BELEIDSREGEL ‘OMGAAN MET WIJZIGINGEN EN AFWIJKINGEN VAN HET SANERINGSPLAN BIJ BODEMSANERING’

1. Inleiding en doel van de beleidsregel

Een sanering moet worden uitgevoerd volgens het saneringsplan waarmee wij hebben ingestemd.

Ook het opvolgen van aanwijzingen als bedoeld in artikel 39, vijfde lid van de Wet bodembescherming (Wbb) is verplicht. Dit is geregeld in de artikelen 39 en 39a Wbb.

De saneerder stelt het saneringsplan op aan de hand van bodemonderzoek. Dit bodemonderzoek heeft altijd het karakter van een steekproef. Daarom kunnen tijdens de uitvoering van de sanering de zaken anders blijken te zijn dan verwacht. In de praktijk blijkt dat regelmatig het geval te zijn en wordt er van het saneringsplan afgeweken. Voorziende wijzigingen van het saneringsplan moeten door de saneerder minimaal twee weken voorafgaand aan de uitvoering van handelingen (art. 39, vierde lid Wbb) bij ons gemeld worden. Wij hebben dan de gelegenheid de wijziging te beoordelen en desgewenst aanwijzingen te geven voor de verdere uitvoering van de sanering. In deze beleidsregel wordt onderscheid gemaakt tussen wijzigingen van het saneringsplan (vooraf gemeld) en afwijkingen die in het veld worden waargenomen dan wel achteraf worden geconstateerd.

Deze beleidsregel geeft aan hoe wij met wijzigingen en afwijkingen zullen omgaan. Saneerders weten zo waar zij aan toe zijn. Tegelijkertijd is de beleidsregel een hulpmiddel bij de handhaving. De beleidsregel heeft niet tot doel aan te geven of sprake is van een kleine of grote wijziging. Dit is aan het bevoegd gezag om te bepalen. De ene wijziging is de andere niet. De inhoud van de wijziging bepaalt op welke wijze wij reageren. Dit kan variëren van het verplichten tot een beschrijving van de wijziging in het saneringsverslag tot bijvoorbeeld het afwijzen van de wijziging en de eis te saneren conform het oorspronkelijke saneringsplan.

In de bijlage is een overzicht opgenomen met voorbeelden die als hulpmiddel dient bij het bepalen of sprake is van een kleine of grote wijziging.

2. Reikwijdte van deze beleidsregel

Deze beleidsregel heeft alleen betrekking op ‘normale’ saneringsplannen als bedoeld in art. 39, tweede lid Wbb. Het Besluit uniforme saneringen (BUS) kent een eigen regime voor het melden van wijzigingen ten opzichte van de bij de melding verstrekte gegevens; dit laat weinig interpretatieruimte en geen ruimte voor het stellen van nadere regels. Ook heeft de beleidsregel geen betrekking op het omgaan met onbekende verontreinigingen als onderdeel van raamsaneringsplannen en saneringsplannen op hoofdzaken. Voor die situaties zal in het raamsaneringsplan of saneringsplan op hoofdzaken zelf zijn beschreven hoe gehandeld zal worden als zich een dergelijke situatie voordoet.

Er kunnen zich twee soorten situaties voordoen:

• 1.

  wijzigingen die voorafgaand aan de uitvoering van de wijziging gemeld worden. Dit wordt onder paragraaf 4. behandeld;

• 2.

  afwijkingen die al zijn uitgevoerd, zonder dat een wijziging op het saneringsplan vooraf is gemeld. Het gaat hier dus niet om een wijziging van het saneringsplan, maar om uitvoering in afwijking van het saneringsplan. Hoe we hiermee omgaan staat onder paragraaf 5.

3. Beoordeling wijzigingen

Wij kunnen op verschillende manieren reageren op een wijzigingsmelding. Hieronder beschrijven wij hoe we zullen reageren in de te onderscheiden situaties. Dit maakt ons handelen transparant en voorkomt onduidelijkheden en interpretatieverschillen. Eerst zal beoordeeld moeten worden of er sprake is van een wijziging van het saneringsplan.

