Regeling vervallen per 01-07-2011

Verordening leerlingenvervoer gemeente Groningen

Geldend van 04-12-2009 t/m 30-06-2011

Intitulé

VERORDENING LEERLINGENVERVOER GEMEENTE GRONINGEN

DE RAAD VAN DE GEMEENTE GRONINGEN;

(bijlage raadsverslag nr. 67);

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 mei 2004;

 

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

 

HEEFT BESLOTEN:

 

De Verordening Leerlingenvervoer gemeente Groningen vast te stellen.

Titel 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijving

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    school : - een basisschool of speciale school voor basisonderwijs als bedoeld in de Wet op het primair onderwijs (Stb. 1998, 495);

    • -

      een school voor speciaal onderwijs of speciaal voortgezet onderwijs of voortgezet

      speciaal onderwijs als bedoeld in de Wet op de expertisecentra (Stb. 1998, 496);

    • -

      een school voor voortgezet onderwijs als bedoeld in de Wet op het voortgezet onderwijs (Stb.1998, 512);

    • -

      een school voor speciaal voortgezet onderwijs als bedoeld in deel II van de Wet op het voortgezet onderwijs.

  • b.

    ouders : de ouders, voogden of verzorgers van de leerling;

  • c.

    leerling : een leerling van een school als bedoeld onder a;

  • d.

    woning : de plaats waar de leerling feitelijk zijn hoofdverblijf heeft;

  • e.

    afstand : de afstand tussen de woning en de school, gemeten langs de kortste voor de leerling voldoende begaanbare en veilige weg;

  • f.

    vervoer : openbaar vervoer, aangepast vervoer of eigen vervoer tussen de woning dan wel de opstapplaats en de school dat plaatsvindt in aansluiting op het begin en einde van de schooldag volgens het schoolplan, tenzij de structurele handicap van een leerplichtige leerling die aansluiting onmogelijk maakt;

  • g.

    openbaar vervoer : voor een ieder openstaand personenvervoer volgens een dienstregeling per trein, metro, tram, bus, veerdienst of auto;

  • h.

    aangepast vervoer : vervoer per besloten (school)busvervoer, taxi, treintaxi of bustaxi;

  • i.

    eigen vervoer : vervoer per eigen motorvoertuig, bromfiets of fiets;

  • j.

    reistijd : de totale tijdsduur die ligt tussen het verlaten van de woning en de aanvang van de schooldag volgens het schoolplan, minus maximaal 10 minuten indien en voorzover de leerling het schoolgebouw met bijbehorend terrein gewoonlijk eerder bereikt dan het schoolplan aangeeft, dan wel de totale tijdsduur die ligt tussen het einde van de schooldag volgens het schoolplan en de aankomst bij de woning;

  • k.

    toegankelijke school: - voor basisscholen en speciale scholen voor basisonderwijs: de basisschool van de verlangde godsdienstige of levensbeschouwelijke richting dan wel de openbare school of de speciale school voor basisonderwijs waarop de leerling is aangewezen van de verlangde godsdienstige of levensbeschouwelijke richting dan wel de openbare school;

    • -

      voor scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs en scholen voor voortgezet onderwijs: de school van de soort waarop de leerling is aangewezen van de verlangde godsdienstige of levensbeschouwelijke richting dan wel de openbare school van de soort waarop de leerling is aangewezen;

  • l.

    inkomen : het ingevolge de Wet op de inkomstenbelasting 1964 (Stb. 1964, 519) vastgestelde belastbaar inkomen van de ouders in het tweede kalenderjaar, voorafgaande aan het schooljaar waarvoor bekostiging van de vervoerskosten wordt gevraagd;

  • m.

    opstapplaats : plaats aangewezen door het college, vanaf waar de leerling gebruik kan maken van het vervoer;

  • n.

    commissie voor de begeleiding : de commissie die is ingesteld door het bevoegd gezag van een school als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra, niet zijnde een instelling, of de bevoegde gezagsorganen van twee of meer scholen als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra, niet zijnde instellingen, die hetzelfde regionaal expertisecentrum in stand houden;

  • o.

    vervoersvoorziening : een gehele of gedeeltelijke bekostiging van de door het collegenoodzakelijk geachte vervoerskosten van de leerling en zo nodig diens begeleider;

    • -

      voor de bekostiging van het eigen vervoer een bedrag op basis van de kosten van het openbaar vervoer;

    • -

      de verstrekking van een abonnement of strippenkaart voor de leerling en zo nodig diens begeleider, of

    • -

      het doen verzorgen van het aangepast vervoer.

