Regeling vervallen per 09-06-2015

Verordening clientenparticipatie Gouda 2011

Geldend van 02-06-2011 t/m 08-06-2015 met terugwerkende kracht vanaf 01-09-2010

Intitulé

Verordening clientenparticipatie Gouda 2011

De raad van de gemeente Gouda

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 8 februari 2011, nummer 659483, inzake de verordening cliëntenparticipatie Gouda 2011;

gelet op artikel 147, eerste lid, van de Gemeentewet, artikel 47 van de Wet werk en bijstand en artikel 12, eerste lid, onderdeel d, van de Wet investeren in jongeren;

overwegende dat het noodzakelijk is de wijze waarop cliëntenparticipatie is geregeld bij verordening vast te stellen;

overwegende dat het noodzakelijk is de wijze waarop jongeren betrokken worden bij de uitvoering van de wet bij verordening te regelen;

besluit:

vast te stellen de Verordening cliëntenparticipatie Gouda 2011

artikel 1 begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    de gemeente: de gemeente Gouda;

  • b.

    de raad: de gemeenteraad van de gemeente Gouda;

  • c.

    het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente

Gouda;

  • d.

    de wethouder: de portefeuillehouder sociale zaken;

  • e.

    WWB: Wet werk en bijstand;

  • f.

    WIJ: Wet investeren in jongeren;

  • g.

    vertegenwoordiger van de gemeente: een door het college aangewezen ambtenaar van de gemeente;:

  • h.

    de voorzitter: de voorzitter van de cliëntenadviesraad; uitleg waarom dit weg moet: dit is een eis en geen begripsbepaling;

  • i.

    belangenorganisatie: cliënten- of vakorganisatie;

  • j.

    vertegenwoordiger: afgevaardigde van een belangenorganisatie;

  • k.

    de cliënt: de persoon die een uitkering, voorziening of subsidie ontvangt op grond van een door de gemeente uitgevoerde wettelijke of aanvullende regeling;

  • l.

    cliëntenadviesraad: uit cliënten en vertegenwoordigers van belangenorganisaties bestaand orgaan met taken en bevoegdheden zoals in deze verordening omschreven;

  • m.

    het ambtelijk secretariaat: het door de gemeente beschikbaar gestelde secretariaat ter ondersteuning van de cliëntenadviesraad;

  • n.

    agendacommissie: beraad gevormd door voorzitter, secretaris en vertegenwoordiger van de gemeente;

  • o.

    het periodiek overleg: het overleg tussen de leden van de cliëntenadviesraad;

  • p.

    het structureel overleg: het overleg tussen de gemeente en cliëntenadviesraad.

artikel 2 reikwijdte van de verordening

Deze verordening is van toepassing op de organisatie van de door de gemeente ingestelde cliëntenadviesraad.

artikel 3 opdracht cliëntenadviesraad

De cliëntenadviesraad heeft als taak de raad en het college gevraagd en ongevraagd te informeren en te adviseren, alsmede ontwikkelingen te signaleren over alle zaken die van belang zijn voor mensen met een inkomen rond het minimum.

artikel 4 deskundigheidbevordering

  • 1. De gemeente draagt zorg voor de deskundigheid van de leden van de cliëntenadviesraad door middel van kennisoverdracht door vakbekwame ambtenaren, scholing door instituten en dergelijke.

  • 2. De kosten komen, na overleg met de penningmeester, voor rekening van de gemeente. Dit bedrag wordt opgenomen in de begroting van de cliëntenadviesraad en gereserveerd op een gemeentelijke rekening ten behoeve van de cliëntenadviesraad.

artikel 5 bevoegdheden

1. initiatiefrecht

a. De cliëntenadviesraad heeft de bevoegdheid:

- alle aangelegenheden die de uitvoering van de WWB en de WIJ door de gemeente raken in het periodiek- en structureel overleg aan de orde te stellen;

- de kwaliteit van de gemeentelijke dienstverlening in het periodiek- en structureel overleg aan de orde te stellen;

- om voor een goede invulling van zijn opdracht in voorkomende gevallen, binnen een door de gemeente beschikbaar gesteld budget, gebruik te maken van in- en externe deskundigheid.

b.De cliëntenadviesraad stelt jaarlijks in overleg met de vertegenwoordiger van de gemeente , op basis van de gemeentelijke jaarplanning met betrekking tot de WWB en de WIJ, een activiteitenplan en een begroting op.

