Regeling vervallen per 01-01-2012

Verordening werkleeraanbod Wet investeren in Jongeren

Geldend van 01-07-2010 t/m 31-12-2011

Intitulé

VERORDENING WERKLEERAANBOD WET INVESTEREN IN JONGEREN

DE RAAD VAN DE GEMEENTE GRONINGEN

(Gr 10.2247709);

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 13 april 2010;

gelet op artikel 147, eerste lid, van de Gemeentewet en artikel 12, eerste lid onderdeel a van de Wet investeren in jongeren;

overwegende dat het noodzakelijk is bij verordening regels te stellen aangaande de inhoud van het werkleeraanbod in het kader van de Wet investeren in jongeren;

HEEFT BESLOTEN:

de Verordening werkleeraanbod Wet investeren in jongeren vast te stellen.

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    de wet : de Wet investeren in jongeren;

  • b.

    algemeen geaccepteerde arbeid : alle arbeid, niet zijnde arbeid in het kader van de Wet sociale werkvoorziening, die algemeen maatschappelijk aanvaard is en niet indruist tegen de openbare orde of goede zeden;

  • c.

    startkwalificatie : een diploma van een opleiding als bedoeld in artikel 7.2.2, eerste lid, onderdelen b tot en met e, van de Wet educatie en beroepsonderwijs of een diploma hoger algemeen voortgezet onderwijs of voorbereidend wetenschappelijk onderwijs als bedoeld in artikel 7 onderscheidenlijk 8 van de Wet op het voortgezet onderwijs;

  • d.

    college : het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Groningen.

HOOFDSTUK 2 BELEID EN FINANCIËN

Artikel 2 Opdracht college

  • 1. Het college biedt jongeren die recht hebben op een werkleeraanbod, algemeen geaccepteerde arbeid, ondersteuning bij de arbeidsinschakeling of een voorziening gericht op arbeidsinschakeling aan.

  • 2. Het college kan het werkleeraanbod ook invullen met een combinatie van algemeen geaccepteerde arbeid, ondersteuning bij de arbeidsinschakeling dan wel één of meerdere voorzieningen.

  • 3. In afwijking van het tweede lid kan een werkleeraanbod ook bestaan uit een voorbereidingsperiode op een zelfstandig beroep of bedrijf, als bedoeld in artikel 17, zesde lid van de wet.

  • 4. Het college stemt het werkleeraanbod af op de omstandigheden, krachten en bekwaamheden van de jongere, wiens recht op een werkleeraanbod is vastgesteld. Bij de invulling van het werkleeraanbod onderzoekt het college de mogelijkheden en omstandigheden van de jongere. Zij beziet daarbij tevens in hoeverre de wensen van de jongere bij de invulling van het werkleeraanbod kunnen worden betrokken.

Artikel 3 Aanspraak op ondersteuning

  • 1. Jongeren die recht hebben op een werkleeraanbod komen in aanmerking voor ondersteuning bij de arbeidsinschakeling en op de naar het oordeel van het college noodzakelijk geachte en beschikbare voorzieningen gericht op arbeidsinschakeling.

  • 2. Het college doet een werkleeraanbod dat past binnen de criteria die gesteld zijn in deze verordening.

Artikel 4 Programmabegroting

Ter nadere uitvoering van deze verordening stelt de raad jaarlijks in de programmabegroting beleidsdoelen vast.

Artikel 5 Arbeidsinschakeling

Het college biedt jongeren die recht hebben op een werkleeraanbod en naar het oordeel vanhet college direct inzetbaar zijn op de arbeidsmarkt in beginsel algemeen geaccepteerdearbeid of ondersteuning bij de arbeidsinschakeling aan.

Artikel 6 De voorzieningen

  • 1. Onverminderd artikel 5, kan het college jongeren die recht hebben op een werkleeraanbod, één of meer van de volgende voorzieningen aanbieden:

    • a.

      sociale activering, arbeidsactivering en -toeleiding;

    • b.

      werkstages;

    • c.

      detacheringsbanen;

    • d.

      loonkostensubsidies;

    • e.

      werkgeversarrangement;

    • f.

      vrijwilligerswerk;

    • g.

      scholing en opleiding;

    • h.

      persoonsgebonden re-integratiebudget;

    • i.

      voorzieningen gericht op nazorg;

    • j.

      diagnose-instrumenten;

    • k.

      ondersteuning bij een beroep op maatschappelijke opvang of participatie en medische zorg;

    • l.

      work-first faciliteiten

    • m.

      ondersteunende instrumenten, waaronder kinderopvang en schuldhulpverlening.

  • 2. Onverminderd het eerste lid kan het college een of meer voorzieningen uit paragraaf 2 van de Re-integratieverordening Wet werk en bijstand aanbieden, met uitzondering van een participatieplaats als bedoeld in artikel 9 van de Re-integratieverordening Wet werk en de inkomstenvrijlating als bedoeld in artikel 19 van de Re-integratieverordening.

