Regeling vervallen per 01-01-2021

Cliëntenparticipatieverordening Wet werk en bijstand (WWB), Wet investeren in jongeren (WIJ) en Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)

Geldend van 01-11-2010 t/m 31-12-2020

Intitulé

Cliëntenparticipatieverordening Wet werk en bijstand (WWB), Wet investeren in jongeren (WIJ) en Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)

De raad van de gemeente Grootegast,

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 5 oktober 2010;

gelet op artikel 47 van de Wet werk en bijstand, artikel 42 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (Ioaw), artikel 42 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (Ioaz), artikel 12, eerste lid Wet investeren in jongeren, artikel 11 van de Wet maatschappelijke ondersteuning en artikel 150 van de Gemeentewet;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

Cliëntenparticipatieverordening Wet werk en bijstand (WWB), Wet investeren in jongeren (WIJ) en Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijving

  • 1.

    Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben de betekenis die de Wet werk en bijstand, de Wet investeren in jongeren en de Wet maatschappelijke ondersteuning daaraan toekent.

  • 2.

    In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a

      wet: de Wet werk en bijstand, de Wet investeren in jongeren en de Wet maatschappelijke ondersteuning. In deze verordening wordt onder de wet tevens begrepen de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (loaw), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (Ioaz), het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (Bbz);

    • b

      cliënt: de persoon die een uitkering ontvangt van de gemeente Grootegast op grond van de wet, alsmede de persoon die behoort tot de doelgroep van artikel 4 van de Reïntegratieverordening WWB dan wel de doelgroep die wordt benoemd in de nog op stellen nieuwe Participatieverordening;

    • c

      Cliëntenplatform: het Platform Cliëntenparticipatie gemeente Grootegast;

    • d

      raad: de gemeenteraad van de gemeente Grootegast;

    • e

      maatschappelijke organisatie: de instelling die zich blijkens haar doelstelling en feitelijke werkzaamheden direct of indirect richt op de behartiging van de belangen van de cliënt;

    • f

      cliëntenparticipatie: de gestructureerde wijze waarop de gemeente Grootegast haar cliënten en maatschappelijke organisaties betrekt in de beleidsvorming, uitvoering en evaluatie van de door de gemeente uit te voeren regelingen op het terrein van de sociale zekerheid en Wet maatschappelijke ondersteuning, de wijze van dienstverlening en de wijze van communicatie met de cliënten.

Artikel 2 Doel cliëntenparticipatie

Het doel van de cliëntenparticipatie is:

  • 1.

    cliënten en maatschappelijke organisaties, vanuit een onafhankelijke positie, door middel van advisering aan het college optimaal te betrekken bij het uitkerings- en arbeidsreïntegratiebeleid en het beleid op het terrein van maatschappelijke ontwikkeling van de gemeente, alsmede bij de daarop gerichte dienstverlening en communicatie.

  • 2.

    het bijdragen aan de totstandkoming of verbetering van het gemeentelijk uitkerings- en arbeidsreïntegratiebeleid alsmede het beleid op het gebied van de Wet maatschappelijke ondersteuning, de dienstverlening en de communicatie met de cliënten.

Hoofdstuk 2. Het Platform Cliëntenparticipatie

Artikel 3 Samenstelling en omvang

  • 1.

    Het Cliëntenplatform bestaat uit cliënten en vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties.

  • 2.

    Het Cliëntenplatform telt maximaal tien leden. Eén lid is onafhankelijk voorzitter. De meerderheid van de leden kan bij voorkeur tot de doelgroepen worden gerekend.

  • 3.

    Indien het ledental van het Cliëntenplatform daalt tot drie of minder worden de werkzaamheden van het Cliëntenplatform opgeschort tot het tijdstip dat het Cliëntenplatform minimaal vier leden telt.

  • 4.

    Door of namens het college wordt zorg gedragen voor de werving van nieuwe leden.

  • 5.

    Het platform ontvangt ambtelijke ondersteuning vanuit de gemeente.

Artikel 4 Voordracht en benoeming

  • 1.

    De leden van het Cliëntenplatform worden door het college benoemd.

  • 2.

    De benoeming van de voorzitter geschiedt uit kandidaten die zich na een openbare oproep daartoe hebben aangemeld of die met hun instemming door derden als zodanig zijn voorgedragen.

Artikel 5 De voorzitter

  • 1.

    De vergaderingen van het Cliëntenplatform worden voorgezeten door de voorzitter.

  • 2.

