Regeling vervallen per 29-11-2018

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Gouda houdende regels omtrent de rechtspositie van een BABS Rechtspositieregeling voor de buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand Gouda

Geldend van 25-03-2014 t/m 28-11-2018 met terugwerkende kracht vanaf 01-04-2013

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Gouda houdende regels omtrent de rechtspositie van een BABS Rechtspositieregeling voor de buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand Gouda

Deze regeling is eerder al op gebruikelijke wijze bekend gemaakt. Door deze publicatie wordt het nu ook bekend gemaakt via het elektronisch en algemeen toegankelijke Gemeenteblad.

burgemeester en wethouders van gouda

Gelezen het advies van 13 december 2011;

Gelet op artikel 125 van de Ambtenarenwet;

Gelet op het Reglement burgerlijke stand, vastgesteld d.d. 20 december 2011;

Gezien de door het Georganiseerd Overleg verleende instemming d.d. 30 maart 2011.

Overwegende dat het nodig is om de huidige Rechtspositieregeling voor de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Gouda te vervangen doordat de nieuwe regeling van ons college nu afgestemd is op de sociale wetgeving door in de regeling op te nemen de loondoorbetaling bij ziekte en de re-integratieverplichting.

besluiten:

vast te stellen de

Rechtspositieregeling voor de buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand Gouda

Artikel 1 Begripsbepalingen

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand: een persoon als zodanig benoemd door het college, met uitzondering van de in artikel 2, lid 2, onderdelen b, c, d en e van het Reglement vermelde personen.

  • b.

    CAR-GUWO: de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling – Goudse Uitwerkingsovereenkomst.

  • c.

    Huis der gemeente: alle locaties die bij collegebesluit hiertoe zijn aangewezen.

    • 1.

      het Stadhuis, gevestigd aan de Markt 1 te Gouda

    • 2.

      alle overige aangewezen trouwlocaties

  • d.

    Reglement: Reglement burgerlijke stand.

  • e.

    Stadhuis: locatie, gevestigd aan de Markt 1 te Gouda, inclusief de Burgerhal.

  • f.

    Verbintenis: het voltrekken van een huwelijk, het registreren van een partnerschap, het omzetten van een huwelijk in een geregistreerd partnerschap of het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk.

  • g.

    Huis van de Stad: locatie, gevestigd aan het Burgemeester Jamesplein 1 te Gouda

Artikel 2 Benoeming

  • 1. Benoeming tot buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand geschiedt in tijdelijke dienst voor bepaalde tijd, zoals bedoeld in artikel 2 onder a. en f. van het Reglement.

  • 2. Een benoeming voor bepaalde tijd eindigt van rechtswege.

  • 3. In bijzondere gevallen kan het college besluiten tot afwijking van de in het eerste lid van de termijn, zoals bedoeld in het Reglement.

Artikel 3 Vergoeding

  • 1.

    • a.

      De buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand ontvangt een bezoldiging in de vorm van een vergoeding per verbintenis in het Huis van de Stad, die gelijk is aan viermaal het uurloon, behorende bij het hoogste bedrag van salarisschaal 8 van bijlage Ila van de CAR-GUWO.

    • b.
      • 1.

        De buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand ontvangt een bezoldiging in de vorm van een vergoeding per verbintenis voor de aangewezen trouwlocatie het Stadhuis, die gelijk is aan viermaal het uurloon, behorende bij het hoogste bedrag van salarisschaal 8 van bijlage Ila van de CAR-GUWO.

      • 2.

        De buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand ontvangt een bezoldiging in de vorm van een vergoeding per verbintenis voor alle overige aangewezen locaties, die gelijk is aan vijfmaal het uurloon, behorende bij het hoogste bedrag van salarisschaal 8 van bijlage Ila van de CAR-GUWO.

    • c.

      Indien de dag waarop de verbintenis plaats-vindt, aangemerkt wordt als een algemeen erkende feestdag, dan ontvangt de buitenge-woon ambtenaar van de burgerlijke stand hiervoor één uur extra.

  • 2. De vergoeding bedoeld in het eerste lid, wordt opgehoogd met het percentage van de vakantietoelage van artikel 6:3, tweede lid, van de CAR-GUWO.

  • 3. De vergoeding bedoeld in het eerste lid wordt opgehoogd met het percentage van de eindejaarsuitkering van artikel 3:6 van de CAR-GUWO.

