Regeling vervallen per 12-05-2016

Subsidieregelingen sportstimulering

Geldend van 01-01-2002 t/m 11-05-2016

Intitulé

Subsidieregelingen sportstimulering

SUBSIDIEREGELINGEN SPORTSTIMULERING

Het college van burgemeester en wethouders van Groningen heeft op 4 april 1995 de Subsidieregelingen sportstimulering vastgesteld.

De subsidieregelingen zijn de nadere uitvoeringsregels van het beleid dat in hoofdlijnen is vastgelegd in de Nota sportieve vernieuwing. Deze nota is op 30 maart 1994 vastgesteld door de gemeenteraad.

Per subsidieregeling wordt eerst aangegeven wat door de raad vastgesteld beleid is en daarna welke uitvoeringsregels het college heeft vastgesteld.

Voorafgaand aan de afzonderlijke regelingen zijn algemene uitvoeringsregels vastgesteld, die voor elk van de vier subsidieregelingen van toepassing zijn.

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE UITVOERINGSREGELS SPORTIEVE VERNIEUWING

Reeds vastgelegd beleid

Op subsidieverlening is de Algemene Subsidieverordening van de gemeente Groningen van toepassing.

Het subsidieplafond wordt per regeling jaarlijks vastgesteld door de raad.

Nadere door het college vastgestelde uitvoeringsregels

Voor de uitvoering van het door de raad vastgestelde beleid worden de volgende uitvoeringsregels vastgesteld.

Voor een bijdrage (subsidie en/of lening) kunnen in aanmerking komen die sportverenigingen die bij een landelijke sportbond zijn aangesloten en statutair in de gemeente Groningen zijn gevestigd.

In bijzondere gevallen kan een landelijke sportbond of andere organisatie in aanmerking komen voor subsidie, mits het activiteiten betreft die plaatsvinden in de gemeente Groningen. Dit ter beoordeling door het college.

Een activiteit op de watersportbaan Harkstede of het Paterswoldsemeer kan in aanmerking komen voor subsidie, mits die activiteit van belang is voor de gemeente Groningen.

Alle subsidies en leningen worden éénmalig (incidenteel) verstrekt. Het gaat om éénmalige activiteiten of om projecten met een duur van maximaal drie jaar.

Het college stuurt de aanvraag door naar de Adviescommissie voor de Sport, die de aanvraag inhoudelijk beoordeelt.

De Adviescommissie kan aanvrager(s) uitnodigen een toelichting te geven.

De Adviescommissie brengt advies uit aan het college.

Aanvragen van burgerverenigingen hebben voorrang boven aanvragen van studentenverenigingen, omdat ze meer het algemeen belang dienen zoals omschreven in de Algemene Subsidieverordening.

Aanvragen in verband met samenwerking en fusie hebben hoge prioriteit.

HOOFDSTUK 2 SPECIFIEKE CRITERIA EN PROCEDURES

1 Regeling ondersteuning investeringen in clubgebouwen en sportmaterialen

Door de raad reeds vastgesteld beleid

Er wordt een regeling van kracht voor de ondersteuning van sportverenigingen bij investeringen in clubgebouwen of sportmaterialen.

Het subsidieplafond voor 1995 bedraagt EUR 81.680,00, waarvan f 110.000, voor subsidie en f 70.000, voor subsidiëring rentelasten van geldleningen.

Subsidie en/of het verstrekken van een geldlening is mogelijk voor:

nieuwbouw en verbouw van clubhuizen:

subsidie:

Aan subsidie wordt verleend 20% van de in aanmerking komende kosten.

Maximaal per aanvraag in aanmerking komende kosten EUR 90.756,04.

geldlening:

Aan geldlening wordt verleend 30% van de in aanmerking komende kosten.

Maximaal per aanvraag in aanmerking komende kosten EUR 90.756,04.

Aan rente wordt in rekening gebracht de helft van de op het moment van aangaan van de geldlening geldende gemeentelijke omslagrente.

groot onderhoud van clubhuizen:

Geen subsidie mogelijk.

geldlening:

Aan geldlening wordt verleend 50% van de in aanmerking komende kosten.

Maximaal per aanvraag in aanmerking komende kosten EUR 22.689,01.

Aan rente wordt in rekening gebracht de helft van de op het moment van aangaan van de geldlening geldende gemeentelijke omslagrente.

aanschaf duurzame sportmaterialen voor binnensporten, voorzover het gaat om duurzame materialen die niet tot de normale inrichting van een accommodatie behoren:

Aan subsidie wordt verleend 50% van de in aanmerking komende kosten.

Maximaal per aanvraag in aanmerking komende kosten EUR 9.075,60.

geldlening:

Geen geldlening mogelijk.

