Regeling vervallen per 01-11-2011

Algemene subsidieverordening gemeente Groningen 2002 (hoofdstuk 6, Hulpverleningsdienst)

Geldend van 05-05-2005 t/m 31-10-2011

Intitulé

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE GRONINGEN 2002

DE RAAD VAN DE GEMEENTE GRONINGEN;

(bijlage raadsverslag nr.168);

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 19 november 2002;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

HEEFT BESLOTEN:

de Algemene Subsidie Verordening gemeente Groningen 2002 (hoofdstuk 6, Hulpverleningsdienst) vast te stellen.

HOOFDSTUK 6 SUBSIDIES HULPVERLENINGSDIENST

Afdeling 1 Volksgezondheid

Artikel 1 Begripsbepalingen

In aanvulling op artikel 1 van hoofdstuk 1 van deze verordening wordt voor de toepassing van deze afdeling verstaan onder:

Bijzondere activiteiten:

Activiteiten van burgers of organisaties die een stimulans vormen voor het ontstaan van waardevolle vormen van bevordering en bescherming van de gezondheid.

Artikel 2 Te subsidiëren activiteit

Het college kan subsidie verlenen voor de in artikel 1 genoemde bijzondere activiteiten.

Artikel 3 Grondslag van de subsidie

De subsidie bedraagt maximaal 100% van de naar het oordeel van het college noodzakelijke kosten.

Artikel 4 Subsidieplafond

  • 1. Voor elk kalenderjaar is voor het subsidiëren van de activiteit(en) zoals bedoeld in artikel 2, het bedrag beschikbaar dat in de begroting voor het betreffende kalenderjaar is vastgesteld.

  • 2. Wanneer voor enig kalenderjaar het totaal van de aanvragen het bedrag als bedoeld in het eerste lid van dit artikel overschrijdt wordt dit bedrag op onderstaande wijze verdeeld:

    • a.

      als eerste wordt toegekend de aanvraag die op de in artikel 5 lid 1 genoemde indieningsdatum in het bezit is van het college en die afkomstig is van een subsidie-aanvrager aan wie in het voorafgaande kalenderjaar voor dezelfde activiteiten subsidie is verleend en die aantoont de activiteiten te kunnen verzorgen in het kalenderjaar waarvoor de subsidie wordt gevraagd;

    • b.

      voorzover de toepassing van het bepaalde onder a. zou leiden tot overschrijding van het in lid 1 bedoelde bedrag wordt het beschikbare bedrag naar evenredigheid verdeeld over de in dat lid bedoelde aanvragers.

  • 3. Voorzover na de toepassing van het bepaalde in lid 2 onder a. nog een deel resteert van het bedrag als bedoeld in lid 1 van dit artikel worden ten laste van dit deel de aanvragen toegerekend op basis van de volgorde waarin de aanvragen bij de gemeente zijn binnengekomen.

Artikel 5 Subsidie-aanvraag

  • 1. Een subsidie-aanvraag voor activiteiten als bedoeld in artikel 2 die een geheel kalenderjaar beslaan dienen uiterlijk op 1 oktober voorafgaande aan het kalenderjaar waarop de subsidie-aanvraag betrekking heeft in het bezit te zijn van het college; latere ingediende aanvragen worden beschouwd als aanvragen die tijdens het volgende kalenderjaar zijn ingediend.

  • 2. Een subsidie-aanvraag voor activiteiten als bedoeld in artikel 2 anders dan bedoeld in het vorige lid dient te worden ingediend na de in het vorige lid genoemde datum en dient uiterlijk acht weken voor het begin van de activiteiten in het bezit te zijn van het college.

Artikel 6 Nadere verplichtingen

Aan de subsidiëring van een activiteit kan door het college nadere voorwaarden worden gesteld, zijnde voorschriften ten aanzien van te betalen doelen, organisatie van activiteiten, samenwerking met derden, inspraak van burgers, fasering van activiteiten, rapportage over informatieverstrekking naar aanleiding van de activiteiten en publiciteit over de resultaten van de activiteit.

Artikel 7 Aanvullende weigeringsgronden

Het college kan een subsidie-aanvraag voor activiteiten als bedoeld in het vorige artikel afwijzen als in die activiteiten op een naar het oordeel van het college toereikende wijze anders wordt voorzien.