2. informatierecht

  • a.

    Het college draagt zorg voor het informeren van decliëntenadviesraad over de resultaten van onder andere cliënttevredenheidsonderzoeken, enquêtes en klachtenrapportages.

  • b.

    Het college draagt zorg dat de cliëntenadviesraad tijdig en op verzoek alle informatie krijgt die het voor de uitoefening van zijn taken zoals in deze verordening omschreven nodig heeft, tenzij enig wettelijk voorschrift de verstrekking daarvan in de weg staat. Zo nodig zullen deskundige ambtenaren mondelinge toelichting geven over het vigerende beleid, de invloed van het (nieuwe) rijksbeleid of over ideeën en plannen van de gemeente of de raad op het WWB en de WIJ- beleidsterrein.

3. adviesrecht

a.De cliëntenadviesraad heeft gekwalificeerd adviesrecht:

- in de beleidsfases visievorming, beleidsvoorbereiding, ontwerpen beleidsplan, vaststellen verordeningen;

- bij de totstandkoming van zaken waarmee de cliënt in de uitvoering door de dienst rechtstreeks wordt geconfronteerd, zoals formulieren, brochures, klachtenrapportages, enquêtes en cliënttevredenheidsonderzoeken.

  • b.

    Het college stelt de cliëntenadviesraad op een zodanig tijdstip in de gelegenheid advies uit te brengen over beleid en uitvoering dat er een daadwerkelijke invloed mogelijk is op de besluitvorming. Indien de gemeente om advies vraagt, wordt het advies binnen zes weken uitgebracht.

  • c.

    Het college geeft binnen zes weken een schriftelijke reactie op een uitgebracht advies; het

    kan alleen beargumenteerd afwijken van dit advies.

artikel 6 samenstelling cliëntenadviesraad

  • 1. De cliëntenadviesraad bestaat (exclusief voorzitter) uit maximaal 15 leden, waarvan twee derde deel (10) wordt voorgedragen door belangenorganisaties en één derde deel (5) wordt bezet via door de cliëntenadviesraad te houden verkiezingen onder cliënten.

  • 2. Per organisatie kan één vertegenwoordiger worden afgevaardigd.

  • 3. De namen van de belangenorganisaties, de zetelverdeling en het functieprofiel zijn vastgelegd in de bijlage van deze verordening.

artikel 7 voordracht, benoemingen en zittingsduur

  • 1. De gezamenlijke vertegenwoordigers en de gekozen cliënten worden als leden van de cliëntenadviesraad benoemd door het college.

  • 2. Het college benoemt op voordracht van de cliëntenadviesraad en de vertegenwoordiger van de gemeente een voorzitter. Deze voorzitter is geen cliënt en heeft geen binding met één van de betrokken organisaties of de gemeente.

  • 3. De benoemingen gelden voor een periode van vier jaar en kunnen één keer met eenzelfde periode worden verlengd. Zittende leden en voorzitter blijven tot in hun opvolging is voorzien.

  • 4. De cliëntleden vormen zo veel mogelijk een juiste afspiegeling van het cliëntenbestand van de dienst.

  • 5. Voor cliëntleden trekt het college de benoeming in, zes maanden na beëindiging van de uitkering, voorziening of subsidie waarvoor de gemeente verantwoordelijk is.

