Regeling vervallen per 01-01-2014

Treasurystatuut

Geldend van 14-03-2012 t/m 31-12-2013

Intitulé

Treasurystatuut

De raad van de gemeente Grave;

Gelet op de verordening ex artikel 212 van de Gemeentewet,

de Wet financiering decentrale overheden (Wet fido) en

de Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden (Ruddo);

Besluit:

vast te stellen het navolgende Treasurystatuut:

1 Doelstellingen Treasuryfunctie

De treasuryfunctie van de gemeente dient tot:

  • 1.

    Het aantrekken van voldoende financiële middelen en het uitzetten van overtollige gelden om de programma’s binnen de door de raad vastgestelde kaders van de begroting te kunnen uitvoeren;

  • 2.

    Het beschermen van de gemeente tegen financiële risico’s, zoals: renterisico, kredietrisico en intern liquiditeitsrisico;

  • 3.

    Het minimaliseren van de in- en externe verwerkingskosten bij het beheren van de geldstromen en de financiële posities;

  • 4.

    Het optimaliseren van het rendement van de beschikbare liquiditeiten, binnen de gegeven kaders, zoals vastgesteld in de Wet fido, Ruddo en dit statuut.

2 Uitzettingen en garanties

Bij uitzettingen dient er een onderscheid gemaakt te worden in uitzettingen uit hoofde van de publieke taak en uitzettingen uit hoofde van treasury.

2.1 Uitzettingen en garanties uit hoofde van de publieke taak

Voor uitzettingen en garanties uit hoofde van de publieke taak gelden de volgende specifieke uitgangspunten en richtlijnen:

De gemeente mag leningen of garanties uitsluitend verstrekken uit hoofde van haar publieke taak.

Er worden zoveel mogelijk zekerheden gesteld, waarbij vooraf advies door de afdeling Financieel Beheer en Beleid wordt ingewonnen over de financiële positie en de kredietwaardigheid van de betreffende partij.

2.2 Uitzettingen uit hoofde van treasury

Voor tijdelijke beleggingen uit hoofde van treasury gelden de volgende specifieke uitgangspunten en richtlijnen:

  • 1.

    De beleggingen dienen een prudent karakter te hebben en niet zijn gericht op het genereren van inkomen door het lopen van overmatig risico;

  • 2.

    Beleggingen vinden uitsluitend plaats in euro’s;

  • 3.

    De gemeente beperkt de koersrisico’s op beleggingen, door daarbij uitsluitend de volgende produkten te hanteren:

    • -

      Vastrentende waarden;

    • -

      Produkten waarbij aan het eind van de looptijd de hoofdsom gegarandeerd is;

  • 4.

    Uitzettingen worden afgestemd op de bestaande financiële positie en een liquiditeitsplanning;

  • 5.

    De gemeente beperkt de kredietrisico’s op uitzettingen, door haar gelden te beleggen bij financiële instellingen met ten minste een AA-rating. Deze rating moet zijn afgegeven door twee van de volgende erkende ratingbureaus: Moody’s, Standard & Poors of Fitch IBCA;

  • 6.

    De gemeente mag gelden tijdelijk uitzetten bij Nederlandse overheden en andere publiekrechtelijke lichamen met een solvabiliteitsratio van 0%;

  • 7.

    De gemeente vraagt offertes op bij minimaal 2 instellingen, waaronder de huisbankier, alvorens een langlopende belegging wordt gedaan. Dit is ook van toepassing op kortlopende beleggingen met een looptijd langer dan drie maanden. Deze offertes worden door de gemeente zelf schriftelijk vastgelegd.

3 Financiering

3.1 Algemene uitgangspunten

  • 1.

    Financieringsmiddelen worden uitsluitend aangetrokken voor de uitoefening van de publieke taak;

  • 2.

    Financieringsmiddelen worden uitsluitend aangetrokken in euro’s;

  • 3.

    Financiering met externe financieringsmiddelen wordt zoveel mogelijk beperkt door primair de beschikbare interne liquiditeiten te gebruiken;

  • 4.

    Financiële instellingen (kredietinstellingen, beleggingsinstellingen, effecteninstellingen, verzekeraars en pensioenfondsen) dienen onder Nederlands of anderszins EER-toezicht te vallen, zoals de Nederlandsche Bank en de Verzekeringskamer. Tussenpersonen dienen geregistreerd te staan bij de Autoriteit financiële Markten (AFM);

  • 5.

