Regeling vervallen per 01-01-2014

Treasurystatuut gemeente Groningen 2012-2013

Geldend van 11-05-2012 t/m 31-12-2013

Intitulé

TREASURYSTATUUT GEMEENTE GRONINGEN 2012-2013  

DE RAAD VAN DE GEMEENTE GRONINGEN;

(GR 12.3007537);

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 13 maart 2012;

HEEFT BESLOTEN:

het Treasurystatuut gemeente Groningen 2012-2013 vast te stellen.

Artikel 1 Begrippenkader

In dit statuut wordt verstaan onder:

  • °

    Treasuryfunctie : Alle activiteiten die zich richten op het sturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële stromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s.

  • °

    Publieke taak : De taak van de gemeente tot het dienen van het openbare belang, zoals gedefinieerd in de taakomschrijving van de gemeente in de gemeentewet.

  • °

    Prudent : Zorgvuldigheid en behoedzaamheid van optreden bij het uitzetten van middelen en het afsluiten van derivaten, tot uitdrukking komend in een voldoende kredietwaardigheid van de tegenpartij en een beperkt marktrisico van de uitzetting, derivaten daaronder begrepen.

  • °

    Rating : Kredietwaardigheid van financiële instellingen zoals beoordeeld door tenminste een van de drie rating agencies: Moody’s, Standard&Poor’s en Fitch.

  • °

    Solvabiliteitsvrije status : Status van een tegenpartij, waarbij de bancaire toezichthouder heeft bepaald dat banken bij het verstrekken van een krediet aan een tegenpartij geen deel van het eigen vermogen hoeven aan te houden in verband met de financiële zekerheid van de (overheidsgerelateerde) tegenpartij.

  • °

    Derivaten : Financiële instrumenten belichaamd in contracten waarin de voorwaarden zijn vastgelegd waartegen een transactie op een bepaald moment zal of kan plaatsvinden en waarvan de waarde afhankelijk is van één of meer onderliggende activa, referentieprijzen of indices.

  • °

    Gesloten positie : De situatie dat de onderliggende waarde waarop een derivaat betrekking heeft, gelijke modaliteiten (in omvang en looptijd) heeft als de bijbehorende financieringsbehoefte of bijbehorende overtollige middelen.

  • °

    Rentetypische looptijd : Het tijdsinterval gedurende de looptijd van een geldlening, waarin op basis van de leningenvoorwaarden van de geldlening sprake is van een door de verstrekker van de geldlening niet beïnvloedbare constante rentevergoeding.

  • °

    Vaste schuld : Het gezamenlijke bedrag van de schuld uit hoofde van geldleningen met een oorspronkelijke rentetypische looptijd van één jaar of langer en de voor een termijn van één jaar of langer ontvangen waarborgsommen.

  • °

    Vlottende schuld : Het gezamenlijke bedrag van de opgenomen gelden met een oorspronkelijke rentetypische looptijd van korter dan één jaar, de schuld in rekening-courant, de voor een termijn van korter dan één jaar ter bewaring in de kas gestorte gelden van derden en overige geldleningen die geen onderdeel uitmaken van de vaste schuld.

  • °

    Netto-vlottende schuld : Het bedrag van de vlottende schuld, verminderd met het gezamenlijke bedrag van de contante gelden in kas, de tegoeden in rekening-courant en de overige uitstaande gelden met een rentetypische looptijd van korter dan één jaar.

  • °

    Kasgeldlimiet : Het bedrag dat de maximale netto-vlottende schuld aangeeft.

  • °

    Renterisico : Mate waarin het saldo van rentelasten en rentebaten van de gemeente verandert door wijzigingen in het rentepercentage op leningen en uitzettingen met een oorspronkelijke rentetypische looptijd van één jaar of langer.

  • °

    Renterisiconorm : Het bedrag ter grootte van een percentage van het begrotingstotaal bij aanvang van het jaar, dat aangeeft welk deel van de vaste schuld maximaal in aanmerking komt voor aflossing en/of renteherziening.

  • °

    Korte mismatch limiet : Het bedrag dat aangeeft welk deel van de lange financierings-behoefte maximaal met kortlopende middelen mag worden gefinancierd.

  • °

    Lange mismatch limiet : Het bedrag dat aangeeft welk deel van de korte vermogens-behoefte maximaal met langlopende leningen mag worden gefinancierd.

