Regeling vervallen per 01-11-2018

Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen houdende regels omtrent biodiversiteit, natuur en landschap POP3 Openstellingsbesluit maatregel niet-productieve investeringen voor biodiversiteit, natuur en landschap 2018, provincie Groningen

Geldend van 26-07-2018 t/m 31-10-2018

Intitulé

Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen houdende regels omtrent biodiversiteit, natuur en landschap POP3 Openstellingsbesluit maatregel niet-productieve investeringen voor biodiversiteit, natuur en landschap 2018, provincie Groningen

Gedeputeerde Staten van Groningen maken bekend dat in hun vergadering van 17 juli 2018, nr. A.39, afdeling LGW, dossiernummer K10691, is vastgesteld het POP3 Openstellingsbesluit maatregelen niet-productieve investeringen voor biodiversiteit, natuur en landschap 2018, provincie Groningen.

Gedeputeerde Staten der provincie Groningen

Overwegende dat het wenselijk is om de landschappelijke hoofdstructuur te versterken door de verschillende landschapselementen die verwijzen naar het ontstaan van het huidige landschap te herstellen, te ontwikkelen en beter zichtbaar maken met als doel de landschappelijke hoofdstructuur te versterken en de biodiversiteit een forse impuls te geven;

Gelet op artikel 1.3 en hoofdstuk 2, paragraaf 5 van de Regeling Subsidies Plattelandsontwikkelingsprogramma 2014-2020 (POP3);

Besluiten vast te stellen hetgeen volgt:

POP3 Openstellingsbesluit maatregelen niet-productieve investeringen voor biodiversiteit, natuur en landschap 2018, provincie Groningen

Artikel 1 Definities

In deze openstelling wordt verstaan onder:

  • a.

    regeling: Regeling subsidies Plattelandsontwikkelingsprogramma 2014-2020 van provincie Groningen;

  • b.

    SNN: Samenwerkingsverband Noord-Nederland;

  • c.

    lijst: Lijst met Groninger soorten en habitats;

  • d.

    landschapselementen: enkel de hierna genoemde elementen zijn van toepassing:

    • i.

      droge landschapselementen: aardkundig reliëf, essen, houtwallen, houtsingels, wegbeplanting,

    • ii.

      natte landschapselementen: pingoruïnes, poelen, petgaten, natuurvriendelijke oevers, historische verkavelingspatronen, beekdalen

  • e.

    vigerend beleid: Met het vigerende beleid als bedoeld bij de selectiecriteria onder ‘Effectiviteit' worden de volgende beleidsdocumenten bedoeld:

    • i.

      Visie Agrarisch Natuur en Landschapsbeheer na 2016;

    • ii.

      Omgevingsvisie Provincie Groningen 2016-2020;

    • iii.

      Omgevingsverordening provincie Groningen 2016;

    • iv.

      Natuurvisie Provincie Groningen;

    • v.

      Landschap Ontwikkelingsplan (LOP)-Noord

    • vi.

      Afgegraven en weer aangevuld;

    • vii.

      Visie Wegbeplanting;

    • viii.

      Maren in Noord-Groningen

    • ix.

      Houtsingelshoofdstructuur Zuidelijk Westerkwartier Deel 1 (visie) en Deel 2 (spelregels)

    • x.

      Poelen, dobben en petgaten in het Zuidelijk Westerkwartier

    • xi.

      Poelen, dobben en petgaten in het Gorecht

    • xii.

      Natte landschapselementen Midden-Groningen en Reitdiepdal

    • xiii.

      Inrichtingsplan Middag-Humsterland

    • xiv.

      Maatschappelijk Raamwerk Westerkwartier

Artikel 2 Aanvraagperiode en indiening

  • 1. Subsidie kan worden aangevraagd van maandag 20 augustus 2018 9.00 uur, tot en met donderdag 1 november 2018, om 17.00 uur.

  • 2. Een aanvraag voor subsidie kan worden ingediend bij Gedeputeerde Staten via het SNN, middels een webportal dat bereikbaar is via www.snn.nl/pop3.

Artikel 3 Doelgroep

Subsidie op grond van deze openstelling kan worden aangevraagd door:

  • a.

    landbouwers;

  • b.

    grondeigenaren;

  • c.

    grondgebruikers;

  • d.

    landbouworganisaties;

  • e.

    natuur- en landschapsorganisaties;

  • f.

    provincies;

  • g.

    waterschappen;

  • h.

    gemeenten;

  • i.

    samenwerkingsverbanden van bovenstaande partijen.

Artikel 4 Subsidiabele activiteit

Subsidie kan worden verstrekt voor niet-productieve investeringen voor herstel- of inrichtingsmaatregelen voor biodiversiteit, natuur en landschap. De investeringen dienen gericht te zijn op:

  • a.

    herstel en ontwikkeling van bestaande landschapselementen, en/of

  • b.

    aanleg van nieuwe landschapselementen.

Artikel 5 Weigeringsgrond

  • 1. Onverminderd artikel 1.8 en 2.5.5 van de Regeling wordt subsidie geheel of gedeeltelijk geweigerd indien niet wordt voldaan aan de subsidievereisten genoemd in artikel 6.

  • 2. Voorts wordt subsidie geweigerd indien de kosten voor begeleiding van de investeringsmaatregelen, die aan te merken zijn als kosten genoemd in artikel 7, lid 1 onder d en e, meer dan 40% van de berekende totale subsidiabele kosten bedragen.

