Handhavingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Gouda 2015

Geldend van 01-01-2015 t/m heden

Intitulé

Handhavingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Gouda 2015

De raad van de gemeente Gouda;

Gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 9 september 2014;

Gezien het advies van de Cliëntenadviesraad WWB van 18 augustus 2014;

Gelet op de artikel 8b van de Participatiewet, en artikel 35, eerste lid, onderdeel c, van de IOAW en IOAZ welke bepalen dat de gemeenteraad bij verordening regels stelt voor de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van een uitkering op basis van genoemde wetten;

besluit: de Handhavingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Gouda 2015 vast te stellen.

Artikel 1 Begripsomschrijving

  • 1. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • -

      fraude: het verstrekken van onjuiste en/of onvolledige gegevens dan wel het verzwijgen of niet (tijdig) verstrekken van, voor de bepaling van het recht op uitkering en de duur en de hoogte van de uitkering, relevante gegevens, met als gevolg dat de uitkering geheel of ten dele ten onrechte wordt verstrekt;

    • -

      wet: de Participatiewet, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ).

Artikel 2 Handhaving

  • 1. Het college zorgt voor een rechtmatige en doelmatige uitvoering van de wet, waaronder de bestrijding van fraude.

  • 2. Het college stelt ter nadere uitvoering van dit onderdeel van de verordening een beleidsplan vast, waarin invulling wordt gegeven aan de wijze van fraudepreventie en handhaving. In het beleidsplan worden in ieder geval de activiteiten beschreven die het college uitvoert om de naleving van de wettelijke verplichtingen te bevorderen.

  • 3. Het college controleert aan de hand van bestandsvergelijkingen en/of huisbezoeken of de verstrekte informatie correct en volledig is. Op grond hiervan kunnen bijstandsuitkeringen na verificatie aan veranderde omstandigheden worden aangepast.

  • 4. Het beleidsplan als bedoeld in het tweede lid bevat het advies van de Adviesraad.

Artikel 3 Aangifte bij het OM

Indien belanghebbende zijn inlichtingenplicht schendt doet het college aangifte bij het Openbaar Ministerie, in overeenstemming met het door het Openbaar Ministerie op dit punt gehanteerde uitgangspunten.

Artikel 4 Intrekking voorgaande verordening

De Handhavingsverordening WWB, WIJ, IOAW, IOAZ Gouda 2013 wordt ingetrokken.

Artikel 5 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op1 januari 2015.

Artikel 6 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Handhavingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Gouda 2015.

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Gouda in de openbare vergadering van 5 november 2014

De raad van de gemeente voornoemd,

De voorzitter,

De griffier,

Artikelgewijze toelichting

Artikel 1 Begripsomschrijving

Artikel 8b Participatiewet en artikel 35, eerste lid, onderdeel c, van de IOAW en de IOAZ bepalen dat de gemeenteraad regels dient te stellen voor de bestrijding van misbruik en oneigenlijk gebruik van genoemde wetten.

Hiermee krijgt de gemeente de verplichting om eigen regels te bepalen omtrent handhaving.

De gemeenteraad stelt op hoofdlijnen het beleid rondom handhaving vast door middel van deze Handhavingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Gouda en geeft het college de gelegenheid om nadere invulling te geven aan de verordening in de vorm van een beleidsplan.

Voor de definitie van het begrip “fraude” is aangesloten bij de wettelijke definitie. Fraude betreft schending van de inlichtingenverplichting. Dit omvat alle schakeringen van fraude, van schending van de inlichtingenverplichting uit onwetendheid of onbekendheid met de regels tot en met het willens en wetens niet opgeven van informatie waardoor men een gemeentelijke uitkering ontvangt waar men geen recht op heeft, van een klein bedrag tot soms tienduizenden euro’s. De gemeente realiseert zich dat fraude daarmee een heel breed begrip is, terwijl het een zwaar label is. Maar dit is het wettelijke begrip “fraude”.

Artikel 2 Handhaving

Eerste lid

Met de Handhavingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Gouda wordt de handhaving voortgezet, zoals dat met de Handhavingsverordening WWB, WIJ, IOAZ en IOAZ Gouda 2011 is ingevoerd. Doel is te borgen dat alleen diegenen die daadwerkelijk recht op een uitkering hebben deze ontvangen in overeenstemming met de wet- en regelgeving.

Tweede lid

Het college legt in een beleidsplan de activiteiten die het college uitvoert om de naleving van verplichtingen die zijn verbonden aan de gemeentelijke uitkeringen te bevorderen vast. Het gaat om het voorkómen van fraude, het bevorderen van spontane naleving van de wet- en regelgeving, en ervoor zorgen dat cliënten niet uit onwetendheid frauderen, het met inzet van de toegestane middelen op- sporen van fraude. Als het college fraude constateert, dan wordt dit altijd bestraft. Boven de aangiftegrens wordt aangifte gedaan bij het Openbaar Ministerie. Ten onrechte ontvangen uitkering moet altijd worden terugbetaald.

Derde lid

Controle op de rechtmatigheid van de verstrekking van een uitkering wordt onder andere vorm gegeven door het gebruik van het Structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen (SUWI)-net en het Inlichtingenbureau, waarin actuele gegevens staan van (potentiële) belanghebbenden met betrekking tot inkomen uit loon of uitkering, en door het afleggen van huisbezoeken.

Vierde lid

De Adviesraad wordt gevraagd om advies bij de vaststelling van het handhavingsbeleid.

Artikel 3 Aangifte bij OM

In de Aanwijzing Sociale Zekerheidsfraude (2012AO22) wordt als aangiftegrens een benadelingsbedrag van € 50.000,00 gehanteerd.

Artikel 4 Intrekking voorgaande verordening

Dit artikel spreekt voor zich.

Artikel 5 Inwerkingtreding

Dit artikel spreekt voor zich.

Artikel 6 Citeertitel

Dit artikel spreekt voor zich.