Vervolgens is van belang of er sprake is van kleine of grote wijzigingen. Kleine wijzigingen kunnen ook binnen de marges van het saneringsplan vallen; grote wijzigingen vallen per definitie niet binnen de marges.

Het bevoegd gezag bepaalt na afweging van alle feiten en omstandigheden of er sprake is van een kleine of grote wijziging.

Zonder een wijzigingsmelding toetsen wij bij het toezicht aan het oorspronkelijke saneringsplan en de daarop genomen beschikking. Dit is de grondslag voor de handhaving. Consequenties van het niet melden van een wijziging, en dus niet saneren conform het saneringsplan, kunnen bijvoorbeeld zijn dat een sanering wordt stilgelegd of dat er niet ingestemd kan worden met het saneringsverslag.

Naar aanleiding van een wijzigingsmelding kan de handhavinggrondslag worden aangepast.

4. Wijzigingen, voorafgaand aan de uitvoering gemeld

4.1 Algemeen

4.1 Algemeen

4.2 Mogelijke reacties op wijzigingsmeldingen

Wij reageren altijd op wijzigingsmeldingen. Binnen twee weken na ontvangst van de melding zenden wij een ontvangstbevestiging aan de melder. In de ontvangstbevestiging wordt de te volgen procedure beschreven. Bij voldoende gegevens kan de reactie op een wijzigingsmelding bestaan uit een van de volgende mogelijkheden (de cijfers 1 tot en met 3 verwijzen naar de ovalen in figuur 1):

Kleine wijzigingen

• 1.

  De gemelde wijzigingen betreffen kleine wijzigingen, die in elk geval niet raken aan de saneringsdoelstelling: het eindresultaat van de sanering wordt milieuhygiënisch gezien niet slechter dan in het saneringsplan voorzien.

  Reactie

  Schriftelijk instemmen met de wijziging. In de Wbb is niet verplicht gesteld om conform gemelde wijzigingen te saneren. Artikel 39 lid 5 van de Wbb biedt de mogelijkheid een aanwijzing te geven over de verdere uitvoering van de sanering bij een wijziging van het saneringsplan waarmee reeds is ingestemd. Indien nodig wordt daarom op grond van art. 39, vijfde lid Wbb een aanwijzing gegeven.

  Door het geven van een aanwijzing is de saneerder verplicht conform het saneringsplan en gemelde wijzingen te saneren. Een eventuele sanering die afwijkt van een gemelde wijziging is alleen handhaafbaar indien een aanwijzing is gegeven om conform de gemelde wijziging te saneren. De aard en omvang van de wijziging zijn bepalend of een aanwijzing wordt gegeven of niet.

  Niet in alle gevallen is het noodzakelijk derden op de hoogte te stellen van de wijzigingen. Zoveel mogelijk moeten maatregelen getroffen worden om eventuele schade te beperken (mogelijk in overleg met de betrokken derden). Verder kan het noodzakelijk zijn derden te informeren over de wijzigingen. Het bevoegd gezag weegt af of dit noodzakelijk is en geeft zonodig hiervoor een aanwijzing.

  In het logboek en het saneringsverslag moet aangegeven worden hoe de wijzigingen zijn uitgevoerd en indien noodzakelijk op welke wijze derden geïnformeerd zijn.

Grote wijzigingen

• 2.

  De gemelde wijzigingen betreffen: grote wijzigingen die opnieuw een oordeel vergen over de saneringsdoelstelling en de bijbehorende saneringsmaatregelen. Te denken valt aan:

  • a.

    een milieuhygiënisch slechter eindresultaat;

  • b.

    het achterblijven van een niet voorziene restverontreiniging;

  • c.

    de (negatieve) effecten op de omgeving zijn anders dan was voorzien;

  • d.

    de verontreiniging overschrijdt de eigendomsgrens;

  • e.

    het saneringsplan ziet ook op maatregelen op eigendom van een ander dan de initiatiefnemer/beschikkinghouder;

  • f.

    indien tegen bepaalde onderdelen van het saneringsplan zienswijzen zijn ingediend en de wijziging betrekking heeft op deze onderdelen

  • g.

    de aard van de maatregelen betekent dat er belangen van derden zijn gemoeid bij de uitvoering;

  • h.

    maatregelen worden niet of anders uitgevoerd;

  • i.

    er wordt gekozen voor een andere saneringsmethode;

  • j.

    de nazorg wijzigt;

  • k.

    de monitoring wijzigt;

  • l.

    de verontreinigingssituatie is anders dan verondersteld;

  m.de organisatie van de uitvoering wijzigt.