Artikel 7 Inzet van de voorzieningen

  • 1. Bij de inzet van voorzieningen kiest het college voor voorzieningen die beschikbaar, adequaat en toereikend zijn voor het doel dat wordt beoogd.

  • 2. Het doel van de inzet van voorzieningen is het bevorderen van duurzame arbeidsparticipatie van jongeren door het opdoen van werkervaring, het aanleren van vaardigheden en kennis, het opdoen van werkritme, maatschappelijke participatie dan wel op andere wijze vergroten van persoonlijke en maatschappelijke zelfredzaamheid.

  • 3. Het college vult de voorziening bedoeld in het eerste lid voor de jongere die niet beschikt over een startkwalificatie in met scholing of opleiding die de toegang tot de arbeidsmarkt bevordert, tenzij naar het oordeel van het college een dergelijke scholing of opleiding de krachten of bekwaamheden van de jongere te boven gaat of onvoldoende bijdraagt aan vergroting van de kans op arbeidsinschakeling van de jongere.

Artikel 8 Nadere regels

Het college kan nadere regels vaststellen met betrekking tot:

  • a.

    de mate waarin verschillende doelgroepen in aanmerking komen voor een voorziening;

  • b.

    de voorwaarden waaronder de verschillende voorzieningen worden verstrekt;

  • c.

    de geldbedragen die gemoeid zijn met de verschillende voorzieningen;

  • d.

    de procedures die gelden voor de verstrekking van de voorziening.

Artikel 9 Combinatie arbeid en zorg

Onverminderd artikel 17, vierde lid, van de wet, betrekt het college bij de invulling van het werkleeraanbod de beschikbaarheid van passende kinderopvang, het belang van voldoende scholing en de belastbaarheid van de jongere.

Artikel 10 Gehandicapten

Onverminderd artikel 17, tweede lid, van de wet, stemt het college het werkleeraanbod af op de medische beperkingen van de jongere en draagt zorg voor passende voorzieningen ter ondersteuning bij de arbeidsinschakeling.

Artikel 11 Uitvoering door derden

Het college kan in verband met de invulling en uitvoering van het werkleeraanbod afspraken maken met derden, waaronder werkgevers en re-integratiebedrijven, alsmede subsidies verstrekken.

Artikel 12 Verplichtingen van de jongere

Een jongere die gebruik maakt van een voorziening is gehouden te voldoen aan de verplichtingen die voortvloeien uit de wet, de Wet structuur uitvoering werk en inkomen, deze verordening, alsmede aan de verplichtingen die het college aan de aangeboden voorziening heeft verbonden.

Artikel 13 Intrekking werkleeraanbod

Het college kan het werkleeraanbod intrekken of herzien, indien wijziging optreedt in de omstandigheden, krachten of bekwaamheden van de jongere dan wel indien de jongere niet voldoet aan een of meer op hem rustende verplichtingen als bedoeld in hoofdstuk 5 van de wet en hem dit te verwijten valt.

Artikel 14 Budgetplafond

  • 1. Het college kan een of meer budgetplafonds vaststellen voor de verschillende voorzieningen.

  • 2. Het college kan een plafond instellen voor het aantal personen dat in aanmerking komt voor een specifieke voorziening.

HOOFDSTUK 3 SUBSIDIE EN VERGOEDINGEN

Artikel 15 Subsidies

  • 1. Het college kan subsidie verlenen aan werkgevers die met een jongere een arbeidsovereenkomst sluiten, als tegemoetkoming in de loonkosten en in de kosten van voorbereiding op een beoogd dienstverband met de jongere.

  • 2. Het college kan nadere regels stellen over de duur van de subsidie, de hoogte, en de verplichtingen die aan de subsidie worden verbonden.

  • 3. Het college kan een subsidieplafond vaststellen.

  • 4. Op de subsidies bedoeld in dit artikel is de Algemene subsidieverordening van toepassing.

Artikel 16 Vergoedingen

Het college kan aan een jongere die ten behoeve van de uitvoering van een werkleeraanbod noodzakelijke kosten maakt, een vergoeding voor die kosten verstrekken.

HOODFSTUK 4 SLOTBEPALINGEN

Artikel 17 Onvoorziene omstandigheden en hardheidsclausule

  • 1. In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

  • 2. Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen in deze verordening, als toepassing daarvan tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 18 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening werkleeraanbod Wet investeren in jongeren.

Artikel 19 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 juli 2010.

Ondertekening

Gedaan te Groningen in de openbare raadsvergadering van 26 mei 2010.
De griffier,
D.H. Vrieling.
De voorzitter,
Dr. J.P. (Peter) Rehwinkel.

Toelichtingen

Algemene Toelichting

Artikelsgewijze Toelichting