Regeling vervallen per 01-01-2013

Ondermandaat Dienst Informatie en Administratie 2012

Geldend van 01-01-2012 t/m 31-12-2012

Intitulé

ONDERMANDAATBESLUIT DIENST INFORMATIE EN ADMINISTRATIE 2012

De concerndirecteur in zijn hoedanigheid als diensthoofd van de dienst DIA;

(DI 12.2908716);

HEEFT BESLOTEN:

  • -

    gelet op de bepalingen van de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht;

  • -

    gelet op het Algemeen Mandaatbesluit 2012, zoals vastgesteld op 20 december 2011;

    • 1.

      Tot het vast te stellen het Ondermandaat DIA 2012 ter vervanging van het Ondermandaat DIA 2011.

    • 2.

      Dit Ondermandaat DIA 2012 met terugwerkende kracht in werking te laten treden op 1 januari 2012.

1. Voor de in dit ondermandaatbesluit genoemde bevoegdheden is - naast de genoemde functionaris - de betreffende vakdirecteur eveneens bevoegd

2. Privaatrechtelijke bevoegdheden

Uitgangspunt is de hoofdregel dat de concerndirecteur Bedrijfsvoering bevoegd is tot het aangaan van transacties tot een bedrag van € 50.000,-- (omdat het mandaat van het College aan de diensten niet verder reikt).

Dus transacties boven dit bedrag moeten aan het College worden voorgelegd (hierop bestaan enkele uitzonderingen, zie hierna).

 

Voor de DIA betekent dit het volgende:

Aan de hoofden wordt door de concerndirecteur Bedrijfsvoering ondergemandateerd het aangaan van overeenkomsten tot en met € 24.999,--.

Voor overeenkomsten tussen € 25.000,-- en € 50.000,-- is de vakdirecteur ondergemandateerd (en bij diens afwezigheid is de concerndirecteur Bedrijfsvoering bevoegd).

 

Op de hoofdregel dat voor transacties boven € 50.000,-- uitsluitend het college bevoegd is bestaan twee uitzonderingen:

Als het een routine-investering of uitgave betreft (bijv. de aanschaf van een vuilnisauto door de MD).

N.B. de uitgave moeten wel gedekt zijn in de dienstbegroting.

Als de aanwending van de middelen al vooraf door de raad is bepaald (bijv. een investerings-krediet voor de inkoop/aanschaf van kantoormeubilair).

 

Voor alle transacties blijft de algemene “teruglegverplichting” gelden uit het concern mandaatbesluit: Indien er (aanmerkelijke) risico’s verbonden zijn aan de transactie moet deze vooraf worden teruggelegd (opgeschaald) naar de hogere functionaris (dit kunnen zowel financiële als publicitaire risico’s zijn). Dus het hoofd legt - voordat de transactie wordt aangegaan - terug bij de vakdirecteur en/of concerndirecteur Bedrijfsvoering en deze beslist of het moet worden teruggelegd bij portefeuillehouder of College.

3. Concerndirecteur Bedrijfsvoering

3. Concerndirecteur Bedrijfsvoering

3.1 Vervangingsregeling concerndirecteur Bedrijfsvoering

Voor de vervanging van de concerndirecteur Bedrijfsvoeringvan de dienst DIA, geldt een vaste (hiërarchische) volgorde:

Eerste vervanger en plaatsvervangend concerndirecteur Bedrijfsvoering is de directeur Facilitaire Dienstverlening.

Tweede vervanger is (bij afwezigheid van de concerndirecteur Bedrijfsvoering en directeur Facilitaire dienstverlening) de directeur Publieke Dienstverlening.

Tijdens de periode, waarin één van de genoemde directeuren de concerndirecteur Bedrijfsvoering vervangt, is deze gemachtigd alle handelingen te verrichten, die aan de functie van concerndirecteur Bedrijfsvoering zijn verbonden.

3.2 Ondermandatering vakdirecteur Publieke Dienstverlening

Aan de vakdirecteur Publieke Dienstverlening wordt opgedragen de uitoefening van de volgende bevoegdheden:

3.2 Aan de vakdirecteur Publieke Dienstverlening wordt opgedragen de uitoefening van de volgende bevoegdheden:

3.3 Ondermandatering vakdirecteur Facilitaire Dienstverlening

Aan de vakdirecteur Facilitaire Dienstverlening wordt opgedragen de uitoefening van de volgende bevoegdheden:

3.3 Aan de vakdirecteur Facilitaire Dienstverlening wordt opgedragen de uitoefening van de volgende bevoegdheden:

3.4 Vakdirectie Middelen & Control

3.4 Vakdirectie Middelen & Control

3.5 Vakdirectie Publieke Dienstverlening

3.5 Vakdirectie Publieke Dienstverlening

3.6 Vakdirectie Facilitaire Dienstverlening

3.6 Vakdirectie Facilitaire Dienstverlening

Alle Vakdirecties

Alle vakdirecties

4. Bestuursrechtelijke Bevoegdheden

4.1 Vakdirectie Publieke Dienstverlening

4.1 Vakdirectie Publieke Dienstverlening

4.2 Overige Bestuursrechtelijke Bevoegdheden

Bestuursrechtelijke bevoegdheden over Burgerzaken en Belastingen van de Vakdirectie Publieke Dienstverlening die niet vallen onder bovengenoemde ondermandaat structuur maar volledigheidshalve worden vermeld. 

4.2.1 Burgerzaken

Onderstaande bevoegdheden zijn - door attributie - wettelijk rechtstreeks toegekend aan de ambtenaar van de Burgerlijke Stand (BS).

4.2.1 Onderstaande bevoegdheden zijn - door attributie - wettelijk rechtstreeks toegekend aan de ambtenaar van de Burgerlijke Stand (BS).

4.2.2 Belastingen

De toedeling van bevoegdheden op het terrein van de gemeentelijke belastingen is geregeld in het 'aanwijzingsbesluit belastingambtenaren' (collegebesluit van 10 december 2002, nr. 8d). In dit besluit heeft het College de ambtenaren aangewezen die bevoegd zijn de gemeentelijke belastingen te heffen en te innen. Het gaat hierbij om attributie en niet om mandaat.

Voor de meeste gemeentelijke belastingen is de concerndirecteur Bedrijfsvoering bevoegd tot heffing en invordering. De desbetreffende bevoegdheden zijn door de concerndirecteur Bedrijfsvoering bij besluit van 26 april 2005 gemandateerd aan de betreffende afdelingshoofden van de Vakdirectie Publieke Dienstverlening.

4.2.2 Door de directeur aan de afdelingshoofden gemandateerde bevoegdheden:

5. Ondertekening

Ondertekening van brieven met een externe werking als volgt:

 

 

Hoogachtend,

Het college van burgemeester en wethouders,

namens deze,

 

  • °

    Vakdirecteur Publieke dienstverlening of

  • °

    Vakdirecteur Facilitaire dienstverlening of

  • °

    Hoofd of

  • °

    Projectleider verkiezingen of

  • °

    Teamleider

Ondertekening

Vastgesteld bij besluit van de concerndirecteur gemeente Groningen in zijn hoedanigheid als diensthoofd van de Dienst Informatie en Administratie van 13 januari 2012.
Drs. K. van der Wal.