoudig worden verwezen. Bij gewijzigd beleid kan het college de beleidsregels aanpassen.

De Verordening beschermd wonen en opvang is door de raden van de diverse gemeenten (Alblasserdam, Dordrecht, Hendrik-Ido-Ambacht, Papendrecht, Sliedrecht, Zwijndrecht, Molenlanden, Gorinchem, Hardinxveld-Giessendam, Leerdam en Zederik (nu: gefuseerd tot gemeente Vijfheerenlanden met Vianen) vastgesteld. Vervolgens hebben de colleges van de diverse gemeenten Nadere regels beschermd wonen en opvang vastgesteld. Daarnaast heeft het college van de centrumgemeente Dordrecht, namens de colleges van de diverse gemeenten, deze beleidsregels beschermd wonen en opvang vastgesteld. De betreffende colleges hebben hiertoe aan het college van de centrumgemeente Dordrecht mandaat verleend.

B

Artikel 5.4, eerste lid komt te luiden:

  • 1.

    Het aanbod beschermd wonen is te verdelen in 25 arrangementen:

  • a.

    BW uitstroomarrangement;

  • b.

    1=1 persoon arrangement, extramurale setting, licht (exclusief huisvesting);

  • c.

    1=1 persoon arrangement, extramurale setting, midden (exclusief huisvesting);

  • d.

    1=1 persoon arrangement, extramurale setting, zwaar (exclusief huisvesting);

  • e.

    1=1 persoon arrangement, extramurale setting, licht (inclusief huisvesting);

  • f.

    1=1 persoon arrangement, extramurale setting, midden (inclusief huisvesting);

  • g.

    1=1 persoon arrangement, extramurale setting, zwaar (inclusief huisvesting);

  • h.

    ≤ 6 personen extramurale setting, inclusief gedeeld wonen, licht (exclusief huisvesting);

  • i.

    ≤ 6 personen extramurale setting, inclusief gedeeld wonen, midden (exclusief huisvesting);

  • j.

    ≤ 6 personen extramurale setting, inclusief gedeeld wonen, zwaar (exclusief huisvesting);

  • k.

    ≤ 6 personen extramurale setting, incl. gedeeld wonen, licht (inclusief huisvesting);

  • l.

    ≤ 6 personen extramurale setting, incl. gedeeld wonen, midden (inclusief huisvesting);

  • m.

    ≤ 6 personen extramurale setting, inclusief gedeeld wonen, zwaar (inclusief huisvesting;

  • n.

    ≤ 12 personen extramurale setting, licht (exclusief huisvesting);

  • o.

    ≤ 12 personen extramurale setting, midden (exclusief huisvesting);

  • p.

    ≤ 12 personen extramurale setting, zwaar (exclusief huisvesting);

  • q.

    ≤ 12 personen extramurale setting, licht (inclusief huisvesting);

  • r.

    ≤ 12 personen extramurale setting, midden (inclusief huisvesting);

  • s.

    ≤ 12 personen extramurale setting, zwaar (inclusief huisvesting);

  • t.

    ≤ 12 personen intramurale setting, licht;

  • u.

    ≤ 12 personen intramurale setting, midden;

  • v.

    ≤ 12 personen intramurale setting, zwaar;

  • w.

    > 12 personen intramurale setting, licht;

  • x.

    > 12 personen intramurale setting, midden;

  • y.

    > 12 personen intramurale setting, zwaar.

C

Artikel 5.8 komt te luiden:

Artikel 5.8 Bepalen categorie en omvang dagbesteding

  • 1.

    De dagbesteding is ingedeeld in drie verschillende categorieën en per categorie vijf klassen. De categorieën van dagbesteding zijn opgenomen in bijlage 3.

  • 2.

    De categorie dagbesteding wordt bepaald aan de hand van de volgende uitgangspunten:

  • a.

    de behoefte van de klant en de mantelzorger(s);

  • b.

    het te bereiken resultaat;

  • c.

    de belastbaarheid en het ontwikkelpotentieel van de klant.

  • 3.