  • p.

    permanente commissie

    leerlingenzorg : de commissie als bedoeld in artikel 23 van de Wet op het primair onderwijs;

  • q.

    samenwerkingsverband: het samenwerkingsverband als bedoeld in artikel 18 van de Wet op het primair onderwijs;

  • r.

    regionale verwijzingscommissie : de commissie als bedoeld in artikel 10g van de Wet op het voortgezet onderwijs;

  • s.

    opdc : orthopedagogisch en -didactisch centrum als bedoeld in artikel 10h, derde lid van de Wet op het voortgezet onderwijs;

  • t.

    ambulante begeleiding: de begeleiding door een personeelslid van een school of instelling als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra van leerlingen die zijn geplaatst op een basisschool of leerlingen die zijn geplaatst op een school voor voortgezet onderwijs en naar het oordeel van het bevoegd gezag zonder die begeleiding zouden zijn aangewezen op het speciaal onderwijs of het voortgezet speciaal onderwijs.

Artikel 2 Bekostiging van de door het college noodzakelijk te achten vervoerskosten

  • 1. De bepalingen in deze verordening laten onverlet de verantwoordelijkheid van de ouders voor het schoolbezoek van hun kinderen.

  • 2. Ten behoeve van het schoolbezoek kent het college aan de ouders van de in de gemeente verblijvende leerlingen op aanvraag een vervoersvoorziening toe met inachtneming van het bepaalde in deze verordening.

  • 3. Indien het college toepassing geeft aan het tweede lid, verlangt het dat de ouders aan wie slechts een gedeeltelijke bekostiging van de vervoerskosten toekomt, hun kinderen van het aldus verzorgde vervoer gebruik laten maken tegen betaling van een bijdrage tot ten hoogste het bedrag dat de ouders ingevolge het bepaalde in deze verordening moeten bijdragen aan de kosten van het vervoer. Weigering van of nalatigheid in de betaling van de in de vorige volzin bedoelde bijdrage doet de aanspraak op bekostiging vervallen.

  • 4. Indien de leerling meerderjarig en handelingsbekwaam is, wordt de bekostiging op aanvraag verstrekt aan de leerling.

Artikel 3 Bekostiging naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school

  • 1. Bekostiging van de vervoerskosten wordt toegekend over de afstand tussen de woning dan wel de opstapplaats en de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke school, tenzij vervoer naar een verder weg gelegen school voor de gemeente minder kosten met zich mee zou brengen en de ouders met het vervoer naar die school schriftelijk instemmen.

  • 2. Indien ouders bekostiging van de vervoerskosten aanvragen voor het bezoeken van een school die op grotere afstand van de woning is gelegen dan in artikel 11 of 15 is bepaald, terwijl één of meer scholen van dezelfde onderwijssoort dichter bij de woning zijn gelegen, ontstaat er slechts aanspraak op bekostiging naar eerstgenoemde school als door de ouders schriftelijk wordt verklaard dat zij overwegende bezwaren hebben tegen het openbaar onderwijs dan wel tegen de richting van het onderwijs van alle bijzondere scholen van de soort waarop de leerling is aangewezen, die dichter bij de woning zijn gelegen.

Artikel 4 De afstand tussen de woning en school

Het college kent aan de ouders van de leerlingen een vergoeding toe indien:

  • a.

    de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke school voor primair onderwijs meer dan zes kilometer bedraagt;

  • b.

    de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke speciale school voor basisonderwijs in het samenwerkingsverband van de basisschool waarvan de leerling afkomstig is meer dan twee kilometer bedraagt;

  • c.

    de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke school voor voortgezet onderwijs als bedoeld in de Wet op het voortgezet onderwijs meer dan twintig kilometer bedraagt.

