Regeling vervallen per 01-07-2020

BELEIDSREGEL BEKOSTIGING LOKALEN BEWEGINGSONDERWIJS VOOR EEN SCHOOL VOOR BASISONDERWIJS, SPECIAAL BASISONDERWIJS, SPECIAAL ONDERWIJS EN VOORTGEZET SPECIAAL ONDERWIJS

Geldend van 01-01-2016 t/m 30-06-2020

Intitulé

BELEIDSREGEL BEKOSTIGING LOKALEN BEWEGINGSONDERWIJS VOOR EEN SCHOOL VOOR BASISONDERWIJS, SPECIAAL BASISONDERWIJS, SPECIAAL ONDERWIJS EN VOORTGEZET SPECIAAL ONDERWIJS

HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN GRONINGEN,

(5244054);

Gezien het voorstel van 22 september 2015;

HEEFT BESLOTEN:

vast te stellen klokuren en bekostiging onderhoud en aanpassing lokalen bewegingsonderwijs.

Hoofdstuk 1

Artikel 1 Mutaties aantal klokuren binnen beschikbare capaciteit, inroosteren en gebruik

  • 1. Het college stelt jaarlijks voor 31 december voorlopig vast het aantal klokuren bewegingsonderwijs waarop een school voor basisonderwijs, een speciale school voor basisonderwijs, een school voor speciaal onderwijs, een school voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs of een school voor voortgezet speciaal onderwijs in het daaropvolgende schooljaar aanspraak maakt.

  • 2. Grondslag voor het berekenen van het aantal klokuren is het aantal leerlingen dat op 1 oktober van het lopende schooljaar op de school staat ingeschreven.

  • 3. Voor een basisschool wordt het maximaal aantal klokuren dat voor bekostiging in aanmerking komt vastgesteld op basis van het overeenkomstig artikel 14 van het Besluit bekostiging WPO vastgestelde aantal groepen en de splitsingstabel zoals opgenomen in de bijlage bij deze beleidsregel. Het aantal klokuren bedraagt ten hoogste 1,5 klokuur per week per groep leerlingen van 6 jaar en ouder en, als de school voor basisonderwijs niet beschikt over een speellokaal, ten hoogste 3,75 klokuur per week per groep leerlingen jonger dan zes jaar.

  • 4. Voor een speciale school voor basisonderwijs, een school voor speciaal onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs wordt het maximaal aantal klokuren dat voor bekostiging in aanmerking komt vastgesteld op basis van het overeenkomstig artikel 136, vierde lid, van de Wet op het primair onderwijs, respectievelijk artikel 14 van het besluit bekostiging WEC vastgestelde aantal groepen. Het aantal klokuren bedraagt ten hoogste 2,25 klokuur per week per groep leerlingen van 6 jaar en ouder en, als de genoemde scholen niet beschikken over een speellokaal, ten hoogste 3,75 klokuur per week per groep leerlingen jonger dan zes jaar.

  • 5. Op basis van het aantal klokuren stelt het college voor 1 januari een rooster op voor het gebruik van de lokalen bewegingsonderwijs, waarbij het college rekening houdt met de volgende uitgangspunten:

    • a.

      de afstanden in relatie tot de omvang van het onderwijsgebruik van een lokaal bewegingsonderwijs, bedoeld in bijlage I, deel B;

    • b.

      een school waarvan het bevoegd gezag eigenaar is van het lokaal bewegingsonderwijs wordt voor de school als eerste ingeroosterd voor het lokaal bewegingsonderwijs, en

    • c.

      het bewegingsonderwijs van een school wordt zoveel mogelijk ingeroosterd in één lokaal bewegingsonderwijs.

  • 6. Het college stelt het bevoegd gezag, nadat het rooster voorlopig is vastgesteld, in kennis van het rooster. Hierbij worden per school de volgende gegevens vermeld:

    • a.

      het aantal klokuren waarvoor de school wordt ingeroosterd;

    • b.

      het lokaal bewegingsonderwijs dat voor het bewegingsonderwijs is toegewezen, en

    • c.

      de lestijden gedurende welke het onderwijsgebruik plaatsvindt.

  • 7. De bevoegde gezagsorganen kunnen tot 1 april reageren op het voorstel.

  • 8. Op verzoek van de bevoegde gezagsorganen kan het college een overleg over het voorstel plannen. Dit overleg vindt plaats voor 15 april. In het overleg kunnen de vertegenwoordigers van de bevoegde gezagsorganen reageren op het voorstel.

