Regeling vervallen per 26-10-2012

Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten 2012

Geldend van 01-01-2012 t/m 25-10-2012

Intitulé

Verordening lijkbezorgingsrechten 2012

De raad van de gemeente Graafstroom;

 

gelezen het voorstel van de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Graafstroom, Liesveld en Nieuw-Lekkerland d.d. 29 november 2011;

 

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

 

 

besluit vast te stellen de:

 

Verordening op de heffing en invordering van

lijkbezorgingsrechten 2012.

(Verordening lijkbezorgingsrechten 2012)

 

Hoofdstuk

Artikel

Artikel 1   Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • 1.

    begraafplaatsen: de algemene begraafplaatsen in;

     - Bleskensgraaf (aan de Meulenbroek ter hoogte van nummer 16);

     - Brandwijk (aan de Brandwijksedijk t.h.v. nummer 19 achter de Ned.

       Hervormde   Kerk en aan de Kerkweg t.h.v. nummer 7);

     - Goudriaan (aan de Noordzijde t.h.v. nummer 17 achter en terzijde van de Ned.

       Hervormde Kerk);

     - Molenaarsgraaf (aan de Dorpsstraat t.h.v. nummer 28 achter de Ned.

       Hervormde Kerk);

     - Ottoland (A t.h.v. nummer 59 achter en terzijde van de Ned. Hervormde Kerk);

     - Oud-Alblas (aan de Noordzijde t.h.v. nummer 35);

     - Wijngaarden (aan de Dorpsstraat t.h.v. nummer 24 achter en terzijde van de

       Ned. Hervormde Kerk en aan het Oosteinde 41a);

  • graf: een zandgraf of een keldergraf;

  • grafkelder: een betonnen of gemetselde constructie waarin een of meerdere lijken worden begraven of asbussen worden bijgezet; grafkelders kunnen onderdeel zijn van een bovengrondse muur of wand;

  • asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

  • urn: een voorwerp ter berging van een of meerdere asbussen;

  • eigen graf: een (particulier) graf waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

  • algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

  • eigen urnengraf: een (particulier) graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

  • algemeen urnengraf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen bijzetten van asbussen met of zonder urnen;

  • verstrooiingsplaats: een plaats waarop as wordt verstrooid;

  • grafbedekking: gedenkteken of grafbeplanting op een graf, gedenkplaats of verstrooingsplaats.

  • het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • het doen verstrooien van as;

  • het doen begraven en begraven houden van lijken;

  • het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • het doen verstrooien van as;

 

 

Artikel 2   Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.

 

 

Artikel 3   Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

 

 

Artikel 4   Vrijstellingen

De rechten worden niet geheven voor oorlogsgraven van de Oorlogsgravenstichting.

 

 

Artikel 5   Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1.

    De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

 

 

Artikel 6   Belastingjaar

  • 1.

    Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

  • 2.

    Met betrekking tot de rechten genoemd in hoofdstuk 5.3 van de tarieventabel is het belastingtijdvak gelijk aan de periode waarvoor wordt afgekocht.

 

 

Artikel 7   Wijze van heffing

  • 1.

    De onderhoudsrechten, bedoeld in 5.2 en 5.3 van de tarieventabel, worden geheven bij wege van aanslag.

  • 2.

    Andere rechten dan die bedoeld in 5.2 en 5.3 van de tarieventabel worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

 

 

Artikel 8   Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten

De onderhoudsrechten, bedoeld in 5.2 en 5.3 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak

 

 

Artikel 9   Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten

Andere rechten dan die bedoeld in 5.2 en 5.3 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

 

 

Artikel 10  Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden betaald binnen 30 dagen na de dagtekening van het aanslagbiljet of de schriftelijke kennisgeving.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

 

 

Artikel 11  Kwijtschelding

Bij de invordering van de lijkbezorgingsrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

 

 

Artikel 12  Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten.