    Financieringsmiddelen worden afgestemd op de bestaande financiële positie en een liquiditeitsplanning;

  • 6.

    De rentetypische looptijd en het renteniveau van de financieringsmiddelen worden zo veel mogelijk afgestemd op de aktuele rentestand en de rentevisie;

  • 7.

    De rentevisie van de gemeente in de treasuryparagraaf is gebaseerd op de visie van de huisbankier;

  • 8.

    Om renterisico op het aantrekken van financieringsmiddelen te beheersen is het gebruik van derivaten onder de volgende voorwaarden toegestaan:

    • -

      Derivaten dienen een risico beheersend karakter te hebben, waarbij te allen tijde een gesloten positie vereist is;

    • -

      Derivaten dienen door de gemeente geadministreerd te kunnen worden;

    • -

      Alvorens een derivatentransaktie aan te gaan wint de gemeente advies in van een extern, ter zake kundig, adviseur.

  • 9.

    De gemeente vraagt offertes op bij minimaal 2 instellingen, waaronder de huisbankier, alvorens langlopende financieringsmiddelen worden aangetrokken. Dit is ook van toepassing op kortlopende financieringsmiddelen met een looptijd langer dan drie maanden. Deze offertes worden door de gemeente zelf schriftelijk vastgelegd.

3.2 Kortlopende financiering (rentetypische looptijd < 1 jaar)

  • 1.

    Toegestane vormen bij het aantrekken van kortlopende financieringsmiddelen zijn daggeldleningen, kasgeldleningen en kredietfaciliteiten in rekening-courant;

  • 2.

    De gemeente houdt bij het aantrekken van kortlopende financieringsmiddelen rekening met de wettelijke kasgeldlimiet. Een overschrijding gedurende meer dan twee kwartalen wordt gemeld bij de toezichthouder (Provincie).

3.3 Langlopende financiering (rentetypische looptijd >1 jaar)

  • 1.

    Als financieringsinstrument zijn uitsluitend onderhandse leningen toegestaan;

  • 2.

    Bij het aantrekken van langlopende financieringsmiddelen wordt gezorgd dat de rente-risiconorm niet wordt overschreden.

4 Kasbeheer

Voor het kasbeheer gelden de volgende specifieke uitgangspunten en richtlijnen:

  • 1.

    Het liquiditeitsgebruik wordt beperkt door de geldstromen op gemeenteniveau waar mogelijk op elkaar af te stemmen. Hierbij wordt erop toegezien dat de liquiditeitspositie voldoende is om te garanderen dat de verplichtingen tijdig kunnen worden nagekomen;

  • 2.

    Het betalingsverkeer wordt zoveel mogelijk elektronisch uitgevoerd bij de huisbankier;

  • 3.

    Tijdelijke financieringsoverschotten en –tekorten kunnen conform de richtlijnen onder 2.2 en 3.2 worden ingevuld;

  • 4.

    De gemeente streeft naar concentratie van liquiditeiten binnen één rentecompensatiecircuit bij haar huisbankier. De huisbankier wordt gezien als een strategische partner. De bancaire condities bij de huisbankier worden periodiek, doch minstens één maal per 2 jaar, op marktconformiteit beoordeeld;

  • 5.

    Contante geldstromen worden zoveel mogelijk beperkt.

5 Administratieve organisatie/interne controle

5.1 Algemene uitgangspunten

  • 1.

    Bij de uit te voeren treasury aktiviteiten is functiescheiding doorgevoerd met als belangrijkste voorwaarden:

    • -

      De uitvoering en de autorisatie geschieden door afzonderlijke functionarissen;

    • -

      De uitvoering en controle administratie geschiedt door afzonderlijke functionarissen.

  • 2.

    De accountant toetst, in het kader van zijn algemene controle-opdracht, de opzet en de werking van de administratieve- en interne controlemaatregelen.

5.2 Verantwoordelijkheden

De verantwoordelijkheden met betrekking tot de treasuryfunctie van de gemeente staan in de volgende tabel gedefinieerd.

Functie

Verantwoordelijkheden

Gemeenteraad

Vaststellen van treasurydoelstellingen, het treasurybeleid, beleidskaders en limieten;

Vaststellen van de financieringsparagraaf in de begroting en de jaarrekening;

Evalueren en, indien nodig, bijstellen van het treasurybeleid.

