Regeling vervallen per 01-01-2022

Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen houdende regels omtrent subsidie voor de scholing van werknemers, medewerkers en eigenaren zodat deze breder inzetbaar zijn (Subsidieregeling Arbeidsmarktscholing Provincie Groningen 2021)

Geldend van 01-03-2021 t/m 31-12-2021

Intitulé

Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen houdende regels omtrent subsidie voor de scholing van werknemers, medewerkers en eigenaren zodat deze breder inzetbaar zijn (Subsidieregeling Arbeidsmarktscholing Provincie Groningen 2021)

Gedeputeerde Staten van Groningen maken bekend dat zij op 16 februari 2021, nr. A.22, afdeling ECP, dossiernummer K24399 het volgende besluit hebben genomen:

Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen:

Overwegende dat:

  • -

    De COVID-19 pandemie van grote invloed is op de economie in Groningen;

  • -

    het in het kader van de Coronacrisis wenselijk is ondersteuning te bieden aan Groninger ondernemingen, kennisinstellingen en maatschappelijke organisaties voor de scholing van werknemers, medewerkers en eigenaren van voornoemde partijen, zodat deze breder inzetbaar zijn;

  • -

    de provincie Groningen voornoemde partijen tegemoet wil komen.

Gelet op:

  • -

    Titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • -

    Artikel 3 van de Kaderverordening subsidies provincie Groningen 2017;

  • -

    De Procedureregeling subsidies provincie Groningen 2018;

  • -

    de De-minimisverordening.

Besluiten:

  • I.

    Vast te stellen de:

    Subsidieregeling "Arbeidsmarktscholing Provincie Groningen 2021"

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Awb: Algemene wet bestuursrecht;

  • b.

    De-minimisverordening: Verordening (EU) nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag op de-minimissteun (PbEU L 352);

  • c.

    De-minimisverklaring: verklaring over alle andere steun die een onderneming gedurende de twee voorgaande belastingjaren en het lopende belastingjaar onder de De-minimisverordening heeft ontvangen;

  • d.

    Deskundige: iemand die op grond van opleiding of ervaring gekwalificeerd is om een scholingsactiviteit te verzorgen in het kader van deze regeling. De deskundige is onafhankelijk en ingeschreven in het handelsregister;

  • e.

    Eigenaar: natuurlijk persoon die eigenaar is van een onderneming;

  • f.

    Medewerker: persoon die bij de rechtsvorm van de aanvrager gedetacheerd is als payroller of uitzendkracht op basis van respectievelijk een payrollovereenkomst of uitzendovereenkomst, endaar arbeid verricht;

  • g.

    Offerte: een aan de aanvrager geadresseerd aanbod, inclusief prijsopgave, van een deskundige voor deelname aan een scholingsactiviteit;

  • h.

    Onderneming: elke eenheid die een economische activiteit uitvoert, ongeacht haar rechtsvorm en wijze van financiering;

  • i.

    Procedureregeling: Procedureregeling subsidies provincie Groningen 2018;

  • j.

    Provincie: provincie Groningen;

  • k.

    scholingsactiviteit: activiteit die wordt aangeboden door een deskundige in de vorm van een op-leiding, training, seminar of cursus;

  • l.

    werknemer: persoon die op basis van een vaste of tijdelijke arbeidsovereenkomst arbeid verricht bij de aanvrager en daarvoor loon ontvangt.

Artikel 2 Doel

De subsidie heeft tot doel het kennisniveau en weerbaarheid van werknemers, medewerkers en eigenaren van Groningse ondernemingen, kennisinstellingen en maatschappelijke organisaties te vergroten.

Artikel 3 Doelgroep

Subsidie kan worden aangevraagd door:

  • a.

    ondernemingen;

  • b.

    kennisinstellingen; en

  • c.

    maatschappelijke organisaties

welke zijn gevestigd in de provincie Groningen.

Artikel 4 Subsidievorm

Gedeputeerde Staten verstrekken op grond van deze regeling subsidies in de vorm van een geldbedrag.