Artikel 6 Subsidievereisten

  • 1. Om voor subsidie als bedoeld in artikel 4 in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:

    • a.

      de niet-productieve investeringen vinden plaats in één of meer van de volgende gemeenten: Zuidhorn, Grootegast, Leek, Marum, Haren of Groningen;

    • b.

      de niet-productieve investeringen hebben een aangetoonde directe link met de landbouw;

    • c.

      het project scoort bij de puntentoekenning op de selectiecriteria, bedoeld in artikel 10, 24 punten of meer (van de maximale 40 punten).

  • 2. Onverminderd het eerste lid, gaat de aanvraag vergezeld van:

    • a.

      een projectplan conform format SNN;

    • b.

      een toelichting op de begroting;

    • c.

      een kaart met daarop de locatie van de investeringen;

    • d.

      indien de aanvraag betrekking heeft op een investering en de investering leidt naar waarschijnlijkheid tot negatieve omgevingseffecten bevat de aanvraag om subsidie een verkenning naar de mogelijke negatieve omgevingseffecten van de investering.

Artikel 7 Subsidiabele kosten

  • 1. Subsidie wordt verstrekt voor de volgende kosten, voor zover de kosten direct samenhangen met de investering:

    • a.

      de kosten van de bouw of verbetering van onroerende zaken;

    • b.

      de kosten van verwerving of leasing van onroerende zaken;

    • c.

      de kosten van de koop of huurkoop van nieuwe machines en installaties tot maximaal de marktwaarde van de activa;

    • d.

      algemene kosten als bedoeld in artikel 1.12a van de regeling;

    • e.

      de kosten van projectmanagement en projectadministratie.

  • 2. In afwijking van artikel 1.12 van de Regeling kunnen de subsidiabele kosten genoemd in lid 1 slechts bestaan uit de volgende kostentypen:

    • a.

      personeelskosten voor zover zij zijn berekend overeenkomstig artikel 1.9 van de regeling;

    • b.

      kosten derden: kosten waarvoor een factuur of document met gelijkwaardige bewijskracht kan worden overgelegd.

Artikel 8 Hoogte subsidie

  • 1. De subsidie bedraagt 100% van de subsidiabele kosten.

  • 2. Geen subsidie wordt verstrekt indien het subsidiebedrag na beoordeling lager is dan € 150.000,-.

Artikel 9 Subsidieplafond

Het subsidieplafond bedraagt € 1.400.000,- (samengesteld uit €700.000,- Europese middelen (ELFPO) en €700.000,- uit financiële middelen van de provincie Groningen.

Artikel 10 Selectiecriteria, weging en selectie

  • 1. Gedeputeerde Staten maken voor het bepalen van de onderlinge rangschikking voor de verdeling van de subsidie, een afweging tussen de verschillende volledige aanvragen op basis van de selectiecriteria en wegingsfactoren zoals opgenomen in Bijlage 1 bij dit besluit. De selectiecriteria zijn: ‘Effectiviteit’, ‘Kans op succes/haalbaarheid’, ‘Urgentie’ en ‘Efficiëntie’.

  • 2. Bij meerdere projecten met gelijke score prevaleren projecten die hoger scoren op het criterium ‘Effectiviteit’.

  • 3. Gedeputeerde Staten hebben een Adviescommissie POP3 ingesteld voor de selectie van projecten. De Adviescommissie stelt een prioriteitenlijst op middels een rangschikking door het toekennen van punten op grond van de selectiecriteria zoals opgenomen in Bijlage 1 bij dit besluit.

Artikel 11 Bevoorschotting op basis van realisatie (tussentijdse betaling)

In aanvulling op artikel 1.23 van de Regeling kan één keer per kalenderjaar een aanvraag om een voorschot (deelbetaling) worden ingediend.

Artikel 12 Realisatie van het project

Het vaststellingsverzoek dient drie jaar na de datum van de subsidieverleningsbeschikking te zijn ingediend.

Artikel 13 Slotbepalingen

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na publicatie in het Provinciaal Blad.

Artikel 14 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: POP3 Openstellingsbesluit maatregel niet-productieve investeringen voor biodiversiteit, natuur en landschap 2018, provincie Groningen.

Ondertekening

Groningen, 17 juli 2018.

Gedeputeerde Staten voornoemd:

F.J. Paas , voorzitter.

H.J. Bolding, secretaris.

BIJLAGE 1 SELECTIECRITERIA

A.    Effectiviteit

De effectiviteit van de activiteit is afhankelijk van de te bereiken doelstelling(en) en de mate waarin de activiteit beoogt bij te dragen aan het bereiken van die doelstelling(en) zoals weergegeven in het vigerende beleid van de Provincie Groningen.

0 punten:

Zeer geringe bijdrage aan de doelstelling(en)

1 punt:

Geringe bijdrage aan de doelstelling(en)

2 punten:

Matige bijdrage aan de doelstelling(en)

3 punten:

Voldoende bijdrage aan de doelstelling(en)

4 punten:

Goede bijdrage aan de doelstelling(en)

5 punten:

Zeer goede bijdrage aan de doelstelling(en)

Wegingsfactor: 3

Totaal maximaal 15 punten

B.    Haalbaarheid/kans op succes

Of een project haalbaar is, kan worden bepaald aan de hand van de kwaliteit van het projectplan en is mede afhankelijk van de concrete situatie/omstandigheden waar het project plaats zal vinden. Er wordt in samenhang gekeken naar de volgende aspecten:

  • de in het plan opgenomen vereiste kwaliteit (deskundigheid, ervaring) van de projectleider,

  • hoe realistisch is het plan (mate waarin het project al is voorbereid – bijvoorbeeld snel in uitvoering kan worden genomen),

  • zijn relevante partijen in voldoende mate bij de uitvoering van het plan betrokken / is voldoende aannemelijk dat rechthebbenden mee zullen werken,

  • kent het project een realistische planning, opzet en begroting.