    De omvang van de dagbesteding wordt vastgesteld in klassen. Deze klassen zijn:

  • klasse 1 = 1 tot en met 2 dagdelen per week;

  • klasse 2 = 3 tot en met 4 dagdelen per week;

  • klasse 3 = 5 tot en met 6 dagdelen per week;

  • klasse 4 = 7 tot en met 8 dagdelen per week;

  • klasse 5 = 9 tot en met 10 dagdelen per week.

D

Artikel 6.3 komt te luiden:

Artikel 6.3 Landelijke toegankelijkheid

Opvang is landelijk toegankelijk. Dat betekent dat de cliënt in elke gemeente van Nederland een aanvraag kan doen voor opvang. Nadere afspraken hierover zijn vastgelegd in het Convenant Landelijke Toegankelijkheid Maatschappelijke Opvang. In het Convenant zijn model-beleidsregels geformuleerd die we naleven.

E

Artikel 6.4 komt te luiden:

Opvang bestaat (voor wat betreft maatwerkvoorzieningen) uit: 24-uursopvang, vrouwenopvang, individuele begeleiding en dagbesteding.

F

Artikel 6.7, eerste lid komt te luiden:

De indicatie voor opvang wordt gesteld voor 24-uursopvang, vrouwenopvang, individuele begeleiding en dagbesteding.

G

In hoofdstuk 7 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 7.4 Kwaliteitseisen

In het kwaliteitskader Kwaliteit en Toezicht Beschermd Wonen en Opvang zijn kwaliteitseisen vastgelegd voor zowel gecontracteerde zorgaanbieders als aanbieders die met persoonsgebonden budgetten werken.

H

Bijlage 1 Overzicht van de resultaatgebieden wordt vervangen door bijgevoegde bijlage 1 Overzicht van de resultaatgebieden.

I

Bijlage 2 Toewijzing beschermd wonen wordt vervangen door bijgevoegde bijlage 2 Toewijzing beschermd wonen.

Artikel II Inwerkingtreding

Dit wijzigingsbesluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2020.

Artikel IIICiteertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: "Besluit tot wijziging van de Beleidsregels beschermd wonen en opvang gemeente Dordrecht (eerste wijziging)".

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van 12 november 2019.

Het college van Burgemeester en Wethouders

M.M. van der Kraan A.W. Kolff

secretaris burgemeester

Bijlage 1 OVERZICHT VAN DE RESULTAATGEBIEDEN

Hieronder een overzicht van de (reeds geaccordeerde) resultaatgebieden:

Resultaatgebied

BW/opvang

Financiën

De inwoner:

heeft zijn overzicht van financiën en administratie op orde;

betaalt zijn rekeningen tijdig;

heeft zijn inkomsten en uitgaven in balans;

heeft een inkomen;

komt rond van zijn leefgeld/zakgeld/inkomen;

is zich bewust van uitgaven die hij/zij zich wel/niet kan veroorloven;

bespreekt belangrijke post met de ondersteuner;

kan formulieren invullen;

kan belangrijke papieren bewaren en weer vinden;

weet naar welke instantie hij met welke vraag moet;

weet waar hij ondersteuning bij het invullen van formulieren ed. kan vinden;

heeft een geordende (financiële) administratie;

kan zelfstandig haar/zijn vraag stellen aan een (gemeentelijke) instantie;

heeft de nodige verzekeringen afgesloten;

beheert zijn financiën zelfstandig;

is aangemeld bij een instantie voor inkomensbeheer;

is aangemeld bij een instantie voor schuldhulpverlening;

heeft een vermindering van zijn schuldenlast.

Er zijn afspraken met schuldeisers over aflossing van de schulden.

Er is een overzicht van de totale schulden.

Schuldeisers zijn op de hoogte van de situatie van de inwoner.

Dagbesteding

De inwoner:

behoudt of ontwikkelt van (arbeids)vaardigheden;

heeft een evenwichtig dag-en-nachtritme;

kan het dagritme volhouden;

heeft regie over de invulling van zijn dag en ervaart hier ondersteuning bij;

ervaart ondersteuning in het behouden van zijn eigen dagstructuur;

kan vrije tijd indelen;

heeft een zinvolle daginvulling.