  • d.

    de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke school van het voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in de Wet op de Expertisecentra, uitgezonderd de scholen voor voortgezet onderwijs voor ZMOK en PI, meer dan twee kilometer bedraagt;

  • e.

    de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke school voor voortgezet onderwijs voor het ZMOK en het PI meer dan vier kilometer bedraagt.

Artikel 5 Uitbetaling van de bekostiging

  • 1. Het college bepaalt bij het verstrekken van bekostiging van de vervoerskosten het schema van de uitbetaling, alsmede de tijdsduur van de verstrekte bekostiging.

  • 2. De betaling kan geschieden anders dan op rekening van de aanvrager.

  • 3. De betaling kan geschieden aan anderen dan de aanvrager.

Artikel 6 Aanvraagprocedure

  • 1. Een aanvraag voor bekostiging van de vervoerskosten wordt gedaan door indiening bij het college van een volledig ingevuld en door de ouders ondertekent formulier, voorzien van de op het formulier vermelde gegevens.

  • 2. De aanvraag wordt, indien het een aanvraag voor het eerstvolgende schooljaar betreft, vóór 1 juni voorafgaand aan dat schooljaar ingediend.

  • 3. Indien dit voor een juiste beoordeling van de aanvraag noodzakelijk is, kan het college de ouders verzoeken aanvullende gegevens te verstrekken.

  • 4. Het college besluit over de aanvraag binnen acht weken na ontvangst van alle benodigde gegevens.

  • 5. Het college kan het in het vorige lid bedoelde besluit met ten hoogste vier weken verdagen. Het stelt de aanvrager hiervan schriftelijk in kennis.

  • 6. Formulieren die onjuist of onvolledig zijn ingevuld, of waarbij de nodige verklaringenontbreken, worden niet in behandeling genomen. Ze zullen naar de aanvrager worden teruggestuurd. De aanvrager wordt dan in de gelegenheid gesteld de aanvraag binnen twee weken te corrigeren of aan te vullen. Wordt hiervan geen gebruik gemaakt dan wordt de aanvraag niet in behandeling genomen. Eventueel gemaakte kosten van leerlingenvervoer kunnen worden verhaald.

  • 7. Indien een vervoersvoorziening wordt toegekend, gaat deze in:

    • a.

      met ingand van het nieuwe schooljaar indien de aanvraag vóór 1 juni is ingediend en alle benodigde gegevens zijn ontvangen;

    • b.

      binnen acht weken na ontvangst van alle benodigde gegevens indien de aanvraag na 1 juni is binnengekomen.

  • 8. Vergoeding van de vervoerskosten van een aanvraag die is ingediend na 1 juni wordt verstrekt vanaf de datum van ontvangst van de aanvraag.

  • 9. Het verstrekken van een vergoeding met terugwerkende kracht is niet mogelijk.

Artikel 7 Doorgeven van wijzigingen

  • 1. De ouders zijn verplicht wijzigingen die van invloed kunnen zijn op de verstrekte bekostiging van de vervoerskosten, onder vermelding van de datum van wijziging, onverwijld schriftelijk mede te delen aan het college.

  • 2. Indien er sprake is van een wijziging die van invloed is op de verstrekte bekostiging, vervalt de aanspraak op bekostiging en beslist het college opnieuw over de bekostiging van de vervoerskosten.

  • 3. Indien de ouders niet voldoen aan het bepaalde in het eerste lid en het college een wijziging als bedoeld in het tweede lid vaststelt, waardoor blijkt dat ten onrechte bekostiging is verstrekt, vervalt de aanspraak op bekostiging van de vervoerskosten terstond.

    Het college deelt zijn besluit schriftelijk mee aan de ouders.

  • 4. Ten onrechte genoten bekostiging zalvan de ouders worden teruggevorderd, dan wel worden verrekend bij een eventuele nieuwe verstrekking van bekostiging.

Artikel 8 Peildatum leeftijd leerling

Voor het verstrekken van bekostiging op basis van artikel 12 is bepalend de leeftijd van de leerling op 1 augustus van het schooljaar waarop de bekostiging betrekking heeft.

Artikel 9 Andere vergoedingen

  • 1. Het college is bevoegd tot verrekening.