0 punten:

De haalbaarheid/kans op succes van het project is zeer gering

1 punt:

De haalbaarheid/kans op succes van het project is gering

2 punten:

De haalbaarheid/kans op succes van het project is matig

3 punten:

De haalbaarheid/kans op succes van het project is voldoende

4 punten:

De haalbaarheid/kans op succes van het project is goed

5 punten:

De haalbaarheid/kans op succes van het project is zeer goed

Wegingsfactor 1

Totaal maximaal 15 punten

C.    Urgentie

Of een project urgent is, hangt af van de vraag in hoeverre het aannemelijk gemaakt wordt dat de investeringen zullen bijdragen aan een verbetering van de biodiversiteit, door te zorgen voor een toename van de soorten van de Lijst; van zowel de al aanwezige soorten van de Lijst als ook van andere soorten van de Lijst.

0 punten:

Zeer geringe toename van de biodiversiteit

Bij de investeringen is nagenoeg geen rekening gehouden met een toename van de biodiversiteit. Er is nagenoeg geen toename van de al aanwezige soorten van de Lijst en ook geen toename van andere soorten van de Lijst.

1 punt:

Geringe toename van de biodiversiteit

Bij de investeringen is rekening gehouden met een toename van de biodiversiteit. De investeringen leiden tot een geringe toename van de reeds aanwezige soorten van de Lijst.

2 punten:

Matige toename van de biodiversiteit

Bij de investeringen is rekening gehouden met een toename van de biodiversiteit. De investeringen leiden tot een matige toename op de al aanwezige soorten van de Lijst en van 1 tot 5 andere soorten van de Lijst.

3 punten:

Voldoende toename van de biodiversiteit

Bij de investeringen is in voldoende mate rekening gehouden met een toename van de biodiversiteit. De investeringen leveren, naast een voldoende bijdrage aan de al aanwezige soorten, ook 5 tot 10 andere soorten van de Lijst op.

4 punten:

Goede toename van de biodiversiteit

Bij de investeringen is substantieel rekening gehouden met een toename van de biodiversiteit. De investeringen leveren naast een substantiële toename van de al aanwezige soorten van de Lijst, ook 10 tot 14 andere soorten van de Lijst.

5 punten:

Optimale toename van de biodiversiteit

Bj de investeringen is optimaal rekening gehouden met een toename van de biodiversiteit. De investeringen leveren, naast een optimale toename van de al aanwezige soorten van de Lijst, ook tenminste 15 soorten van de Lijst op.

Wegingsfactor 2

Totaal maximaal 10 punten

D.    Efficiëntie

Bij dit criterium wordt beoordeeld of de input (geld, kennis en overige middelen) efficiënt wordt ingezet om de gewenste output te realiseren. Daarbij wordt bezien of de opgevoerde kosten passend zijn (worden de resultaten met de juiste middelen gehaald?), wordt gekeken in hoeverre de proceskosten die in het project gemaakt worden in verhouding staan tot de feitelijke projectkosten én wordt bezien of binnen het project op een goede manier gebruik gemaakt wordt van reeds bestaande kennis en kunde.

0 punten:

De efficiëntie van het project is zeer gering

1 punt:

De efficiëntie van het project is gering

2 punten:

De efficiëntie van het project is matig

3 punten:

De efficiëntie van het project is voldoende

4 punten:

De efficiëntie van het project is goed

5 punten:

De efficiëntie van het project is zeer goed

Wegingsfactor: 2

Totaal maximaal 10 punten

In totaal zijn er maximaal 40 punten te behalen. Ondergrens (minimale score) is 24 punten (60%).

BIJLAGE 2 KORTE BESCHRIJVING VAN DE LANDSCHAPPEN BINNEN DE GENOEMDE GEMEENTEN

Gorecht

Het Gorecht bestaat uit de stad Groningen, een laaggelegen nat gebied ten oosten van de stad (Wold) en een hoger gelegen zandgebied (Go). Het parkachtig esdorpenlandschap van het Gorecht is een besloten en kleinschalig landschap met een hoge dichtheid aan kernkwaliteiten van natuur en landschap (esdorpen, esgehuchten, essen, houtwallen en beekdalen). Het is een uitloopgebied van de stad en grote delen zijn en worden ingericht binnen het Natuur Netwerk Nederland.

Kwetsbaarheid Gorecht: Hoewel de kwaliteit van de houtwallen in het Gorecht nu vrij constant is, blijft het belangrijk deze goed in de gaten te houden. De besloten houtwallenstructuur staat onder druk door schaalvergroting in de landbouw en voor het behoud is voldoende onderhoud van belang.