Artikel 8 Nadere regels

Het college kan nadere regels stellen met betrekking tot de aard, omvang en inhoud van de activiteiten.

Afdeling 2 Fonds Stimuleringsbijdrage Woningaanpassing Gehandicapten

Artikel 1 Begripsbepaling

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

Wvg : Wet voorzieningen gehandicapten;

Vvg : Verordening voorzieningen gehandicapten gemeente Groningen;

De adviescommissie : de commissie Stimuleringsbijdrage Woningaanpassing Gehandicapten;

Gehandicapte : de inwoners van de gemeente Groningen die ten gevolge van ziekte of gebrek aantoonbare beperkingen ondervinden op het gebied van wonen of het zich binnen de woon- en verblijfsruimte te verplaatsen;

Ergonomische belemmeringen : fysieke stoornis, beperking of handicap die het normale elementaire gebruik van de woning ten gevolge van haar bouwkundige of woontechnische opzet aanmerkelijk beperkt;

Woon- en verblijfsruimte : woonruimte met inbegrip van gemeenschappelijke ruimten bestemd voor permanente bewoning;

Aanpasbaar bouwen : het bij nieuwbouw en verbouw realiseren van woon- en verblijfsruimte die niet op voorhand speciaal is aangepast en bestemd voor gehandicapten en die zodanig is ontworpen dat latere aanpassingen op eenvoudige en daardoor relatief goedkope wijze kunnen plaatsvinden wanneer de bewoner gehandicapt raakt;

Woningaanpassingen : ingreep van bouwkundige of woontechnische aard in bestaande woon- en verblijfsruimten die gericht is op het opheffen of verminderen van ergonomische belemmeringen die een gehandicapte kan ondervinden bij het normale gebruik van zijn woon- en verblijfsruimte waardoor de woning bereikbaar, toegankelijk en bruikbaar wordt voor de gehandicapte;

Besparingen : het positieve verschil tussen de kosten die op grond van het Wvg-verstrekkingenbeleid gemaakt zouden moeten worden op grond van toekomstige aanvragen en de bijdrage die verstrekt wordt op grond van deze verordening.

Meerkosten : verschil tussen de kosten voor aanpasbaar bouwen en woningaanpassingen in de zin van deze regeling en de kosten van het realiseren van woonruimte die niet op voorhand speciaal is aangepast en bestemd voor gehandicapten.

Artikel 2 Te subsidiëren activiteit

Het college kan subsidie verlenen voor woningaanpassingen en voor aanpasbaar bouwen aan (toekomstige) eigenaren van woon- en verblijfsruimten in de gemeente Groningen aan de hand van de volgende criteria:

  • -

    het betreft een origineel en vernieuwend idee;

  • -

    de activiteit levert voor de gemeente aantoonbare besparingen op;

  • -

    de mate van integrale toegankelijkheid van de woon- en verblijfsruimte en woonomgeving en de mate waarin de aanvrager het eisenpakket van het Woonkeur en het Handboek Opplussen heeft toegepast;

  • -

    de behoefte aan de woon- en verblijfsruimte in een wijk;

  • -

    de mate van overeenstemming met het gemeentelijke Wvg-verstrekkingenbeleid;

  • -

    de mate waarin de activiteit ten goede komt aan mensen met een laag inkomen;

  • -

    de spreiding over de stad van het totaal aan gesubsidieerde activiteiten;

  • -

    de eerste bewoner na gereed komen van het werk is een gehandicapte;

Het college laat zich adviseren door de adviescommissie.

Artikel 3 Huurdervingsbijdrage

De eigenaar van de woon- en verblijfsruimte kan voor het beschikbaar houden van de woning na gereedkomen van het werk voor een door de gemeente voor te dragen gehandicapte een beroep doen op de huurdervingsregeling van de Vvg.

Artikel 4 Grondslag van de subsidie

De subsidie voor activiteiten als bedoeld in artikel 2 bedraagt maximaal 100% van de naar het oordeel van het college meerkosten per woning of project.

Artikel 5 Subsidieplafond

Voor elk kalenderjaar is voor het subsidiëren van de in deze verordening genoemde activiteit het bedrag beschikbaar dat in de begroting voor het betreffende jaar is vastgesteld.