  • 4. De vergoeding bedoeld in het eerste lid wordt opgehoogd met een percentage van 8,6% ter compensatie van het genieten van het vakantieverlof.

  • 5. De buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand ontvangt voor ieder voorgenomen verbintenis, waarvoor naar aanleiding van een verzoek voorbereidingen zijn verricht en/of op locatie is verschenen, terwijl partijen verstek laten gaan, een vergoeding zoals hiervoor bedoeld.

Artikel 4 Aanspraken bij ziekte

  • 1. Bij ziekte van de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand jonger dan 65 jaar zijn de artikelen 7:1 tot en met 7:3 (definities, begeleiding en recht op bezoldiging bij ziekte), 7:9 tot en met 7:14 (verplichtingen en sancties) en 7:19 tot en met 7:21 (samenloop doorbetaling bezoldiging en uitkering) van de CAR-GUWO van overeenkomstige toepassing.

  • 2. Voor toepassing van dit artikel wordt onder bezoldiging verstaan: het gemiddelde van het totaal aan vergoedingen bedoeld in artikel 3, over de 12 maanden onmiddellijk voorafgaande aan de eerste dag van ongeschiktheid van de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand. Voor zover de ambtenaar op deze datum zijn betrekking nog geen 12 maanden heeft vervuld, wordt gerekend met het bedrag dat hem gemiddeld per maand is toegekend over de periode waarin hij in dienst is.

  • 3. Voor de toepassing van dit artikel wordt onder de eerste dag van ongeschiktheid van de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand verstaan: de dag waarop de ambtenaar is aangewezen om een huwelijk of geregistreerd partnerschap te voltrekken, waarvoor hij wegens ziekte is verhinderd.

  • 4. Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen.

Artikel 5 Ontslag en schorsing

  • 1. Ontslag kan worden verleend overeenkomstig artikel 2 van deze Rechtspositieregeling alsmede de artikelen 8:1 (op verzoek), 8:2 + 8:2a (wegens ouderdomspensioen), 8:3 (wegens reorganisatie), 8:4 (wegens arbeidsongeschiktheid), 8:6 (wegens onbekwaamheid of ongeschiktheid), 8:7 & 8:8 (overige ontslaggronden) 8:11 (wegens FPU) en 8:13 (als disciplinaire straf) van de CAR-GUWO.

  • 2. Schorsing van de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand vindt plaats overeenkomstig de artikelen 8:15:1 en 8:15:2 van de CAR-GUWO.

Artikel 6 Overige rechten en plichten

De artikelen 15:1, 15:1b t/m 1g (verplichtingen rond integriteit), 15:1:12 (vergoeding van schade), 15:1:15 (beoordeling van de ambtenaar), 15:1:16 (dragen van uniform of dienstkleding), 15:1:19 (verbod betreden arbeidsterrein), 15:1:20 (infectieziekten), 15:1:22 (reis- en verblijfkosten) en 15:1:23 (vergoeden van schade) en 15:2 (klokkenluiders) van de CAR-GUWO zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel 7 Plichtsverzuim

De buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand die de hem opgelegde verplichtingen niet nakomt of zich overigens schuldig maakt aan plichtsverzuim, kan disciplinair worden gestraft overeenkomstig hoofdstuk 16 van de CAR-GUWO.

Artikel 8 Intrekking

De Rechtspositieregeling voor de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Gouda, vastgesteld op 8 april 2003, wordt ingetrokken.

Artikel 9 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2012.

Artikel 10 citeerartikel

Deze regeling kan worden aangehaald als: Rechtspositieregeling voor de buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand Gouda.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van 20 december 2011

Burgemeester en wethouders van Gouda,

Getekend door W.M. Cornelis, burgemeester

Getekend door mw. L.A.M. Bakker, secretaris

Toelichting Rechtspositieregeling voor de buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand Gouda

artikel 1 Begripsbepalingen

De wet-Mulder heeft met ingang van 1 januari 1995 de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand geïntroduceerd. De buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand wordt aangesteld door het college van burgemeester en wethouders (Burgerlijk Wetboek, Boek 1: artikel 16).