Door landbouwkundig gebruik kan het reliëf van essen afvlakken en het bodemarchief worden aangetast. Dit geldt ook voor de steilranden op de overgang naar het beekdal, welke kunnen verdwijnen door herhaaldelijk scheuren van de grond. Ook de aanplant van bos- en bedrijfsmatige boomgaarden kan het karakteristieke landschap van het Gorecht aantasten, doordat de openheid van de es verdwijnt. De pingoruïnes dreigen aan waarde te verliezen door het egaliseren en afschuiven van de grond.

Westerkwartier

Het wegdorpenlandschap met houtsingels in het Zuidelijk Westerkwartier is een kleinschalig landschap met een besloten karakter en grote recreatieve potenties. Het grote contrast tussen de afwisseling van hogere besloten zandruggen en lagere open laagveengebieden is beeldbepalend. In het besloten landschap liggen houtsingels haaks op de lengterichting van de zandruggen, in de laagtes liggen de beken en worden de percelen door sloten gescheiden.

Kwetsbaarheid Westerkwartier: Was er in het verleden nog 500 tot 600 kilometer aan houtsingels onder beheer in dit landschap, tegenwoordig resteert nog slechts 200 tot 300 kilometer. Het verlies aan singels komt onder andere door het functieverlies voor het boerenbedrijf, schaalvergroting in de landbouw en uitbreiding van bebouwing voor zowel de woonfunctie als voor bedrijven.

Naast het coulissen karakter van het houtsingellandschap staan ook de natte landschapselementen zoals pingoruïnes en petgaten onder druk door achterstallig beheer of schaalvergroting in de landbouw.

Landschappelijke herstelopgaven

Onderstaand zijn de landschapselementen waar bij deze openstelling aandacht aan gegeven wordt opgesomd. Bij een aantal landschapselementen wordt verwezen naar specifieke documenten die van belang zijn bij de uitvoering van werkzaamheden aan die landschapselementen.

  • o

    Beekdalen/ natuurlijke waterlopen

    • Herstel/ inrichting watergang

    • Herstel/ inrichting natuurlijk oeverprofiel watergang

    • Herstel van fossiele meanders

    • Herstel reliëf bestaande stromen

    • Verbetering zichtbaarheid van fossiele meanders

    • o

      Beleidsdocument: Inrichtingsplan Middag Humsterland

  • o

    Houtwallen

    • Herstel houtwallen

    • Aanleg nieuwe houtwallen

  • o

    Houtsingels

    • Herstel houtsingels

    • Aanleg houtsingels

    • o

      Beleidsdocument: Houtsingelshoofdstructuur Zuidelijk Westerkwartier Deel 1 en 2

  • o

    Essen

    • Aanvulling ter voorkoming van erosie bodemarchief

    • Aanbrengen karakteristieke beplanting en verwijderen storende beplanting

    • Herstel beplantingscontour

    • Herstel van steilranden

    • o

      Beleidsdocument: Afgegraven en weer aangevuld?

  • o

    Pingoruïnes en poelen en petgaten

    • Herstel van pingoruïnes en/of poelen en/of petgaten

    • o

      Beleidsdocument: Poelen, dobben en petgaten in het Zuidelijk Westerkwartier

    • o

      Beleidsdocument: Poelen, dobben en petgaten in het Gorecht

  • o

    Wegbeplanting

    • Herstel beplanting

    • o

      Beleidsdocument: LOP Noord-Thema Wegbeplanting

    • o

      Beleidsdocument: Visie wegbeplanting

  • o

    Aardkundig reliëf

    • Hieronder wordt verstaan een glaciale rug, reliëfinversie, natuurlijke laagte, of dekzandrug/ dekzandkop

    • Verbetering van de beleving van het aardkundig element

Toelichting

Algemeen

Met de openstelling van hoofdstuk 2 paragraaf 5 van de Regeling ,'niet-productieve investeringen voor biodiversiteit, natuur en landschap', kunnen partijen subsidie aanvragen om te investeren in herstel van het landschap en vergroting van de biodiversiteit in de Provincie Groningen.

Doel van de openstelling is primair om de landschappelijke hoofdstructuur te versterken, door de verschillende elementen die verwijzen naar het ontstaan van het huidige landschap te herstellen, te ontwikkelen en beter zichtbaar maken. Secundair doel is om de biodiversiteit voor de genoemde landschapselementen een forse impuls te geven.

Met de openstelling van hoofdstuk 2 paragraaf 5 van de Regeling ,'niet-productieve investeringen voor biodiversiteit, natuur en landschap', wordt door de Provincie Groningen voor deze derde openstelling opnieuw fors ingezet op de versterking van de kernkwaliteit van het landschap en de biodiversiteit.

De Provincie Groningen zal paragraaf 5 van de Regeling drie keer openstellen. Om zo goed mogelijk aan te kunnen sluiten bij de diverse gebieden is maatwerk nodig. Door de openstelling in drie rondes te regelen, kan per gebied een gerichte focus worden verkregen. In de Omgevingsvisie en in de Visie ANLB zijn de karakteristieke landschapselementen opgenomen die bedreigd worden en daarom extra aandacht behoeven. Door een gerichte openstelling kan de focus nadrukkelijker op deze elementen worden gelegd.

De eerste openstelling was in 2016 en bestemd voor de gemeenten Vlagtwedde, Bellingwedde, Stadkanaal en Oldambt. In de tweede openstelling in 2017 ging het om de gemeenten Zuidhorn, Winsum, De Marne, Eemsmond, Loppersum, Bedum, Ten Boer, Slochteren, Appingedam en Delfzijl. In deze derde openstelling zijn de gebieden Westerkwartier en Gorecht aan bod, bestaande uit de gemeenten Zuidhorn, Grootegast, Leek, Marum, Groningen en Haren.