Wanneer voor enig kalenderjaar het totaalbedrag van de aanvragen het bedrag als bedoeld in lid 1 van dit artikel overschrijdt, worden ten laste van dit bedrag de aanvragen toegekend op basis van de volgorde waarop de subsidieaanvragen bij de gemeente zijn binnengekomen.

Artikel 6 Subsidieaanvraag

Een subsidieaanvraag voor activiteiten als bedoeld in deze afdeling wordt middels een aanvraag-formulier ingediend bij de gemeente Groningen.

Aanvragen kunnen het gehele kalenderjaar worden ingediend.

Subsidieaanvragen voor activiteiten als bedoeld in deze afdeling gaan naast de gegevens als bedoeld in deze verordening onder hoofdstuk 1, Algemeen deel, en van hoofdstuk 6 afdeling 1 vergezeld van de volgende documenten voorzover van toepassing:

  • -

    een bewijs van eigendom, te leveren door middel van een authentiek afschrift van de koopakte en een gewaarmerkt recent uittreksel uit de kadastrale legger;

  • -

    een afschrift van de akte van splitsing;

  • -

    een verklaring van de Vereniging van Eigenaren welke bouwdelen gemeenschappelijk danwel niet gemeenschappelijk zijn.

Het college kan om documenten verzoeken welke naar haar hun oordeel noodzakelijk zijn om tot een goed oordeel ten behoeve van de subsidieverlening te komen. Het college kan onder andere verzoeken om een aan de gemeentelijke normen voldoend bouwtechnisch rapport van de betreffende woning waaruit blijkt in welke bouwkundige toestand de woning zich bevindt en om een meerjarenonderhoudscontract als bedoeld in artikel 7 onder c.

Artikel 7 Nadere verplichtingen

Het college verleent slechts subsidie voor activiteiten als bedoeld in deze afdeling indien:

de meerkosten in redelijke verhouding staan tot het te bereiken kwaliteitsniveau;

binnen een termijn van een half jaar na het besluit tot subsidieverlening met de werkzaamheden wordt begonnen, tenzij het college een andere termijn toestaan;

de eigenaar in het bezit is van een door het college goedgekeurd onderhoudsplan of een meerjarenonderhoudscontract opgesteld door een door de gemeente erkende deskundige en de onderhoudswerkzaamheden conform dit onderhoudsplan of -contract worden uitgevoerd.

Artikel 8 Nadere weigeringsgronden

In aanvulling op de weigeringsgronden in hoofdstuk 1, Algemeen deel, van deze verordening weigert het college een subsidieaanvraag indien:

  • 1.

    1.de woon- en verblijfsruimte betreft kamers die zelfstandig verhuurd worden, hotels en pensions, trekkerswoonwagens, bejaardenoorden, vakantiewoningen, tweede woningen en AWBZ-inrichtingen.

    Het gaat om woningen terzake waarvan degene die als eigenaar, of uit andere hoofde bevoegd is tot het treffen van voorzieningen, is aangeschreven krachtens artikel 14 en volgende van de woningwet en in geval de in de aanschrijving bepaalde termijn voor het treffen van de voorzieningen is verstreken en de voorzieningen niet danwel onvoldoende zijn getroffen.

    De aanpasbaar gebouwde of aangepaste woon- en verblijfsruimte moet worden gerealiseerd op grond van het bouwbesluit, de bouwverordening, een Wvg-aanvraag, enige andere wettelijke regeling of op grond van de huurovereenkomst.

  • 2.

    2.Het college kan een subsidieaanvraag weigeren indien:

    de huur na het treffen van de voorzieningen hoger is dan de op datmoment geldende aftoppingsgrens huursubsidie zoals die in gevolge de huursubsidiewet geldt voor meerpersoons-huishoudens;

    de stichtingskosten van de te bouwen woningen op het moment van aanvraag meer dan € 136.135,00 per woning bedragen.

Artikel 9 Uitvoeringsovereenkomst

Ter uitvoering van de beschikking tot subsidieverlening kan een overeenkomst worden gesloten. In deze overeenkomst kan een anti-speculatiebeding worden opgenomen. Dit beding kan luiden dat in geval een eigen woning wordt aangepast en daardoor in waarde stijgt en de woning wordt binnen vijf jaar verkocht, de extra opbrengst (deels) aan de gemeente wordt teruggestort.