  • °

    Kritische bank : Een bank met ideële en/of groene doelstellingen.

  • °

    Matching : Het afstemmen van de termijn waarvoor financieringsmiddelen worden aangetrokken op de termijn waarop vermogen is of wordt vastgelegd.

  • °

    Arbitrage : Het opnemen van gelden en het weer uit te zetten daarvan, met als doel het genereren van inkomsten.

Artikel 2 Uitgangspunten en algemene doelstellingen

De uitgangspunten en algemene doelstellingen van de treasuryfunctie zijn:

  • °

    Het aangaan van leningen, het uitzetten van middelen en het verlenen van garanties zijn alleen toegestaan in het kader van de uitoefening van de publieke taak;

  • °

    Uitzettingen en derivaten hebben een prudent karakter en zijn niet gericht op het genereren van inkomsten door het aangaan van overmatige risico’s;

  • °

    Het beheersen van toekomstige risicoposities;

  • °

    Verzekerd zijn van duurzame toegang tot de financiële markten.

Artikel 3 Richtlijnen Risicobeheer

°Matching van looptijden van financieringsbehoefte en financieringsmiddelen

Looptijden van financieringsbehoefte en financieringsmiddelen dienen te worden gematcht. Bij de diensten worden de vaste, respectievelijk de vlottende activa gefinancierd met lange, respectievelijk korte middelen vanuit de Concerntreasury. De hieruit resulterende lange respectievelijk korte financieringsbehoefte van de Concerntreasury dient, behoudens het hierna gestelde, gefinancierd te worden met in- of externe lange respectievelijk korte financieringsmiddelen.

° Korte mismatch

Tot het bedrag van de korte mismatch-limiet mag de lange financieringsbehoefte worden gedekt met korte middelen. Op rekeningbasis ontstaat jaarlijks een incidenteel resultaat als gevolg van de mismatch-financiering.

° Lange mismatch

Tot het bedrag van de korte mismatch-limiet mag de lange financieringsbehoefte worden gedekt met korte middelen. Op rekeningbasis ontstaat jaarlijks een incidenteel resultaat als gevolg van de mismatch-financiering.

° Rente-instrumenten (derivaten)

Derivaten mogen alleen worden gebruikt voor het afdekken van renterisico’s. Er moet in alle gevallen sprake zijn van een gesloten positie.

Uitsluitend de volgende rente-instrumenten kunnen worden gebruikt:

  • 1.

    FRA (forward rate agreement);

  • 2.

    Renteswap, of een optie daarop;

  • 3.

    Cap/floor.

° Tegenpartijen bij uitzetten van middelen en aangaan derivaten

De Gemeente zet, al dan niet tegen waardepapieren, slechts gelden uit bij en gaat slechts verbintenissen met betrekking tot financiële derivaten aan met:

  • 1.

    In geval van uitzettingen voor een periode langer dan één jaar:

    • a.

      Financiële ondernemingen die gevestigd zijn in een lidstaat van de Europese Unie die ten minste beschikt over een AA-rating, afgegeven door ten minste twee ratingbureaus, en

    • b.

      Voor henzelf of voor de door hen uitgegeven waardepapieren kunnen aantonen dat ze tenminste over een AA-minusrating beschikken, afgegeven door ten minste twee ratingbureaus; de erkende ratingbureaus zijn Moody’s, Standard&Poor’s en Fitch.

  • 2.

    In geval van uitzettingen voor een periode tot één jaar:

    Financiële ondernemingen die, naast de eisen voor uitzettingen voor een periode langer dan één jaar, zoals opgenomen onder 1a en 1b, tevens beschikken over de hoogste korte termijn rating afgegeven door twee ratingbureaus (Moody’s: P-1, Standard&Poors’s: A-1+/A-1 of Fitch: F1).

    Daggeld uitzettingen worden gedaan bij de ABN AMRO Bank, Bank Nederlandse Gemeenten, ING Bank, Rabobank of Nederlandse Waterschaps Bank. In geval van deposito uitzettingen worden, naast twee van vorengenoemde partijen, overige partijen benaderd die voldoen aan de ratingeisen en die een financiële instelling zijn.

  • 3.

    Banken bij wie de gemeente een rekeningstructuur aanhoudt en waarbij in dat kader rentecompensatie is afgesproken. Voor deze banken gelden ook de onder 1 en 2 genoemde ratingeisen, tenzij de bij deze banken aangehouden tegoeden periodiek worden afgeroomd; in dat geval beschikken de banken in afwijking van de onder 1b geformuleerde eis tenminste over een A-rating, eveneens afgegeven door ten minste twee ratingbureaus.

