Besluit van de heffingsambtenaar en invorderingsambtenaar van de provincie Groningen houdende regels omtrent mandaat heffing en invordering van leges Mandaatbesluit heffing en invordering leges bij aanvraag Wadloopverordening provincie Groningen 1996

Geldend van 20-01-2018 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2017

Intitulé

Besluit van de heffingsambtenaar en invorderingsambtenaar van de provincie Groningen houdende regels omtrent mandaat heffing en invordering van leges Mandaatbesluit heffing en invordering leges bij aanvraag Wadloopverordening provincie Groningen 1996

Gedeputeerde Staten van Groningen maken bekend dat de heffingsambtenaar en invorderingsambtenaar van de provincie Groningen mandaat heeft verleend aan de heffings- en invorderingsambtenaren van de provincie Fryslân. Het besluit, met kenmerk K5904 en documentnummer 2017-109965, luidt als volgt:

De heffingsambtenaar en invorderingsambtenaar van de provincie Groningen,

Overwegende dat op grond van de Legesverordening provincie Groningen 1993 leges worden geheven van degene op wiens aanvraag een in de tarieventabel behorende bij deze verordening, omschreven dienst wordt verricht;

Overwegende dat de bevoegdheid leges te heffen als bedoeld in artikel 227a, tweede lid, van de Provinciewet ingevolge artikel 3a van de Legesverordening provincie Groningen 1993 is toegekend aan het afdelingshoofd Economie, Cultuur en Projectfinanciering van de provincie Groningen en de bevoegdheid leges in te vorderen is toegekend aan het afdelingshoofd Financiën en Control van de provincie Groningen;

Overwegende dat het uit een oogpunt van efficiency gewenst is aan de heffings- en invorderingsambtenaar van de provincie Fryslân de bevoegdheid te mandateren tot het heffen en invorderen van leges in die gevallen, waarin Gedeputeerde Staten van Fryslân mandaat hebben gekregen om namens Gedeputeerde Staten van Groningen te beslissen op aanvragen (bijlage: mandaatbesluit d.d. 15 april 2008);

Gelet op afdeling 10.1.1. van de Algemene wet bestuursrecht en de instemming van de heffings- en invorderingsambtenaar van Fryslân d.d.21 december 2017;

Besluiten:

Vast te stellen hetgeen volgt:

Mandaatbesluit heffing en invordering leges Wadloopverordening provincie Groningen 1996

Artikel 1 Begrippen

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • -

    Legesverordening: Legesverordening provincie Groningen 1993;

  • -

    Wadloopverordening: Wadloopverordening provincie Groningen 1996;

  • -

    heffingsambtenaar: de provincieambtenaar, belast met de heffing van belasting op grond van artikel 227a, tweede lid onder b, Provinciewet;

  • -

    invorderingsambtenaar: de provincieambtenaar belast met de invordering op grond van artikel 227a, tweede lid onder c, Provinciewet.

Artikel 2 Mandaatverlening

  • 1. De heffings- en invorderingsambtenaar van Fryslân is gemandateerd de leges voor het in behandeling nemen van een aanvraag als bedoeld in artikel 5 en 6 van de Wadloopverordening, artikel 1 van de Legesverordening, in samenhang met Hoofdstuk 2, artikel 1 van de bijbehorende tarieventabel te heffen en in te vorderen voor zover:

    • a.

      Gedeputeerde Staten van Groningen aan Gedeputeerde Staten van Fryslân mandaat hebben verleend tot het beslissen op de desbetreffende aanvraag;

    • b.

      voor het in behandeling nemen van de aanvraag leges verschuldigd zijn op grond van de Legesverordening provincie Groningen 1993.

  • 2. Het mandaat, bedoeld in het eerste lid, ziet tevens op de ondertekening van genomen besluiten.

  • 3. Het mandaat, bedoeld in het eerste lid, ziet niet op de bevoegdheid tot het beslissen op bezwaarschriften als bedoeld in artikel 6:4 van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 3 Ondermandaat

  • 1. De gemandateerde kan ter uitoefening van de in artikel 2 gemandateerde bevoegdheden schriftelijk ondermandaat verlenen aan onder hem ressorterende leidinggevende functionarissen.

  • 2. De gemandateerde informeert de mandaatgever periodiek over verleend ondermandaat.

Artikel 4 Instructies en informatieverplichting

  • 1. De gemandateerde oefent zijn bevoegdheid niet uit indien hij bij het te nemen besluit een persoonlijk belang heeft als bedoeld in artikel 2:4, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 2. De gemandateerde stelt de provincie in kennis van krachtens mandaat te nemen of reeds genomen besluiten waarvan hij moet aannemen dat kennisneming door de mandaatgever gewenst is. Hiervan is in ieder geval sprake als de maatschappelijke, beleidsmatige, politieke, juridische of financiële omstandigheden daartoe aanleiding geven.

  • 3. De uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden geschiedt binnen de grenzen en met inachtneming van artikel 10:3 van de Algemene wet bestuursrecht, alsmede de geldende beleids- en uitvoeringsregels.

  • 4. De gemandateerde neemt bij de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden instructies van mandaatgever in acht. Partijen lichten elkaar over en weer in over de uitvoering van een instructie op een zodanig tijdstip dat de inachtneming of tijdige verdaging van beslistermijnen gewaarborgd wordt.

  • 5. De gemandateerde informeert de mandaatgever over de uitvoering van de gemandateerde bevoegdheden.

  • 6. Dit mandaat heeft geen betrekking op besluiten tot weigering van een vergunning of ontheffing.

  • 7. Verder geldt dat, wanneer een voorgenomen beslissing op een aanvraag om vergunning of ontheffing afwijkt van het advies van de Wadloopadviescommissie, het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen wordt geraadpleegd.

Artikel 5 Ondertekening

De ondertekening, bedoeld in de artikelen 2, 3, en 4, luidt:

De heffingsambtenaar van de provincie Groningen,

voor deze:

De heffingsambtenaar van de provincie Fryslân.

Dan wel

De invorderingsambtenaar van de provincie Groningen,

voor deze;

De invorderingsambtenaar van de provincie Fryslân.

Artikel 6 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt na bekendmaking in het Provinciaal Blad met terugwerkende kracht in werking met ingang van 1 januari 2017.

Artikel 7 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Mandaatbesluit heffing en invordering leges bij aanvraag Wadloopverordening provincie Groningen 1996.

Ondertekening

Groningen, 21 december 2017

de heffingsambtenaar van de provincie Groningen,

H. Hermse

de invorderingsambtenaar van de provincie Groningen,

F. Hassert

Een belanghebbende kan binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit bezwaar maken bij de heffings- of invorderingsambtenaar van de provincie Groningen, Postbus 610, 9700 AP Groningen.