Beleidsregels vervanging duurzame gebruiksgoederen

1. De beleidsregels gelden voor personen van 23 jaar en ouder die:

• a.

  gedurende een ononderbroken periode van 60 maanden een netto-inkomen (exclusief vakantiegeld) hebben dat niet hoger is dan 115 procent van de bijstandsnorm en geen in aanmerking te nemen vermogen als bedoeld in artikel 34 van de wet hebben;

• b.

  in de periode van 12 maanden voorafgaand aan de aanvraag op grond van deze beleidsregels, niet zijn tekortgeschoten in het besef van verantwoordelijkheid voor de voorziening in het bestaan.

2. In afwijking van het eerste lid onder a. mag de periode van 60 maanden met maximaal drie maanden zijn onderbroken.

3. In afwijking van het eerste lid onder a. geldt voor personen van 70 jaar en ouder een extra vermogensvrijlating:

• a.

  ter hoogte van het daarvoor door het college vastgestelde normbedrag, wanneer belanghebbende niet beschikt over een uitvaartverzekering;

• b.

  ter hoogte van het verschil tussen het onder a. bedoelde normbedrag en het verzekerde bedrag van de uitvaartverzekering, wanneer belanghebbende wel een uitvaartverzekering heeft.

4. Belanghebbenden die een inkomen hebben uit de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten of de Wet studiefinanciering 2000, of die daarop aanspraak kunnen maken, worden uitgesloten van deze beleidsregels.

5. Het algemene draagkrachtbeleid op grond van de wet zoals door de raad is vastgesteld op 19 juli 2006 is op de onderhavige verstrekkingen niet van toepassing.

1. Indien belanghebbende behoort tot de doelgroep genoemd in artikel 2, kan aan belanghebbende op grond van deze regeling bijzondere bijstand om niet worden verstrekt voor de noodzakelijke vervanging van de wasmachine, koelkast, kooktoestel of televisie.

2. De bijzondere bijstand als bedoeld in het vorige lid wordt als volgt gemaximeerd:

• a.

  per huishouden kan maximaal één duurzaam gebruiksgoed als genoemd in het eerste lid per kalenderjaar om niet worden verstrekt;

• b.

  de hoogte van de bijzondere bijstand wordt vastgesteld op de daadwerkelijke kosten met als maximum de prijs zoals genoemd in de prijzengids van het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting;

• c.

  voor een duurzaam gebruiksgoed kan slechts één maal per acht jaren bijzondere bijstand om niet worden verleend.