  • 6. De vertegenwoordigde organisatie heeft het recht om zijn door het college als lid benoemde vertegenwoordiger tussentijds gemotiveerd te vervangen, waarna benoeming plaatsvindt door het college.

  • 7. Wanneer een zittend lid om geldige redenen langdurig moet verzuimen kan de vertegenwoordigde organisatie een plaatsvervangend lid voordragen voor benoeming door het college.

  • 8. Alle benoemde personen ontvangen een schriftelijke bevestiging van het college.

artikel 8 structureel overleg

  • 1. De cliëntenadviesraad overlegt minimaal één keer per jaar met de wethouder of zoveel als noodzakelijk en minimaal vier keer per jaar met de vertegenwoordiger van de gemeente of zoveel meer als noodzakelijk.

  • 2. Op verzoek van tenminste twee leden van de cliëntenadviesraad of op verzoek van de gemeente worden, naast de reguliere bijeenkomsten, extra zittingen belegd. Aan dit verzoek wordt binnen vier weken voldaan, nadat het verzoek daartoe door de voorzitter is ontvangen.

artikel 9

  • periodiek overleg

    De cliëntenadviesraad kan ter voorbereiding van het structureel overleg dan wel in verband met zijn adviserende taak vergaderen. De gemeente draagt zorg voor accommodatie, inclusief vergaderfaciliteiten.

artikel 10 instellen commissie

  • 1. 1.De cliëntenadviesraad heeft de bevoegdheid om, bij voorkeur in overleg met de vertegenwoordiger van de gemeente, commissies in het leven te roepen die de cliëntenadviesraad adviseren. Deze commissies kunnen worden ingesteld op structurele of ad-hoc basis. In de commissies kunnen ook niet-leden en externe deskundigen zitting hebben.

  • 2. De bepalingen in deze verordening met betrekking tot de facilitering en vergoedingen van de (leden van de) cliëntenadviesraad zijn eveneens van toepassing op de (leden van een) commissie.

artikel 11 openbaarheid

Het periodiek- en structureel overleg van de cliëntenadviesraad is niet openbaar. De adviezen zijn wel openbaar. Indien de cliëntenadviesraad voornemens is om een van zijn adviezen aan de pers door te geven, dan stelt hij de vertegenwoordiger van de gemeente daarover vooraf op de hoogte.

artikel 12

verplichtingen

  • 1.

    De cliëntenadviesraad stelt jaarlijks een activiteitenplan en een begroting op.

  • 2.

    Jaarlijks vóór april maakt de cliëntenadviesraad een verslag van werkzaamheden over het afgelopen jaar.

  • 3.

    De gemeente draagt zorg voor een budget ten behoeve van kosten die samenhangen met het maken van een jaarverslag. Dit budget is opgenomen in de begroting van de cliëntenadviesraad.

artikel 13 financiën en vergoedingen

  • 1. Voor de aanwezigheid bij het periodiek- en structureel overleg hebben de leden en de voorzitter van de cliëntenadviesraad recht op de volgende vergoedingen:

    a. een onkostenvergoeding conform de beleidslijn ‘commissievergoedingen voor externe leden in commissies en besturen van de gemeente Gouda’;

    b. een vergoeding voor reis-, verblijf- en kinderoppaskosten op basis van declaratie;

    c. een budget op basis van een door de penningmeester ingediende begroting, toegekend na goedkeuring door het college.

artikel 14 garantstelling

  • 1. De gemeente draagt er zorg voor dat cliënten die lid zijn of waren van de cliëntenadviesraad uit hoofde van hun lidmaatschap op geen enkele wijze worden benadeeld ten aanzien van:

  • a. uitkering, voorziening of subsidie die zij ontvangen van de dienst;

  • b. bejegening door medewerkers van de gemeente.

  • 2.

    • De leden van de cliëntenadviesraad dragen zorg voor de bescherming van de privacy van cliënten die zich op enigerlei wijze tot de cliëntenadviesraad wenden.

