Regeling vervallen per 20-10-2020

Protocol meldingen calamiteiten en geweld

Geldend van 01-01-2015 t/m 19-10-2020

Intitulé

PROTOCOL MELDINGEN CALAMITEITEN EN GEWELD

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Groningen,

(4764872);

HEEFT BESLOTEN:

vast te stellen het protocol meldingen calamiteiten en geweld.

In artikel 3.4 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015) is geregeld dat aanbieders in de zin van de Wmo 2015 bij de toezichthoudende ambtenaar onverwijld melding moeten doen van:

  • a.

    iedere calamiteit die bij de verstrekking van de voorziening heeft plaatsgevonden;

  • b.

    geweld bij de verstrekking van de voorziening.

De meldingsverplichting strekt ertoe te zorgen dat de toezichthouder op de hoogte is van ernstige incidenten en situaties die door hem mogelijk moeten worden onderzocht of ingrijpen vereisen.

De aanbieder en de beroepskrachten die voor hem werkzaam zijn, verstrekken bij en naar aanleiding van een melding (van een calamiteit of geweld) aan de toezichthoudende ambtenaar de gegevens, daaronder begrepen persoonsgegevens, gegevens betreffende de gezondheid en andere bijzondere persoonsgegevens als bedoeld in de Wet bescherming persoonsgegevens, voor zover deze voor het onderzoeken van de melding noodzakelijk zijn.

In dit protocol zijn (procedure)bepalingen opgenomen voor de behandeling van meldingen die betrekking hebben op calamiteiten en geweld.

Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Artikel 1

In dit protocol wordt verstaan onder:

  • a.

    cliënt: persoon die gebruik maakt van een algemene voorziening of aan wie een maatwerkvoorziening is verstrekt of door of namens wie een melding is gedaan als bedoeld in artikel 2.3.2 eerste lid van de Wmo 2015;

  • b.

    melding: een bericht van de aanbieder aan de toezichthouder calamiteiten en geweld, over een calamiteit of geweld bij de verstrekking van een voorziening;

  • c.

    toezichthouder calamiteiten en geweld: de toezichthoudende ambtenaar die belast is met het toezicht op de meldingen van calamiteiten en geweld bij de verstrekking van een voorziening.

Artikel 2

Een aanbieder doet bij de toezichthouder calamiteiten en geweld, onverwijld melding van:

  • a.

    iedere calamiteit die bij de verstrekking van een voorziening heeft plaatsgevonden;

  • b.

    geweld bij de verstrekking van een voorziening.

Artikel 3

  • 1. Een aanbieder kan een melding indienen bij de toezichthouder calamiteiten en geweld, aangewezen door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Groningen. Het centrale postadres voor meldingen is Kreupelstraat 1, 9712 HW Groningen. Het email-adres is calamiteitenwmo@groningen.nl .

  • 2. De wijze van indienen van een melding is vormvrij.

  • 3. Indien een melding niet schriftelijk of elektronisch is gedaan, legt de toezichthouder calamiteiten en geweld de melding schriftelijk of elektronisch vast en zendt hij de aanbieder een afschrift daarvan.

Paragraaf 2 Procedure meldingen

Artikel 4 Melding calamiteit

  • 1. Een melding van een calamiteit door een aanbieder bevat:

    • a.

      de naam van de aanbieder en de naam en de functie van de contactpersoon;

    • b.

      de dagtekening van de melding;

    • c.

      een omschrijving van de calamiteit;

    • d.

      de naam en de contactgegevens van de betrokken beroepskracht;

    • e.

      de naam, de contactgegevens en de geboortedatum van de betrokken cliënt tenzij deze daarmee niet instemt;

    • f.

      een feitelijke omschrijving van de calamiteit en de datum waarop deze heeft plaatsgehad;

    • g.

      de naam, de contactgegevens en de functie van de personen, anders dan de betrokken cliënt, die bij de calamiteit waren betrokken;

    • h.

      een beknopte omschrijving van de acties die door of namens de aanbieder zijn en zullen worden ondernomen, en de termijn waarbinnen een en ander zal plaatsvinden:

      • ·

        om de calamiteit te onderzoeken;

      • ·

        ter beperking of tot bevordering van herstel van de gevolgen van de calamiteit;

      • ·

        om de cliënt, diens wettelijke vertegenwoordiger of diens nabestaanden in te lichten over de calamiteit en de maatregelen die de aanbieder naar aanleiding van de calamiteit neemt of zal nemen.

  • 2. In de melding van een calamiteit wordt vermeld of de calamiteit met een redelijk vermoeden van het plegen van een strafbaar feit ter kennis is of zal worden gebracht van het openbaar ministerie.

