Beleidsregel subsidiëring wijk- en dorpsbeheer 2009

1. Wijk- en dorpsbeheerOnder Wijk- en dorpsbeheer wordt verstaan die organisaties die aangewezen en erkend zijn door de gemeente en wiens inspanningen en activiteiten tot doel hebben:

• a.

  Wijken en dorpen van de gemeente leefbaar te houden en waar nodig en mogelijk te verbeteren.

• b.

  De burgers meer invloed en inspraak geven, daar waar het hun directe woon- en leefomgeving betreft, zoals bedoeld en omschreven in het beleidskader Maatschappelijke Ondersteuning (Welzijn en zorg).

• c.

  Onder leefbaarheid wordt evenzeer verstaan die activiteiten die een vormend, educatief dan wel een cultureel karakter hebben, plaatsvinden in eigen wijk of dorp en toegankelijk zijn voor buurt- en dorpsgenoten.

2. Gewenste voorzieningen/activiteitenOnder gewenste voorzieningen/activiteiten vallen die voorzieningen/activiteiten:

• a.

  die het component leefbaarheid nastreven en derhalve passen in het beleidskader Maatschappelijke Ondersteuning (Welzijn en zorg);

• b.

  met een vormend, educatief en cultureel karakter dan wel passen in het onder 1 genoemde beleidskader, en een activiteitencomponent nastreven;

• c.

  onder voorzieningen wordt tevens verstaan het (doen) aanbrengen dan wel (doen) inrichten van voorzieningen in en van openbare ruimten, met het doel die ruimten veilig en leefbaar te maken en te onderhouden;

3. Inwoners: Aantal inwoners per dorp/wijk op 1 januari in het jaar voorafgaand aan het subsidiejaar.

1. Om voor subsidie in aanmerking te komen dient een wijk- of dorpsraad overeenkomstig onderstaande prioriteitsvolgorde te voldoen aan:

• a.

  de klankbordfunctie en activiteiten voor het behouden en versterken van de leefbaarheid in de wijk/het dorp (= leefbaarheidscomponent);

• b.

  de sociaal culturele activiteiten (= activiteitencomponent).

2. Intentie van de beleidsregel is dat een wijk- of dorpsraad beide taken (componenten) vervult dan wel gaat vervullen;

3. Indien de situatie er om vraagt is het mogelijk om met instemming van het college van burgemeester en wethouders, door 1 wijk- of dorpsraad de taken leefbaarheidscomponent en activiteitencomponent te laten vervullen namens meerdere wijken;

1. De subsidieaanvraag dient voor 1 mei in het jaar voorafgaande aan het subsidiejaar (=kalenderjaar waarin de activiteiten worden uitgevoerd) te zijn ingediend.

2. Activiteiten die geen wettelijk verplicht karakter hebben zijn aangemerkt als wenselijke voorziening. Derhalve vindt de subsidieverstrekking plaats via de zogenaamde korte procedure; dit houdt in, dat op basis van de subsidieverlening, direct een beschikking tot subsidievaststelling wordt afgegeven. Deze beschikking geeft aanspraak op uitbetaling. Aan deze procedure is een beperkende werking verbonden. De in de beschikking vastgelegde subsidiesom mag het bedrag van € 5000,- niet overstijgen.

3. Ongeacht de beschikking tot subsidievaststelling is de subsidie ontvanger verplicht een overzicht van de uitgaven in te dienen, en wel voor

• a.

  1 april van het jaar volgend op het betreffende subsidiejaar of subsidieperiode (lange procedure).

• b.

  1 mei van het jaar volgend op het betreffende subsidiejaar of subsidieperiode (korte procedure). Een overzicht van inkomsten en uitgaven volstaat.

4. Het college kan met de voor subsidie in aanmerking komende organisaties een budgetovereenkomst afsluiten voor 1 – tot maximaal 4 jaar; tenzij het college beslist dat voorwaarden in de beschikking worden opgenomen.