  • 2. De aanspraak op bekostiging ingevolge titel 3 wordt verrekend met de aanspraak op een toelage, voorzover die voor de betrokken leerling betrekking heeft op de reiskosten.

Artikel 10 Adviezen

  • 1. Indien het college voornemens is de gevraagde voorziening ten behoeve van een leerling niet of slechts gedeeltelijk toe te kennen, kan het bij de beschikking het advies van de commissie voor de begeleiding of de ambulant begeleider betrekken.

  • 2. Het college kan tevens het advies van andere deskundigen inwinnen.

  • 3. Als de commissie voor de begeleiding danwel de ambulant begeleider binnen vier schoolweken na verzending van de adviesaanvraag geen advies heeft uitgebracht of niet schriftelijk om verlenging van de adviestermijn met ten hoogste twee weken heeft verzocht, wordt door het college het besluit genomen zonder het advies.

Titel 2 Bepalingen omtrent het vervoer van de leerlingen van scholen voor primair onderwijs

Artikel 11 Bekostiging voor de dichtsbijzijnde toegankelijke (speciale) school voor basisonderwijs.

Met inachtneming van het bepaalde in de voorgaande artikelen wordt bekostiging verstrekt van de kosten van het vervoer over de afstand tussen de woning dan wel de opstapplaats en

  • a.

    de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke school voor basisonderwijs,

  • b.

    de school voor speciaal basisonderwijs in het samenwerkingsverband van de basisschool

    waarvan de leerling afkomstig is, of

  • c.

    een andere speciale school voor basisonderwijs in het onder b bedoelde samenwerkings-verband indien het vervoer naar die school voor de gemeente minder kosten mee zou brengen dan het vervoer naar de speciale school voor basisonderwijs, bedoeld onder a.

Artikel 12 Bekostiging op basis van de kosten van eigen vervoer

  • 1. Indien aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten, kan het college de ouders op aanvraag toestaan één of meer leerlingen zelf te vervoeren of te laten vervoeren.

  • 2. Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, bekostigt het college aan de ouders die een leerling zelf vervoeren dan wel laten vervoeren een bedrag op basis van de kosten van het openbaar vervoer.

  • 3. Indien aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten en het college desgewenst

    toestaat dan wel van oordeel is dat de leerling gebruik kan maken van het vervoer per fiets, bekostigt het college aan de ouders een bedrag op basis van een kilometer-vergoeding voor de fiets, afgeleid van de Reisregeling binnenland.

Artikel 13 Bekostiging van de kosten van openbaar vervoer

Het college verstrekt aan de ouders van de leerling die een school voor basisonderwijs of een speciale school voor basisonderwijs bezoekt bekostiging van de kosten van het openbaar vervoer indien aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten.

Artikel 14 Bekostiging van de kosten van vervoer ten behoeve van een begeleider

  • 1. Indien aanspraak bestaat op bekostiging van het openbaar vervoer of het eigen vervoer bekostigt het college tevens de kosten van het vervoer ten behoeve van een begeleider:

    • a.

      indien de leerling jonger dan negen jaar is,

    • b.

      of door de ouders wordt aangetoond dat de leerling niet in staat is zelfstandig van het vervoer gebruik te maken.

  • 2. Indien een begeleider meer dan één leerling tegelijk begeleidt, komen slechts de kosten van het vervoer ten behoeve van één begeleider voor bekostiging in aanmerking.

Artikel 15 Bekostiging van de kosten van aangepast vervoer

Het college verstrekt bekostiging van het aangepast vervoer voor een leerling die een school voor basisonderwijs of een speciale school voor basisonderwijs bezoekt, indien voldaan wordt aan het afstandscriterium van artikel 4 en 

  • a.

    door de ouders is aangetoond dat de leerling vanwege een lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap niet zelfstandig en niet met begeleiding van het openbaar vervoer of het eigen vervoer gebruik kan maken;

  • b.

    de leerling met gebruikmaking van openbaar vervoer naar school of terug meer dan anderhalf uur onderweg is en de reistijd met aangepast vervoer tot 50% of minder van de reistijd per openbaar vervoer kan worden teruggebracht, of

  • c.

    openbaar vervoer ontbreekt, tenzij de leerling naar het oordeel van het college al dan niet onder begeleiding gebruik kan maken van het vervoer per fiets.