Dit openstellingsbesluit richt zich alleen op herstel en inrichting en heeft geen invloed op de beschikbare budgetten voor het agrarisch natuur- en landschapsbeheer.

Artikel 1 Definities

Lijst Groninger soorten

https://www.provinciegroningen.nl/loket/vergunningenontheffingen/vergunning-wet-natuurbescherming/beschermde-dier-en-plantensoorten/

De lijst met Groninger soorten is een onderdeel van de Wet Natuurbescherming. Op 1 januari 2017 is deze Wet Natuurbescherming in werking getreden. In de wet staat dat de Provincie Groningen in een 'Natuurvisie' moet aangeven op welke manier de provincie zich inspant voor een goede staat van instandhouding van plant- en diersoorten. De middelen om soorten te kunnen beschermen zijn beperkt. Daarom is een selectiekader geformuleerd om te komen tot een lijst met soorten en habitattypen waar de provincie zich voor gaat inspannen om een gunstige staat van instandhouding te bereiken of behouden. Het gaat om soorten die in internationale wetgeving en verdragen zijn genoemd, die als bestuurlijk relevant zijn aangemerkt of die op de Rode Lijst staan én met een relatief groot aandeel (>7% van de nationale populatie) in Groningen aanwezig zijn. Deze lijst vormt het juridische kader van de soortbescherming, de evaluatie van het natuurbeheer en voor subsidieverstrekking.

Niet-productieve investering

Deze maatregel is gericht op niet-productieve investeringen voor herstel - en inrichtingsmaatregelen voor natuur, landschap en biodiversiteit. Niet-productieve investeringen zijn die investeringen die geen aanmerkelijke stijging van de waarde of rentabiliteit van het landbouw- of bosbouwbedrijf tot gevolg hebben. Daarbij wordt gedacht aan inrichtingsmaatregelen voor specifieke soorten, aanleg en inrichting van landschapselementen zoals houtwallen, singels en poelen. De niet-productieve investeringen kunnen complementair zijn aan het agrarisch natuurbeheer. Zo kunnen bepaalde voorzieningen, bijvoorbeeld houtwallen die aangelegd worden, voorafgaan aan het beheer voor biodiversiteit.

Deze maatregel is inzetbaar voor het plattelandsgebied van de gemeenten Zuidhorn, Leek, Marum, Grootegast, Groningen en Haren; ook in gebieden met een meer intensieve landbouw en die gekenmerkt worden door een geringe biodiversiteit. Investeringen zijn gericht op het herstellen en ontwikkelen van bestaande landschapselementen of het ontwikkelen van nieuwe landschapselementen.

Voor deze maatregel worden geen investeringen ondersteund om aan eisen te voldoen die direct voortvloeien uit de EU-richtlijnen. Bij de invoering van nieuwe wettelijke eisen voorziet art 17 lid 5 en 6 van Verordening (EU) 1305/2013 overgangstermijnen.

De concrete acties in het kader van deze maatregel vinden plaats binnen de nationale regelgeving en procedures voor de bescherming van milieu en landschap.

Vigerend beleid

In onderstaande beleidsdocumenten is het vigerend beleid (doelstellingen) van de Provincie Groningen weergegeven.

a. Visie Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer na 2016.

http://www.provinciegroningen.nl/fileadmin/user_upload/Documenten/Downloads/Visie_Agrarisch_Natuur-_en_Landschapsbeheer_na_2016.pdf

Deze visie geeft in hoofdlijnen de ambities van de Provincie Groningen weer op het gebied van het beheer van weidevogels, akkervogels en landschap. Voor landschap wordt uitgegaan van de karakteristieken zoals weergegeven op de Kwaliteitskaart, welke onderdeel is van deze visie. De Visie beschrijft waar het beheer vanuit landschappelijke invalshoek het meest zinvol is. Er wordt gestreefd de landschappelijke structuur te koppelen met het groen-blauwe netwerk van het landschap, wat zo kan bijdragen aan de bevordering van biodiversiteit.

b. Omgevingsvisie

https://www.provinciegroningen.nl/beleid/zo-maken-we-beleid/omgevingsvisie-2016-2020/

Doel van de Omgevingsvisie is om op strategisch niveau samenhang te brengen in het beleid voor de fysieke leefomgeving. In de Omgevingsvisie zijn daarom zoveel mogelijk visies op verschillende terreinen, zoals ruimtelijke ontwikkeling, landschap en cultureel erfgoed en natuur samengevoegd en met elkaar verbonden. Voor landschap is het van belang dat de karakters, diversiteit en belevingswaarden van de diverse gebieden worden behouden en versterkt. Dit gebeurt door:

  • Behoud en versterking van de cultuurhistorische, natuurlijke, archeologische en aardkundige waarden van het landschap als onderdeel van de samenhangende landschapsstructuur

  • Ontwikkeling van de samenhangende landschapsstructuur en toevoegen van kwaliteit aan het landschap bij ruimtelijke ontwikkelingen.