 

 

Artikel 13  Overgangsrecht

  • 1.

    De 'Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten 2011' van 13 december 2010, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 14, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 14, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de rechten hiervoor in die periode plaatsvindt.

 

Artikel 14  Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

2.    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2012.

3.    In afwijking in zoverre van het in de voorgaande leden bepaalde, is voor een

graf, dat op 1 juli 2002 geen enkele grafbedekking heeft, geen recht verschuldigd

totdat er wijzigingen in de grafbedekking en/of rechthebbende optreedt.

4.    Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening lijkbezorgingsrechten 2012".

 

 

Besloten in de openbare raadsvergadering van 13 december 2011.

 

 

De griffier,                                   De voorzitter,

 

 

 

drs. T.W. Kanters                          D.R. van der Borg Artikel

Artikel 1   Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • 1.

    begraafplaatsen: de algemene begraafplaatsen in;

     - Bleskensgraaf (aan de Meulenbroek ter hoogte van nummer 16);

     - Brandwijk (aan de Brandwijksedijk t.h.v. nummer 19 achter de Ned.

       Hervormde   Kerk en aan de Kerkweg t.h.v. nummer 7);

     - Goudriaan (aan de Noordzijde t.h.v. nummer 17 achter en terzijde van de Ned.

       Hervormde Kerk);

     - Molenaarsgraaf (aan de Dorpsstraat t.h.v. nummer 28 achter de Ned.

       Hervormde Kerk);

     - Ottoland (A t.h.v. nummer 59 achter en terzijde van de Ned. Hervormde Kerk);

     - Oud-Alblas (aan de Noordzijde t.h.v. nummer 35);

     - Wijngaarden (aan de Dorpsstraat t.h.v. nummer 24 achter en terzijde van de

       Ned. Hervormde Kerk en aan het Oosteinde 41a);

  • graf: een zandgraf of een keldergraf;

  • grafkelder: een betonnen of gemetselde constructie waarin een of meerdere lijken worden begraven of asbussen worden bijgezet; grafkelders kunnen onderdeel zijn van een bovengrondse muur of wand;

  • asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

  • urn: een voorwerp ter berging van een of meerdere asbussen;

  • eigen graf: een (particulier) graf waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

  • algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

  • eigen urnengraf: een (particulier) graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

  • algemeen urnengraf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen bijzetten van asbussen met of zonder urnen;

  • verstrooiingsplaats: een plaats waarop as wordt verstrooid;

  • grafbedekking: gedenkteken of grafbeplanting op een graf, gedenkplaats of verstrooingsplaats.

  • het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • het doen verstrooien van as;

  • het doen begraven en begraven houden van lijken;

  • het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • het doen verstrooien van as;

 

 

Artikel 2   Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.

 

 

Artikel 3   Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

 

 

Artikel 4   Vrijstellingen

De rechten worden niet geheven voor oorlogsgraven van de Oorlogsgravenstichting.

 

 

Artikel 5   Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1.

    De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

 

 

Artikel 6   Belastingjaar

  • 1.

    Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

  • 2.

    Met betrekking tot de rechten genoemd in hoofdstuk 5.3 van de tarieventabel is het belastingtijdvak gelijk aan de periode waarvoor wordt afgekocht.

 

 

Artikel 7   Wijze van heffing

  • 1.

    De onderhoudsrechten, bedoeld in 5.2 en 5.3 van de tarieventabel, worden geheven bij wege van aanslag.

  • 2.

    Andere rechten dan die bedoeld in 5.2 en 5.3 van de tarieventabel worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

 

 

Artikel 8   Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten

De onderhoudsrechten, bedoeld in 5.2 en 5.3 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak

 

 

Artikel 9   Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten

Andere rechten dan die bedoeld in 5.2 en 5.3 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

 

 

Artikel 10  Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden betaald binnen 30 dagen na de dagtekening van het aanslagbiljet of de schriftelijke kennisgeving.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

 

 

Artikel 11  Kwijtschelding

Bij de invordering van de lijkbezorgingsrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

 

 

Artikel 12  Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten.

