Regeling vervallen per 26-03-2015

Reglement inzake de instelling, samenstelling en werkwijze van de commissie bezwaarschriften, beroepschriften en klachten

Geldend van 26-03-2015 t/m 25-03-2015

Intitulé

Reglement inzake de instelling, samenstelling en werkwijze van de commissie bezwaarschriften, beroepschriften en klachten

Gedeputeerde Staten der provincie Groningen

besluiten:

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In dit reglement wordt verstaan onder:

  • a.

    wet: Algemene wet bestuursrecht;

  • b.

    bezwaarschrift: geschrift waarbij bezwaar wordt gemaakt als bedoeld in artikel 1:5, eerste lid, van de wet;

  • c.

    beroepschrift: geschrift waarbij administratief beroep wordt ingesteld als bedoeld in artikel 1:5, tweede lid, van de wet of een geschrift waarbij een geschil als bedoeld in artikel 168 van de Provinciewet aanhangig wordt gemaakt;

  • d.

    klacht: klacht als bedoeld in artikel 9:1 van de wet;

  • e.

    externe leden: leden die geen deel uitmaken van en niet werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van één van de bestuursorganen van de provincie Groningen;

  • f.

    bestuursorgaan: bestuursorgaan van de provincie Groningen, dat bevoegd is te beslissen op een bezwaarschrift, een beroepschrift of een klacht.

Artikel 2 Reikwijdte reglement

Dit reglement is van toepassing op de behandeling van bezwaarschriften, beroepschriften en klachten, voorzover niet door een bestuursorgaan in een andere regeling anders is bepaald.

Artikel 3 Overdracht bevoegdheden

De in de wet neergelegde taken en bevoegdheden met betrekking tot de behandeling van bezwaarschriften, beroepschriften en klachten, worden overgedragen aan de commissie, een kamer uit de commissie of de secretaris van de commissie, voor zover dat nodig is voor de uitvoering van de in dit reglement opgenomen taken en bevoegdheden.

Hoofdstuk 2 De commissie

Artikel 4 Instelling commissie

  • 1 Op grond van artikel 82 van de Provinciewet wordt een commissie ingesteld om te adviseren over de beslissing op bezwaarschriften, beroepschriften en klachten.

  • 2 De in te stellen commissie is een commissie als bedoeld in de artikelen 7:13, 7:19 en 9:14 van de wet.

Artikel 5 Taak commissie

  • 1 De commissie hoort, behoudens in de gevallen, bedoeld in artikel 7:3, 7:17 en 9:10, tweede lid, van de wet, de indiener van het bezwaarschrift, het beroepschrift of de klacht en eventuele andere belanghebbenden.

  • 2 De commissie adviseert het bestuursorgaan over de beslissing op het bezwaarschrift, het beroepschrift of de klacht.

  • 3 De commissie kan een bestuursorgaan op haar verzoek of uit eigen beweging adviseren over aangelegenheden die de rechtsbescherming op provinciaal niveau betreffen.

  • 4 De commissie brengt ten minste eenmaal per twee jaar verslag uit over haar werkzaamheden en andere relevante ontwikkelingen.

Artikel 6 Samenstelling commissie

  • 1 De commissie bestaat met inbegrip van de voorzitter uit negen leden.

  • 2 Vijf van de negen leden, waaronder de voorzitter, zijn externe leden.

  • 3 Vier van de negen leden zijn lid van Provinciale Staten.

  • 4 Eén van de in het tweede lid bedoelde externe leden vertegenwoordigt de gezamenlijke in de commissie voor georganiseerd overleg van de provincie Groningen vertegenwoordigde verenigingen ter behartiging van de belangen van provinciale ambtenaren.

  • 5 De commissie heeft vijf plaatsvervangende leden, te weten:

    • a.

      drie plaatsvervangende externe leden, waaronder een plaatsvervanger voor het lid, bedoeld in het vierde lid;

    • b.

      twee plaatsvervangende leden, die lid zijn van Provinciale Staten.

  • 6 De plaatsvervangende leden treden in de plaats van de leden, wanneer deze zijn verhinderd.

Artikel 7 Benoeming voorzitter en leden commissie

  • 1 De in artikel 6, tweede, vierde en vijfde lid, onder a, bedoelde leden van de commissie worden benoemd door Gedeputeerde Staten. Gedeputeerde Staten wijzen uit deze leden tevens de voorzitter en één of meer plaatsvervangende voorzitters van de commissie aan.

  • 2 De in artikel 6, derde lid en vijfde lid, onder b, bedoelde leden van de commissie, worden benoemd door Gedeputeerde Staten op voordracht van Provinciale Staten.

Artikel 8 Zittingsduur leden commissie

  • 1 De zittingsduur van de leden van de commissie valt samen met de zittingsduur van Provinciale Staten.

  • 2 Op verzoek, bij ontslag of indien een lid ophoudt lid van Provinciale Staten te zijn, eindigt het lidmaatschap van de commissie tussentijds.