Huisvesting

De inwoner:

heeft veilige en toereikende huisvesting;

heeft beschikking over een zelfstandige of onzelfstandige woonruimte;

heeft bij het inkomen passende woonruimte;

behoud en ontwikkeling van woonvaardigheden/ bewonersvaardigheden (een goede buur zijn);

geeft geen overlast.

Huiselijke relaties

De inwoner:

kan relaties aangaan en behouden;

is zich bewust van de omgang met de relaties;

kan grenzen stellen binnen de relatie;

kan afspraken maken met relaties;

houdt zich aan gemaakte afspraken;

maakt problemen bespreekbaar;

gebruikt geen geweld.

Geestelijke gezondheid

De inwoner:

is zich bewust van psychische conditie;

doet wat nodig is om de psychische conditie te verbeteren;

weet wanneer hulp in te roepen;

ontvangt noodzakelijke behandeling van zorgprofessionals;

gebruikt voorgeschreven medicatie volgens voorschrift;

is therapie- en behandeltrouw;

beheert zelf medicatie, ook bij chronische ziekten en aandoeningen;

heeft een positief zelfbeeld;

bespreekt gevoelens;

kan omgaan met de psychische beperkingen;

is psychisch stabiel;

heeft realistisch zelfbeeld;

kan eigen klachten verwoorden.

Lichamelijke gezondheid

De inwoner:

is alert op verandering in en aan het lichaam;

beweegt om de gezondheid te verbeteren/behouden;

bezoekt zelf huisarts en specialist;

gebruikt voorgeschreven medicatie volgens voorschrift;

volgt voorgeschreven behandelingen op;

beheert zelf medicatie, ook bij chronische ziekten en aandoeningen;

gebruikt voorbehoedsmiddelen;

heeft veilige seksuele contacten;

kan lichamelijke klachten kenbaar maken.

Verslaving

De inwoner:

heeft zijn middelengebruik/verslaving onder controle;

heeft geen sociale, werk gerelateerde, emotionele of fysieke problemen als gevolg van gebruik/verslaving;

erkent middelengebruik en/of verslaving.

Activiteiten dagelijks leven

De inwoner:

is in staat zichzelf te verzorgen;

verzorgt het lichaam goed;

wast en verschoont zich regelmatig;

ziet er verzorgd uit;

kan zelfstandig boodschappen doen;

kan huishoudelijke taken uitvoeren;

kan eigen klachten verwoorden;

kan eigen administratie voeren;

is in staat om zelfstandig vervoer te organiseren;

kan zich oriënteren in tijd en plaats.

Sociaal netwerk

De inwoner:

heeft een gezond sociaal netwerk;

vervult binnen het sociaal netwerk een passende sociale rol;

is in staat een beroep te doen op personen in zijn/haar sociaal netwerk;

kan relaties aangaan en behouden;

is zich bewust van zijn omgang met relaties;

kan grenzen stellen binnen de relatie;

kan voor zichzelf opkomen binnen de relatie;

heeft contact met zijn familie of naasten;

heeft een vangnet;

heeft niet langer contact met personen die schadelijk zijn voor hem;

staat open voor opbouw sociaal netwerk;

kan eigen problematiek in relatie tot sociaal netwerk hanteren.

Maatschappelijke participatie

De inwoner:

beschikt over voldoende sociale vaardigheden;

houdt zich aan de gemaakte afspraken;

is lid van georganiseerde activiteit, zoals een club of vereniging, kerk of doet vrijwilligerswerk;

kan omgaan met rechten en plichten;

kan contact leggen met maatschappelijke instanties;

kan omgaan met instanties;

gaat op een respectvolle manier om met anderen;

kan gedachten en ideeën overbrengen.

Justitie

De inwoner:

komt tot en houdt zich aan de gemaakte afspraken met politie, justitie en reclassering;

pleegt geen overtredingen en delicten;

veroorzaakt geen overlast.

Bijlage 2 Toewijzing beschermd wonen

afbeelding binnen de regeling