Regeling vervallen per 01-01-2012

Beleidsregel uitvoering subsidiesystematiek maatschappelijke ondersteuning 2009

Geldend van 01-02-2009 t/m 31-12-2011

Intitulé

Beleidsregel uitvoering subsidiesystematiek maatschappelijke ondersteuning 2009

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Grave;Overwegende dat het noodzakelijk is een beleidsregel vast te stellen met betrekking tot het subsidiëren van diensten, producten en activiteiten in het kader van de uitvoering van de Maatschappelijke Ondersteuning (gemeentelijk welzijn en zorgbeleid);Gelet op titel 4.2 en 4.3. van de Algemene wet bestuursrecht;Gelet op het Beleidskader Maatschappelijke Ondersteuning;Gelet op de Algemene Subsidieverordening van de gemeente Grave 2007;b e s l u i tvast te stellen de navolgende beleidsregel:Beleidsregel Uitvoering Subsidiesystematiek Maatschappelijke Ondersteuning 2009

Artikel 1 Begripsbepalingen

 

 

Artikel 2 Doel en toepasbaarheid van deze beleidsregel

  • 1. DoelHet doel van deze beleidsregel is de uitvoering van de subsidiesystematiek vorm en structuur te geven; in overeenstemming met de Algemene wet bestuursrecht, de Grondwet, de Gemeentewet, het duaal stelsel, het beleidskader, de Algemene Subsidie Verordening Grave 2007, de Verordening uitgangspunten financieel beleid, het financieel kader en het juridisch kader.

  • 2. ToepasbaarheidDeze beleidsregel wordt niet toegepast indien er sprake is van een Gemeenschappelijke Regeling, een bovenlokale regeling, of doeluitkering, tenzij het college anders beslist.

Artikel 3 Subsidiëren van het MO-beleid

  • 1. RangordeBinnen het terrein van voorzieningen en activiteiten bedoeld om het MO-beleid te verwezenlijken is de volgende rangorde aangebracht:

    • a.

      Basisvoorzieningen / activiteitendie activiteiten waarvoor een wettelijke verplichting bestaat, alsmede die voorzieningen/activiteiten die in het beleidskader zijn aangemerkt als basisvoorziening.

    • b.

      Wenselijke voorzieningen /activiteitendie activiteiten die niet wettelijke verplicht zijn, maar wel bijdragen aan het verwezenlijken van het gemeentelijk beleid zoals bedoeld en omschreven in het Beleidskader.

    • c.

      Incidentele activiteitendie activiteiten die niet wettelijk verplicht zijn, doch aangemerkt worden als een nieuwe dan wel eenmalige activiteit en bijdragen aan het verwezenlijken van het gemeentelijk beleid zoals bedoeld en omschreven in het beleidskader.

  • 2. SubsidievormenTer subsidiëring van de in het voorgaande artikel genoemde voorzieningen / activiteiten zijn de volgende subsidievormen toepasbaar:

    • a.

      Aan de basisvoorziening / activiteit wordt de prestatiesubsidie gekoppeld, met de intentie om een relatie te leggen tussen de door de gemeente essentieel geachte activiteiten / resultaten en de verleende subsidie. Om dit doel te bereiken zal de gemeente als opdrachtgever, met de uitvoerende organisatie als opdrachtnemer, een producten– en prestatieovereenkomst afsluiten.

    • b.

      Aan de wenselijke voorziening / activiteit wordt de integratiesubsidie gekoppeld, met de intentie om de instemming van de gemeente uit te drukken voor bepaalde activiteiten. De gemeente zal met de voor deze subsidievorm in aanmerking komende organisaties een budgetovereenkomst afsluiten, dan wel rechten en plichten vastleggen in de beschikking. Indien het subsidiebedrag het maximum van € 5000,-- overstijgt, zal de budgetovereenkomst worden vervangen door de producten- en prestatieovereenkomst, ten zij het college ter zake anders beslist.

    • c.

      Aan eenmalige en/of nieuwe activiteiten / evenementen wordt de incidentele subsidie gekoppeld. De gemeente sluit met de voor deze subsidievorm in aanmerking komende organisatie, dan wel met een niet rechtspersoon een budgetovereenkomst af, of legt de rechten en plichten vast in de beschikking.

  • 3. Subsidie verlenen en vaststellen; dan wel afwijzen.

    • 1.

      De lange procedurea. Subsidie wordt door middel van een daartoe strekkend formulier aangevraagd bij het college van bur-gemeester en wethouders voor 1 mei in het jaar voorafgaand aan het subsidiejaar.b. Namens het college wordt de ontvangst van de subsidieaanvraag bevestigd, en een datum van besluit-vorming gegeven.c. Het college neemt een besluit (zie 3.5).d. De instelling (opdrachtnemer) tekent een producten – en prestatieovereenkomst.e. Het college deelt het besluit aan de belanghebbenden mee door middel van een beschikking. De in c genoemde overeenkomst maakt onlosmakelijk deel uit van het besluit/beschikking.f. Een positieve beschikking leidt tot subsidie verlenen (= voorschot verlenen; = geen recht tot betaling). Het verleende voorschot bedraagt maximaal 80% van de subsidiesom; tenzij het college beslist 100% van de subsidiesom te bevoorschotten.g. De instelling vraagt zelf de vaststelling van de subsidie aan voor 1 april in het jaar volgend op het subsi-diejaar, en zendt met deze aanvraag minimaal een jaarrekening en jaarverslag mee. Het college kan besluiten meer gegevens op te vragen die het vaststellingsproces dienen.h. Het college neemt een besluit over de vaststelling van de subsidie. Indien tot vaststelling wordt besloten, krijgt de belanghebbende een beschikking. Hierna wordt het resterend deel van de subsidiesom betaalbaar gesteld.

