Regeling vervallen per 21-03-2012

Verordening ontheffingen autovrijgebied binnenstad Gouda

Geldend van 11-02-1999 t/m 20-03-2012

Intitulé

Verordening ontheffingen autovrijgebied binnenstad Gouda

de raad van de gemeente gouda

Overwegende,

  • -

    dat er in de binnenstad van Gouda een autovrijgebied is dat bestaat uit wegen die gesloten zijn verklaard voor gemotoriseerd verkeer en wegen die deel uitmaken van het voetgangersgebied;

  • -

    dat de volgende (delen van) straten hier deel van uitmaken: Wijdstraat, Lange Groenendaal, Korte Groenendaal, Markt, Torenstraat, Achter de Kerk, Kerkstraat, Koster Gijzensteeg, Lange Tiendeweg (uitgezonderd tussen Geuzenstraat en Houtmansgracht), Korte Tiendeweg, Jeruzalemstraat, Zeugstraat, Stoofsteeg, Cappenersteeg, Speldenmakerssteeg, St. Anthoniestraat, Nieuwstraat, Agnietenstraat (tussen Magdalenapoort en Nieuwe Markt), Kazernestraat, Kleiwegpassage, Kleiweg, Kleiwegstraat, Blauwstraat, Turfmarkt (tussen Vrouwesteeg en Kleiweg), Hoogstraat, Doelenstraat, Walestraat.

  • -

    dat het autovrije gebied in de binnenstad van Gouda niet toegankelijk is voor gemotoriseerd verkeer, behalve tijdens expeditietijden van 06.00-12.00 uur (maandag tot en met zaterdag) en van 18.00-19.00 uur (maandag, dinsdag, woensdag en vrijdag) en van 21.00-22.00 uur (donderdag) en van 17.00-18.00 uur (zaterdag) en van 17.00-18.00 uur (zondag) uitsluitend op door burgemeester en wethouders vastgestelde koopzondagen;

  • -

    dat door zowel ondernemers en bewoners binnen het autovrije gebied als door bezoekers van het autovrije gebied klachten worden geuit over het illegaal parkeren in dat autovrije gebied en de overlast die het bevoorradingsverkeer met name buiten de expeditietijden veroorzaakt in de vorm van hinder voor het publiek en daarnaast in de vorm van geluidhinder en stankoverlast;

  • -

    dat het autovrije gebied recent is uitgebreid en gestreefd wordt naar verbeteringen ten behoeve van een aantrekkelijk voetgangersklimaat;

  • -

    dat in dat kader is besloten om de status van het autovrije gebied met fysieke maatregelen te ondersteunen, teneinde illegaal gebruik van het autovrije gebied te voorkomen;

  • -

    dat de gemeente Gouda in haar beleidsdoelstellingen (met name in de nota 'Bereikbaarheid en Circulatie Binnenstad') bovendien prioriteit heeft toegekend aan de verbetering van de leefbaarheid en bereikbaarheid van de binnenstad;

  • -

    dat het in verband daarmee wenselijk wordt geacht het aantal vrachtautokilometers, -bewegingen en -ritten in de binnenstad te verminderen en in tijdsperiode te beperken (ondersteund door fysieke maatregelen);

  • -

    dat het noodzakelijk wordt geacht om te komen tot zo efficiënt mogelijke bevoorradingsconcepten;

  • -

    dat de gemeentelijke overheid (een deel van) de voorwaarden daartoe kan scheppen door het met terughoudendheid verlenen van ontheffingen voor het berijden van het autovrije gebied buiten expeditietijden;

  • -

    dat het in hoge uitzonderingsgevallen, met name met een spoedeisend karakter, voor een ieder mogelijk moet zijn om het autovrije gebied buiten de expeditietijden te berijden;

  • -

    dat er daarom in verband met de fysieke afsluiting van het autovrije gebied behoefte bestaat aan het opstellen van voorschriften en richtlijnen, waaraan het al dan niet verlenen van ontheffingen kan worden getoetst.

