Regeling vervallen per 01-02-2018

Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen houdende regels betreft indieningsvereisten voor vellingen Regeling natuurbescherming provincie Groningen

Geldend van 01-01-2017 t/m 31-01-2018

Intitulé

Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen houdende regels betreft indieningsvereisten voor vellingen Regeling natuurbescherming provincie Groningen

Gedeputeerde Staten van Groningen maken bekend dat in hun vergadering van 20 december 2016, nr. A.24, afdeling LGW, zaaknummer 661131, is vastgesteld de Regeling natuurbescherming provincie Groningen.

Gedeputeerde Staten der provincie Groningen

Overwegende:

dat Gedeputeerde Staten de bevoegdheid om regels te stellen met betrekking tot de indieningsvereisten voor vellingen hebben gedelegeerd en dat het wenselijk is voor de uitvoering om deze regels te hebben;

dat Provinciale Staten de bevoegdheid om de middelen voor vangen en doden aan te wijzen die bij de vrijstelling van artikel 3.4 van de Verordening natuurbescherming provincie Groningen voor ruimtelijke ingrepen en beheer en onderhoud mogen worden gebruikt, hebben gedelegeerd aan gedeputeerde staten;

dat het voor de uitvoering van de vrijstelling van artikel 3.4 van de Verordening natuurbescherming provincie Groningen noodzakelijk is middelen aan te wijzen;

Gelet op de artikelen 1.3, zevende lid, 3.25, eerste lid, 4.2, tweede lid, 4.3, derde lid, 4.5, eerste en tweede lid, van de Wet natuurbescherming en artikel 3.4, eerste en derde lid, 7.1 en 7.4, tweede lid, Verordening natuurbescherming provincie Groningen;

besluiten:

vast te stellen hetgeen volgt:

Regeling natuurbescherming provincie Groningen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

wet: Wet natuurbescherming;

verordening: Verordening natuurbescherming provincie Groningen.

Artikel 2 Eisen aan de melding van een velling

  • 1. De melding, bedoeld in artikel 4.2, eerste en tweede lid, van de wet, bevat:

    • a.

      de naam en adresgegevens van de rechthebbende van de houtopstand;

    • b.

      de naam en adresgegevens van degene die de houtopstand velt of doet vellen;

    • c.

      een topografische kaart, schaal 1:10000, en een kadastrale kaart, schaal 1:1000, met daarop ingetekend de locatie en de oppervlakte van de velling;

    • d.

      de GPS-coördinaten van een punt binnen de oppervlakte van de velling;

    • e.

      de in de velling betrokken boomsoorten;

    • f.

      de geschatte leeftijd van de bomen;

    • g.

      het aantal te vellen bomen;

    • h.

      de oppervlakte van de velling; en

    • i.

      de reden van de velling.

  • 2. Meldingen voor een velling worden ingediend middels een door Gedeputeerde Staten vastgesteld formulier.

Artikel 3 Aanwijzing vangmiddelen

Van de vrijstelling van artikel 3.4, eerste lid, van de verordening, mag gebruik worden gemaakt met de volgende middelen voor vangen:

  • a.

    amfibieënfuik;

  • b.

    kastval;

  • c.

    kunstbouw zonder vangmechanisme;

  • d.

    livetrap;

  • e.

    schepnet.

Artikel 4 Bekendmaking en inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2017.

Artikel 5 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Regeling natuurbescherming provincie Groningen.

Ondertekening

Groningen, 20 december 2016.

Gedeputeerde Staten voornoemd:

F.J. Paas , voorzitter.

H.J. Bolding, secretaris.

Toelichting

Algemeen

Deze regeling vormt een uitwerking van de Verordening natuurbescherming provincie Groningen.

Het gaat dan om de aan te wijzen middelen voor vangen en doden voor de vrijstelling voor ruimtelijke ingrepen en beheer en onderhoud. Deze vrijstelling is opgenomen in artikel 3.4 van de verordening. Verder hebben Provinciale Staten aan Gedeputeerde Staten de bevoegdheid overgedragen om regels te stellen met betrekking tot de indieningsvereisten voor vellingen. Deze regeling van bevat deze vereisten en een formulier waarmee dergelijke vellingen kunnen worden gemeld. Ook bevat deze regeling een uitwerking voor wat betreft het gebruik van bepaalde soorten bij herbeplanting op andere locatie.

Artikel 1

Dit artikel bevat begripsbepalingen.

Artikel 2

In dit artikel zijn de eisen aan de melding voor vellingen opgenomen. Het gaat dan om gegevens waaruit valt op te maken waar de velling plaatsvindt, wie de velling doet, wie rechthebbende is en om de oppervlakte van de velling. Deze eisen waren eerder opgenomen in de ontwerp-Verordening natuurbescherming provincie Groningen. Omdat het echter voor de uitvoeringspraktijk van belang is dat deze eisen snel kunnen worden bijgesteld, is door Provinciale Staten voor gekozen om de bevoegdheid tot het stellen van deze regels te delegeren aan Gedeputeerde Staten. Het is hierbij mogelijk om te experimenteren met locatie bepaling door de opgave van GPS-coördinaten.

Artikel 3

Op basis van artikel 3.25 van de Wet natuurbescherming is het verplicht om de middelen aan te wijzen die mogen worden gebruikt bij het vangen en doden van bij artikel 3.10 van de wet aangewezen soorten. De keuze van de vangmiddelen wordt als volgt gemotiveerd. Met de voorgestelde middelen wordt het mogelijk geacht dat diersoorten kunnen worden weggevangen indien dit nodig is in het kader van beheer, onderhoud en ruimtelijke ingrepen. Met het wegvangen wordt beoogd het doden van beschermde diersoorten tot het minimum te beperken.

Artikel 4 en 5.

De regeling treedt in werking op 1 januari 2017 en wordt aangehaald als Regeling natuurbescherming provincie Groningen.