    • 2.

      De korte procedurea. Subsidie wordt door middel van een daartoe strekkend formulier aangevraagd bij het college van bur-gemeester en wethouders voor 1 mei in het jaar voorafgaand aan het subsidiejaar.b. Namens het college wordt de ontvangst van de subsidieaanvraag bevestigd, en een datum van besluit-vorming gegeven.c. Het college neemt een besluit (zie 3.5).d. Het college stuurt een beschikking “besluit vaststellen subsidie”, met een budgetovereenkomst. Het college kan besluiten van een budgetovereenkomst af te zien (zie lig g van dit artikel).e. De belanghebbende stuurt de budgetovereenkomst getekend terug.f. De subsidiesom wordt in een keer uitbetaald.g. Het college kan besluiten doel en strekking van de subsidie op te nemen in de beschikking en geen budgetovereenkomst te vergen.h. De belanghebbenden stuurt voor 1 mei volgend op het jaar waarop de subsidie betrekking heeft een financiële verantwoording. Een overzicht van inkomsten en uitgaven volstaat.i. De te verstrekken subsidiesom mag het bedrag van € 5000,-- niet overschrijden; tenzij het college anders beslist.j. Indien het college het in lid i bedoelde beleidsvrijheid niet benut, treedt wanneer de te verstrekken subsi-diesom hoger is dan € 5000,-- de lange procedure in werking.

    • 3.

      Incidentele subsidiea. Subsidie wordt door middel van een daartoe strekkend formulier aangevraagd.b. Subsidie dient 8 weken voor de aanvang van een activiteit te zijn aangevraagd, tenzij het college om gemotiveerde reden anders beslist.c. Namens het college wordt de ontvangst van de subsidieaanvraag bevestigd, en een datum van besluit-vorming gegeven.d. Het college neemt een besluit (zie 3.5), en wel binnen 4 weken na ontvangst van de subsidieaanvraag, en besluit eveneens of de korte- dan wel de lange procedure van toepassing is. (zie lid 3:1 en 3:2).

    • 4.

      Prestatiesubsidie en IntegratiesubsidieVoor deze subsidievormen gelden aparte beleidsregels, afgeleid van de beleidsterreinen zoals neergelegd in het vigerend beleidskader. In deze beleidsregels zijn subsidiegrondslagen opgenomen. De toepasbaarheid van de lange- dan wel de korte procedure zijn eveneens in deze beleidsregels neergelegd.

    • 5.

      Afwijzend besluita. Indien het college een subsidieaanvraag niet honoreert (negatief beschikt), stuurt het college een beschikking aan de belanghebbenden. Het besluit/beschikking is naar behoren gemotiveerd.b. Op een afwijzend besluit volgt een door de belanghebbende aanhangig te maken bezwaar en beroepprocedure. De mogelijkheid van het instellen van bezwaar en beroep dient deel uit te maken van de beschikking.

    • 6.

      Redelijke eigen bijdrage: jaarlijks in rekening te brengen minimale geldelijke contributiebijdrage.Jeugdleden (tot 18 jaar): € 25 (2008)Volwassen leden (vanaf 18 jaar) € 50 (2008).Jaarlijks dienen voornoemde bedragen met minimaal € 1 te worden verhoogd.

    • 7.

      Bijdrage huurkosten: locale verenigingen en stichtingen die een eigen (binnen/buiten sport-) accommodatie bezitten voor het uitoefenen van de activiteiten, komen niet in aanmerking voor een bijdrage in de (huur-)kosten van deze accommodatie.

Artikel 4 Subsidieplafond en subsidieverdeelsleutel

Met verwijzing naar artikel 4:22 van de Algemene wet bestuursrecht en Artikel 5 van de Algemene Subsidie Verordening Grave 2007 kan het college na vaststellen van de gemeentebegroting en daarin opgenomen subsidieplafond(s) subsidieverdeelsleutels instellen.

  • 1.

    Doel van subsidieverdeelsleutelsAlhoewel de gemeenteraad het door de gemeente te subsidiëren MO-beleid in een beleidskader heeft vastgelegd, kan een nieuwe subsidiesystematiek leiden tot het aanbieden van diensten, producten en activiteiten van nieuwe subsidieaanvragers, die al of niet terecht menen in aanmerking te komen voor subsidie. Doel van dit artikel is wildgroei in de subsidieaanvragen tegen te gaan en tot een evenwichtige verdeling van de beschikbare middelen en subsidieverlening over te gaan.