Gelet op artikel 148 van de Gemeentewet, artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 en artikel 150 van de Wegenverkeerswet 1994.

besluit:

vast te stellen de hiernavolgende ‘Verordening ontheffingen autovrijgebied binnenstad Gouda’.

hoofdstuk A - begripsbepalingen

artikel 1

In deze Verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    STB: systeem voor Selectieve Toegangsverlening Binnenstad;

  • b.

    autovrijgebied: gebied dat bestaat uit het totaal van wegen die gesloten zijn verklaard voor gemotoriseerd verkeer en wegen die deel uitmaken van het voetgangersgebied;

  • c.

    wegen die gesloten zijn verklaard voor gemo toriseerd verkeer: wegen die worden aangegeven met de borden C1 (met onderbord), C6 of C12 uit het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990);

  • d.

    voetgangersgebied: het gebied dat wordt begrensd door de borden G7 en G8 uit het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990;

  • e.

    standaard winkelsluitingstijd: de op dit moment algemeen gebruikte en gangbare winkelsluitingstijden in Gouda;

  • f.

    expeditietijden: de in de overweging genoemde tijden waarin het voetgangersgebied en het autovrije gebied voor een ieder toegankelijk is ten behoeve van expeditie;

  • g.

    ‘rode lijst’: een door het college van burgemeester en wethouders vast te stellen lijst met daarop vermeld de branches die vanwege bedrijfseconomische en/of -organisatorische redenen niet voor een ontheffing zoals bedoeld in deze verordening in aanmerking komen;

  • h.

    ‘groene lijst’: een door het college van burgemeester en wethouders vast te stellen lijst met daarop vermeld de branches die om bedrijfseconomische en/of -organisatorische redenen voor een ontheffing in aanmerking komen;

  • i.

    ‘rijze lijst’: een door het college van burgemeester en wethouders vast te stellen lijst met daarop vermeld de branches die individueel beoordeeld moeten worden om te bepalen of zij wel of niet voor een ontheffing in aanmerking komen;

  • j.

    adviescommissie: commissie van advies als bedoeld in artikel 9, lid 3, van deze verordening.

hoofdstuk B - procedures

artikel 2 aanvraag

  • 1. Een ieder die van mening is in aanmerking te komen voor een ontheffing, in de zin van deze verordening op grond van artikel 87 Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, kan schriftelijk een daartoe strekkend verzoek indienen bij het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Gouda. De ontvangst hiervan wordt per ommegaande door het college van burgemeester en wethouders schriftelijk bevestigd.

  • 2. Bij de aanvraag dienen de hiernavolgende voor de beoordeling van belang zijnde gegevens en bescheiden te worden overgelegd:

    • a.

      volledig ingevuld en van handtekening voorzien aanvraagformulier ontheffing STB;

    • b.

      geldig rijbewijs;

    • c.

      kentekenhouderschap voertuig;

    • d.

      indien van toepassing de aantoonbaarheid van een parkeerplaats op eigen erf, dan wel invalideparkeerplaats op naam in het voetgangersgebied/autovrije gebied;

    • e.

      indien van toepassing een inschrijvingsbewijs van de Kamer van Koophandel.

  • 3. Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels stellen omtrent inhoud, inrichting, uitvoering, vorm, aantal en wijze van indiening van de aanvraag en de in het tweede lid bedoelde bescheiden.

artikel 3 ongenoegzaamheid ingediende bescheiden

Indien de aanvraag niet voldoet aan de bij of krachtens artikel 2 gestelde eisen, stelt het college van burgemeester en wethouders binnen twee weken na ontvangst van de aanvraag de aanvrager in de gelegenheid deze binnen twee weken nadat hem dit is meegedeeld, aan te vullen of te verbeteren.

artikel 4 beslissingstermijn

  • 1. Het college van burgemeester en wethouders beslist binnen acht weken na ontvangst van een aanvraag.