  • 4.

    Rijksoverheid en overige lagere overheden.

  • 5.

    Instellingen aan wie door de bancaire toezichthouder in een EU-lidstaat de solvabiliteitsvrije status is toegekend.

Indien op enig moment de rating van een onder 3 bedoelde bank lager wordt dan de minimaal geformuleerde ratingeisen is het college bevoegd en verplicht een gemotiveerd besluit te nemen tot al of niet continuering van het contact met deze bank.

De raad wordt zo spoedig mogelijk geïnformeerd over een dergelijk besluit.

° Valutarisico

Financieringstransacties vinden uitsluitend plaats in wettig Nederlands betaalmiddel.

Artikel 4 Limieten risicobeheer

  • ° 

     Renterisiconorm

Jaarlijks mag bij aanvang van het kalenderjaar maximaal het wettelijk vastgestelde percentage (peildatum 1 januari 2009: 20%) van het begrotingstotaal in aanmerking komen voor aflossing en/of renteherziening.

  • ° 

    Kasgeldlimiet

De netto-vlottende schuld van de gemeente mag niet meer bedragen dan het wettelijk vastgestelde percentage (peildatum 1 januari 2009: 8,5%) van het lastentotaal van de gemeentebegroting.

  • ° 

    Korte mismatch limiet

Van de lange financieringsbehoefte mag een bedrag tot maximaal 25% van de netto opgenomen vaste schuld, vermeerderd met de ijzeren voorraad kort geld, met kortlopende middelen worden gefinancierd. Het financieringsresultaat wat ontstaat door gebruik te maken van de ijzeren voorraad is structureel opgenomen in het financiële meerjarenbeeld. De ijzeren voorraad kort geld zal elke twee jaar gelijktijdig met het statuut, of wanneer daar tussentijds aanleiding voor is worden bijgesteld. Behalve het structurele resultaat kan een incidenteel resultaat ontstaan door gebruik te maken van de mismatch-financiering, bovenop de ijzeren voorraad.

  • ° 

    Lange mismatch limiet

Van de korte vermogensbehoefte, ontstaan doordat diensten en derden een tekort in rekening-courant aanhouden, mag een bedrag tot maximaal 5% van de netto opgenomen vaste schuld met langlopende leningen worden gefinancierd.

  • ° 

    Limiet nieuw op te nemen langlopende leningen

Per jaar mag tot een bedrag van 100 miljoen euro aan langlopende geldleningen worden aangetrokken ter dekking van de eigen gemeentelijke financieringsbehoefte. Daarboven is een nieuw raadsbesluit nodig. Onder deze limiet vallen niet de aan derden of instellingen te verstrekken leningen. Ook langlopende geldleningen die zijn of worden aangetrokken ter herfinanciering van vervroegd afgeloste leningen, vallen niet onder de limiet.

  • ° 

    Limiet vervroegd aflossen vaste concernleningen

In de begroting van de Concerntreasury wordt jaarlijks een overzicht opgenomen van leningen met een contractuele mogelijkheid tot vervroegde aflossing, waarvan de boeterente ten laste komt van het betreffende begrotingsjaar. Dit overzicht limiteert de omvang van de vervroegde aflossingen voor dat jaar.

  • ° 

    Overschrijding limieten

Bij een gerealiseerde overschrijding wordt altijd zo spoedig mogelijk de raadscommissie F & V mondeling geïnformeerd door de portefeuillehouder. In de jaarrekening legt het college van B&W hierover verantwoording af aan de raad.

Artikel 5 Richtlijnen financiering OG (opgenomen geldleningen)

° 

Toegestane financieringsinstrumenten lang

Voor het aantrekken van lange financieringsmiddelen zijn uitsluitend de volgende instrumenten toegestaan:

1.Onderhandse geldleningen;

2.EMTN (Euro Medium Term Notes);

3.Lening met korte rente in combinatie met een rente-instrument, zodanig dat een lening met een lange rente wordt nagebootst.

°

Toegestane financieringsinstrumenten kort

Voor het aantrekken van korte financieringsmiddelen zijn uitsluitend de volgende instrumenten toegestaan:

1.Callgeld/daggeld;

2.Deposito’s/kasgeld.