College van B&W

Uitvoeren van het treasurybeleid (formele verantwoordelijkheid);

Achteraf bekrachtigen van de afgesloten transakties (voor zover de Raad dit niet aan zich heeft voorbehouden);

Rapporteren aan de Raad over de uitvoering van het treasurybeleid.

Portefeuillehouder Financiën

Uitvoeren van het treasurybeleid (politieke verantwoordelijkheid).

Afdelingsmanager Bedrijfsvoering

Bewaken van de kwaliteit en de uitvoering van de treasuryprocessen;

Controleren van de volledigheid en betrouwbaarheid van de informatie voorziening van de treasuryfunctie en hierover rapporteren aan het college van B&W;

Rapporteren en afleggen van verantwoording over de uitvoering van het treasurybeheer;

Opzetten van administratieve richtlijnen op het gebied van treasury.

Coördinator Financieel Beleid en Beheer

Uitvoeren van de aan haar/hem gemandateerde treasury aktiviteiten conform het treasurystatuut en de financieringsparagraaf;

Zorgdragen voor juiste verantwoording van de uitvoering van de door hem/haar gemandateerde treasury aktiviteiten;

Rapporteren aan de Afdelingsmanager Bedrijfsvoering over de uitvoering van het treasury beheer;

Afleggen van verantwoording aan de Afdelingsmanager Bedrijfsvoering

Afdelingsmanagers

Zorgdragen voor een goede kwaliteit van de informatie die hun afdeling aanlevert aan het cluster Financieel Beleid en Beheer met betrekking tot toekomstige ontvangsten en uitgaven.

Budgethouders

Zorgdragen voor het tijdig aanleveren van betrouwbare operationele informatie over toekomstige geldstromen aan de Afdelingsmanagers;

Fiatteren van betalingen en ontvangsten, ten laste c.q. ten gunste van hun budgetten.

Medewerker belast met treasury

Uitvoeren van de aktiviteiten met betrekking tot de volgende deelfuncties:

Risicobeheer, gemeentefinanciering (financiering, uitzetting, relatiebeheer), en kasbeheer. Deze aktiviteiten moeten conform dit treasurystatuut en de financieringsparagraaf worden uitgevoerd en de transakties dienen geautoriseerd te zijn door de clustercoördinator Financieel Beleid en Beheer

Aantrekken en uitzetten van gelden in het kader van het saldo- en liquiditeiten beheer.

Beheren van de geldstromen.

Onderhouden van contacten met banken, geldmakelaars en overige financiële instellingen.

Afsluiten van financiële contracten voortvloeiend uit bovenstaande deelfuncties.

Schriftelijk vastleggen van de treasury transakties en het doorgeven hiervan aan de medewerker belast met het bankverkeer.

Aanleveren van tijdige, volledige en betrouwbare gegevens aan de gemeentelijke administratie.

Afleggen van verantwoording aan de clustercoördinator over de uitvoering van de aan haar/hem (door)gemandateerde aktiviteiten.

Voorbereiden van beleidsvoorstellen op treasurygebied.

Adviseren van de afdelingen/clusters over de financiële gevolgen van hun aktiviteiten en projekten.

Opstellen van de rentevisie.

Medewerker belast met privaatrechtelijke vorderingen

Overboeken van saldi tussen bankrekeningen.

Afhandelen van het contante en girale betalingsverkeer.

Aanleveren van tijdige, volledige en juiste gegevens aan de gemeentelijke administratie.

Rapporteren aan de clustercoördinator Financieel Beleid en Beheer over de uitvoering van de aan haar/hem (door)gemandateerde aktiviteiten.

Medewerker belast met interne controle

Ontvangen van de orderbevestiging van derden en het controleren of deze overeenkomt met de transaktie informatie zoals verstrekt door de medewerker belast met treasury.

Voeren van de interne controle op de uitgevoerde treasury transakties en hierover rapporteren aan de Afdelingsmanager Bedrijfsvoering.

Afleggen van verantwoording aan de Afdelingsmanager Bedrijfsvoering over de uitvoering van de aan haar/hem (door)gemandateerde aktiviteiten.