Met het natuurbeleid wordt ingezet op internationale doelen voor biodiversiteit. Gewerkt wordt aan toekomstbestendige, robuuste, schone, gevarieerde en tegelijk beleefbare natuur. Dat wordt onder andere gedaan door:

  • De realisering van het NNN

  • Zorgen voor goede uitwisseling van soorten binnen en buiten de provincie

  • Beleid voor weide- en akkervogels

  • Versterken van groen-blauwe dooradering van het landelijk gebied

  • Bescherming van soorten

  • Zorgen voor goede milieukwaliteit en een goed beheer van onze natuurgebieden.

c. Omgevingsverordening

https://groningen.tercera-ro.nl/MapViewer/Default.aspx?id=NLIMRO9920POVgeconsolideerd-GV01

De Omgevingsverordening Provincie Groningen 2016 bevat regels voor de fysieke leefomgeving. Deze regels richten zich op de thema's ruimtelijke ordening, water, infrastructuur, milieu en ontgrondingen. De Omgevingsverordening is nauw verbonden met de Omgevingsvisie provincie Groningen 2016 - 2020.

d. Natuurvisie Provincie Groningen

https://www.provinciegroningen.nl/actueel/nieuws/nieuwsbericht/_nieuws/toon/Item/nieuw-natuurbeleid-voor-groningen-vastgesteld/

De provincie Groningen heeft het natuurbeleid voor de periode tot 2021 vastgesteld. Sinds 2012 zijn de provincies verantwoordelijk voor het natuurbeleid en voor de uitvoering van dit beleid. Voorheen was dit een taak van het Rijk. In de beleidsnota Natuur 2013-2021 'Groningen, groen van Wad tot Westerwolde' staat in welke gebieden en welk soort natuur we willen ontwikkelen en onderhouden.

e. Landschapsontwikkelingsplan (LOP)-Noord:

http://www.kwaliteitsgidsgroningen.nl/download/71/landschapsontwikkelingsplan-regio-noord-hoofdrapport-30-3

Het landschapsontwikkelingsplan (2006) beschrijft een visie op het landschap van Noord Groningen. Het geeft aan op welke wijze (economische) ontwikkelingen de kwaliteiten van het landschap kunnen versterken. Het bevat concrete projectvoorstellen op het gebied van beplantingen, recreatieve routes, kleinschalige waterberging, natuurontwikkeling etc.

f. Afgegraven en weer aangevuld

http://www.kwaliteitsgidsgroningen.nl/download/67/beleid-aanvulling-wierden-dijken-met-kaarten

Met de provinciale beleidsnotitie 'Afgegraven en weer aangevuld' (2005) wordt de wenselijkheid van aanvulling van geheel of gedeeltelijk afgegraven wierden, dijken en essen beschreven. Door middel van kaarten en een afwegingstabel wordt aangegeven welke wierden, dijken en essen voor aanvulling geschikt zijn, eventueel in overleg aangevuld kunnen worden en niet aangevuld kunnen worden.

g. Visie Wegbeplanting

http://www.kwaliteitsgidsgroningen.nl/download/84/170530visievaarwegbeplantingleidraad

(Vaar)Wegen zijn belangrijke structuurdragers van het landschap en de provinciale visie wegbeplanting (2017) beoogt bij te dragen aan het behoud of herstel van de karakteristiek (vaar)wegbeplanting. Met de visie wordt de betekenis van de provinciale (vaar)wegen in het landschap inzichtelijk gemaakt en een streefbeeld vastgelegd voor de bermbeplanting.

h. Maren in Noord-Groningen

http://www.kwaliteitsgidsgroningen.nl/download/66/maren-in-noord-groningen

Maren in Noord-Groningen (2005) is een ideeën- en voorbeeldenboek voor de inrichting en het beheer van maren en hun oevers. Naast de afvoer van water bieden maren ook kansen voor natuurontwikkeling, recreatie, landschap en cultuurhistorie.

  • i.

    Houtsingelshoofdstructuur Zuidelijk Westerkwartier Deel 1 (visie), Deel 2 (spelregels) (Eelerwoude Ingenieuwrsbureau B.V. Noord, 2005) en Kaartbeeld

Link: https://www.kwaliteitsgidsgroningen.nl/download/57/hshsdeel-i-visie, https://www.kwaliteitsgidsgroningen.nl/download/58/hshs-deel-ii-spelregels en https://www.kwaliteitsgidsgroningen.nl/download/59/kaart-hshs

De landschappelijke kwaliteit van het Zuidelijk Westerkwartier wordt in sterke mate bepaald door de kleinschalige afwisselende houtsingelstructuur. De houtsingelstructuur verschilt op lokale schaal. Die verschillen vormen de basis voor de wijze waarop wordt omgegaan met de ontwikkeling en instandhouding van de houtsingelhoofdstructuur. Deel 1 (de visie) gaat in op de verschillende kwaliteiten per deelgebied van het ZWK en de manieren waarop met de houtsingelhoofdstructuur omgegaan zal worden. Deel 2 bevat spelregels ten aanzien van rooien, compensatie, herplant, coupures en specifieke spelregels per gebied. Het kaartbeeld geeft de deelgebieden weer waar de spelregels op van toepassing zijn.