  • 3. De aanbieder verstrekt na de melding desgevraagd aan de toezichthouder calamiteiten en geweld alle gegevens die deze nodig heeft voor het onderzoeken van de melding.

Artikel 5 Melding geweld bij de verstrekking van een voorziening

  • 1. Een melding van geweld bij de verstrekking van een voorziening door een aanbieder bevat:

    • a.

      de naam van de aanbieder en de naam en de functie van de contactpersoon;

    • b.

      de dagtekening van de melding;

    • c.

      een omschrijving van het geweld bij de vertrekking van een voorziening;

    • d.

      de naam en de contactgegevens van de betrokken beroepskracht;

    • e.

      de naam, de contactgegevens en de geboortedatum van de betrokken cliënt, tenzij deze daarmee niet instemt.

    • f.

      een feitelijke omschrijving van het geweld en de datum waarop dit heeft plaatsgehad;

    • g.

      de naam, de contactgegevens en de functie van de personen, anders dan de cliënt, jegens wie het geweld is gepleegd, die bij het geweld waren betrokken;

    • h.

      een beknopte omschrijving van de acties die door of namens de aanbieder zijn en zullen worden ondernomen, en de termijn waarbinnen een en ander zal plaatsvinden:

      • ·

        om het geweld te onderzoeken;

      • ·

        ter beperking of tot bevordering van herstel van de gevolgen van het geweld;

      • ·

        om de cliënt jegens wie het geweld is gepleegd of diens wettelijke vertegenwoordiger in te lichten over het geweld, de maatregelen die de aanbieder naar aanleiding daarvan neemt of zal nemen.

  • 2. In de melding van geweld bij de verstrekking van een voorziening wordt vermeld of het geweld in verband met een redelijk vermoeden van het plegen van een strafbaar feit ter kennis is of zal worden gebracht van het openbaar ministerie.

  • 3. De aanbieder verstrekt na de melding desgevraagd aan de toezichthouder calamiteiten en geweld alle gegevens die deze nodig heeft voor het onderzoeken van de melding.

Artikel 6

  • 1. De toezichthouder calamiteiten en geweld bevestigt de ontvangst van een melding zo spoedig mogelijk schriftelijk of elektronisch aan de aanbieder en stelt de betrokken colleges hiervan op de hoogte.

  • 2. Indien niet voldaan is aan de artikelen 4 of 5, stelt de toezichthouder calamiteiten en geweld de aanbieder in de gelegenheid binnen een daarbij te stellen termijn de melding aan te vullen.

  • 3. De toezichthouder calamiteiten en geweld doet binnen vier weken na de ontvangstbevestiging onderscheidenlijk de termijn, bedoeld in het tweede lid, schriftelijk of elektronisch aan de aanbieder een beknopte omschrijving toekomen van de acties die de toezichthouder calamiteiten en geweld zal ondernemen en doet daarbij mededeling van de termijn waarbinnen een en ander zal plaatsvinden.

Artikel 7

  • 1. Na een melding vergaart de toezichthouder calamiteiten en geweld de kennis omtrent de relevante feiten en de af te wegen belangen die nodig is om te kunnen vaststellen of sprake is van een situatie die voor de veiligheid van cliënten of de maatschappelijke ondersteuning of anderszins voor het leveren van verantwoorde maatschappelijke ondersteuning een bedreiging kan betekenen en aanleiding kan geven tot het nemen van maatregelen.

  • 2. De toezichthouder calamiteiten en geweld stelt in de bevestiging, bedoeld in artikel 6, eerste lid, de aanbieder in de gelegenheid binnen een termijn van zes weken met inachtneming van door de in de bijlage gestelde eisen, eerst zelf onderzoek te doen naar de relevante feiten, tenzij de aard van de melding of andere informatie over de aanbieder de toezichthouder calamiteiten of geweld aanleiding geeft dit niet te doen. De toezichthouder calamiteiten en geweld kan op verzoek van de aanbieder de termijn verlengen.

  • 3. Indien de toezichthouder calamiteiten en geweld vaststelt dat de aanbieder niet zelf het gevraagde onderzoek doet, of het onderzoek dat de aanbieder verricht, niet voldoet aan de gestelde eisen, verricht de toezichthouder calamiteiten en geweld zelf het nodige onderzoek.