In het Reglement burgerlijke stand van is geregeld welke benoemingsmogelijkheden er zijn. Gemeenteambtenaren, burgemeester, wethouders en leden van de raad, kunnen tot (buitengewoon) ambtenaar van de burgerlijke stand benoemd worden. Tot buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand kunnen bovendien anderen, niet bij de gemeente werkzame personen, benoemd worden.

De gemeenteambtenaar, de burgemeester, de wethouders en de raadsleden worden beschouwd als onbezoldigd buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand. Op hen is deze rechtspositieregeling niet van toepassing. Daardoor is de vergoeding voor de werkaamheden alleen op de medewerkers van buiten de gemeente van toepassing.

De buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand is een ambtenaar in de zin van de Ambtenarenwet. Omdat de CAR-GUWO niet op hem van toepassing is, dient er een afzonderlijke rechtspositieregeling te gelden (artikel 125 Ambtenarenwet). Doorgaans is de functie van buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand een nevenfunctie, die in omvang sterk kan variëren.

artikel 2 Benoeming

In het Reglement is een benoemingstermijn bepaald van 5 jaar. Op de toepasselijkheid van de arbeidsonge-schiktheidswetgeving op de buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand wordt verder ingegaan bij de toelichting op artikel 4. De benoeming kan opnieuw tijdelijk verleend worden. De flexwet-bepaling geldt niet omdat noch de CAR-GUWO, noch het Burgerlijk Wetboek (7:615 BW) van toepassing is.

artikel 3 Vergoeding

Per verbintenis wordt een vergoeding uitbetaald waarin de vakantietoelage en eindejaarsuitkering zijn verdisconteerd. De berekeningsystematiek is dezelfde als die in de CAR-GUWO, dat wil zeggen dat de vakantietoelage wordt gebaseerd op de vergoeding en de eindejaarsuitkering van het salaris.

Afkopen niet genoten vakantie

In het vierde lid wordt het recht op vakantie-uren, die de ‘normale’ gemeenteambtenaar heeft op grond van artikel 6:2 van de CAR-GUWO, afgekocht door het toekennen van een vergoeding van 8,6%. Dit percentage is gebaseerd op de breuk tussen het aantal vakantie-uren per jaar (158,4 uren) en de arbeidsduur per jaar (1836 uren) van de gemeenteambtenaar. Vakantieaanspraken worden afgekocht vanwege het oproep-karakter van de werkzaamheden.

Het aanspraak maken op wettelijke vakantiedagen in het uurloon is niet meer toegestaan sedert de uitspraak van het Europese Hof van 16 maart 2006. In deze rechtspositieregeling is de afkoop van vakantie echter gehandhaafd. Reden daarvoor is dat de buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand in verband met zijn hoofdfunctie al gebonden zal zijn aan het opnemen van het wettelijk minimum aan vakantie. In de praktijk zijn buitengewoon ambtenaren burgerlijke stand bovendien veelal vrij om een verbintenis in te plannen. In de meeste gemeenten zal op basis van het bovenstaande gekozen kunnen worden voor handhaven van de afkoop. De uitspraak van het Hof brengt echter wel met zich mee dat een buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand formeel niet het recht ontzegd kan worden om de in zijn nevenfunctie opgebouwde vakantie daadwerkelijk op te nemen, ondanks het feit dat deze reeds is afgekocht. Per verbintenis (gelijkgesteld aan 3 uur) wordt 0,26 uur vakantie opgebouwd.

Voorbeeld berekening:

Vergoeding per verbintenis € 58,50 (3 maal 1/156e deel van 3.042)

Vakantietoelage 04,68 (8% van 58,50)

Eindejaarsuitkering 03,51 (6% van 58,50)

Compensatie vakantie-uren 05,03 (8,60% van 58,50)

Totaal € 71,72

artikel 4 Aanspraken bij ziekte

De regeling verklaart de CAR-GUWO op het punt van doorbetaling bezoldiging bij ziekte van toepassing op de buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand jonger dan 65 jaar. Achtergrond hiervan is het dwingende karakter van de sociale wetgeving die zieke werknemers (voor zover jonger dan 65 jaar) rechten en plichten toekent. Artikel 76a van de Ziektewet geeft de persoon “krachtens publiekrechtelijke aanstelling gehouden tot het verrichten van arbeid” bij ziekte het recht op 104 weken (of zolang als het dienstverband nog duurt) doorbetaling van 70% van de bezoldiging of, indien de bezoldiging op een ander wijze dan naar tijdruimte vastgesteld wordt, de gemiddelde bezoldiging die betrokkene, wanneer hij niet verhinderd was geweest, gedurende die tijd had kunnen verdienen. De CAR-GUWO geeft aanspraak op een hoger doorbetalings-percentage dan 70%.