Titel 3 Bepalingen omtrent het vervoer van de leerlingen van scholen voor voortgezet (speciaal) onderwijs

Artikel 16

Met inachtnemening van het bepaalde in artikel 3 en artikel 4 wordt bekostiging verstrekt van de kosten van het vervoer over de afstand tussen de woning dan wel de opstapplaats ende dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke school voor voortgezet onderwijs.

Artikel 17 Bekostiging op basis van de kosten van eigen vervoer

  • 1. Indien aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten, kan het college de ouders op aanvraag toestaan één of meer leerlingen zelf te vervoeren of te laten vervoeren.

  • 2. Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, bekostigt het college aan de ouders die één leerling zelf vervoeren dan wel laten vervoeren een bedrag op basis van de kosten van het openbaar vervoer.

  • 3. Indien aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten en het college desgewenst toestaat dan wel van oordeel is dat de leerling gebruik kan maken van het vervoer per fiets of bromfiets, verstrekt het college aan de ouders bekostiging van een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de fiets dan wel bromfiets, afgeleid van de Reisregeling binnenland.

Artikel 18 Bekostiging van de kosten van openbaar vervoer

Het college verstrekt aan de ouders van de leerling die een school voor voortgezet speciaal

onderwijs bezoekt, bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer indien de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school meer dan vierkilometer bedraagt.

Artikel 19 Bekostiging van de kosten van openbaar vervoer ten behoeve van een begeleider

  • 1. Indien aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in artikel 16, bekostigt het college tevens de daarin bedoelde kosten ten behoeve van een begeleider indien door de ouders ten behoeve van het college genoegzaam wordt aangetoond dat de leerling, gelet op zijn lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap of leeftijd, niet in staat is zelfstandig van het openbaar vervoer of het eigen vervoer gebruik te maken.

  • 2. Indien een begeleider meer dan één leerling tegelijk begeleidt, komen slechts de kosten van het openbaar vervoer ten behoeve van één begeleider voor bekostiging in aanmerking.

Artikel 20 Bekostiging van aangepast vervoer

Het college verstrekt bekostiging van aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs bezoekt indien voldaan wordt aan het gestelde in de voorgaande artikelen en

  • a.

    door de ouders is aangetoond dat de leerling vanwege een lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap niet in staat is zelfstandig en ook niet met begeleiding gebruik te maken van het openbaar vervoer of het eigen vervoer;

  • b.

    de leerling met gebruikmaking van openbaar vervoer naar school of terug, meer dan anderhalf uur onderweg is en de reistijd met aangepast vervoer tot 50% of minder van reistijd per openbaar vervoer kan worden teruggebracht, of

  • c.

    openbaar vervoer ontbreekt, tenzij de leerling naar het oordeel van het college al dan niet onder begeleiding gebruik kan maken van het vervoer per fiets dan wel zelfstandig gebruik kan maken van het vervoer per bromfiets.

Titel 4 Bepalingen omtrent weekeinde- en vakantievervoer

Artikel 21 Bekostiging kosten weekeinde- en vakantievervoer aan de in de gemeente wonende ouders

Het college bekostigt desgewenst de kosten van het weekeinde- en vakantievervoer aan de in de gemeente wonende ouders van de leerling die, met het oog op het volgen van voor hem passend (voortgezet) speciaal onderwijs in een internaat of pleeggezin verblijft, volgens het bepaalde in deze titel.

Artikel 22 Bekostiging kosten weekeinde- en vakantievervoer

  • 1. Het college verstrekt aan de ouders bekostiging van de kosten van het weekeindevervoer van de leerling voor de, eenmaal per weekeinde gemaakte, reis van het internaat of het pleeggezin waar de leerling verblijft, naar de woning van de ouders en terug, voorzover de weekeinden niet vallen binnen de in het tweede lid bedoelde schoolvakanties.