Artikel 5 Subsidiabele activiteiten

Subsidie kan worden verstrekt voor een scholingsactiviteit van eigenaren, werknemers of medewerkers van een binnen de doelgroep vallende organisatie, gericht op het versterken of vergroten van hun inzetbaarheid binnen de organisatie van de aanvrager of daarbuiten. Daarbij worden nieuwe vaardigheden en taken aangeleerd die ingezet kunnen worden binnen de huidige functie of binnen een andere functie.

Artikel 6 Weigeringsgronden

Onverminderd de artikelen 4:25 en 4:35 Awb en de artikelen 2.5 en 2.6 van de Procedureregeling wordt de subsidie in ieder geval geweigerd indien:

  • a.

    aan de aanvrager op grond van deze regeling reeds twee maal subsidie is verstrekt;

  • b.

    de subsidiabele kosten lager zijn dan € 500,-;

  • c.

    de activiteit waarvoor subsidie is aangevraagd niet in overeenstemming is met het doel van deze regeling

  • d.

    voor ondernemingen: de subsidie niet kan worden verstrekt met toepassing van de De-minimisverordening.

Artikel 7 Subsidiabele kosten

Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie komen de kosten die worden gemaakt voor de activiteiten zoals bedoeld in artikel 5 voor subsidie in aanmerking.

Artikel 8 Niet subsidiabele kosten

Onverminderd artikel 1.5 van de Procedureregeling komen de volgende kosten in ieder geval niet voor subsidie in aanmerking:

  • a.

    kosten waarvoor verplichtingen zijn aangegaan voor 1 januari 2021;

  • b.

    kosten van eigen uren van eigenaren, werknemers of medewerkers van de aanvrager;

  • c.

    reiskosten van eigenaren, werknemers of medewerkers van de aanvrager;

  • d.

    compensabele of verrekenbare BTW.

Artikel 9 De subsidieaanvraag

Een aanvraag wordt ingediend bij het Samenwerkingsverband Noord-Nederland via een daarvoor ontwikkeld web portal dat bereikbaar is via www.snn.nl. Daarnaast bevat een subsidieaanvraag in aanvulling op artikel 2.1 van de Procedureregeling de volgende documenten:

  • a.

    een kopie van de door de aanvrager en deskundige getekende offerte of, indien er geen offerte wordt ondertekend, een inschrijvingsbewijs;

  • b.

    een uittreksel uit het Handelsregister van de Kamer van Koophandel van maximaal een jaar oud;

  • c.

    voor ondernemingen: een ingevulde de-minimisverklaring, waaruit blijkt dat het aangevraagde bedrag kan worden verstrekt zonder dat sprake zal zijn van overtreding van de geldende voorschriften van de Europese Unie ter zake van de verstrekking van overheidssteun.

Artikel 10 Subsidieplafond

Gedeputeerde Staten stellen een subsidieplafond voor deze regeling vast. Dit subsidieplafond wordt gepubliceerd in het Provinciaal Blad.

Artikel 11 Subsidiehoogte

De hoogte van de subsidie bedraagt 70% van de subsidiabele kosten met een maximum subsidie van € 4.000,-

Artikel 12 Beslistermijn

In afwijking van artikel 2.4 van de Procedureregeling beslissen Gedeputeerde Staten binnen een termijn van 8 weken op een subsidieaanvraag.

Artikel 13 Verdeelcriteria

  • 1. Subsidie wordt verdeeld op volgorde van binnenkomst van de subsidieaanvragen.

  • 2. Indien een subsidieaanvraag nog niet volledig is, geldt voor het bepalen van de onderlinge rangschikking voor de verdeling van de subsidie de dag waarop de subsidieaanvraag volledig is als datum van binnenkomst.

  • 3. Dreigt het subsidieplafond op enige dag te worden overschreden, dan vindt rangschikking van de op die dag binnengekomen volledige subsidieaanvragen plaats door middel van loting.

Artikel 14 Subsidievaststelling

De subsidie wordt direct vastgesteld.

Artikel 15 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op 1 maart 2021 en eindigt op 31 december 2021.