De landschappelijke kwaliteit van het Zuidelijk Westerkwartier wordt in sterke mate bepaald door de kleinschalige afwisselende houtsingelstructuur. De houtsingelstructuur verschilt op lokale schaal. Die verschillen vormen de basis voor de wijze waarop wordt omgegaan met de ontwikkeling en instandhouding van de houtsingelhoofdstructuur. Deel 1 (de visie) gaat in op de verschillende kwaliteiten per deelgebied van het ZWK en de manieren waarop met de houtsingelhoofdstructuur omgegaan zal worden. Deel 2 bevat spelregels ten aanzien van rooien, compensatie, herplant, coupures en specifieke spelregels per gebied.

j. Poelen, dobben en petgaten in het Zuidelijk Westerkwartier - Een herstelplan op basis van inventarisatie in 1996 (Landschapsbeheer Groningen, 1997).

Link: https://www.kwaliteitsgidsgroningen.nl/download/97/poelen-dobben-en-petgaten-in-het-zuidelijk-westerkwartier

In de provincie Groningen komen vele wateren voor zoals dobben, petgaten, kolken, vennen en poelen voor. Het zijn wateren die van groot belang zijn voor vele planten- en diersoorten, en ze vormen een bijdrage aan aardkundige en cultuurhistorische waarde van het landschap. Door diverse invloeden staan de elementen onder druk. Om planmatig elementen te kunnen herstellen, heeft de Provincie Groningen aan Landschapsbeheer Groningen de opdracht gegeven de natte landschapselementen in het Zuidelijk Westerkwartier te inventariseren en een plan van aanpak voor herstel op te stellen. Dit rapport is daar het resultaat van.

In de provincie Groningen komen vele wateren voor zoals dobben, petgaten, kolken, vennen en poelen voor. Het zijn wateren die van groot belang zijn voor vele planten- en diersoorten, en ze vormen een bijdrage aan aardkundige en cultuurhistorische waarde van het landschap. Door diverse invloeden staan de elementen onder druk. Om planmatig elementen te kunnen herstellen, heeft Provincie Groningen aan Landschapsbeheer Groningen de opdracht gegeven de natte landschapselementen in het Zuidelijk Westerkwartier te inventariseren en een plan van aanpak voor herstel op te stellen. Dit rapport is daar het resultaat van.

k. Poelen, dobben en petgaten in Gorecht - Een herstelplan op basis van een inventarisatie (Landschapsbeheer Groningen; 2000)

Link: https://www.kwaliteitsgidsgroningen.nl/download/98/poelen-dobben-en-petgaten-in-gorecht

In de provincie Groningen komen vele wateren voor zoals dobben, petgaten, kolken, vennen en poelen voor. Het zijn wateren die van groot belang zijn voor vele planten- en diersoorten, en ze vormen een bijdrage aan aardkundige en cultuurhistorische waarde van het landschap. Door diverse invloeden staan de elementen onder druk. Om planmatig elementen te kunnen herstellen, heeft Provincie Groningen aan Landschapsbeheer Groningen de opdracht gegeven de natte landschapselementen in regio Gorecht te inventariseren en een plan van aanpak voor herstel op te stellen. Dit rapport is daar het resultaat van.

In de provincie Groningen komen vele wateren voor zoals dobben, petgaten, kolken, vennen en poelen voor. Het zijn wateren die van groot belang zijn voor vele planten- en diersoorten, en ze vormen een bijdrage aan aardkundige en cultuurhistorische waarde van het landschap. Door diverse invloeden staan de elementen onder druk. Om planmatig elementen te kunnen herstellen, heeft Provincie Groningen aan Landschapsbeheer Groningen de opdracht gegeven de natte landschapselementen in regio Gorecht te inventariseren en een plan van aanpak voor herstel op te stellen. Dit rapport is daar het resultaat van.

l. Natte landschapselementen in de milieubeschermingsgebieden van Midden-Groningen en het Reitdiepdal (Landschapsbeheer Groningen; 2001) en bijlage

Link: https://www.kwaliteitsgidsgroningen.nl/download/102/natte-landschapelementen en https://www.kwaliteitsgidsgroningen.nl/download/99/bijlage-natte-landschapelementen

In de provincie Groningen komen vele wateren voor zoals dobben, petgaten, kolken, vennen en poelen voor. Het zijn wateren die van groot belang zijn voor vele planten- en diersoorten, en ze vormen een bijdrage aan aardkundige en cultuurhistorische waarde van het landschap. Door diverse invloeden staan de elementen onder druk. Om planmatig elementen te kunnen herstellen, heeft de Provincie Groningen aan Landschapsbeheer Groningen de opdracht gegeven de natte landschapselementen in kaart te brengen, te inventariseren, en een plan van aanpak voor herstel op te stellen. Deze inventarisatie heeft betrekking op de milieubeschermingsgebieden in Midden Groningen en het Reitdiepdal.

In de provincie Groningen komen vele wateren voor zoals dobben, petgaten, kolken, vennen en poelen voor. Het zijn wateren die van groot belang zijn voor vele planten- en diersoorten, en ze vormen een bijdrage aan aardkundige en cultuurhistorische waarde van het landschap. Door diverse invloeden staan de elementen onder druk. Om planmatig elementen te kunnen herstellen, heeft Provincie Groningen aan Landschapsbeheer Groningen de opdracht gegeven de natte landschapselementen in kaart te brengen, te inventariseren, en een plan van aanpak voor herstel op te stellen. Deze inventarisatie heeft betrekking op de milieubeschermingsgebieden in Midden Groningen en het Reitdiepdal.

m. Inrichtingsplan Middag-Humsterland

Link: https://www.kwaliteitsgidsgroningen.nl/download/100/inrichtingsplan-middag-humsterland

Het inrichtingsplan Middag-Humsterland is er op gericht het unieke cultuurlandschap ook voor de toekomst levend te houden, met een economisch gezonde en duurzame landbouw, ruimte voor natuur en cultuurhistorie en recreatief gebruik. Op basis van het inrichtingsplan is in 1998 een convenant afgesloten voor de bescherming van karakteristieke landschapselementen zoals het slotenpatroon en het reliëf in bestemmingsplannen.

n. Landschappelijk Raamwerk Westerkwartier (Bureau Middelkoop; 2003).