  • 2. Het college bekostigt de kosten van het vakantievervoer van de leerling voor de, eenmaal per schoolvakantie van twee dagen of meer, gemaakte reis van het internaat of het pleeggezin waar de leerling verblijft, naar de woning van de ouders en terug, voorzover de vakantie voorkomt in het schoolplan van de school die de leerling bezoekt.

  • 3. Titel 3 van deze verordening is van overeenkomstige toepassing, met uitzondering van artikel 17, tweede lid; artikel 18, eerste lid, onder b; artikel 18, tweede lid; artikel 20.

Titel 5 Eigen bijdrage en bekostiging naar financiële draagkracht

Artikel 23 Drempelbedrag

  • 1. Aan de ouders van een leerling die een school voor basisonderwijs bezoekt, van wie het inkomen tezamen meer bedraagt dan € 21.150,-- wordt slechts bekostiging verstrekt voorzover de kosten van het vervoer van die leerling de kosten van het openbaar vervoer over de in artikel 11 dan wel artikel 15 bepaalde afstand te boven gaan.

  • 2. Ingeval het college in plaats van bekostiging in geld toe te kennen het vervoer zelf verzorgt dan wel doen verzorgen, betalen de ouders van een leerling die een school voor basisonderwijs bezoekt, per leerling per schooljaar een eigen bijdrage die gelijk is aan de kosten van het openbaar vervoer over de in artikel 11 dan wel artikel 15 bepaalde afstand indien het inkomen van de ouders meer bedraagt dan € 21.150,--.

  • 3. Indien een leerling na het begin van het schooljaar instroomt wordt de hoogte van de eigen bijdrage evenredig aangepast.

  • 4. De kosten voor openbaar vervoer, genoemd in het eerste en tweede lid, betreffen de kosten van openbaar vervoer die op grond van de zone-indeling in de regeling die gebaseerd is op artikel 30, eerste lid van de Wet personenvervoer 2000, voor de afstand redelijkerwijs zouden worden gemaakt, ongeacht de aanwezigheid van openbaar vervoer of het daadwerkelijk gebruik ervan.

  • 5. Het bedrag van € 21.150,--, genoemd in het eerste en tweede lid, wordt met ingang van1 januari 2005jaarlijks aangepast aan de wijziging die het indexcijfer van de regelingslonen van volwassen werknemers heeft ondergaan ten opzichte van het voorafgaande jaar en rekenkundig afgerond op een veelvoud van € 500,--. Het aangepaste bedrag treedt in plaats van het in het eerste en tweede lid genoemde bedrag van € 21.150,--.

  • 6. Deze bepaling is niet van toepassing op de leerling voor wie ingevolge titel een vervoersvoorziening is verstrekt.

Artikel 24 Financiële draagkracht

  • 1. Indien de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school voor basisonderwijs of school voor voortgezet onderwijs meer dan 20 kilometer bedraagt, wordt de vastgestelde bekostiging verminderd met een van de financiële draagkracht van de ouders afhankelijk bedrag.

  • 2. Ingeval het college in plaats van bekostiging in geld toe te kennen het vervoer zelf verzorgt dan wel doen verzorgen en de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school voor basisonderwijs of een school voor voortgezet onderwijs meer dan 20 kilometer bedraagt, betalen de ouders een van de financiële draagkracht afhankelijke bijdrage tot ten hoogste het bedrag van de kosten van het vervoer.

  • 3. De hoogte van het bedrag als bedoeld in het eerste lid en de bijdrage als bedoeld in het tweede lid zijn afhankelijk van de hoogte van het gecorrigeerd verzamelinkomen van de ouders in de zin van de Wet op de inkomstenbelasting 2001 en bedragen:

    Inkomen in € Eigen bijdrage in €

    per 1 januari 2004 per 1 januari 2004

    0 – 28.500 nihil

    28.500 – 34.000 105

    34.000 – 39.500 440

    39.500 – 44.500 825

    44.500 – 51.500 1.195

    56.500 en verder voor elke extra € 4.500,--: € 385,-- erbij.

  • 4. De inkomensbedragen, genoemd in het derde lid, worden met ingang van 1 januari 2004 jaarlijks aangepast aan de wijziging die het indexcijfer van de regelingslonen van volwassen werknemers heeft ondergaan ten opzichte van 1 januari van het voorafgaande jaar, en rekenkundig afgerond op een veelvoud van € 500,--.