 

 

Artikel 13  Overgangsrecht

  • 1.

    De 'Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten 2011' van 13 december 2010, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 14, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 14, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de rechten hiervoor in die periode plaatsvindt.

 

Artikel 14  Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

2.    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2012.

3.    In afwijking in zoverre van het in de voorgaande leden bepaalde, is voor een

graf, dat op 1 juli 2002 geen enkele grafbedekking heeft, geen recht verschuldigd

totdat er wijzigingen in de grafbedekking en/of rechthebbende optreedt.

4.    Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening lijkbezorgingsrechten 2012".

 

 

Besloten in de openbare raadsvergadering van 13 december 2011.

 

 

De griffier,                                   De voorzitter,

 

 

 

drs. T.W. Kanters                          D.R. van der Borg

 

 

TARIEVENTABEL

 

Behorende bij de "Verordening lijkbezorgingsrechten 2012" - Gemeente Graafstroom

 

Geldend vanaf 1 januari 2012.

 

 

 

 

De bedragen genoemd in deze tabel zijn inclusief omzetbelasting indien deze verschuldigd is.

 

 

 

 

Tabel

Omschrijving

Bedrag

nr.

2012

 

 

 

 

Hoofdstuk 1  Verlenen van rechten

 

1.1

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een graf wordt geheven

 

 

voor een periode van 30 jaar (inclusief onderhoud):

 

1.1.1

- voor een graf met één grafruimte

€ 3.244,00

1.1.2

- voor een graf met twee grafruimten

€ 4.835,00

1.2

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een kindergraf wordt geheven

 

 

 voor een periode van 30 jaar (inclusief onderhoud):

€ 1.209,00

1.3

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een urnengraf wordt geheven

 

 

voor een periode van 30 jaar (inclusief  onderhoud):

€ 1.209,00

1.4

Voor het geven van gelegenheid tot het doen begraven en begraven houden van

 

 

een overleden persoon van 12 jaar of ouder in een algemeen graf voor een periode

 

 

van 10 jaar wordt geheven (inclusief onderhoud)

€ 1.867,00

1.5

Voor het geven van gelegenheid tot het doen begraven en begraven houden van

 

 

een overleden kind beneden 12 jaar in een algemeen kindergraf voor een periode

 

 

van 10 jaar wordt geheven (inclusief onderhoud)

€ 467,00

1.6

Voor het geven van gelegenheid tot het doen bijzetten en bijgezet houden van een asbus met

 

 

of zonder urn in een algemeen urnengraf voor een periode van 10 jaar wordt geheven

 

 

(inclusief onderhoud)

€ 467,00

1.7

Voor het verlengen van het uitsluitend recht, bedoeld in de onderdelen 1.1, 1.2 en 1.3 wordt

 

 

geheven (inclusief onderhoud):

 

1.7.1

- voor een periode van 10 jaar: een recht gelijk aan éénderde van het bedrag dat wordt

 

 

   geheven voor het verlenen van het uitsluitend recht voor een periode van 30 jaar

 

1.7.2

- voor een periode van 20 jaar: een recht gelijk aan tweederde van het bedrag dat wordt

 

 

   geheven voor het verlenen van het uitsluitend recht voor een periode van 30 jaar

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 2  Begraven

 

2.1

Voor het begraven van een overleden persoon van 12 jaar of ouder wordt geheven

€ 1.035,00

2.2

Voor het begraven van een overleden kind beneden één jaar wordt geheven

€ 259,00

2.3

Voor het begraven van een overleden kind beneden 12 jaar wordt  geheven

€ 518,00

2.4

Voor het begraven op buitengewone uren wordt het recht, bedoeld in de onderdelen 2,1, 2,2

 