    • 3.

      Aan de leden van de cliëntenadviesraad wordt geen geheimhouding opgelegd ten aanzien van door de gemeente verstrekte informatie. Wel dienen de leden zich te houden aan een van tevoren afgesproken embargo periode.

    • 4.

      Het ambtelijk secretariaat betracht geheimhouding over wat hem/haar ter kennis komt bij de uitvoering van zijn taak voor de cliëntenadviesraad.

artikel 15 geschillen betreffende deze verordening

Over geschillen voortkomend uit de toepassing van deze verordening beslist het college na het horen van de cliëntenadviesraad.

artikel 16 slotbepalingen

  • 1. communicatie

    De gemeente maakt het bestaan van een structuur van cliëntenparticipatie bekend bij de cliënten van de gemeente en de belangenorganisaties.

  • 2. evaluatie

      • a.

        De cliëntenadviesraad evalueert jaarlijks samen met de vertegenwoordiger van de gemeente het functioneren van het periodiek- en structureel overleg. Indien er op basis van deze evaluatieronde reden is de verordening aan te passen dan wordt hiertoe namens de cliëntenadviesraad de gemeente geadviseerd de verordening aan te passen.

      • b.

        De cliëntenadviesraad kan naar aanleiding van een evaluatie het college gemotiveerd verzoeken de voorzitter te vervangen, met dien verstande dat een besluit daartoe de instemming behoeft van twee derde deel van de leden van de cliëntenadviesraad.

  • 3. huishoudelijk reglement

    Ten dienste van zijn functioneren stelt de cliëntenadviesraad een huishoudelijk reglement op, waarin in ieder geval de administratieve ondersteuning, de in- en externe communicatie, de inrichting van vergaderingen, de onkostenvergoeding voor de (plaatsvervangend) leden, de verdeling van de middelen en de wijze van besluitvorming worden geregeld.

  • 4. nadere regels

    In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college na overleg met de cliëntenadviesraad.

artikel 17

De Verordening cliëntenparticipatie Wet werk en bijstand Gouda 2004 wordt ingetrokken.

artikel 18 inwerkingtreding van de verordening

Deze verordening treedt in werking 1 dag na publicatie en werkt terug tot 1 september 2010.

artikel 19 citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening cliëntenparticipatie Gouda 2011.

Aldus besloten in de openbare vergadering van

De Raad der gemeente voornoemd,

, voorzitter

, griffier

bijlage bij Verordening cliëntenparticipatie gouda 2011

cliëntenadviesraad

1.algemeen

Volgens artikel 47 van de Wet werk en bijstand en artikel 12 van de Wet Investeren in jongeren moet de gemeenteraad de cliëntenparticipatie in een verordening regelen. De gemeente Gouda heeft reeds jarenlang een overlegvorm met een cliëntenraad op basis van een WWB-verordening. Daaraan wordt nu doelgroep van de WIJ toegevoegd. Het vaststellen van deze verordening zal dan ook in de praktijk niet leiden tot een andere aanpak, maar is eerder een voortzetting van de huidige cliëntparticipatie.

2.zetelverdelingsregeling

Afvaardigende belangenorganisaties kunnen wijzigingsvoorstellen ten aanzien van onderstaande zetelverdeling indienen. Deze wijzigingsvoorstellen moeten overigens passen binnen de representativiteit van de belangenorganisaties.

De verdeling is als volgt:

A. belangenorganisaties aantal leden

  • a.

    Belangenorganisatie voor Allochtonen 1

  • b.

    Christelijke Nationaal Vakverbond 1

  • c.

    Diaconie Protestantse Kerken in Nederland 1

  • d.

    Federatie Nederlandse Vakvereniging 1

  • e.

    Leger des Heils 1

  • f.

    Maatschappelijke dienstverlening Kwadraad 1

  • g.

    Stichting Overlegorgaan Samenwerkende Ouderenorganisaties 1

  • h.