  • 5. De bedragen van de eigen bijdrage, bedoeld in het derde lid, worden met ingang van 1 januari 2004 jaarlijks aangepast aan de wijziging die het consumentenprijsindexcijfer van de reeks alle huishoudens op het onderdeel vervoersdiensten heeft ondergaan ten opzichte van 1 januari van het voorafgaande jaar, en rekenkundig afgerond op een veelvoud van € 5,--.

  • 6. Deze bepaling is niet van toepassing op de leerling voor wie ingevolge titel 6 een vervoersvoorziening is verstrekt.

Titel 6 Sanctiebepalingen

Artikel 25 Gedragsregel

  • 1. Een leerling aan wie een vervoersvoorziening in de vorm van aangepast vervoer is verstrekt, is verplicht de aanwijzingen betreffende de orde, rust, veiligheid of een goede bedrijfsgang op te volgen, die door of vanwege de vervoerder die het vervoer verricht, duidelijk kenbaar zijn gemaakt.

  • 2. Het College kan een leerling aan wie een vervoersvoorziening in de vorm van aangepast vervoer is verstrekt, tijdelijk of voor de rest van het schooljaar de toegang tot dit vervoer ontzeggen indien bij herhaling gebleken is dat de leerling door agressief gedrag of anderszins de orde in de taxi verstoort, de veiligheid van de taxi en inzittenden in gevaar brengt en/of de aanwijzingen van de vervoerder als bedoeld in het eerste lid bij herhaling niet opvolgt.

  • 3. Indien een leerling de toegang tot het aangepast vervoer is ontzegd om redenen als bedoeld in het eerste lid, zal door het college voor de duur van deze ontzegging de kosten van het openbaar vervoer danwel het eigen vervoer van en naar de school voor deze leerling en zo nodig voor een begeleider vergoeden.

Titel 7 Slotbepalingen

Artikel 26 Beslissing college in gevallen waarin de regeling niet voorziet

In gevallen die de uitvoering van het leerlingenvervoer betreffen en waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

Artikel 27 Afwijken van bepalingen

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de ouders afwijken van de bepalingen in deze verordening, zo nodig na advies te hebben gevraagd aan de commissie voor de begeleiding en eventueel andere deskundigen.

Artikel 28 Overgangsregeling

  • 1. Voor een leerling als bedoeld in titel 6 voor wie in het schooljaar 2001-2002 krachtens de Wet Rea een vervoersvoorziening werd verstrekt, niet zijnde een voorziening in de vorm van een bruikleenauto of een voorziening deel uitmakend van of samenhangend met een leefvervoervoorziening, blijft, indien de ouders dat wensen, zo nodig in afwijking van artikel 3 aanspraak bestaan op een gelijkwaardige voorziening van en naar de school die de leerling in schooljaar 2001-2002 bezocht.

  • 2. Voor de leerling van leerwegondersteunend onderwijs of praktijkonderwijs die in het schooljaar 2001-2002 een vervoersvoorziening kreeg naar een school voor speciaal voortgezet onderwijs, leerwegondersteunend onderwijs, praktijkonderwijs of een opdc, blijft aanspraak bestaan op een vervoersvoorziening van en naar de school of opdc die de leerling in het schooljaar 2001-2002 bezocht indien de afstand van de woning naar de school meer dan 4 kilometer bedraagt.

  • 3. De bepalingen in titel 7 zijn voor de eerste maal van toepassing in het schooljaar 2002-2003. Op het vervoer van leerlingen voorafgaand aan het schooljaar 2002-2003 en daarop betrekking hebbende geschillen, blijven de regelingen die voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze verordening luiden van toepassing.

Artikel 29 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na het verstrijken van een termijn van zes weken na de datum van bekendmaking.

Artikel 30 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: verordening leerlingenvervoer gemeente Groningen.

Ondertekening

Gedaan te Groningen in de openbare raadsvergadering van 30 juni 2004.
De griffier,
D.H. Vrieling.
De voorzitter,
J. Wallage.

Algemene toelichting en Artikelsgewijze toelichting

Toelichtingen