°

Gelijkmatige afloop van leningenportefeuille

Financieringsbeslissingen worden zodanig genomen dat een over de jaren gelijkmatig verloop van aflossingen en renteherzieningen ontstaat. Aflossingen en renteherzieningen mogen verder niet boven de in de wet FIDO vastgelegde renterisiconorm uitkomen.

°

Vervroegd aflossen vaste concernleningen

Leningen komen voor vervroegde aflossing in aanmerking indien de contante waarde van de lagere rentelasten in komende jaren groter is dan de te betalen boeterente.

°

Rente-omslag percentage (ROP)

Voor de kapitaalverstrekking aan de diensten en de investeringen van de diensten worden de gemiddelde financieringskosten door middel van het rente-omslag percentage (ROP) aan de diensten doorberekend. Berekening van het ROP vindt plaats op basis van de kosten van de huidige leningenportefeuille, de omvang van reserves en voorzieningen en de verwachte lange rente voor de nieuwe financieringsbehoefte. Het ROP wordt vastgesteld met als uitgangspunt een verwacht resultaat van nul voor de komende vier jaren.

Bij wijze van uitzondering valt de reservering van de verkoopopbrengst aandelen Essent buiten de bepaling van het ROP. De omvang van de aandelenopbrengst en daarmee de toename van de reserves is zodanig fors, dat dit eigenlijk niet goed past in het meerjarenbeeld lange financiering.

°

Financieringskosten van reserves en voorzieningen

Voor reserves en voorzieningen vindt doorberekening van rentekosten en –opbrengsten aan diensten plaats op basis van verwachte rentepercentages op de geld- en kapitaalmarkt voor het komende begrotingsjaar.

°

Financieringskosten exploitatie

Voor tegoeden en schulden op de exploitatierekening vindt geen doorberekening van rentekosten en –opbrengsten aan diensten meer plaats.

°

Rente Egalisatie Reserve

Om schommelingen in de rentekosten Lang Vermogen binnen een begrotingsjaar te beperken is er een Rente Egalisatie Reserve (RER). Uitgangspunt voor het opvangen van renteschommelingen is dat in het lopende jaar een renteschommeling op de gemeentelijke portefeuille kan worden opgevangen van 1%.

Daarnaast moet het geraamde, structurele mismatchresultaat binnen het jaar opgevangen kunnen worden.

°

Financiering Woningbouw

Een bijzondere vorm van financiering aan derden is de financiering van woningbouwcorporaties. Conform raadsbesluit nummer 5a van 28 februari 2001 worden geen nieuwe leningen meer verstrekt aan woningbouwcorporaties. Als in een overeenkomst is opgenomen dat de Geldgever moet voorzien in een vervolgfinanciering of als er sprake is van renteherzieningen, komen we die afspraak nog na.

°

Kritisch bankieren

Van de langlopende geldleningen die de gemeente jaarlijks aantrekt wordt voor een bedrag van 25 miljoen euro bij kritische banken geleend, voor zover het rentepercentage van deze leningen niet meer dan 0,15% hoger is dan het op het moment van aantrekken geldende marktconforme rentepercentage. Bij het opnemen en uitzetten van kortlopende financieringsmiddelen (kasgeldleningen en deposito’s) wordt eveneens bij voorkeur gebruik gemaakt van kritische banken, mits het rentepercentage en andere voorwaarden minimaal gelijkwaardig zijn aan die van andere aanbieders en deze partijen voor het overige voldoen aan de criteria die in dit statuut zijn gesteld voor tegenpartijen.

°

Groenfinanciering

Naast de mogelijkheid om met kritische banken zaken te doen, bestaan er mogelijkheden om gebruik te maken van specifieke groenfinanciering. Aan te trekken groenfinanciering zal in alle gevallen als specifieke lening zichtbaar gemaakt worden in de vorm van maatfinanciering voor een specifiek project, met doorgifte aan de dienst van het van toepassing zijnde rentepercentage en looptijd. De financiering geschiedt op basis van afzonderlijke raadsbesluiten.

Artikel 6 Richtlijnen Financiering UG (uitgezette geldleningen)

  • °

    Geen arbitrage

Het is niet toegestaan om gelden op te nemen en deze weer uit te zetten met als doel het genereren van inkomsten.