    Zorgbelang Zuid-Holland 1

  • i.

    Zorgvragersorganisatie GGZ Midden Holland 1

  • j.

    Vacant 1

B. cliënten 5

  • 3.

    ambtelijk secretariaat

    • a.

      Het secretariaat voor de cliëntenadviesraad wordt gevoerd door de gemeente. In overleg met de voorzitter wordt bepaald in hoeverre het ambtelijk secretariaat de door de cliëntenadviesraad ingestelde commissies ondersteunt. Het ambtelijk secretariaat is onder andere belast met:

      • 1)

        het opmaken van de agenda;

      • 2)

        het gereedmaken van vergaderstukken;

      • 3)

        het bijeenroepen van de cliëntenadviesraad;

      • 4)

        het opstellen van verslagen / besluitenlijsten van vergaderingen;

      • 5)

        het voeren van de correspondentie in overleg met de secretaris;

      • 6)

        redactionele ondersteuning bij het opstellen van adviezen;

      • 7)

        het archiveren van inkomende en uitgaande bescheiden;

      • 8)

        het binnen de gemeente vergaren van gevraagde informatie.

    • b.

      De secretaris van de cliëntenadviesraad treedt op als intermediair tussen de leden en het ambtelijk secretariaat.

    • c.

      Verzoeken om informatie, signalen, antwoorden op vragen, voorstellen, adviezen en dergelijke lopen via het ambtelijk secretariaat.

  • 4.

    functieprofiel leden

Een vertegenwoordiger in de cliëntenadviesraad met betrekking tot de Wet werk en bijstand en Wet investeren in jongeren, dient bij voorkeur te voldoen aan het volgende functieprofiel:

functietaken

  • a

    Het vertegenwoordigen van de belangen van cliënten in de cliëntenadviesraad van de gemeente met betrekking tot de wet Werk en Bijstand (WWB) en Wet investeren in jongeren (WIJ).

  • b

    Vanuit het belang van (potentiële) bijstandgerechtigden adviezen geven over het gemeentelijk minimabeleid (bijzondere bijstand, kwijtschelding etc.), de WWB, de WIJ en de kwaliteit van de dienstverlening.

  • c

    Het periodiek rapporteren over de voortgang aan de achterban.

Functie-eisen

Kennis:

Specifieke kennis van het gemeentelijk minimabeleid, de WWB, de WIJ en de kwaliteit van de dienstverlening van de gemeente.

Vaardigheden:

  • -

    Het in gesprekken zodanig structureren, optreden en interveniëren dat het beoogde resultaat op effectieve wijze wordt bereikt.

  • -

    Informatie (zoals beleidsnota’s) analyseren, verwerken, opnemen en toepassen in de cliëntenadviesraad.

  • -

    Optimale resultaten boeken bij gesprekken met tegenstrijdige belangen, zowel op inhoudelijk gebied als op gebied van het goed houden van de relatie.

  • -

    Bijdragen aan een gezamenlijk resultaat door een optimale afstemming tussen de eigen kwaliteiten en belangen én die van de groep.

  • -

    Ideeën, meningen, standpunten en besluiten in begrijpelijke taal aan anderen duidelijk kunnen maken, afgestemd op de toehoorder.

  • -

    Visie, ideeën en standpunten helder, duidelijk en zo nodig enthousiasmerend over kunnen brengen op de andere raadsleden.

  • -

    Met kennis en inzicht en door het leggen van verbanden individuele vraagstukken omzetten in een collectief vraagstuk.

Attitude:

  • -

    Betrokkenheid bij de doelgroep (bijstandgerechtigden, minima) en bij voorkeur afkomstig uit de doelgroep.

  • -

    Vertegenwoordigend.

  • -

    Bereidheid om (lijvige) stukken voor de vergadering te bestuderen.

  • -

    In teamverband willen (kunnen) werken.