Link: https://www.kwaliteitsgidsgroningen.nl/download/101/landschappelijk-raamwerk-westerkwartier

Dit Landschappelijk Raamwerk geeft een beschrijving van de landschappelijke kwaliteiten en de dynamiek per landschappelijke gebiedseenheid. Hieruit volgen een aantal landschappelijke opgaven die worden beschreven en uitgewerkt tot concrete acties. De acties zijn gericht op het beheer van het landschap en op het sturen van en vormgeven aan ontwikkelingen in het landschap. Een deel van de acties is gericht op het bieden van bescherming aan de kwaliteit.

Dit landschappelijk Raamwerk geeft een beschrijving van de landschappelijke kwaliteiten en de dynamiek per landschappelijke gebiedseenheid. Hieruit volgen een aantal landschappelijke opgaven die worden beschreven en uitgewerkt tot concrete acties. De acties zijn gericht op het beheer van het landschap en op het sturen van en vormgeven aan ontwikkelingen in het landschap. Een deel van de acties is gericht op het bieden van bescherming aan de kwaliteiten van het gebied.

Artikel 6 Subsidievereisten

Onder artikel 5 lid 1 sub b ‘De niet-productieve investeringen hebben een aangetoonde directe link met de landbouw' wordt verstaan dat de investeringen bij moeten dragen aan versterking van biodiversiteit, natuur en landschap en zo de negatieve invloed van de landbouw op de natuur verminderen. Daarnaast biedt versterking van biodiversiteit, natuur en landschap de mogelijkheid om economische ontwikkelingen op het landbouwbedrijf niet extra te belemmeren.

Om meer zekerheid te hebben dat goede projecten tot uitvoer komen worden eisen gesteld aan de aanvraag. In artikel 5 lid 1 sub c is bepaald dat projecten bij de beoordeling minimaal moeten voldoen aan een aantal inhoudelijke eisen. Op verschillende onderdelen kan een project punten scoren bij de beoordeling. Om in aanmerking te komen voor een subsidiebijdrage moet minimaal een score van 24 punten zijn behaald. Alleen projecten die 24 punten of meer scoren komen in aanmerking voor een positief besluit en doen mee in de projectrangschikking. Met deze eisen wordt getracht de beste en meest kansrijke projecten te kunnen onderscheiden. De uitwerking van de scores is opgenomen in bijlage 1 bij dit besluit.

Voor het doen van een aanvraag moet gebruik gemaakt worden van een door het SNN verstrekt aanvraagformulier. Dit is te vinden op www.snn.nl/pop3. Een aanvraag dient (bij voorkeur digitaal) via het SNN ingediend te worden. Daarbij is het vaste format van het projectplan een verplichte bijlage.

Artikel 8 Hoogte Subsidie

Bij deze openstelling richt de Provincie Groningen zich op robuuste projecten met een behoorlijke projectomvang van minimaal € 150.000,00 aan subsidiabele kosten.

Artikel 10 Selectiecriteria, weging en selectie

Er is gekozen voor een selectie van de projecten op basis van de criteria ‘Effectiviteit’, ‘Kans op succes/haalbaarheid’, ‘Urgentie’ en ‘Efficiëntie’. Er is gekozen voor deze criteria omdat deze de weging van de projecten goed faciliteren.

De Provincie Groningen hanteert bij het criterium 'Urgentie' de (inter)nationale doelstelling biodiversiteit die voor Groningen -vooral- is vastgelegd in de "Lijst met Groninger soorten en habitats”. De urgentie van een project wordt bepaald door de mate waarin aannemelijk gemaakt wordt dat de investeringen zullen bijdragen aan een verbetering van de biodiversiteit voor de soorten van de Lijst, een toename van de al aanwezige soorten alsook nog andere soorten van de Lijst. Hoe meer de biodiversiteit toeneemt, des te hoger de urgentie en des te hoger de score.

De projecten worden gerangschikt aan de hand van het puntentotaal, waarbij de projecten aflopend (hoog naar laag aantal punten) worden gerangschikt. Is het beschikbare subsidieplafond ontoereikend voor alle voor subsidie in aanmerkingen komende projecten, dan worden de projecten gerangschikt op hoogte van de score. Bij meerdere projecten met gelijke score prevaleren projecten die hoger scoren op het criterium ‘Effectiviteit. Voor zover dit onvoldoende onderscheidend is kan loting plaatsvinden.

De Adviescommissie bestaat uit een onafhankelijke voorzitter, twee deskundigen van de Provincie Groningen, twee deskundigen van de Provincie Drenthe en twee deskundigen van de Provincie Fryslân. De deskundigen van de provincies Drenthe en Fryslân zullen de projecten binnen de Provincie Groningen beoordelen. Dit moet een onafhankelijke, gelijke en transparante behandeling van de aanvragen garanderen.