  • 4. Indien de toezichthouder calamiteiten en geweld zelf het onderzoek doet:

    • a.

      deelt de toezichthouder calamiteiten en geweld schriftelijk of elektronisch aan de aanbieder mede binnen welke termijn het onderzoek zal plaatsvinden;

    • b.

      hoort de toezichthouder calamiteiten en geweld de aanbieder zo mogelijk, andere personen die direct zijn betrokken bij de feiten waarop de melding betrekking heeft, tenzij dit naar zijn oordeel niet relevant is voor het onderzoek;

    • c.

      wint de toezichthouder calamiteiten en geweld het advies in van een of meer deskundigen, indien dat naar zijn oordeel van belang is voor het onderzoek.

  • 5. Van het horen als bedoeld in het vierde lid, onder b, wordt een verslag gemaakt. Het verslag wordt voorgelegd aan degenen met wie gesproken is. Zij krijgen de gelegenheid om binnen twee weken schriftelijk of elektronisch te reageren op eventuele feitelijke onjuistheden in het verslag. De ontvangen correcties worden in het verslag verwerkt dan wel gemotiveerd terzijde gelegd.

Artikel 8

  • 1. Indien de toezichthouder calamiteiten en geweld op grond van het onderzoek door de aanbieder vaststelt dat de aangelegenheid waarop de melding betrekking heeft, door de aanbieder naar zijn oordeel zorgvuldig is onderzocht en voldoende maatregelen zijn genomen, beëindigt de toezichthouder calamiteiten en geweld het onderzoek naar aanleiding van de melding.

  • 2. De toezichthouder calamiteiten en geweld doet van de beëindiging schriftelijk of elektronisch en gemotiveerd mededeling aan de aanbieder en informeert en adviseert de betrokken colleges.

Artikel 9

  • 1. Na beëindiging van het onderzoek legt de toezichthouder calamiteiten en geweld de relevante feiten vast in een conceptrapport.

  • 2. Een conceptrapport wordt zo spoedig mogelijk ter kennis gebracht van de aanbieder en natuurlijke personen die gehoord zijn tijdens het onderzoek.

  • 3. Degenen aan wie het conceptrapport ter kennis is gebracht, krijgen de gelegenheid binnen vier weken schriftelijk of elektronisch te reageren op de inhoud hiervan.

Artikel 10

  • 1. Zo spoedig mogelijk na ontvangst van de reacties, bedoeld in artikel 9, derde lid, doch in ieder geval binnen vier weken na de in dat lid genoemde termijn, stelt de toezichthouder calamiteiten en geweld een rapport vast omtrent het onderzoek van de melding. Het rapport bevat de relevante feiten, de conclusies van de toezichthouder calamiteiten en geweld en advies over de te nemen maatregelen.

  • 2. Bij de vaststelling van het rapport betrekt de toezichthouder calamiteiten en geweld de reacties, bedoeld in artikel 9, derde lid. Indien degenen aan wie het conceptrapport op grond van artikel 9 ter kennis is gebracht, wezenlijk met de toezichthouder calamiteiten en geweld van mening verschillen over de relevante feiten, zoals vastgelegd in het conceptrapport, en de toezichthouder een reactie niet of niet geheel overneemt, deelt hij dit schriftelijk of elektronisch gemotiveerd aan de betrokkene mede.

  • 3. De toezichthouder calamiteiten en geweld stuurt het rapport zo spoedig mogelijk aan de aanbieder en informeert en adviseert alle bij de calamiteit of het geweld betrokken colleges van burgemeester en wethouders.

  • 4. De toezichthouder calamiteiten en geweld stuurt een afschrift van het rapport aan de bij het onderzoek betrokken natuurlijke personen of rechtspersonen.

Paragraaf 3 Overige bepalingen

Artikel 11

Indien de toezichthouder calamiteiten en geweld van oordeel is dat het onverwijld nemen van maatregelen noodzakelijk is met het oog op de veiligheid van cliënten of de maatschappelijke ondersteuning, is de toezichthouder bevoegd af te wijken van de artikelen 3 tot en met 10.

Artikel 12

De toezichthouder calamiteiten en geweld verwerkt de gegevens uit de meldingen anoniem en jaarlijks in een jaarverslag. Hij rapporteert jaarlijks over deze meldingen aan alle colleges van burgemeester en wethouders en doet hierbij aanbevelingen. De jaarlijkse rapportages van de toezichthouder calamiteiten en geweld worden door de colleges vastgesteld en ter kennis gebracht van de betrokken gemeenteraden.

Artikel 13

Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2015.

Artikel 14

Deze regeling wordt aangehaald als Protocol meldingen calamiteiten en geweld.

Toelichting algemeen

Toelichting algemeen

Toelichting artikelsgewijs

Toelichting artikelsgewijs

Bijlage

Bijlage

Aldus besloten in de collegevergadering van 16 december 2014.

De burgemeester,

dr. R.L. (Ruud) Vreeman.

De secretaris,

drs. P. Teesink.