Regeling vervallen per 01-01-2018

Verordening afvalstoffenheffing 2017

Geldend van 01-01-2017 t/m 31-12-2017

Intitulé

Verordening afvalstoffenheffing 2017

DE RAAD VAN DE GEMEENTE GRONINGEN,

(5937407);

Gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 7 oktober 2016;

Gelet op artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;

HEEFT BESLOTEN:

de Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2017 vast te stellen.

Artikel 1 Begripsomschrijving

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder ‘gebruik maken’: gebruik maken in de zin van artikel 15.33 Wet milieubeheer.

Artikel 2 Aard van de belasting en belastbaar feit

  • 1. Onder de naam 'afvalstoffenheffing' wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.

  • 2. De afvalstoffenheffing bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik maken van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 3 Belastingplicht

De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1. De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor de berekening van de belasting wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als volle eenheid aangemerkt.

Artikel 5 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 6 Wijze van heffing

  • 1. De belasting bedoeld in de onderdelen 1 tot en met 3 van de bij deze verordening behorende tarieventabel wordt geheven bij wege van aanslag.

  • 2. De belasting bedoeld in de onderdelen 4 en 5 van de bij deze verordening behorende tarieventabel wordt geheven bij wege van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1. De belasting bedoeld in de onderdelen 1 tot en met 3 van de bij deze verordening behorende tarieventabel is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog kalendermaanden overblijven. Bij de aanvang van de belastingplicht vóór de zestiende van een kalendermaand is over die maand de volle belasting verschuldigd. Bij aanvang op een later tijdstip wordt over de lopende kalendermaand geen belasting geheven.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog kalendermaanden overblijven. Bij beëindiging van de belastingplicht na de vijftiende van een kalendermaand is over die maand de volle belasting verschuldigd. Bij beëindiging op een eerder tijdstip wordt over de lopende kalendermaand geen belasting geheven.

  • 4. Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar inzake een ander perceel belastingplichtig wordt.

  • 5. De belasting bedoeld in de onderdelen 4 en 5 van de bij deze verordening behorende tarieventabel is verschuldigd bij aanvang van de dienstverlening.

Artikel 8 Termijnen van betaling

  • 1. De aanslagen, opgelegd voor de belasting bedoeld in de onderdelen 1 tot en met 3 van de bij deze verordening behorende tarieventabel, moeten worden betaald in drie gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 2. Ingeval het totaalbedrag van het aanslagbiljet waarop de aanslagen staan vermeld € 10.000,-- of meer bedraagt, moet dit bedrag, in afwijking van het bepaalde in het eerste lid, worden betaald op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.

  • 3. De belastingschuldige kan machtiging tot automatische incasso verlenen indien het totale bedrag van het gecombineerde aanslagbiljet gemeentelijke belastingen minder dan € 10.000,-- bedraagt. Het minimum termijnbedrag bedraagt € 10,--. Ingeval een machtiging tot automatische incasso is verleend, wordt het aantal termijnen bepaald door het totale bedrag van het gecombineerde aanslagbiljet gemeentelijke belastingen te delen door het minimum termijnbedrag, met dien verstande dat het aantal termijnen niet meer dan tien bedraagt. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 4. De in het derde lid bedoelde machtiging tot automatische incasso wordt geacht niet te zijn verleend indien drie van de tien termijnen niet zijn betaald doordat automatische incasso van de betaalrekening van de belastingschuldige niet mogelijk blijkt dan wel binnen één maand na afschrijving zijn gestorneerd. Alsdan gelden de betaaltermijnen als bedoeld in het eerste lid.

  • 5. De kennisgevingen, opgelegd voor de belasting als bedoeld in de onderdelen 4 en 5 van de bij deze verordening behorende tarieventabel, moeten worden betaald op het tijdstip van uitreiking.

Artikel 9 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de reinigingsheffingen.

Artikel 10 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De Verordening afvalstoffenheffing 2016 van 11 november 2015, nr. 2b, wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2017, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2017 welke datum tevens de datum van ingang van de heffing is.