  • 2. Het college van burgemeester en wethouders kan deze beslissing voor ten hoogste twee weken verdagen; voor afloop van de in lid 1 gestelde termijn wordt de aanvrager hiervan schriftelijk op de hoogte gesteld.

artikel 5 de ‘groene’, de ‘grijze’ en de ‘rode lijst

  • 1. De "groene", "grijze" en "rode lijst" behorende bij deze Verordening worden vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders. ’

  • 2. Voor aanvragen zoals bedoeld in artikel 17 neemt het college van burgemeester en wethouders een beslissing op basis van de "groene", "grijze" en "rode lijst", waarbij het volgende in acht wordt genomen:

    • a.

      ondernemers/instellingen voorkomend op de "groene lijst" komen in principe in aanmerking voor een ontheffing;

    • b.

      ondernemers/instellingen voorkomend op de "rode lijst" komen niet in aanmerking voor een ontheffing;

    • c.

      aanvragen van ondernemers/instellingen voorkomend op de "grijze lijst" worden voorgelegd aan de Adviescommissie zoals bedoeld in artikel 9.

artikel 6 duur van de ontheffing

  • 1. De ontheffing wordt verleend voor de duur van een kalenderjaar, tenzij in een ander artikel van deze Verordening anders is aangegeven.

  • 2. De ontheffing wordt automatisch met eenzelfde termijn verlengd, tenzij burgemeester en wethouders ten minste twaalf weken voor het verstrijken van de termijn schriftelijk te kennen geven, dat de houder van de ontheffing een nieuwe aanvraag moet indienen.

artikel 7 intrekken van de ontheffing

De ontheffing kan te allen tijde worden ingetrokken:

  • a.

    indien ter verkrijging daarvan onjuiste, dan wel onvolledige gegevens zijn ingediend;

  • b.

    indien op grond van een verandering van omstandigheden of inzichten, opgetreden na het verlenen van de ontheffing, moet worden aangenomen dat intrekking wordt gevorderd door het belang of de belangen ter bescherming waarvan de ontheffing is vereist en verleend;

  • c.

    indien aan de ontheffing verbonden voorwaarden of beperkingen niet worden nagekomen;

  • d.

    indien de ontheffinghouder niet meer voldoet aan de criteria om in aanmerking te komen voor een ontheffing;

  • e.

    indien sprake is van misbruik van de ontheffing;

  • f.

    indien de houder van de ontheffing daartoe verzoekt.

hoofdstuk C - aangifte van ontheffingen

artikel 8

Het college van burgemeesters en wethouders is bevoegd tot het afgeven van ontheffingen inzake verkeersmaatregelen overeenkomstig artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990.

hoofdstuk D - adviesorganen

artikel 9 adviescommissie autovrijgebied binnenstad gouda

  • 1. Een aanvraag als bedoeld in artikel 17 (met uitzondering van lid 3, sub d) wordt, voor zover er sprake is van een bedrijf dat voorkomt op de "grijze lijst" die bij deze Verordening is opgenomen, door het college van burgemeester en wethouders voorgelegd aan de Adviescommissie. Bij twijfel of een bedrijf moet worden gerangschikt onder de "grijze" dan wel de "rode lijst" wordt eveneens het advies ingewonnen van de Adviescommissie.

  • 2. Het voornemen tot intrekking van een ontheffing als bedoeld in artikel 7, sub a tot en met e, van deze Verordening wordt door het college van burgemeester en wethouders ter advisering voorgelegd aan de Adviescommissie.

  • 3. De Adviescommissie heeft tot taak het college van burgemeester en wethouders:

    • a.

      te adviseren met betrekking tot de door het college te nemen besluiten inzake aanvragen voor ontheffingen als bedoeld in lid 1 en de daaraan te verbinden voorwaarden;

    • b.

      te adviseren omtrent de intrekking van ontheffingen als bedoeld in lid 2;

    • c.

      te adviseren met betrekking tot de door het college te nemen besluiten inzake aanvragen voor ontheffingen terzake van de lengtebepalingen zoals deze zijn vastgesteld voor de Goudse binnenstad;

    • d.

      gevraagd en ongevraagd te adviseren met betrekking tot de ontwikkeling en voortgang van bevoorradingsconcepten in Nederland en in het bijzonder in de gemeente Gouda;

    • e.

      te adviseren terzake van voorgenomen wijzigingen ten aanzien van onderhavige Verordening en nadere regels zoals genoemd in artikel 2, lid 3.