Criteria ten aanzien van de aanvrager:

de vereniging moet financieel gezond zijn, dat wil zeggen dat de financiële situatie zodanig moet zijn dat de vereniging de investering verminderd met de subsidie en de lasten van de geldlening op kan brengen;

de vereniging moet toekomstwaarde hebben, dat wil zeggen organisatorisch en bestuurlijk moet de vereniging sterk genoeg zijn en uit het ledenaantal en de veranderingen daarin (groei c.q. daling, verhouding senioren/junioren) moet blijken dat er continuïteit is.

Criterium ten aanzien van de aanvraag:

Een bouwplan moet voldoen aan de eisen die de bouwverordening stelt en aan redelijke eisen van welstand.

Nadere door het college vastgestelde uitvoeringsregels

Voor de uitvoering van het door de raad vastgestelde beleid worden de volgende uitvoeringsregels vastgesteld.

Aanvragen voor een subsidie en/of een geldlening moeten worden aangevraagd op een door burgemeester en wethouders vastgesteld formulier. Daarbij moeten de gevraagde gegevens worden overgelegd.

Aanvragen moeten worden ingediend voor 1 januari van het jaar waarin de voorziening wordt gerealiseerd dan wel met de bouw/verbouw van het clubhuis wordt begonnen.

Aanvragen mogen geen betrekking hebben op klein dagelijks onderhoud of op groot onderhoud voorzover dit groot onderhoud het gevolg is van kennelijke verwaarlozing.

Aanvragen ingediend voor 1 januari worden op basis van de door de raad vastgestelde prioriteiten toegekend in een zogenoemde eerste toekenningsronde.

Aanvragen ingediend na 1 januari worden toegekend voorzover er na de onder 4 genoemde toekenningsronde nog ruimte is.

Subsidie voor nieuw/verbouw wordt slechts verstrekt in combinatie met een toegekende geldlening.

Als een geldlening wordt gevraagd, wordt de vereniging gevraagd mee te werken aan het vestigen van de noodzakelijke zekerheidsrechten voor de gemeente (hypotheekrecht, pandrecht of andere zekerheidsrechten).

Leningen voor nieuwbouw of verbouw hebben een maximale looptijd van 25 jaar.

Leningen voor groot onderhoud hebben een maximale looptijd van 10 jaar.

2 Regeling gebruik van sportaccommodaties door de jeugd

Door de raad reeds vastgesteld beleid

Er wordt een subsidieregeling van kracht voor het gebruik van sportaccommodaties door jeugdleden van sportverenigingen.

Het subsidieplafond voor deze regeling bedraagt voor 1995 EUR 102.100,55.

Maximaal 50% van de kosten van accommodatie-uren ten behoeve van jeugdleden van sportverenigingen wordt vergoed.

Bij de aanvraag dient een lijst te worden overgelegd van de jeugdleden van de vereniging.

Overstijgt het aantal aanvragen het beschikbare budget dan zal het budget naar evenredigheid over de aanvragers worden verdeeld.

Nadere door het college vastgestelde uitvoeringsregels

Voor de uitvoering van het door de raad vastgestelde beleid worden de volgende uitvoeringsregels vastgesteld.

De regeling voor gemeentelijke accommodaties heeft de vorm van een kortingsregeling: voor de jeugduren brengt OSW een gereduceerd tarief in rekening.

De regeling voor particuliere en overige accommodaties heeft de vorm van een subsidie- regeling.

Het subsidieplafond voor de kortingsregeling bedraagt in 1995 EUR 93.932,50.

Het subsidieplafond voor de subsidieregeling bedraagt in 1995 EUR 8.168,04.

Aanvragen voor een subsidie moeten worden aangevraagd op een door burgemeester en wethouders vastgesteld formulier.

Daarbij moeten de gevraagde gegevens worden overgelegd.

Er moet voldaan worden aan de door de sportbond gehanteerde normen ten aanzien van de leeftijdsgrens jeugd/senioren.

5 a. De korting op de huur van gemeentelijke sportaccommodaties bedraagt maximaal 50%.

Voor het gebruik van particuliere sportaccommodaties in de gemeente Groningen is dezelfde vergoeding van toepassing, mits er voor de vereniging geen mogelijkheid is gebruik te maken van een vergelijkbare gemeentelijke sportaccommodatie. Het subsidie- percentage is gelijk aan het kortingspercentage bij een vergelijkbare gemeentelijke accommodatie, waarbij het subsidiebedrag per uur niet groter kan zijn dan het korting- bedrag per uur bij gemeentelijke accommodaties.

Als gebruik van een gemeentelijke accommodatie niet mogelijk is, omdat er geen gemeentelijke accommodaties voor de betreffende sport bestaan: een bedrag per jeugdlid per jaar. Daarbij zal rekening worden gehouden met de aard van de sport en die kosten- soorten die het meest drukken op de exploitatie.

3 Regeling ter verbetering van de sportverenigingsstructuur

Door de raad reeds vastgesteld beleid

Er wordt een subsidieregeling van kracht voor de verbetering van de structuur van sport- verenigingen.

Het subsidieplafond voor deze regeling bedraagt in 1995 EUR 18.151,21.