  • 3 Bij tussentijdse vacatures benoemen Gedeputeerde Staten, zonodig op voordracht van Provinciale Staten, een nieuw lid voor de resterende zittingsduur.

Artikel 9 Vergaderingen commissie

  • 1 De commissie houdt ten minste eenmaal per jaar een algemene vergadering en vergadert verder zo dikwijls als dit naar gelang van het aantal te behandelen bezwaarschriften, beroepschriften of klachten nodig is.

  • 2 Een vergadering als bedoeld in het eerste lid kan niet worden gehouden, indien niet ten minste zes van de leden, onder wie de voorzitter of een plaatsvervangend voorzitter, aanwezig zijn.

  • 3 De commissie beslist bij meerderheid van stemmen. Bij staking van stemmen wordt het besluit aangehouden tot de volgende vergadering. Staken de stemmen dan andermaal dan beslist de voorzitter.

  • 4 Een vergadering van de commissie is openbaar, tenzij op voorstel van de voorzitter of twee leden de deuren worden gesloten.

Hoofdstuk 3 De kamers

Artikel 10 Instelling en taak kamers

  • 1 De commissie stelt kamers in die namens de commissie worden belast met het horen en adviseren, bedoeld in artikel 5, eerste en tweede lid.

  • 2 De commissie besluit in ieder geval tot instelling van een kamer die is belast met het horen en adviseren, bedoeld in artikel 5, eerste en tweede lid, inzake bezwaarschriften van ambtenaren tegen besluiten of daarmee gelijkgestelde handelingen als bedoeld in artikel 8:1 van de wet.

  • 3 Een kamer kan na het horen besluiten dat advisering alsnog door de commissie zal geschieden.

Artikel 11 Samenstelling kamers

  • 1 Een kamer heeft, behoudens het tweede en derde lid, vier leden, te weten: twee externe leden, onder wie de voorzitter, of een plaatsvervangende voorzitter en twee leden van Provinciale Staten.

  • 2 De kamer, bedoeld in artikel 10, tweede lid, heeft drie leden te weten: twee externe leden, waaronder het lid, bedoeld in artikel 6, vierde lid, en één lid van Provinciale Staten.

  • 3 Behandeling van klachten tegen gedragingen van ambtenaren vindt plaats in een kamer met enkelvoudige samenstelling, bestaande uit de voorzitter of een plaatsvervangend voorzitter.

  • 4 De commissie wijst uit haar midden de leden en plaatsvervangende leden van de kamers aan overeenkomstig het eerste tot en met derde lid.

Artikel 12 Vergaderingen kamers

  • 1 Een vergadering van een kamer wordt voorgezeten door de voorzitter of een der plaatsvervangende voorzitters van de commissie.

  • 2 Een kamer vergadert zo dikwijls als dit naar gelang van het aantal te behandelen bezwaarschriften, beroepschriften of klachten nodig is.

  • 3 Een kamer kan, behoudens artikel 11, derde lid, slechts vergaderen als drie leden aanwezig zijn.

  • 4 Ingeval van plotselinge verhindering van een van de leden van een kamer vervangt de secretaris het afwezige lid in de vergadering met dien verstande dat de secretaris niet als voorzitter zal fungeren.

  • 5 Een kamer beslist bij meerderheid van stemmen. Bij staking van stemmen wordt het besluit aangehouden tot de volgende vergadering. Staken de stemmen andermaal dan beslist de voorzitter.

  • 6 Een vergadering van een kamer bestaat uit een openbaar gedeelte en een gesloten gedeelte.

  • 7 De voorzitter kan om gewichtige redenen besluiten dat de vergadering volledig achter gesloten deuren plaatsvindt.

Hoofdstuk 4 De secretaris

Artikel 13 Aanwijzing secretaris/plaatsvervangende secretarissen

  • 1 Gedeputeerde Staten wijzen de secretaris en één of meer plaatsvervangende secretarissen van de commissie aan.

  • 2 Bij afwezigheid van de secretaris treedt een plaatsvervangend secretaris in zijn plaats.

Artikel 14 Taak secretaris

  • 1 De secretaris verleent de commissie de nodige ambtelijke bijstand, hij draagt zorg voor de voorbereiding van de hoorzittingen en vergaderingen, neemt deel aan de beraadslagingen, voert de besluiten van de commissie uit en treedt namens de commissie op in door de commissie te bepalen gevallen.

  • 2 De secretaris is met betrekking tot zijn werkzaamheden voor de commissie uitsluitend verantwoording schuldig aan de commissie. 

Hoofdstuk 5 De procedure

Artikel 15 Ontvangstbevestiging en informatie over het verloop van de procedure

  • 1 De ontvangst van een bezwaarschrift, beroepschrift of klacht wordt zo spoedig mogelijk, doch binnen een week, namens het bestuursorgaan bevestigd.