  • 4. De Adviescommissie bestaat uit:

    • a.

      een vertegenwoordiger van de Raad voor Handel, Industrie en Dienstverlening Gouda (RHID Gouda);

    • b.

      een vertegenwoordiger van de in de binnenstad gevestigde winkeliers;

    • c.

      twee vertegenwoordigers van de gemeente Gouda;

    • d.

      een vertegenwoordiger van het Logistiek Distributie Centrum Gouda (LDC).

  • 5. De leden van de Adviescommissie worden door het college van burgemeester en wethouders benoemd op voordracht van de desbetreffende organisaties waarvoor zij zitting nemen in de commissie.

  • 6. Het voorzitterschap van de Adviescommissie wordt door de vertegenwoordiger van de RHID Gouda uitgeoefend.

  • 7. De Adviescommissie benoemt uit haar midden een plaatsvervangend voorzitter.

  • 8. Het secretariaat wordt door burgemeester en wethouders opgedragen aan een ambtenaar van de gemeente Gouda.

  • 9. De Adviescommissie komt op uitnodiging van het secretariaat bijeen.

  • 10. Alleen bij aanwezigheid van de meerderheid van de leden van de Adviescommissie vindt een commissievergadering plaats.

  • 11. Alle leden hebben gelijke stemmen.

  • 12. De adviezen van de Adviescommissie worden met redenen omkleed. In het advies worden minderheidsstandpunten vermeld.

  • 13. Besluiten van het college van burgemeester en wethouders omtrent het verlenen en intrekken van ontheffingen worden aan de Adviescommissie bekend gemaakt.

hoofdstuk E - ontheffingsregels

artikel 10 ontheffingen voor bewoners

  • 1. Aan een bewoner van het autovrije gebied in de binnenstad die, op het in de aanvraag vermelde adres staat ingeschreven in het gemeentelijk woningregister, beschikt over parkeerruimte op eigen terrein (dan wel een invalideparkeerplaats op naam) in dat gebied, als kentekenhouder van het voertuig staat geregistreerd en een geldig rijbewijs kan overleggen, kan een ontheffing voor het berijden van dit autovrije gebied buiten de expeditietijden worden afgegeven.

  • 2. Het maximale aantal ontheffingen per adres zoals bedoeld in lid 1, is gelijk aan het aantal per adres beschikbare parkeerplaatsen op particulier terrein.

  • 3. Aan een bewoner die voldoet aan de in lid 1 gestelde eisen maar niet beschikt over eigen parkeerruimte, kan indien gewenst voor het onmiddellijk laden en lossen en het verplaatsen van en naar de woning een ontheffing worden verstrekt voor het berijden van het autovrije gebied na standaard winkelsluitingstijd.

  • 4. Het maximale aantal ontheffingen per adres zoals bedoeld in lid 3, bedraagt één.

  • 5. De ontheffing:

    • a.

      wordt op naam, adres en kenteken of nummer leasecontract gesteld;

    • b.

      geldt slechts voor een van tevoren vastgelegde route;

    • c.

      geldt uitdrukkelijk niet voor het parkeren in het autovrije gebied, met uitzondering van de eigen parkeerruimte;

    • d.

      geldt uitdrukkelijk niet voor het parkeren op bruggen;

    • e.

      geldt uitdrukkelijk niet voor het laden en lossen van goederen die noodzakelijk zijn voor het uitoefenen van een bedrijf.

artikel 11 ontheffingen ten behoeve van de in de binnenstad gevestigdeondernemers/instellingen

  • 1.

    Aan een ondernemer/instelling gevestigd in het autovrije gebied in de binnenstad die ingeschreven staat bij de Kamer van Koophandel, beschikt over parkeerruimte op eigen terrein in dat gebied, als kentekenhouder van het voertuig staat geregistreerd en een geldig rijbewijs kan overleggen, kan een ontheffing voor het berijden van dit autovrijgebied buiten de expeditietijden worden afgegeven.

  • 2.