Eerste dag van ongeschiktheid: in lid 3 is bepaald (conform de Ziektewet) welke dag als eerste ziektedag geldt. Het is niet de bedoeling dat de buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand direct bij aanvang van het ziekteverzuim bezoldiging krijgt doorbetaald, maar pas vanaf het tijdstip dat hij een huwelijk zou sluiten als hij niet ziek was geweest.

In de praktijk van de buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand zal het overigens niet altijd duidelijk zijn of en wanneer de eerste ziektedag valt en daarmee op welk moment de doorbetaling bezoldiging ingaat. Afhankelijk van de regelmaat waarmee de buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand werkzaamheden verricht, wordt de ingangsdatum van de eerste ziektedag bepaald, doch niet later dan na één maand waarop de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand zich heeft ziek gemeld. Staat er binnen deze maand een verbintenis gepland door de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand, dan wordt die dag als eerste ziektedag aangemerkt.

De uitbetaling van de doorbetaling van de bezoldiging vindt per maand plaats.

De buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand is verplicht zo spoedig mogelijk zijn verhindering tot werken door te geven. In artikel 6 van deze regeling is artikel 15:1d van de CAR-GUWO op de buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand van toepassing verklaard. Ook het artikel 7:9 lid 4 (verzuimprotocol) van de CAR-GUWO is van toepassing.

Naast het recht op doorbetaling van bezoldiging staat de verplichting van werkgever en werknemer (jonger dan 65 jaar) zich in te spannen tot re-integratie in het arbeidsproces. In de praktijk wordt deze verplichting niet altijd als wenselijk beschouwd. De buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand is op grond van het Burgerlijk Wetboek immers uitsluitend benoemd tot het verrichten van de formaliteiten rondom een verbintenis.

Bovendien heeft de buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand in de regel een hoofdfunctie waar vanuit re-integratieverplichtingen bestaan. In de praktijk zal bezien moeten worden hoe arbodienstverleners en het UWV omgaan met de verplichting tot re-integratie van de gemeente ten aanzien van een zieke buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand.

artikel 5 Ontslag en schorsing

De buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand wordt geschorst en ontslagen door het college van burgemeester en wethouders (Burgerlijk Wetboek, Boek 1: artikel 16). Artikel 125 van de Ambtenarenwet stelt dat voor schorsing, ontslag en uitkering nadere regels worden getroffen. Er wordt een limitatieve opsomming gegeven van de ontslaggronden voor de buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand, onder verwijzing naar de CAR-GUWO.

Opgemerkt wordt dat ontslag na ouderdomspensioen niet verplicht is. Artikel 8:2 tweede lid en 8:2a bieden de mogelijkheid om een gepensioneerde in dienst te houden dan wel te nemen. Het dienstverband met een gepensioneerde is op grond van artikel 8:2a eenvoudig te beëindigen.

artikel 6 Overige rechten en verplichtingen

De rechten en plichten van hoofdstuk 15 van de CAR-GUWO worden hier voor een groot gedeelte ook op de buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand van toepassing verklaard. Voor de inhoud van de artikelen wordt verwezen naar de CAR-GUWO. Enkele opmerkingen hierover:

De personeelsbeoordeling is van toepassing omdat in de ontslaggrond ‘onbekwaamheid/ongeschiktheid anders dan’ aan de orde kan zijn. Een beoordeling kan bij toepassing van die ontslaggrond van belang zijn, evenals bij een weigering om opnieuw een benoeming te verlenen.

De vergoeding van kosten bij dienstreizen is van toepassing verklaard. Deze vergoeding geniet de voorkeur boven een vaste onkostenvergoeding die aan belastingheffing is onderworpen.

De reguliere bepalingen over schadevergoeding door en aan de ambtenaar zijn van toepassing verklaard. In het algemeen kan gezegd worden dat de gemeente aansprakelijk is voor fouten van ondergeschikten en een zorgplicht heeft ten aanzien van de ondergeschikten zelf.