Reglement commissie HR21

1. commissie HR21: de interne commissie als bedoeld in de Aanpak Invoering van HR21 die tijdelijk, gedurende het proces van invoering van het functiebeschrijvings- en waarderingssysteem HR21 in de gemeente Groningen, wordt ingesteld.

2. directeur: de hoogste leidinggevende van de directie. Dat kan zijn de directeur, een afdelingshoofd of een programmamanager mits deze ook hiërarchisch leidinggevende is 1 .

3. medewerker: de ambtenaar zoals omschreven in artikel 1.1 van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Groningen (ARG).

4. projectgroep: team van medewerkers dat het proces van invoering van het functiebeschrijvings- en waarderingssysteem HR21 binnen de gemeente Groningen voorbereidt, ondersteunt en faciliteert en daarin adviseert.

1. Het college stelt een commissie HR21 in.

2. De commissie is paritair samengesteld en bestaat uit:

• a.

  een lid en een plaatsvervangend lid, aan te wijzen door het college;

• b.

  een lid en een plaatsvervangend lid, aan te wijzen door de werknemersgeleding;

• c.

  de onder a en b genoemde leden wijzen gezamenlijk een derde lid en een plaatsvervanger aan die tevens als voorzitter respectievelijk als plaatsvervangend voorzitter van de commissie zal fungeren.

3. Ter voorkoming van belangenverstrengeling maakt een lid geen deel uit van de commissie, het voorbereiden en/of opstellen van een advies van de commissie, wanneer zijn objectiviteit in het geding zou kunnen komen door enige betrokkenheid, direct of indirect, bij de zaak van de medewerker waarover de commissie adviseert.

1. De commissie wordt bijgestaan door een ambtelijk secretaris.

2. De ambtelijk secretaris is geen lid van de commissie en heeft geen stemrecht.

1. De commissie kan de medewerker, diens leidinggevende, de directeur en/of projectgroep en de bij de voorbereiding van het indelingsvoorstel betrokkenen horen.

2. De belanghebbenden kunnen zich laten bijstaan.

1. De vergaderingen zijn niet openbaar.

2. Van de vergaderingen van de commissie wordt een verslag gemaakt.

1. De commissie brengt binnen een redelijke termijn (vier tot zes weken) na de aanvraag daartoe haar gemotiveerd schriftelijk advies uit.

2. Het advies zal aan de gemeentesecretaris worden gezonden.

3. Tegelijk met het advies wordt het verslag zoals bedoeld in artikel 4.3 lid 2 meegezonden.