    Het onder lid 1 gestelde is tevens van toepassing op een werknemer van een ondernemer/instelling die gevestigd is in het autovrije gebied, een en ander onder overlegging van een werkgeversverklaring.

  • 3.

    Het maximale aantal, in tijd bruikbare, ontheffingen per ondernemer/instelling zoals bedoeld in lid 1, is gelijk aan het aantal beschikbare parkeerplaatsen op particulier terrein.

  • 4.

    Aan een ondernemer/instelling die voldoet aan de in lid 1 gestelde eisen maar niet beschikt over eigen parkeerruimte, kan indien gewenst voor het uitvoeren van werkzaamheden bij calamiteiten en het verplaatsen van en naar de locatie van de ondernemer/instelling een ontheffing worden verstrekt voor het berijden van het autovrije gebied na standaard winkelsluitingstijd.

  • 5.

    Het maximale aantal ontheffingen per ondernemer/instelling zoals bedoeld in lid 4, bedraagt één.

  • 6.

    De ontheffing:

    • a.

      wordt op naam, adres en kenteken of nummer leasecontract gesteld;

    • b.

      geldt slechts voor een van tevoren vastgelegde route;

    • c.

      geldt uitdrukkelijk niet voor het parkeren op bruggen;

    • d.

      geldt uitdrukkelijk niet voor het parkeren in het autovrije gebied, met uitzondering van de eigen parkeerruimte.

artikel 12 tijdelijke ontheffingen ten behoeve van bouw-, installatie- en reparatieverkeer

  • 1. Een tijdelijke ontheffing voor het berijden van het autovrije gebied buiten expeditietijden kan worden verleend ten behoeve van bouw-, installatie- of reparatiewerkzaamheden.

  • 2. Naast het gestelde in artikel 2, lid 2, en indien van toepassing het gestelde in artikel 2, lid 3, dient aanvrager aan te tonen dat:

    • a.

      bouw-, installatie- of reparatiewerkzaamheden in het autovrije gebied absoluut niet kunnen plaatsvinden tijdens de toegestane expeditietijden;

    • b.

      de goederen, gereedschappen of materialen niet op andere wijze kunnen worden afgeleverd of afgehaald.

  • 3. De tijdelijke ontheffing:

    • a.

      wordt voor maximaal vijf dagen achtereen verstrekt, tenzij het langdurige bouw- en onderhoudswerkzaamheden betreft. In dat geval wordt de duur waarvoor de ontheffing geldt in onderling overleg vastgesteld;

    • b.

      wordt op naam, adres en kenteken of nummer leasecontract gesteld;

    • c.

      geldt slechts voor een van te voren vastgelegde route.

  • 4. De in lid 3 genoemde tijdelijke ontheffing kan worden uitgebreid met een ontheffing voor het parkeren in het autovrije gebied, indien de aanvrager bovendien aantoont dat:

    • a.

      de nabijheid van het voertuig noodzakelijk is voor de uitvoering van de werkzaamheden;

    • b.

      in redelijkheid niet kan worden verlangd dat de in het voertuig aanwezige gereedschappen en/of materialen worden uitgeladen.

  • 5. Indien de tijdelijke ontheffing wordt uitgebreid met een ontheffing voor het parkeren in het autovrije gebied als bedoeld in lid 4, geldt de ontheffing:

    • a.

      slechts voor een van tevoren vastgelegde tijdsperiode;

    • b.

      slechts voor een van tevoren vastgelegde locatie.

  • 6. In bijzondere omstandigheden is verlenging van de tijdelijke ontheffingen als bedoeld in lid 3 en 4 mogelijk.

  • 7. Het maximale aantal tijdelijke ontheffingen wordt afhankelijk van de aard van de werkzaamheden en het aantal benodigde voertuigen op een door de ondernemer met redenen omkleed verzoek door het college van burgemeester en wethouders vastgesteld.

artikel 13 tijdelijke ontheffingen ten behoeve van trouwerijen

  • 1. Tijdelijke ontheffingen voor het berijden van Achter de Waag, de Wijdstraat en de Markt, alsmede voor het parkeren op de Markt (waarbij parkeren uitsluitend is toegestaan op de zogenaamde ster) buiten expeditietijden kunnen worden verleend ten behoeve van trouwerijen.

