Privacyreglement register van houders van parkeervergunningen

1. De persoonsregistratie bevat over de in artikel 3 genoemde personen en bedrijven ten hoogste de in bijlage 1 opgenomen gegevens.

2. De in het eerste lid bedoelde gegevens worden in beginsel rechtstreeks verkregen uit de gegevens die in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens dan wel in de gemeentelijke basisregistratie zijn opgenomen of via verstrekking door personen (schriftelijk, mondeling aan de balie of via internet).

1. De houder is verantwoordelijk voor de werking van deze registratie overeenkomstig het reglement en treft daartoe de noodzakelijke voorzieningen op het gebied van organisatie en beveiliging.

2. De beheerder is belast met de dagelijkse zorg over de werkzaamheden, verbonden aan de werking van de registratie. De beheerder treft voorzieningen om de naleving van dit reglement te verzekeren.

1. Het bewerken van de registratie gebeurt uitsluitend in opdracht van de houder en de door deze aangewezen beheerder met inachtneming van de door de houder ter zake vastgestelde voorschriften.

2. De in de registratie opgenomen gegevens worden uitsluitend gebruikt ten behoeve van de in artikel 2 van dit reglement omschreven doeleinden.

1. Toegang tot de persoonsregistratie en slechts binnen het kader van de hun opgedragen werkzaamheden hebben uitsluitend:

de beheerder;

• b.

  de door de beheerder aangewezen medewerkers van de afdelingen Burgerzaken van de dienst;

• c.

  de daartoe door de beheerder gemachtigde personen voor onderhoud;

• d.

  de door de algemeen directeur van de Dienst Ruimtelijke Ordening en Economische Zaken aangewezen medewerkers van het Parkeerbedrijf van deze dienst;

• e.

  de functionarissen belast met de controle op de naleving van dit reglement, door tussenkomst van de onder b. genoemde medewerkers.

2. De persoonsregistraties dienen op dusdanige wijze te worden opgeslagen en bewaard, dat naast de houder alleen de beheerder en de gebruikers in het kader van de aan hen opgedragen werkzaamheden toegang kunnen hebben tot de gegevens.

3. Toegankelijkheid van de registraties:

• a.

  De persoonsgegevens zijn opgeslagen in een geautomatiseerd registratiesysteem en in een archief.

• b.

  De persoonsgegevens zijn uitsluitend toegankelijk op:

  • -

    de gegevens vermeld onder artikel 4.1.

1. Persoonsgegevens die niet meer nodig zijn voor het doel van de registratie worden door de beheerder uit de persoonsregistratie verwijderd en vernietigd:

• -

  7 jaar na datum van opzegging van de parkeervergunning.

2. De beheerder verwijdert jaarlijks de gegevens waarvan vast staat dat zij niet meer nodig zijn voor het doel van de registratie.

3. Gegevens worden door de beheerder uit de persoonsregistratie verwijderd na een daartoe strekkend besluit van de houder. De beheerder verwijdert de gegevens binnen een termijn van vier weken.

4. De vernietiging van de registratie of van daarin opgenomen persoonsgegevens geschiedt met in achtneming van de Archiefwet.

1. Verzoeken om inzage als bedoeld in artikel 29 van de wet en verzoeken om mededeling van derdenverstrekkingen als bedoeld in artikel 32 van de wet, kunnen schriftelijke worden ingediend bij de houder.

2. De houder beslist, gehoord de commissie, op de in het eerste lid genoemde verzoeken.

3. Een afwijzing van een verzoek wordt met redenen omkleed.

4. De beheerder kan van de verzoeker verlangen dat deze zich in persoon bij hem vervoegt, ter vaststelling van de identiteit van de verzoeker.

1. Verzoeken om correctie als bedoeld in artikel 31 van de wet worden schriftelijk ingediend bij de houder.

2. De leden 2, 3 en 4 van het vorige artikel zijn van overeenkomstige toepassing.

1. De beheerder stelt een beveiligingsplan op, waarin is aangegeven welke voorzieningen van technische en organisatorische aard zijn getroffen:

• a.

  ter bescherming van gegevens tegen kwaadwillendheid, onachtzaamheid en verkeerd gebruik door het personeel dat met de bewaring of verwerking is belast, alsmede tegen beschadiging door toedoen van derden;

• b.

  teneinde herstel mogelijk te maken bij beschadiging van de gegevens;

• c.

  ter bescherming van gegevens voor het geval aan andere personen dan genoemd in artikel 7 door middel van beeldschermen rechtstreeks toegang tot de registratie mogelijk wordt gemaakt.

  Deze voorzieningen zijn er met name op gericht dat deze personen niet meer of andere gegevens aan de registratie kunnen onttrekken dan hen is toegestaan;

2. Het beveiligingsplan wordt ter vaststelling aangeboden aan de houder.

3. De persoonsregistratie wordt gevoerd door de afdeling Burgerzaken van de Dienst Informatie en Administratie.

4. De uitvoering van werkzaamheden waarbij persoonsgegevens zijn betrokken vindt plaats met inachtneming van hetgeen daarover is opgenomen in de systeembeschrijvingen die voor de registratie gelden.

5. Op de deugdelijkheid en de naleving van alle ter bescherming van de gegevens getroffen voorzieningen vindt een periodieke controle plaats door ambtenaren die tot de organisatie van de beheerder behoren.

1. Dit reglement zal worden opgenomen in het register als bedoeld in artikel 5 van de verordening.

2. Dit reglement kan worden aangehaald als: privacyreglement van register van houders van parkeer-vergunningen.

3. Dit reglement treedt in werking op de datum van bekendmaking en werkt terug tot 1 april 2001.

4. Dit reglement ligt ter inzage bij de Dienst Informatie en Administratie.