  • 9. Het college stelt het rooster voor 1 juni definitief vast en houdt hierbij rekening met de reacties van de bevoegde gezagsorganen.

  • 10. Het bevoegd gezag kan het college verzoeken meer klokuren in te roosteren dan het aantal klokuren dat door het college is vastgesteld.

  • 11. Het college neemt een verzoek als bedoeld in het vorige lid uitsluitend in behandeling als daarvoor nog capaciteit beschikbaar is. Het aantal klokuren dat door het college extra wordt ingeroosterd komt voor rekening van het bevoegd gezag van de school.

Artikel 2 Vaststellen bekostigingsbedrag jaarlijkse vergoeding

  • 1. Het bevoegd gezag van een niet door de gemeente in stand gehouden school voor basisonderwijs, school voor speciaal basisonderwijs, school voor speciaal onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs dat eigenaar is van een lokaal bewegingsonderwijs ontvangt jaarlijks bekostiging. De hoogte van de bekostiging wordt vastgesteld volgens het bepaalde in de bijlage bij deze regeling, op basis van het op grond van het vastgestelde rooster bewegingsonderwijs. Wanneer er sprake is van medegebruik van het lokaal bewegingsonderwijs door een of meer andere scholen voor basisonderwijs, speciale scholen voor basisonderwijs, scholen voor speciaal onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs wordt voor het bepalen van de hoogte van de vergoeding het aantal klokuren getotaliseerd.

  • 2. Het bekostigingsbedrag voor een lokaal bewegingsonderwijs door een school voor basisonderwijs, een speciale school voor basisonderwijs, een school voor speciaal onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs is gebaseerd op het aantal klokuren per week dat is opgenomen op het door het college vastgestelde rooster bewegingsonderwijs, zoals bedoeld in artikel 1.

  • 3. Het college keert de ingevolge het tweede lid vastgestelde jaarlijkse vergoeding in driemaandelijkse termijnen uit aan het bevoegd gezag als bedoeld in het tweede lid, waarbij de eerste termijn aanvangt aan het begin van het schooljaar.

Hoofdstuk 2 Bekostigen ‘Voorzieningen lokaal bewegingsonderwijs’

Artikel 3 Criteria bevoegd gezag voor bekostiging van een voorziening

Het bevoegd gezag van een school of nevenvestiging voor:

  • a.

    basisonderwijs of speciaal basisonderwijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het primair onderwijs, en

  • b.

    speciaal onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in de Wet op de expertisecentra, dat juridisch eigenaar is van een school voor basisonderwijs, school voor speciaal basisonderwijs, speciaal onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs die zich bevindt op het grondgebied van de gemeente en juridisch eigenaar is van lokaal bewegingsonderwijs dat zich bevindt op het grondgebied van de gemeente.

Artikel 4 Aanduiding van de voorziening

Onderscheid wordt gemaakt in de voorziening:

  • a.

    aanpassing, bestaande uit:

  • 1°.

    het maken van voldoende wasgelegenheid waar deze bij het lokaal bewegingsonderwijs ontbreekt en dit belemmerend werkt op het effectief gebruik, dan wel de mogelijkheden tot medegebruik, van het lokaal bewegingsonderwijs;

  • 2°.

    wijzigingen bij ingebruikneming van een gebouw als het gebouw anders niet geschikt is voor het primair onderwijs en speciaal of voortgezet speciaal onderwijs, omdat:

    • A.

      de netto vloeroppervlakte van een lokaal bewegingsonderwijs niet minstens 252 vierkante meter netto is en de hoogte niet minstens 5 meter bedraagt, en

    • B.

      het lokaal bewegingsonderwijs niet voorzien is van minstens twee kleedruimten met een was- of douchegelegenheid

  • 3°.

    voorzieningen voor eisen voortkomend uit wet- en regelgeving;

  • b.

    onderhoud,bestaande uit:

    • 1°.

      vervangen dakbedekking, hemelwaterafvoer, dakrand, daklichten;

    • 2°.

      vervangen buitenberging of dak buitenberging;

    • 3°.

      vervangen rijwielstalling of rijwielstaanders;

    • 4°.

      vervangen brandtrap;

    • 5°.

      vervangen erfscheiding;

    • 6°.

      vervangen of herstellen riolering of bestrating schoolplein;

    • 7°.

      vervangen binnenkozijnen en -deuren, inclusief hang- en sluitwerk;

    • 8°.

      vervangen buitenkozijnen en -deuren, inclusief hang- en sluitwerk;

    • 9°.

      vervangen radiatoren, convectoren of leidingen voor centrale verwarming;

    • 10°.

      vervangen dakpannen, inclusief houtwerk, dakrand en goten;

    • 11°.

      vervangen boeiboorden.