  • 2.

    Het college kan per beleidsterrein of per activiteit een subsidieverdeelsleutel vaststellen met de volgende criteria:a. Organisaties die in het voorgaand jaar, dan wel voorgaande jaren subsidie hebben ontvangen krijgen voorrang op nieuwe organisaties die hetzelfde doel beogen;b. Organisaties die op dorps- dan wel buurtniveau gelijksoortige activiteiten willen organiseren terwijl reeds andere organisaties daartoe door de gemeente worden gesubsidieerd, komen niet in aanmerking voor subsidie.c. Afsplitsing van een organisatie is geen reden de nieuwe organisatie subsidie te verstrekken.

Artikel 5 Uitsluitinggronden

Naast de in artikel 4 genoemde uitsluitingen op grond van de verdeelsleutelsystematiek worden naast de in de Algemene wet bestuursrecht genoemde gronden (artikel 4:25 en artikel 4:35) ook uitgesloten:

  • 1.

    Specifiek aanbod aan activiteiten met een religieus of levensbeschouwelijk karakter of achtergrond komen niet in aanmerking voor subsidie, aangezien zij niet vallen onder de categorie:- algemeen toegankelijke voorzieningen/activiteiten;- aandachtsgroepen / doelgroepenbeleid;- speerpuntenbeleid.

  • 2.

    Regionale, provinciale en landelijke instellingen komen niet in aanmerking voor subsidie, indien het gemeentelijk belang niet of onvoldoende aantoonbaar is.

Artikel 6 Gemeentelijk financieel beleid

Op grond van de Verordeningen op het financieel beleid en beheer (artikelen 212 en 213 Gemeentewet) en het kader financieel beleid, te beschouwen als uitvoerend onderdeel van het gemeentelijk subsidiebeleid, geldt ter zake het navolgende:

  • 1.

    Het verstrekken van subsidies geschiedt doelmatig, binnen het in het beleidskader MO ter zake gestelde, met een zo beperkt mogelijke inzet van middelen, teneinde daarmee zo veel mogelijk resultaat te bereiken.

  • 2.

    Het verstrekken van subsidies geschiedt doeltreffend, door er nauwgezet op toe te zien, dat de gewenste prestaties en de beoogde maatschappelijke effecten van het beleid ook daadwerkelijk worden behaald; derhalve:a. De te subsidiëren doelen dienen volledig en duidelijk te zijn geformuleerd.b. Toegezien moet worden op de (maatschappelijke) effecten van de verleende subsidie.c. De relatie tussen de gemeente enerzijds en de instelling, organisatie en vereniging anderzijds dient medebepalend te zijn voor de subsidieverlening.d. Het subsidiedossier dient het proces van subsidieaanvraag tot en met de subsidievaststelling nauwgezet te volgen.

  • 3.

    ReservevormingReserves worden onderscheiden naar bestemmingsreserves en een algemene reserve.a. Bestemmingsreserves dienen een nauw omschreven doel te hebben, en ter goedkeuring te worden voorgelegd aan het college. Onttrekking van de bestemmingsreserves mag uitsluitend aan de daarvoor bestemde doelen worden besteed. De instelling dient deze onttrekkingen te verantwoorden in de jaar-rekening.b. De algemene reserve is bedoeld ter egalisatie van tekorten en overschotten. In de toelichting op de balans wordt elke reserve en wijze van aanwending vermeld en toegelicht.Voor het vormen van en toevoegen aan de algemene reserve is toestemming van het college nodig.c. Het vormen van een algemene reserve als gevolg van de subsidieverstrekking mag jaarlijks niet meer be-dragen dan 15 % van de jaarlijkse subsidiesom. De extra inkomsten die een instelling verwerft door ‘eigen inzet’ zal gedurende de looptijd van de subsidieovereenkomst geen invloed hebben op de vast-stelling van verleende subsidies, in de zin dat ze worden meegenomen bij het bepalen van de reser-vevorming.d. Het is niet toegestaan een vermogen te vormen door middel van door de gemeente verstrekte subsidies.

  • 4.

    IndexeringMet uitzondering van subsidieverstrekking welke door een gemeenschappelijke regeling, bovenlokale regeling of doeluitkering, past de gemeente gedurende de looptijd van een overeenkomst de 0-regeling toe. Instellingen, organisaties en verenigingen hebben de autonome mogelijkheid om prijsstijgingen en opgelopen tekorten te compenseren door:1. Inverdieneffecten toe te passen.2. Deelnemersbijdragen aan te passen.3. Fondsen te verwerven.

Artikel 7 Hardheidsclausule

In gevallen waarin deze beleidsregel niet voorziet beslist het college.

Artikel 8 Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking op 1 februari 2009.

Artikel 9 Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als Beleidsregel Uitvoering Subsidiesystematiek Maatschappelijke Ondersteuning 2009.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders op 27 januari 2009.Hoogachtend,BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN GRAVE;De secretaris,                                         De burgemeester,G.J.A.F. Hubers                                      W.J.G. Delissen-van Tongerlo