 

en 2.3 verhoogd met

€ 286,00

2.5

Onder buitengewone uren wordt verstaan:

 

 

Koninginnedag en algemeen erkende christelijke feestdagen

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 3 Bijzetten van asbussen en urnen

 

3.1

Voor het bijzetten van een asbus of urn wordt geheven

€ 238,00

 

 

 

 

Hoofdstuk 4 Verstrooien van as

 

4.1

Voor het verstrooien van as wordt per asbus geheven

€ 89,00

 

 

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 5 Grafbedekking en onderhoud

 

5.1

Voor het afgeven van een vergunning voor het plaatsen of vernieuwen van een grafbedekking

 

 

bedoeld in artikel 17 van de Beheersverordening begraafplaatsen Graafstroom 2008, wordt

 

 

geheven

€ 249,00

5.2

Voor het door of vanwege de gemeente onderhouden van een grafruimte met/zonder

 

 

 grafbedekking, wordt geheven per jaar

 

5.2.1

- voor een eigen graf, kindergraf of urnengraf

€ 60,00

5.2.2

- voor een eigen graf, waarbij de breedte van de grafbedekking groter is dan 80 cm

€ 60,00

5.2.3

- voor een algemeen graf, kindergraf of urnengraf

€ 33,00

5.3

De rechten als bedoeld in onderdeel 5.2 kunnen worden afgekocht, door voldoening van een

 

 

bedrag bepaald volgens onderstaande tabel. De afkoopsom bedraagt de contante waarde van

 

 

de op het tijdstip van afkoop nog te verschijnen belastingbedragen, en wordt berekend door

 

 

vermenigvuldiging van het jaarlijkse belastingbedrag, exclusief de administratiekosten van

€ 5,00 met de hierna te noemen factor.

 

 

aantal jaren waarvoor wordt afgekocht                                                               - vermenigvuldigingsfactor

 

5.3.1

10

10

5.3.2

20

20

5.3.3

30

30

5.3.4

onbepaalde tijd

50

5.4

Het verwijderen van grafbedekking

€ 307,00

 

 

 

 

Hoofdstuk 6 Lijkschouwing

 

6.1

Voor het schouwen van een lijk door een gemeentelijke lijkschouwer wordt geheven

€ 225,00

 

 

 

 

Hoofdstuk 7 Inschrijven en overboeken van eigen graven

 

7.1

Voorhet inschrijven en overboeken van eigen graven, eigenkindergraven of eigen urnengraven

 

 

in een daartoe bestemd register wordt geheven

€ 16,00

 

 

 

 

Hoofdstuk 8 Opgraven of ruimen

 

8.1

Voor het opgraven van overblijfselen van overledenen op verzoek van de rechthebbende

 

 

wordt geheven

€ 183,00

 

vermeerderd met de door de gemeente te maken kosten als gevolg van de inschakeling van

 

 

terzake deskundige derden

 

8.2

Voor het na opgraven weer opnieuw begraven in een graf wordt geheven

€ 760,00

8.3

Voor het opgraven of verwijderen van een asbus wordt geheven

€ 80,00

8.4

Voor het ruimen of samenvoegen van lagen van een eigen graf op verzoek van de rechthebbende

 

 

wordt geheven

€ 183,00

 

vermeerderd met de door de gemeente te maken kosten als gevolg van de inschakeling van

 

 

terzake deskundige derden

 

8.5

Bij het weer terugplaatsen van de asbus wordt geheven

€ 53,00

8.6

Voorafgaande aan het in behandeling nemen van een verzoek bedoeld in 8.1 en 8.4 wordt de

 

 

aanvrager het bedrag meegedeeld dat in rekening wordt gebracht voor de inschakeling van

 

 

externe deskundigen.

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 9  Overige diensten

 

9.1

Voor het luiden van de klok wordt geheven

€ 40,00

9.2

Voor het gebruik van de schouderdraagbaar wordt geheven

€ 50,00