  • 2. Naast het volledig ingevulde en van handtekening voorziene aanvraagformulier ontheffing STB en indien van toepassing het gestelde in artikel 2, lid 3, dient aanvrager aan te tonen dat:

    • a.

      de trouwerij op de op de ontheffing gewenste aangegeven datum plaats heeft;

    • b.

      de trouwerij op het op de ontheffing gewenste aangegeven tijdstip plaats heeft.

  • 3. De tijdelijke ontheffingen:

    • a.

      gelden slechts voor (motor)voertuigen behorende bij een trouwstoet;

    • b.

      gelden slechts indien zij duidelijk en leesbaar achter de voorruit aanwezig zijn;

    • c.

      gelden slechts gedurende een half uur voor tot een uur na het op de ontheffing aangegeven tijdstip;

    • d.

      gelden slechts voor een van tevoren vastgelegde route.

artikel 14 ontheffingen voor taxibedrijven

  • 1. Aan taxi-ondernemers die zijn ingeschreven in het taxiregister en die hun vervoersopdrachten krijgen via een in de gemeente Gouda gevestigde telefooncentrale, kunnen door het college van burgemeester en wethouders ontheffingen voor het berijden van het autovrije gebied in de Goudse binnenstad worden afgegeven.

  • 2. Een ontheffing zoals bedoeld in lid 1 is uitsluitend geldig voor het vervoer van en naar een adres binnen het autovrije gebied van:

    • a.

      alle passagiers tijdens expeditietijden;

    • b.

      uitsluitend hulpbehoevende passagiers en passagiers voorzien van een zodanige omvang aan bagage dat geen sprake is van handbagage buiten expeditietijden.

artikel 15 ontheffing voor ondernemers die deelnemen aan de warenmarkten in het autovrije gebied in gouda

  • 1. Een ontheffing voor het berijden van en het parkeren in het autovrije gebied buiten expeditietijden kan worden verleend aan ondernemers die deelnemen aan de warenmarkt die plaatsvindt op de Markt.

  • 2. Naast het gestelde in artikel 2, lid 2, en indien van toepassing het gestelde in artikel 2, lid 3, dient aanvrager aan te tonen een standplaats te hebben op de Goudse warenmarkt die plaatsvindt op de Markt.

  • 3. De ontheffing:

    • a.

      is alleen geldig op de dagen en tijden dat de Goudse warenmarkt daadwerkelijk op de Markt plaatsvindt;

    • b.

      wordt op naam, adres en kenteken of nummer leasecontract gesteld;

    • c.

      geldt slechts voor een van tevoren vastgelegde route en tijdsperiode.

  • 4. Het maximale aantal ontheffingen wordt afhankelijk van de aard van de werkzaamheden en het aantal benodigde voertuigen op een door de ondernemer met redenen omkleed verzoek door het college van burgemeester en wethouders vastgesteld.

artikel 16 tijdelijke ontheffingen evenementen

  • 1. Een tijdelijke ontheffing voor het berijden van het autovrije gebied buiten expeditietijden kan worden verleend aan ondernemers die deelnemen aan evenementen die plaatsvinden in het autovrije gebied in Gouda.

  • 2. Onder evenementen moet in dit artikel worden verstaan: de GOVEKA, de kermis, het circus, de ambachtenmarkt, het pottenbakkersfestival, de kerstmarkt, het Randstad Jazzfestival en alle andere evenementen die plaatsvinden in het autovrije gebied.

  • 3. Naast het gestelde in artikel 2, lid 2, en indien van toepassing het gestelde in artikel 2, lid 3, dient aanvrager aan te tonen deel te nemen aan een evenement zoals bedoeld in dit artikel.

  • 4. De tijdelijke ontheffing:

    • a.

      is alleen geldig gedurende de periode dat het evenement, waarvoor de tijdelijke ontheffing is verstrekt, plaatsvindt in het autovrije gebied;

    • b.

      wordt op naam, adres, kenteken of nummer leasecontract gesteld;

    • c.

      geldt slechts voor een van tevoren vastgelegde route.