Sportverenigingen kunnen een beroep doen op deze subsidieregeling voor één of meer van de volgende activiteiten:

indien men door fusie of samenwerking wil komen tot schaalvergroting en/of structuurverbetering.

deskundigheidsbevordering van bestuurlijk, begeleidings en technisch kader.

accommodatieproblematiek met betrekking tot overdracht van beheer van gemeentelijke sportaccommodaties aan sportverenigingen.

indien men wil deelnemen aan het Verenigings Ondersteunings Project (VOP) en op basis daarvan een actieplan wil opstellen.

Sportverenigingen kunnen door middel van een projectplan een beroep doen op deze regeling. De inhoud van het projectplan dient op één of meer van bovenstaande structuurversterkende activiteiten gericht te zijn.

De ingediende projecten kunnen, afhankelijk van de doelstelling en inhoud van het project voor maximaal twee jaar worden gesubsidieerd; eventuele verlenging met één jaar is mogelijk.

Nadere door het college vastgestelde uitvoeringsregels

Voor de uitvoering van het door de raad vastgestelde beleid worden de volgende uitvoeringsregels vastgesteld.

Aanvragen voor een subsidie moeten worden aangevraagd op een door burgemeester en wethouders vastgesteld formulier.

Daarbij moeten de gevraagde gegevens worden overgelegd.

Aanvragen worden op volgorde van binnenkomst beoordeeld en toegekend, met inachtneming van de twee algemeen geldende prioriteitscriteria (burgerverenigingen gaan voor studenten- verenigingen; aanvragen in verband met samenwerking en fusie hebben hoge prioriteit).

Het college houdt zich het recht voor, indien op basis van tussentijdse evaluatie en rapportage blijkt dat de doelstellingen van het project niet worden gehaald, tot tussentijdse beëindiging van de toegezegde subsidie te besluiten.

4 Regeling ter stimulering van sportdeelname

Door de raad reeds vastgesteld beleid

Er wordt een subsidieregeling van kracht voor stimulering van sportdeelname door sport- verenigingen.

Het subsidieplafond bedraagt voor 1995 EUR 96.655,19.

Deze regeling is bedoeld om groepen burgers en buurten met een lage sportparticipatie te stimuleren tot sportdeelname.

Sportverenigingen kunnen, bij voorkeur in samenwerking met andere organisaties en instellingen, een beroep doen op deze regeling indien men zich richt op één of meer van de volgende groepen, instellingen of buurten:

. Minderheden, met name nieuwkomers.

. Gehandicapten.

. Ouderen (55+).

. Midlifers (3555 jaar).

. Jeugd van 5 tot 20 jaar, met name meisjes van 1218 jaar en jongens van 1520 jaar.

. Scholen, welzijns en zorginstellingen.

. Buurten/wijken met een lage sportparticipatie.

In bijzondere gevallen kunnen ook sociaal culturele organisaties een beroep doen op de regeling. Voorwaarde is dat het om activiteiten moet gaan die na afloop van het project uitgevoerd kunnen worden door een sportvereniging.

De sportvereniging moet bereid zijn de stimuleringsactiviteit na de periode waarop de subsidie van toepassing is, uit te voeren binnen de reguliere activiteiten van de vereniging.

Sportverenigingen kunnen door middel van een projectplan een beroep doen op deze regeling.

De ingediende projecten kunnen, afhankelijk van de doelstelling en inhoud van het project voor maximaal twee jaar worden gesubsidieerd; eventuele verlenging met één jaar is mogelijk.

Het projectplan dient in ieder geval de volgende gegevens te bevatten:

Initiatiefnemers van het project.

De aanvragende organisatie.

Eventuele samenwerkingspartners.

Doelgroepbeschrijving.

Doelstelling project.

Nadere beschrijving in termen van evalueerbare resultaten (producten, wijze van uitvoering).

Aantal te verwachten deelnemers.

Looptijd project.

De wijze waarop de aanvrager na de projectperiode de activiteit regulier wil uitvoeren.

de wijze waarop het project op behaalde resultaten, getoetst aan de doelstelling, wordt geëvalueerd.

Een projectbegroting.

Nadere door het college vastgestelde uitvoeringsregels

Voor de uitvoering van het door de raad vastgestelde beleid worden de volgende uitvoeringsregels vastgesteld.

Aanvragen voor een subsidie moeten worden aangevraagd op een door burgemeester en wethouders vastgesteld formulier.

Daarbij moeten de gevraagde gegevens worden overgelegd.

Aanvragen worden op volgorde van binnenkomst beoordeeld en toegekend, met inachtneming van de twee algemeen geldende prioriteitscriteria (burgerverenigingen gaan voor studenten- verenigingen; aanvragen in verband met samenwerking en fusie hebben hoge prioriteit).

Het college houdt zich het recht voor, indien op basis van tussentijdse evaluatie en rapportage blijkt dat de doelstellingen van het project niet worden gehaald, tot tussentijdse beëindiging van de toegezegde subsidie te besluiten.