Artikel 5 Indienen aanvraag

De aanvraag voor het bekostigen van de voorziening moet uiterlijk 1 februari voorafgaande het jaar van bekostiging bij het college worden ingediend. Bij de aanvraag moet worden overlegd:

  • a.

    een bouwkundige rapportage die voldoet aan NEN 2767 en aantoont dat het gevraagde onderhoud noodzakelijk is, en

  • b.

    een offerte van de kosten.

Artikel 6 Criteria voor het toekennen van een voorziening

  • 1. De noodzaak van de voorziening:

    maken van voldoende wasgelegenheid is aanwezig als bij het lokaal bewegingsonderwijs geen twee wasgelegenheden zijn;

    • b.

      maken van voldoende kleedgelegenheid is aanwezig als blijkt dat er geen twee kleedruimten zijn;

    • c.

      ingebruikneming blijkt uit het feit dat het desbetreffende gebouw niet voldoet aan de inrichtingseisen voor lokalen bewegingsonderwijs voor het basisonderwijs, speciaal basisonderwijs, speciaal onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs en het geschikt maken van het gebouw met redelijke kosten, zulks ter beoordeling van het college, te verwezenlijken is;

    • d.

      eisen voortkomend uit wet- en regelgeving blijkt als wordt vastgesteld dat het gebouw niet voldoet aan de geldende wet- en regelgeving, terwijl onontkoombaar is dat dit verschil op korte termijn moet worden opgeheven;

    • e.

      onderhoud blijkt uit het feit dat het gevraagde gebouwelement of een gedeelte daarvan:

      • ten minste in een matige conditie verkeert volgens de bouwkundige opname op grond van NEN 2767, en

      • 2°.

        regulier onderhoud door het bevoegd gezag niet langer volstaat.

       

  • 2. Bovenstaande voorzieningen komen voor bekostiging in aanmerking tenzij er een andere, goedkopere, voorziening mogelijk is. Dit ter beoordeling van het college.

Artikel 7 Tijdvak waarvoor voorziening wordt toegekend

De voorziening wordt toegekend voor het jaar volgend op het jaar waarop de aanvraag is ingediend. Is het niet mogelijk om de voorziening in het toegekende jaar te realiseren dat moet het bevoegd gezag voor 1 september van het toegekende jaar van uitvoering bij het college een gemotiveerd verzoek indienen om uitstel van de uitvoering van de voorziening. Het college beslist voor 1 januari daaropvolgend.

Artikel 8 Wijze waarop de voorziening wordt toegekend

  • 1. De voorziening wordt voorlopig toegekend op basis van de door het bevoegd gezag bij de ingediende aanvraag overgelegde offerte.

  • 2. Het definitieve bedrag wordt vastgesteld op basis van de offertes die zijn aangevraagd nadat de voorziening is toegekend.

  • 3. Bij het opvragen van de definitieve offertes is het bevoegd gezag gehouden aan de gemeentelijk richtlijnen voor het opvragen van offertes. Van de inhoud van deze richtlijnen zal het bevoegd gezag afzonderlijk in kennis worden gesteld.

Artikel 9 Subsidieplafond

Voor deze voorziening wordt geen subsidieplafond gehanteerd.

Hoofdstuk 3 Overige bepalingen

Artikel 10 Indexering

De in de bijlage gehanteerde normbedragen voor de klokuurvergoeding worden jaarlijks bijgesteld op basis van het jaarlijks door de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap in het bekostigingsstelsel basisonderwijs opgenomen prijsindexcijfer.

Artikel 11 Citeertitel; inwerkingtreding

  • 1. Deze regeling kan worden aangehaald als: Beleidsregel bekostiging lokalen bewegingsonderwijs voor een school voor basisonderwijs, speciaal basisonderwijs, speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs.

  • 2. Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2016.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de collegevergadering van 22 september 2015.
De burgemeester,
Peter den Oudsten.
De secretaris,
Peter Teesink.

Bijlage

Bijlage

Toelichting

Toelichting