5.3 Bevoegdheden

In de onderstaande tabel staan bevoegdheden met betrekking tot treasury aktiviteiten weergegeven alsmede de daarbij benodigde fiattering. Hierbij wordt rekening gehouden met een functiescheiding tussen: voorbereiden, autoriseren, uitvoeren, administreren en controleren van de treasury aktiviteiten.

Bevoegd functionaris

(1e handtekening)

Autorisatie door

(2e handtekening)

Saldo-, liquiditeiten- en geldstromenbeheer

1.

Uitzetten van middelen via callgeld, deposito en spaarrekening

Medewerker belast met treasury

Clustercoördinator Financieel Beleid en Beheer

2.

Aantrekken van middelen via callgeld of kasgeld

Medewerker belast met treasury

Clustercoördinator Financieel Beleid en Beheer

3.

Betalingsopdrachten voorbereiden en versturen

Medewerker belast met treasury

Clustercoördinator Financieel Beleid en Beheer

Bankrelatiebeheer

4.

Bankrekeningen openen, sluiten, wijzigen

Clustercoördinator Financieel Beleid en Beheer

Afdelingsmanager Bedrijfsvoering

5.

Bankcondities en tarieven afspreken

Clustercoördinator Financieel Beleid en Beheer

Afdelingsmanager Bedrijfsvoering

Financiering en uitzetting

6.

Uitvoering van de vastgestelde kredietfaciliteiten

Medewerker belast met treasury

Afdelingsmanager Bedrijfsvoering

7.

Beleggen van middelen in garantie produkten, zoals vastgesteld in de financieringsparagraaf

Clustercoördinator Financieel Beleid en Beheer

Afdelingsmanager Bedrijfsvoering

8.

Verstrekken van leningen uit hoofde van de publieke taak

College van B&W

Gemeenteraad

9.

Garanderen van middelen jegens derden uit hoofde van de publieke taak

College van B&W

Gemeenteraad

10.

Aantrekken van gelden via onderhandse leningen en MTN’s

Afdelingsmanager Bedrijfsvoering

Portefeuillehouder Financiën

6 Informatievoorziening

  • 1.

    Om de treasury aktiviteiten controleerbaar en beheersbaar te maken is een goed functionerende interne en externe informatievoorziening noodzakelijk. Drie typen informatie kunnen worden onderscheiden:

    • -

      Beleidsmatige informatie;

    • -

      Operationele informatie;

    • -

      Verantwoordingsinformatie (performancerapportages, interne controles, etc.)

  • 2.

    Naast interne informatie heeft de medewerker belast met treasury ook externe informatie nodig zoals informatie met betrekking tot de geld- en kapitaalmarkt en met betrekking tot met de bank afgesloten transakties.

6.1 Beleidsmatige informatie

Het treasurystatuut geeft de kaders weer, waarbinnen de treasury aktiviteiten dienen te worden uitgevoerd. In de paragraaf financiering van de begroting wordt ingegaan op de wijze waarop concreet invulling wordt gegeven aan het treasurybeleid.

6.2 Operationele informatie

Het opstellen en hanteren van operationele informatie is de verantwoordelijkheid van de functionarissen die bij de uitvoering betrokken zijn. De belangrijkste operationele informatie die te allen tijde beschikbaar moet zijn volgt hieronder:

  • -

    Aktuele liquiditeitsplanning

  • -

    Afgesloten transakties

  • -

    Bancaire afspraken

6.3 Verantwoordingsinformatie

De verantwoording over het uit te voeren treasurybeleid vindt plaats binnen de reguliere Planning & Control cyclus. Daarnaast wordt in de paragraaf financiering bij de jaarrekening het uitgevoerde beleid geëvalueerd. In de evaluatie wordt weergegeven in hoeverre de beleidsvoornemens uit de paragraaf bij de begroting zijn uitgevoerd en wat de oorzaken zijn van eventuele afwijkingen. Om een goede vergelijking mogelijk te maken dienen de indeling en de onderwerpen van de evaluatie aan te sluiten bij de paragraaf financiering van de begroting van het betreffende jaar.

7 Inwerkingtreding

Dit treasurystatuut treedt in werking met ingang van de dag volgend op de dag van vaststelling en kan worden aangehaald als Treasurystatuut 2012.

Ondertekening

Aldus besloten door de raad van de gemeente Grave in zijn openbare vergadering van 13 maart 2012.
De griffier, De voorzitter,