Afdeling 3 Fonds Openbare Geestelijke Gezondheidszorg

Artikel 1 Begripsbepaling

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

OGGz Openbare Geestelijke Gezondheidszorg: alle activiteiten op het terrein van de geestelijke gezondheidszorg die niet op geleide van een vrijwillige hulpvraag worden uitgevoerd;

Fonds OGGz fonds van gemeente Groningen;

GGz: Geestelijke Gezondheidszorg;

Cliënt degene met een OGGz-problematiek.

Artikel 2 Te subsidiëren activiteit

Burgemeester en wethouders kunnen subsidie verlenen voor activiteiten op het terrein van de openbare geestelijke gezondheidszorg die voldoen aan de volgende criteria:

  • -

    de activiteit heeft betrekking op OGGz en onderscheidt zich daarmee van de reguliere GGz/hulpverlening;

  • -

    de doelgroep die met de activiteit (beter) wordt bereikt bestaat uit mensen (in de gemeente Groningen) die niet of onvoldoende vanuit het reguliere zorgaanbod worden bereikt;

  • -

    in de activiteiten komt expliciet het belang van de cliënt tot uiting;

  • -

    de activiteit wordt (nog) niet of kan nog niet gefinancierd worden uit reguliere middelen;

  • -

    de activiteit wordt gedragen door minstens twee organisaties/participanten;

  • -

    de activiteit is implementeerbaar naar reguliere activiteiten c.q. hulpverlening van de in de activiteit betrokken organisatie;

  • -

    de aanvragen moeten voldoen aan de algemene subsidieverordening en in ieder geval voorzien zijn van de volgende gegevens: probleemstelling, doelgroep, doelstelling, opzet, werkwijze, participanten, looptijd, evaluatiecriteria en – momenten en begroting;

  • -

    de subsidieperiode bedraagt maximaal twee jaar. Tevoren wordt aangegeven hoe de continuïteit wordt gewaarborgd.

Artikel 3 Grondslag van de subsidie

De subsidie voor activiteiten bedoeld in artikel 2 bedraagt maximaal 100% van de naar het oordeel van het college noodzakelijke kosten.

Artikel 4 Subsidieplafond

  • 1. Voor elk kalenderjaar wordt voor het subsidiëren van de activiteit(en) zoals bedoeld in artikel 2, het subsidieplafond vastgesteld in de dienstbegroting.

  • 2. Wanneer voor enig kalenderjaar het totaalbedrag van de aanvragen het bedrag als bedoeld in lid 1 van dit artikel overschrijdt, worden ten laste van dit bedrag de aanvragen toegekend op basis van de volgorde waarop de subsidieaanvragen van de gemeente zijn binnengekomen.

Artikel 5 Subsidieaanvraag

  • 1. Een subsidieaanvraag voor activiteiten als bedoeld in deze afdeling wordt met een aanvraag bij het College van B&W ingediend. Aanvragen kunnen het hele jaar worden ingediend.

  • 2. Een subsidieaanvraag voor activiteiten als bedoeld in artikel 2 die een geheel kalenderjaar beslaan, dienen uiterlijk op 1 oktober in het kalenderjaar waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft in het bezit te zijn van burgemeester en wethouders; later ingediende aanvragen worden beschouwd als aanvragen die voor het volgende kalenderjaar zijn ingediend.

Artikel 6 Nadere verplichtingen

Aan de subsidiëring van een activiteit kunnen door burgemeester en wethouders nadere voorwaarden worden gesteld, zijnde voorschriften ten aanzien van te realiseren doelen, organisatie van activiteiten, samenwerking met derden, inspraak van burgers, fasering van activiteiten, rapportage over informatieverstrekking naar aanleiding van de activiteiten en publiciteit over de resultaten van de activiteit.

Artikel 7 Aanvullende weigeringsgronden

Burgemeester en wethouders kunnen een subsidieaanvraag voor activiteiten als bedoeld in het vorige artikel afwijzen als in die activiteiten op een naar het oordeel van burgemeester en wethouders toereikende wijze anders wordt voorzien.

Ondertekening

Gedaan te Groningen in de openbare raadsvergadering van 18 december 2002.
De voorzitter,
J.Wallage.
De loco-secretaris,
D.H. Vrieling.