Regeling vervallen per 01-01-2015

Beleidsregels arbeidspool experiment alleenstaande ouders

Geldend van 27-11-2009 t/m 31-12-2014 met terugwerkende kracht vanaf 01-10-2009

Intitulé

BELEIDSREGELS ARBEIDSPOOL EXPERIMENT ALLEENSTAANDE OUDERS

BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE GRONINGEN:

Gezien het voorstel van 22 september 2009,

(SZ.09 2055755);

HEBBEN BESLOTEN:

de Beleidsregels arbeidspool experiment alleenstaande ouders vast te stellen;

Artikel 1 Doel en grondslag van de beleidsregels

Deze beleidsregels voorzien in de uitvoering van de arbeidspool, die onderdeel uitmaakt van het experiment alleenstaande ouders. In de arbeidspool wordt een tijdelijke dienstbetrekking tussen de gemeente en de alleenstaande ouders tot stand gebracht.

Op grond van artikel 4 van het Tijdelijk besluit bevordering arbeidsinschakeling alleenstaande ouders WWB, Staatsblad 2008, 351, kunnen maximaal vijf van de tien gemeenten met 150.000 of meer inwoners die aan het experiment alleenstaande ouders deelnemen, een arbeidspool oprichten. Groningen is aangewezen als een van deze gemeenten.

Artikel 2 Begripsbepalingen

  • 1. In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

    • a.

      de wet : de Wet werk en bijstand (WWB);

    • b.

      het Tijdelijk besluit : Tijdelijk besluit bevordering arbeidsinschakeling alleenstaande ouders WWB, Staatsblad 2008, 351;

    • c.

      het college : het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Groningen;

    • d.

      belanghebbende : een persoon als bedoeld in artikel 3 lid 1 Tijdelijk besluit die woonachtig is in en staat ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie van de gemeente Groningen;

    • e.

      tijdelijke dienstbetrekking : een dienstbetrekking tussen de gemeente en belanghebbende met een vast overeengekomen arbeidsomvang van ten minste twaalf uur per week die op of voor 1 januari 2011 van rechtswege eindigt als gevolg van het verstrijken van de duur waarvoor de dienstbetrekking is aangegaan;

    • f.

      inlenende organisatie : werkgever in de profit- of non profit-sector.

  • 2. Voor zover niet anders is bepaald, worden begrippen in deze beleidsregels gebruikt in dezelfde betekenis als in de wet.

Artikel 3 Tijdelijke dienstbetrekking

  • 1. Het college kan aan een belanghebbende een tijdelijke dienstbetrekking aanbieden, gericht op de arbeidsinschakeling. Deze tijdelijke dienstbetrekking bestaat uit:

    • a.

      het verrichten van arbeid in de vorm van een detachering bij een inlenende organisatie; of

    • b.

      het verrichten van arbeid in de vorm van een detachering bij een inlenende organisatie in combinatie met het deelnemen aan een voorziening als bedoeld in artikel 9 lid 1 sub b van de wet bestaande uit scholing of opleiding.

    • c.

      Bij de tijdelijke dienstbetrekking zoals in lid 1 sub b streeft het college ernaar om het aantal uren dat belanghebbende arbeid verricht, en niet bezig is met het volgen van scholing of opleiding, in zo kort mogelijke tijd te laten oplopen tot het aantal uren waarvoor de tijdelijke dienstbetrekking is aangegaan.

    • d.

      Het college kan als werkgever van de belanghebbende optreden, dan wel een uitvoeringsinstelling aanwijzen die in opdracht van, of namens de gemeente het werkgeversschap voor de tijdelijke dienstbetrekkingen, bedoeld in het eerste lid, uitvoert.

    • e.

      De tijdelijke dienstbetrekking wordt vastgelegd in een schriftelijke overeenkomst tussen belanghebbende en het college of de aangewezen uitvoeringsinstelling.

    • f.

      De detachering wordt vastgelegd in een schriftelijke overeenkomst tussen de inlenende organisatie en het college of de aangewezen uitvoeringsinstelling.

Artikel 4

Salaris en inleenvergoeding

  • 1.

    Belanghebbende ontvangt een salaris dat gelijk is aan het wettelijk minimum loon afhankelijk van de leeftijd van belanghebbende, naar rato van het aantal uren waarvoor het tijdelijk dienstverband is aangegaan.

  • 2.

    De inlenende organisatie betaalt een inleenvergoeding waarvan de hoogte gelijk is aan de inleenvergoeding die geldt bij een WWB-detachering op grond van de Re-integratieverordening Wet werk en bijstand.

  • 3.

    Bij een tijdelijke dienstbetrekking zoals in artikel 3 lid 1 sub b betaalt de inlenende organisatie een inleenvergoeding voor het overeengekomen aantal uren dat belanghebbende arbeid verricht bij de inlenende organisatie.

Artikel 5

Slotbepaling Deze beleidsregels treden in werking op de dag na bekendmaking en werkten terug tot en met 1 oktober 2009.