  • °

    Mogelijke instrumenten

Een tijdelijk overschot van middelen wordt tegen zo gunstig mogelijke voorwaarden op de geld- of kapitaalmarkt uitgezet, rekening houdend met de gestelde voorwaarden en wettelijke vereisten. De hoofdsom van de uitzetting dient in tact te blijven. Voor het uitzetten van middelen kunnen uitsluitend de volgende financiële instrumenten worden gebruikt:

  • 1.

    Callgeld/daggeld met een looptijd tot drie werkdagen;

  • 2.

    Kasgeld met een looptijd vanaf drie werkdagen;

  • 3.

    Obligaties, Commercial Paper en Medium Term Notes, mits looptijden overeenstemmen;

  • 4.

    (Hoofdsom-)Garantieprodukten.

  • °

    Financiering derden

Het verstrekken van een geldlening aan derden is slechts toegestaan vanuit de publieke taak. Per geval is een expliciet besluit hiertoe nodig door het college van B&W, waarbij expliciet gemotiveerd wordt welk publiek belang° wordt gediend en waarbij besloten wordt over de te verwerven zekerheden. In voorkomende gevallen zal het college een dergelijk besluit vooraf aan de raad voorleggen om diens wensen en/of bedenkingen te vernemen.

Per geval wordt apart een lening aangetrokken en onder nader door het college van B&W vast te stellen voorwaarden doorverstrekt aan de desbetreffende derde. Periodiek vindt beoordeling van het kredietrisico plaats.

  • °

    Financiering Woningbouw

Conform raadsbesluit nummer 5a van 28 februari 2001 worden geen nieuwe leningen meer aangetrokken ten behoeve van de financiering van woningbouwcorporaties, behalve als in een overeenkomst is opgenomen dat de Geldgever moet voorzien in een vervolgfinanciering of als er sprake is van renteherzieningen.

  • °

    Verstrekken garanties

Aan derden worden in principe geen garanties op geldleningen verstrekt. Op initiatief van de Raad kan hiervan worden afgeweken.

Artikel 7 Richtlijnen van de IRC-rekeningen-structuur

De richtlijnen voor de IRC-rekeningstructuur zijn:

  • °

    De diensten van de gemeente financieren zich uitsluitend intern bij de Concerntreasury. Alleen de Concerntreasury is gerechtigd op te treden op de geld- en kapitaalmarkt.

  • °

    Naast diensten kunnen aan de gemeente gelieerde instellingen een exploitatierekening bij de Concerntreasury aanhouden. Er worden geen nieuwe interne exploitatierekeningen aan derden meer verstrekt, tenzij het college van B&W hiertoe afzonderlijk besluit.

Artikel 8 Limieten voor de IRC-rekeningenstructuur

De limieten voor de IRC-rekeningstructuur zijn:

  • °

    Voor een (debet) kredietlimiet op een exploitatierekening van een derde is een collegebesluit vereist.

  • °

    Voor diensten geldt geen limiet op een IRC-rekening, tenzij het college van B&W anders beslist.

Artikel 9

Vervallen

Artikel 10 Verantwoordingsinformatie

De verantwoording van de treasury-activiteiten vindt plaats in de volgende documenten:

Document

Bestemd voor

Frequentie

° Voortgangsrapportage

Raad

2 keer per jaar

° Treasuryparagraaf in de concernrekening

Raad

Jaarlijks

Artikel 11 Procedures

° Ter uitvoering van het gestelde in dit Statuut stelt het college van B&W nadere regels op alsmede regels voor taken en bevoegdheden, de verantwoordingsrelaties en de bijbehorende informatievoorziening en legt deze regels vast in een apart besluit.

Artikel 12 Slotbepalingen

  • ° Dit statuut treedt in werking met ingang van de eerste dag na haar bekendmaking.

  • ° Dit statuut is geldig voor de jaren 2012 en 2013 vanaf de datum van bekendmaking.

  • ° Dit statuut kan worden aangehaald onder de naam ‘Treasurystatuut gemeente Groningen 2012-2013’.

  • ° Met ingang van de dag waarop Treasurystatuut gemeente Groningen 2012-2013 in werking treedt, wordt het Treasurystatuut gemeente Groningen 2010-2011, vastgesteld bij raadsbesluit van 30 maart 2011, nr. 8g ingetrokken.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 25 april 2012.
 
 
De griffier,                                                       De voorzitter,
 
 
 
 
 
drs. A.G.M. (Toon) Dashorst.                              dr. J.P. (Peter) Rehwinkel.