5. Functieprofiel onafhankelijk voorzitter cliëntenadviesraad

algemeen profiel

  • -

    Specifieke kennis van de Wet werk en bijstand, de Wet investeren in jongeren en de kwaliteit van de dienstverlening van de gemeente.

  • -

    Affiniteit met politieke besluitvormingsprocessen;

  • -

    Bij voorkeur ervaring met burger-/cliëntenparticipatie.

functiescheiding

U bekleedt:

  • -

    geen functie bij de gemeente Gouda;

  • -

    in Gouda geen vertegenwoordigende functie binnen een politieke partij;

  • -

    geen functie in één van de belangenorganisaties en

u bent geen cliënt van de Goudse sociale dienst (Werk, Inkomen en Zorg).

competenties

  • -

    netwerken;

  • -

    samenwerken;

  • -

    vraaggerichtheid;

  • -

    resultaatgerichtheid;

  • -

    communiceren;

  • -

    flexibiliteit;

  • -

    open oor voor de leden van de cliëntenadviesraad;

  • -

    in staat om met een analytische blik te komen tot een objectieve en onafhankelijke oordeelsvorming;

  • -

    in staat om door het aanbrengen van samenhang tot een eenduidig advies te komen waarin de belangen van de leden zijn meegewogen.

    Toelichting verordening cliëntenparticipatie Gouda 2011

    Algemeen

    De gemeente is in het kader van de Wet werk en bijstand (WWB) verplicht een Cliëntenparticipatieverordening vast te stellen.

    In artikel 47 van de WWB is bepaald dat het college zorg draagt voor de realisatie en vormgeving van cliëntenparticipatie bij de uitvoering van de wet, met inachtneming van artikel 150 van de Gemeentewet. Als uitgangspunt blijft bestaan dat cliënten en hun vertegenwoordigers betrokken moeten worden bij de uitvoering van deze wet. Gemeenten blijven overigens vrij in de keuze van de manier waarop cliëntenparticipatie georganiseerd wordt. Met deze verordening wordt met betrekking tot de WWB een basis neergelegd om cliëntenparticipatie te blijven bevorderen.

    Wet investeren jongeren

    Op 1 oktober 2009 is de Wet investeren in jongeren (WIJ) in werking getreden. Doelstelling van deze wet is de duurzame arbeidsparticipatie in regulier werk van jongeren tot 27 jaar. Om dit te bereiken is in de wet een recht op een zogenaamd werkleeraanbod vastgelegd. Dit werkleerrecht berust op het uitgangspunt dat jongeren die goed geschoold zijn en over voldoende kwalificaties beschikken gemakkelijker aan het werk zullen komen en daardoor zelfstandig in hun levensonderhoud kunnen voorzien.De WIJ verplicht gemeenten om te investeren in de arbeidsinschakeling van alle jongeren, ook bij een grote afstand tot de arbeidsmarkt. Daartoe moeten gemeenten jongeren in beginsel een werkleeraanbod doen. Afgeleide van het werkleeraanbod is een inkomensvoorziening voor jongeren vanaf 18 jaar als de jongere onvoldoende inkomsten heeft. Deze inkomensvoorziening is alleen beschikbaar als het werkleeraanbod wegens in de persoon van de jongere gelegen of niet verwijtbare omstandigheden zijnerzijds geen optie is, dit aanbod onvoldoende inkomsten genereert of er nog geen werkleeraanbod kan worden gedaan. De samenhang tussen het werkleeraanbod enerzijds en de inkomensvoorziening anderzijds is een bepalend element in de WIJ.