  Deze aspecten moeten in onderlinge samenhang en betekenis worden bezien. De aspecten a t/m f zullen ieder voor zich al snel tot de conclusie leiden dat een aanvullend saneringsplan noodzakelijk is. Voor de aspecten h t/m m zal dat vooral aan de orde zijn in samenhang met andere aspecten en/of de mate waarin de wijzigingen zich voordoen. Er blijft hier dus enige beslisruimte die zich niet op voorhand laat invullen.

  Reactie:

  De gemelde wijziging wordt afgewezen. Aangegeven wordt dat een aanvullend of nieuw saneringsplan noodzakelijk is waarop beschikt gaat worden. Nadat is ingestemd met een aanvullend saneringsplan wordt de sanering uitgevoerd conform dit plan en de voorschriften van de beschikking daarop. Ook kan sprake zijn van een geheel nieuw saneringsplan dat in de plaats treedt van het oorspronkelijke saneringsplan. Een dergelijke procedure is noodzakelijk om zowel voor de melder als voor derden vast te leggen wat de consequenties van de wijziging zijn en hoe deze consequenties worden beoordeeld en gewaardeerd in verhouding tot de eerdere beschikking. Zonodig verbinden wij voorschriften aan de gewijzigde aanpak.

• 3.

  De gemelde wijzigingen betreffen: grote wijzigingen die ertoe leiden dat de saneringsdoelstelling niet gehaald wordt en zonder dat er een zorgvuldig afgewogen alternatief wordt geboden dat voldoet aan de eisen van art. 38 Wbb.

  Reactie:

  De gemelde wijziging wordt afgewezen. De saneerder wordt erop gewezen dat de sanering moet worden uitgevoerd conform het oorspronkelijke saneringsplan, de daarop genomen beschikking en eventuele daaraan verbonden voorschriften. Wanneer toch uitvoering wordt gegeven aan de wijziging, treden wij op grond van artikel 39a Wbb handhavend op.

  De saneerder is in de mogelijkheid een alternatief als wijziging in te dienen.

5. Constateren van afwijkingen tijdens of na sanering

5. Constateren van afwijkingen tijdens of na sanering

6. Openbare kennisgeving van de wijzigingsmelding

Op grond van artikel 39, vierde lid Wbb moeten alle wijzigingen van het saneringsplan bij ons worden gemeld. Van deze meldingen moeten wij een openbare kennisgeving doen. De bedoeling daarvan is om belanghebbenden te informeren en hen gelegenheid te geven iets van de wijzigingen te vinden. Overigens is het niet mogelijk formeel bezwaar in te dienen omdat de melding geen besluit is als bedoeld in de Algemene wet bestuursrecht.

Niet alle gemelde wijzigingen zullen de belangen van derden raken. Bijvoorbeeld als de saneringsdoelstelling niet wijzigt, de verontreiniging zich niet op hun terrein bevindt en de saneringswerkzaamheden niet voor onredelijke overlast zorgt. Zie ook paragraaf 4.2 onder punt 1. Wij zullen daarom uitsluitend die wijzigingsmeldingen publiceren waarin de belangen van derden worden geraakt en/of waar sprake is van wijzigingen die leiden tot een andere (minder vergaande) saneringsdoelstelling. Het gaat dan dus om wijzigingen die beschreven zijn in paragraaf 4.2 onder de punten 2 en 3.

Bijlage Grondsanering en grondwatersanering

Bijlage grondsanering en grondwatersanering