  • 3. Deze verordening wordt aangehaald als 'Verordening afvalstoffenheffing 2017'.

Ondertekening

Gedaan te Groningen in de openbare raadsvergadering van 9 november 2016.

De griffier,
Toon Dashorst.
De voorzitter,
Peter den Oudsten.

TARIEVENTABEL BEHORENDE BIJ DE ‘VERORDENING AFVALSTOFFENHEFFING 2017

Maatstaven en tarieven afvalstoffenheffing

1.

De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar

€ 156,98

2.

De belasting als bedoeld in onderdeel 1 wordt:

2.1

indien het perceel op 1 januari van het belastingjaar of, indien de belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht, wordt gebruikt door één persoon vermeerderd met

€ 75,38

2.2.

indien het perceel op 1 januari van het belastingjaar of, indien de belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht, wordt gebruikt door twee personen vermeerderd met

€ 114,70

2.3.

indien het perceel op 1 januari van het belastingjaar of, indien de belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht, wordt gebruikt door drie, vier, vijf, zes of zeven personen vermeerderd met

€ 170,62

2.4.

indien het perceel op 1 januari van het belastingjaar of, indien de belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht, wordt gebruikt door acht of meer personen vermeerderd met

€ 278,14

3.

De belasting als bedoeld in de onderdelen 1 en 2 wordt voor het op 1 januari van het belastingjaar of, indien de belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht, in bruikleen hebben van een extra container van 240 liter vermeerderd met per container

€ 110,28

Bij het in bruikleen hebben van een extra container met een groter volume en/of een grotere ledigingsfrequentie dan één maal per twee weken wordt dit volume of deze ledigingsfrequentie evenredig omgerekend naar meerdere containers van 240 liter. Hierbij wordt altijd naar beneden afgerond.

4.1.

De belasting voor het op aanvraag inzamelen van grove huishoudelijke afvalstoffen categorie 1 bedraagt voor:

4.1.1

een hoeveelheid tot max. 1,5 m3

€ 46,50

4.1.2

een hoeveelheid groter dan 1,5 m3:

vermeerderd met € 25,-- voor elke hoeveelheid van 1,5 m3 of gedeelte daarvan boven het aantal van 1,5 (met een maximum van 4,5 m3 per keer)

€ 46,50

4.2.

De belasting voor het op aanvraag inzamelen van grove huishoudelijke afvalstoffen categorie 2 bedraagt per m³

€ 115,50

4.3.

De belasting voor het op aanvraag inzamelen van grof tuinafval bedraagt per m³

€ 15, –

5.1.

De belasting voor het aanbieden van bouw- en sloopafval, grof vuil en/of hout bij het afvalbrengstation van de ARCG aan de Duinkerkenstraat en het afvalbrengstation Vinkhuizen Zuid bedraagt

5.1.1.

in geval van aanvoer in een personenauto per keer

€ 19,–

5.1.2.

in geval van aanvoer op een éénassige aanhangwagen per keer

€ 58,50

5.1.3.

in geval van aanvoer op een tweeassige aanhangwagen of in een bestelbus

€ 205,--

per ton

met dien verstande dat de eerste vier bezoeken waarbij grof vuil en/of hout wordt aangeboden, gratis zijn.

5.2.

De belasting voor het aanbieden van schone deelstromen bij het afvalbrengstation van de ARCG aan de Duinkerkenstraat en het afvalbrengstation Vinkhuizen Zuid bedraagt

5.2.1.

in geval van aanvoer in een personenauto per keer

€ 6,50

5.2.2.

in geval van aanvoer op een éénassige aanhangwagen per keer

€ 12,50

5.2.3.

in geval van aanvoer op een tweeassige aanhangwagen of in een bestelbus

€ 205,–

per ton

met dien verstande dat de eerste vier bezoeken gratis zijn.

5.3

De belasting voor het aanbieden van autobanden met velg bij het afvalbrengstation van de ARCG aan de Duinkerkenstraat en het afvalbrengstation Vinkhuizen Zuid bedraagt per stuk

€ 10,–