  • 2 Indien het bezwaarschrift, beroepschrift of de klacht niet op andere wijze kan worden opgelost, wordt dit in handen gesteld van de commissie en informeert de secretaris de indiener en andere belanghebbenden over het verloop van de procedure.

Artikel 16 Verzoek om verweerschrift/onderzoeksrapport

  • 1 De secretaris verzoekt het bestuursorgaan of, ingeval van een administratief beroep of een administratief geschil het bestuursorgaan tegen wiens besluit beroep is ingesteld, binnen een door hem bepaalde termijn een verweerschrift, of in geval van een klacht een onderzoeksrapport, in te zenden.

  • 2 De secretaris stelt de indiener van het bezwaarschrift, het beroepschrift of de klacht en andere belanghebbenden in kennis van het verweerschrift of het onderzoeksrapport.

Artikel 17 Vooronderzoek

De secretaris kan ten behoeve van de hoorzitting alle benodigde inlichtingen inwinnen of doen inwinnen.

Artikel 18 Uitnodiging hoorzitting

De indiener van het bezwaarschrift, het beroepschrift of de klacht, het bestuursorgaan of, in het geval van een administratief beroep of een administratief geschil, het bestuursorgaan tegen welks besluit beroep is ingesteld, en andere belanghebbenden worden door de secretaris behoudens in de gevallen, bedoeld in artikel 5, eerste lid, ten minste twee weken van te voren uitgenodigd voor de hoorzitting.

Artikel 19 Terinzagelegging

  • 1 De stukken, die op de behandeling van het bezwaarschrift, het beroepschrift of de klacht betrekking hebben, worden door de secretaris vanaf tien dagen voor de hoorzitting gedurende een week voor belanghebbenden ter inzage gelegd.

  • 2 Gedurende de in het eerste lid bedoelde termijn van een week, kunnen belanghebbenden kosteloos een kopie verkrijgen van de ter inzage gelegde stukken, voor zover deze stukken niet van hen afkomstig zijn of eerder aan hen zijn toegezonden.

Artikel 20 Hoorzitting

  • 1 Tijdens de hoorzitting stelt de voorzitter respectievelijk de indiener van het bezwaarschrift, het beroepschrift of de klacht, het bestuursorgaan en de andere belanghebbenden in de gelegenheid hun standpunten toe te lichten.

  • 2 De voorzitter bepaalt de orde tijdens de hoorzitting.

  • 3 Van de hoorzitting wordt een verslag gemaakt.

Artikel 21 Beraadslaging

  • 1 Een kamer of, ingeval van toepassing van artikel 10, derde lid, de commissie, beraadslaagt achter gesloten deuren over het uit te brengen advies.

  • 2 Indien een kamer of, ingeval van toepassing van artikel 10, derde lid, de commissie van mening is dat zij over te weinig informatie beschikt om tot een deugdelijk advies te komen, houdt zij haar advies aan en draagt zij één van de leden of de secretaris op tot het doen van nader onderzoek.

  • 3 Indien na de hoorzitting en voor het uitbrengen van het advies nog nieuwe feiten en omstandigheden bekend worden die voor het uit te brengen advies van aanmerkelijk belang zijn wordt dit aan de indiener van het bezwaarschrift, beroepschrift of de klacht en andere belanghebbenden meegedeeld en worden zij in de gelegenheid gesteld daarover te worden gehoord.

Artikel 22 Adviezen

  • 1 De adviezen van een kamer of, ingeval van toepassing van artikel 10, derde lid, de commissie, worden schriftelijk aan het bestuursorgaan uitgebracht.

  • 2 De adviezen worden ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de kamer, onderscheidenlijk de commissie, ingeval van artikel 10, derde lid, van toepassing is.

Hoofdstuk 6 Slotbepalingen

Artikel 23 Overgangsbepaling

  • 1 De leden en plaatsvervangende leden van de commissie worden eerst met ingang van de eerstvolgende zittingsperiode van Provinciale Staten benoemd.

  • 2 De leden en plaatsvervangende leden van de commissie, bedoeld in het Reglement op de behandeling van bezwaarschriften, administratieve beroepen en administratieve geschillen van de provincie Groningen 1994, nemen de taken en bevoegdheden van de commissie waar tot de benoeming van de leden ingevolge het eerste lid heeft plaatsgevonden.

  • 3 Bij benoeming van leden in tussentijdse vacatures wordt vooruitgelopen op de samenstelling van de commissie, bedoeld in artikel 6.

Artikel 24 Inwerkingtredingsbepaling

Dit reglement treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking in het provinciaal blad en werkt terug tot en met 1 maart 2005.

Artikel 25 Citeertitel

Dit reglement wordt aangehaald als: Reglement Commissie rechtsbescherming.

Ondertekening

Groningen, ……….
Gedeputeerde Staten voornoemd,
, voorzitter.
, secretaris.