Artikel 16 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Arbeidsmarktscholing Provincie Groningen 2021

Ondertekening

Groningen, 16 februari 2021

Gedeputeerde Staten voornoemd:

F.J. Paas, voorzitter.

J. Schrikkema, secretaris.

Toelichting behorende bij de Subsidieregeling Arbeidsmarktscholing Provincie Groningen 2021

Algemeen

Deze subsidieregeling is vastgesteld op grond van de Procedureregeling subsidies Groningen (Procedureregeling). Dit betekent dat een aantal aspecten van de verstrekking van subsidies niet in de subsidieregeling zijn vastgelegd, maar in de Procedureregeling. In de Procedureregeling staat onder meer waar de aanvraag moet worden ingediend, wat de beslistermijnen zijn voor Gedeputeerde Staten en algemene verplichtingen voor de subsidieontvanger, zoals de meldingsplicht.

Voor een goed begrip van deze subsidieregeling is dus bestudering van de Procedureregeling noodzakelijk. Ook de Algemene wet bestuursrecht bevat algemene bepalingen die onverkort van toepassing zijn op subsidies, verstrekt op grond van deze subsidieregeling.

Artikelsgewijs

Artikel 1, onder b

Het steunkader waarbinnen subsidie wordt verstrekt in het kader van deze regeling is de

de-minimissteun en is geregeld in Verordening (EG) Nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013. Op grond van deze verordening kan Gedeputeerde Staten aan MKB-ondernemingen over een periode van drie belastingjaren tot € 200.000,- aan voordeel verstrekken zonder dat dit staatssteun oplevert. Om te kunnen beoordelen dat het plafondbedrag niet wordt overschreden met de subsidieverstrekking in het kader van deze regeling, dient bij de aanvraag een ingevulde de-minimisverklaring te worden overgelegd.

Artikel 1 onder d

De deskundige dient op grond van opleiding en ervaring gekwalificeerd te zijn de (incompany) opleiding, training, seminar of cursus te verzorgen.

Voor de beoordeling kan worden gekeken naar de ondernemingsactiviteiten van de onderneming die wordt ingehuurd en/of de aantoonbare kennis en ervaring van de persoon die de (incompany) opleiding, training, seminar of cursus verzorgt.

De deskundige die ingehuurd wordt moet ingeschreven zijn bij het Handelsregister van de Kamer van Koophandel, of vergelijkbare handelsregisters in andere staten. Particulieren kunnen daarmee niet optreden als deskundige. Een kennisinstelling kan wel optreden als deskundige. Een deskundige dient tevens onafhankelijk te zijn. Dit houdt in dat de deskundige onafhankelijk de (in-company) opleiding, training, seminar of cursus kan geven, waarbij er geen sprake is van enige vorm van belangenverstrengeling.

Artikel 1 onder k

Het is toegestaan om in één aanvraag subsidie aan te vragen voor (de kosten van) deelname aan één scholingsactiviteit door verschillende eigenaren, werknemers en/of medewerkers.

Artikel 6, onder a

Indien de aanvrager voor een specifieke scholingsactiviteit reeds eerder een subsidie verstrekt heeft gekregen op grond van de regeling, wordt een tweede aanvraag voor dezelfde scholingsactiviteit voor dezelfde persoon/personen geweigerd.

Artikel 8, onder a

Onder het aangaan van een verplichting wordt bijvoorbeeld verstaan het voor akkoord ondertekenen van een offerte van een deskundige of het inschrijven voor een cursus of training (ongeacht of dit schriftelijk, online of mondeling plaatsvindt).

Artikel 9, onder a

Indien er geen offerte wordt ondertekend is een inschrijvingsbewijs ook toegestaan, mits hieruit de kosten van de scholingsactiviteit duidelijk blijken.

Artikel 11

In het geval subsidie is aangevraagd voor een scholingsactiviteit waarbij meerdere personen gezamenlijk deelnemen aan een scholingsactiviteit, dan komen de deelnamekosten van al deze deelnemers voor subsidie in aanmerking, met dien verstande dat het maximaal te verstrekken subsidiebedrag voor de deelnemers gezamenlijk nooit meer dan € 4.000,- bedraagt per aanvraag.