Regeling vervallen per 01-01-2018

Beleidsregels vervoer jeugdhulp Gouda

Geldend van 28-01-2017 t/m 31-12-2017

Intitulé

beleidsregels vervoer jeugdhulp Gouda

Het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Gouda;

Gelet op artikel 2.3, tweede lid, van de Jeugdwet, de Verordening Jeugdhulp Gouda 2015 en artikel 4:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht;

besluit vast te stellen de Beleidsregels vervoer jeugdhulp Gouda.

Artikel 1 uitgangspunt is verantwoordelijkheid van de ouders en de jeugdige zelf

Voor het organiseren van vervoer om te komen bij een locatie voor jeugdhulp is het uitgangspunt dat de jeugdige dit doet op eigen kracht en met behulp van zijn eigen netwerk. Indien geen gebruik kan worden gemaakt van reguliere en gangbare vervoersmogelijkheden kan er aanspraak gedaan worden op een vervoersvoorziening.

Artikel 2 vervoer in verband met medische noodzaak

Het college acht een vervoersvoorziening voor de jeugdige noodzakelijk indien er een medische noodzaak tot vervoer is. Daarvan is sprake als de jeugdige vanwege een lichamelijke, verstandelijke, psychische of zintuiglijke beperking niet in staat is (eventueel onder begeleiding van een volwassenen) gebruik te maken van het openbaar vervoer.

Artikel 3 vervoer in verband met beperkingen in de zelfredzaamheid

Indien ouders en/of de jeugdige niet in staat zijn op eigen kracht, of met behulp van hun sociaal netwerk, vervoer te organiseren, of wel in staat zijn het te organiseren maar de afstand en frequentie van vervoer naar jeugdhulp is dermate groot dat dit de gebruikelijke zorgplicht van ouders overschrijdt, kan een vervoersvoorziening toegekend worden. Om te beoordelen of er sprake is van bovengebruikelijke zorg maakt het college gebruik van de volgende berekeningsformule: (aantal maanden) x (aantal keren per week) x (aantal weken per maand) x (afstand enkele reis) x 0,25. Indien de uitkomst 250 of hoger is kan een vervoersvoorziening worden toegekend.

Artikel 4 vervoersvoorzieningen

  • 1. Indien een vervoersvoorziening voor de jeugdige naar het oordeel van het college noodzakelijk is, dan kent het college de goedkoopst adequate vervoersvoorziening toe.

  • 2. De vervoersvoorziening, bedoeld in het eerste lid, betreft uitsluitend vervoer van en naar de locatie waar de jeugdhulp wordt geboden (vervoer enkel tussen huis of school en zorgaanbieder), voor zover geen aanspraak kan worden gemaakt op artikel 5 van de beleidsregels leerlingenvervoer Gouda 2015.

  • 3. Voor de vervoersvoorziening, bedoeld in het eerste lid wordt geen eigen bijdrage gevraagd.

  • 4. Indien de jeugdhulp in zorg in natura is verstrekt wordt het vervoer naar de locatie ook in zorg in natura verstrekt. Indien de jeugdhulp in PGB is verstrekt wordt het vervoer naar de locatie ook in PGB verstrekt.

  • 5. De volgende vervoersvoorzieningen kunnen worden geboden:

    • a.

      vervoer gecontracteerd bij de zorgaanbieder indien sprake is van zorg in natura;

    • b.

      een maandelijkse kilometervergoeding van € 0,19 per kilometer;

    • c.

      een vergoeding van de kosten van het openbaar vervoer, tweede klas; indien de ouders de jeugdige zelf vervoeren of laten vervoeren of de jeugdige zelfstandig gaat maar er sprake is van bovengebruikelijke zorg;

    • d.

      vervoer door een door het college gecontracteerde vervoerder indien sprake is van zorg in natura;

    • e.

      Het college gaat bij een kilometervergoeding en een vergoeding van de kosten van het openbaar vervoer uit van een gemiddelde per maand berekend op basis van afstand, aantal keer per week, aantal weken voor maximaal 2 enkele ritten per dag.

Artikel 5 doorgeven van wijzigingen

  • 1. De jeugdige en/of de ouders doen op verzoek of onverwijld uit eigen beweging aan college mededeling van alle feiten en omstandigheden, waarvan hun redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze aanleiding kunnen zijn tot heroverweging van een besluit over de vervoersvoorziening.

  • 2. Het college kan een besluit over een vervoersvoorziening herzien dan wel intrekken als het college vaststelt dat de jeugdige of zijn ouders onjuiste of onvolledige gegevens hebben verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een andere besluit zou hebben geleid.

  • 3. Indien het college een besluit op grond van het tweede lid heeft ingetrokken kan het college geheel of gedeeltelijk de geldswaarde vorderen van de ten onrechte genoten bekostiging dan wel worden verrekend bij een eventuele nieuw verstrekte vervoersvoorziening.

Artikel 6 Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking op de dag na bekendmaking.

Artikel 7 Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als Beleidsregels vervoer jeugdhulp Gouda.

Aldus vastgesteld in de vergadering van 17 januari 2017.

Burgemeester en wethouders van Gouda,

de secretaris, de burgemeester,