  • 5. De in lid 4 genoemde tijdelijke ontheffing kan worden uitgebreid met een ontheffing voor het parkeren in het autovrije gebied, indien de aanvrager bovendien aantoont dat:

    • a.

      de nabijheid van het voertuig noodzakelijk is voor de uitvoering van de werkzaamheden;

    • b.

      in redelijkheid niet kan worden verlangd, dat de in het voertuig aanwezige gereedschappen en/of materialen worden uitgeladen.

  • 6. Indien de tijdelijke ontheffing wordt uitgebreid met een ontheffing voor het parkeren in het autovrije gebied als bedoeld in lid 5, geldt de ontheffing:

    • a.

      lechts voor een van tevoren vastgelegde tijdsperiode;

    • b.

      slechts voor een van tevoren vastgelegde locatie.

  • 7. Het maximale aantal tijdelijke ontheffingen wordt afhankelijk van de aard van de werkzaamheden en het aantal benodigde voertuigen op een door de ondernemer met redenen omkleed verzoek door het college van burgemeester en wethouders vastgesteld.

artikel 17 ontheffingen voor bijzondere situaties

  • 1. Een ontheffing voor het berijden van het autovrije gebied buiten expeditietijden kan ook worden verleend voor de in lid 3 genoemde bijzondere gevallen, met dien verstande dat naast het gestelde in artikel 2, lid 2, en indien van toepassing het gestelde in artikel 2, lid 3, in ieder geval dient te worden aangetoond dat:

    • a.

      onderhavig vervoer niet tijdens expeditietijden of op een andere wijze dan met een motorvoertuig kan geschieden;

    • b.

      de goederen niet geschikt zijn voor aanbieding aan een vervoerder die de goederen binnen de expeditietijden kan afleveren.

  • 2. Het in lid 1, sub a en b, gestelde wordt beoordeeld aan de hand van de "groene", de "grijze" en de "rode lijst".

  • 3. De in het eerste lid bedoelde bijzondere gevallen hebben betrekking op:

    • a.

      aan specifieke tijdstippen gebonden logistieke handelingen die verband houden met een bepaald bedrijfsproces, mits met dit vervoer een bijdrage wordt geleverd aan de bundeling van vervoersstromen;

    • b.

      noodzakelijke ritten die verband houden met hygiëne, volksgezondheid of veiligheid;

    • c.

      noodzakelijke ritten die verband houden met het verhelpen van storingen;

    • d.

      noodgevallen.

  • 4. De in lid 1 en 3 bedoelde bijzondere gevallen kunnen worden uitgebreid met een ontheffing voor het parkeren in het autovrije gebied, indien aanvrager bovendien aantoont dat:

    • a.

      de nabijheid van het voertuig noodzakelijk is voor de uitvoering van de werkzaamheden;

    • b.

      in redelijkheid niet kan worden verlangd dat de in het voertuig aanwezige gereedschappen en/of materialen worden uitgeladen.

  • 5. Indien de ontheffing wordt uitgebreid met een ontheffing voor het parkeren in het autovrije gebied, geldt de ontheffing:

    • a.

      slechts voor een van tevoren vastgelegde tijdsperiode;

    • b.

      slechts voor een van tevoren vastgelegde locatie.

hoofdstuk F - slotbepalingen

artikel 18 slot- en overgangsbepalingen

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na bekendmaking op de voorgeschreven wijze.

  • 2. Ontheffingen die voor die datum zijn afgegeven blijven geldig tot het verstrijken van de termijn waarvoor ze zijn afgegeven, doch uiterlijk tot 20 weken na de datum van inwerkingtreding van deze Verordening.

  • 3. Deze Verordening kan worden aangehaald als "Verordening ontheffingen autovrijgebied binnenstad Gouda".

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Gouda in de openbare vergadering van 8 december 1997.

De raad van de gemeente voornoemd,

, voorzitter

, secretaris

Openbaar bekend gemaakt op: 11 februari 1999

In werking getreden op: 12 februari 1999