    Met een verordening cliëntenparticipatie WIJ wordt invulling gegeven aan de in artikel 12 WIJ gegeven opdracht om regels te stellen met betrekking tot de wijze waarop jongeren, of hun vertegenwoordigers worden betrokken bij de uitvoering van de WIJ. Het behoort tot de gemeentelijke beleidsvrijheid om daarin eigen beleidskeuzes te maken. Van de zijde van de regering is op vragen vanuit de Tweede Kamer opgemerkt dat het voor de hand ligt om aansluiting te zoeken bij de bestaande vormen van cliëntenparticipatie in het kader van de WWB. Deze suggestie is overgenomen en wordt geformaliseerd in de verordening cliëntenparticipatie Gouda 2011.

    Artikelsgewijze toelichting

    Artikel 1

    De vertegenwoordiger van de gemeente zal in de praktijk het diensthoofd van de dienst Werk, Inkomen en Zorg zijn. Bij mogelijke veranderingen in de gemeentelijke organisatie wijst het college een ambtenaar aan als vertegenwoordiger die beschikt over hetzelfde mandaat als het huidige diensthoofd Werk, inkomen en zorg. Voor deze formulering is gekozen met het oog op de gewenste flexibiliteit bij eventuele organisatorische veranderingen.

    Artikel 2 en 3

    In deze artikelen is het doel neergelegd van het inrichten van een cliëntenadviesraad. Het betrekken van de cliënten bij beleids- en uitvoeringszaken, waarbij de dienstverlening en de kwaliteit centraal staat. De cliëntenadviesraad heeft niet tot taak individuele klachten te behandelen.

    Artikel 4

    In dit artikel is de deskundigheidsbevordering van de leden van de cliëntenadviesraad geregeld.

    Artikel 5

    De cliëntenadviesraad kent voornamelijk een adviestaak met betrekking tot voorbereiding en uitvoering van het gemeentelijk beleid ingevolge de Wet werk en bijstand en de WIJ. De cliëntenadviesraad wordt voorzien van relevante informatie die noodzakelijk is om tot advies te komen.

    Artikel 6

    Het is wenselijk dat de cliëntenadviesraad in haar vertegenwoordiging van haar achterban zoveel mogelijk een afspiegeling vormt van de in artikel 7 van de WWB en artikel 2 van de WIJ onderscheiden categorieën. Naar verwachting komt dit ten goede aan de kwaliteit van de cliëntenadviesraad.

    Artikel 7

    In dit artikel staat de procedure omschreven op welke wijze personen zich beschikbaar kunnen stellen voor lidmaatschap van de cliëntenadviesraad; de voordracht, benoeming en zittingsduur. Nieuwe leden worden door de cliëntenadviesraad voorgedragen voor benoeming door het college.

    Artikel 8, 9 en 10 en 11

    In deze artikelen is onder andere de vergaderfrequentie en het instellen van commissies opgenomen.

    Artikel 12

    De voorzitter rapporteert over de resultaten van de cliëntenadviesraad en zorgt voor opname in het jaarverslag.

    Artikel 13

    In dit artikel zijn de financiën en vergoedingen ten behoeve van de leden en de onafhankelijk voorzitter van de cliëntenadviesraad geregeld. Dit zal plaatsvinden conform de beleidslijn ‘commissievergoedingen voor externe leden in commissies en besturen van de gemeente Gouda’. Daarnaast wordt ook geregeld dat de leden bijkomende onkosten voor het bijwonen van de vergaderingen, zoals kinderopvang, kunnen declareren.

    Artikel 14

    In dit artikel is de garantstelling van privacy en geheimhouding beschreven. Aangezien de inhoud van ingebrachte stukken vertrouwelijk van aard kunnen zijn, is het aan de voorzitter om geheimhouding van de stukken te vragen.

    Artikel 15

    Behoeft geen verdere toelichting.

    Artikel 16

    Behoeft geen verdere toelichting.

    Artikel 17

    Behoeft geen verdere toelichting.

    Artikel 18

    De verordening treedt met terugwerkende kracht per 1 september 2010 in werking, omdat deze datum aansluit bij de benoemingsdatum van de meeste leden van de clëntenadviesraad.

    Artikel 19

    Behoeft geen verdere toelichting.