GRAAFVERORDENING GEMEENTE GRONING

2.1 Breekgat

Eenmaal per jaar, in januari, meldt de aanbieder het voornemen tot het verrichten vanwerkzaamheden bij het college, ter verkrijging van een instemmingsbesluit.

Bij de melding dient de aanbieder de volgende gegevens te verstrekken:

• a.

  naam, adres en telefoonnummer van degene die de kabel(s) of leiding(en) in eigendom heeft, degene die de kabel(s) of leiding(en) beheert en degene die de kabel(s) of leiding(en)exploiteert;

• b.

  opgave van het gebruiksdoel.

2.2 Sleuf

Voor het verkrijgen van een instemmingsbesluit dient de aanbieder in ieder geval acht wekenvoor de aanvang van de werkzaamheden het voornemen daartoe in drievoud in bij het college,onder vermelding van:

• a.

  naam, adres en telefoonnummer van degene die de kabel(s) of leiding(en) in eigendom heeft, degene die de kabel(s) of leiding(en) beheert en degene die de kabel(s) of leiding(en)exploiteert;

• b.

  opgave van het gebruiksdoel.

  Vergezeld van:

• c.

  een tekening, op ondergrond van de Grootschalige Basiskaart Gemeente Groningen, metdaarop aangegeven het gewenste tracé inclusief maatvoering;

• d.

  een uitvoeringsplan met daarin opgenomen:

  • -

    het voorgenomen tijdstip van aanvang en van beëindiging van de werkzaamheden;

  • -

    een opgave van de objecten die ten tijde van de werkzaamheden worden geplaatst, alsmedevan de situering daarvan;

  • -

    een omschrijving van eventuele opbrekingen;

  • -

    de maatregelen voor de bereikbaarheid van in de openbare gronden aanwezige kabels enleidingen;

  • -

    naam, adres en telefoonnummer van de aannemer(s) of onderaannemers(s) die belast is (zijn)met de werkzaamheden en van een contactpersoon ten tijde van de uitvoering van de werkzaamheden;

  • -

    welke belanghebbenden en instanties vooraf in kennis worden gesteld van de voorgenomendata van aanvang en beëindiging en van de aard van de werkzaamheden.

3.1 Het college kan aan het instemmingsbesluit voorschriften en beperkingen verbinden in het belang van:

• a.

  de openbare orde;

• b.

  het voorkomen of beperken van schade of overlast, door de werkzaamheden toegebracht aan de gemeente of aan derden;

• c.

  de bruikbaarheid van de openbare gronden;

• d.

  het veilig en doelmatig gebruik van de openbare gronden;

• e.

  het doelmatig beheer en onderhoud van de openbare gronden;

• f.

  de bescherming van het uiterlijk aanzien van de omgeving;

• g.

  de bescherming van groenvoorzieningen;

• h.

  de bescherming van het milieu.

3.2 Ter bescherming van de belangen als genoemd in het eerste lid, kan het college in ieder gevalaan het instemmingsbesluit voorschriften of beperkingen verbinden over het medegebruik van voorzieningen, zoals kabelgoten en geleidingen, en een zekerheidsstelling voor de nakoming van verplichtingen die gesteld zijn bij de voorschriften en beperkingen aan het instemmingsbesluit.

3.3 Het herstel van de openbare gronden geschiedt door of in opdracht van het college tegen marktconforme, bij de aanbieder in rekening te brengen tarieven (prijzen per m2) zoals die rechtstreeks voortvloeien uit de – in samenwerking tussen de koepels van nutsbedrijven en de VNG opgestelde – “Leidraad voor gemeenten en nutsbedrijven inzake (her-) straatwerkzaamheden” en de jaarlijks door het GPKL (Gemeentelijk Platform Kabels en Leidingen) geactualiseerde transport-, loon-, en materiaaltarieven.

3.4 Indien binnen één jaar na groot onderhoud c.q. herinrichting van de openbare gronden deaanbieder noodzakelijke werkzaamheden moet uitvoeren, kan het college bijzondere voorwaarden

stellen aan de wijze van herstel. De kosten hiermee gepaard gaande zijn voor rekening van de aanbieder.

4.1 Het college kan beleidsregels stellen inzake de bij de melding te verstrekken administratieve gegevens, alsmede ter bescherming van de in artikel 3.1 genoemde belangen.

4.2 De uitvoering bij aanleg, onderhoud, verplaatsing en opruiming van kabels of leidingen, en het medegebruik van voorzieningen dienen te geschieden conform de technische bepalingen zoalsdeze eveneens door het college in beleidsregels kunnen worden vastgesteld.