    De voorzitter wordt door het college in functie benoemd.

  • 3.

    De voorzitter vertegenwoordigt het Cliëntenplatform.

  • 4.

    De stukken die van het Cliëntenplatform uitgaan worden door de voorzitter ondertekend.

  • 5.

    De voorzitter is niet tevens:

    • a

      door of vanwege het gemeentebestuur aangesteld of daaraan ondergeschikt;

    • b

      door of vanwege een door de gemeente gesubsidieerde instelling aangesteld of daaraan ondergeschikt;

    • c

      lid van de gemeenteraad of van het college van de gemeente Grootegast;

    • d

      cliënt van de afdeling Samenlevingszaken of vertegenwoordiger van een maatschappelijke organisatie.

Artikel 6 Zittingsduur en beëindiging lidmaatschap

  • 1.

    De zittingsduur van een lid van het Cliëntenplatform bedraagt vier jaar, gerekend vanaf de datum van ingang van zijn benoeming.

  • 2.

    Het lidmaatschap eindigt door:

    • a

      het verstrijken van de zittingsduur;

    • b

      het vervallen van de hoedanigheid van cliënt of van vertegenwoordiger van een maatschappelijke organisatie;

    • c

      aftreden op eigen schriftelijk verzoek;

    • d

      onder curatelestelling;

    • e

      overlijden;

    • f

      opzeggen van het vertrouwen door alle overige zitting hebbende leden bij ernstig en langdurig disfunctioneren van een lid;

    • g

      ontslag door het college op grond van met het lidmaatschap van het Cliëntenplatform onverenigbaar handelen.

  • 3.

    De leden zijn na het verstrijken van hun zittingsduur onmiddellijk herbenoembaar.

Hoofdstuk 3. Taken en rechten van het Cliëntenplatform

Artikel 7 Taak van het platform Cliëntenparticipatie

  • 1.

    Het Cliëntenplatform heeft tot taak het college gevraagd of ongevraagd te adviseren over:

    • a

      de vorming, uitvoering en evaluatie van het gemeentelijke sociale zekerheidsbeleid;

    • b

      de wijze van dienstverlening aan de cliënten;

    • c

      de wijze van communicatie met de cliënten.

  • 2.

    Het advies wordt op een zodanig tijdstip gevraagd, dat het van wezenlijke invloed kan zijn op het te nemen besluit.

  • 3.

    Indien het college het advies van het Cliëntenplatform niet of niet geheel overneemt, stelt het het Cliëntenplatform van zijn motieven om van het advies af te wijken schriftelijk in kennis. Betreft het advies een voorstel aan de gemeenteraad dan wordt de motivering bovendien in het raadsvoorstel opgenomen.

Artikel 8 Informatierecht

Het college is verplicht aan het Cliëntenplatform tijdig alle informatie te verstrekken die deze voor de vervulling van zijn taak redelijkerwijze nodig heeft.

Artikel 9 Geheimhoudingsplicht

Het Cliëntenplatform neemt kennis van het bepaalde in artikel 2:5 van de Algemene wet bestuursrecht. Behalve na voorafgaande schriftelijke toestemming van de gemeente zal het Cliëntenplatform informatie met een vertrouwelijk karakter niet aan derden kenbaar maken.

Hoofdstuk 4. Vergaderingen, vergaderorde en beslissingen

Artikel 10 Periodiek overleg met de gemeente

  • 1.

    Minimaal twee keer per jaar vindt overleg van het Cliëntenplatform met de gemeente plaats.

  • 2.

    Onverminderd het bepaalde in het eerste lid wordt een vergadering met de gemeente belegd wanneer tenminste eenderde deel van het aantal zitting hebbende leden van het Cliëntenplatform daarom verzoekt.

  • 3.

    Onverminderd het bepaalde in het eerste lid wordt een vergadering met de gemeente belegd, wanneer door of namens het college daarom wordt verzocht.

  • 4.

    Een vergadering als bedoeld in het eerste lid wordt tenminste vier weken voor het plaatsvinden van de vergadering bekendgemaakt.

  • 5.

    Een vergadering als bedoeld in het tweede of derde lid wordt tenminste twee weken voor het plaatsvinden van de vergadering bekendgemaakt.

  • 6.

    Aan de vergaderingen van het Cliëntenplatform neemt ten minste tweemaal per jaar een afgevaardigde van de gemeente Grootegast als vertegenwoordiger van het college deel. Op verzoek van het platform kan dit vaker gebeuren.

  • 7.

    Het Cliëntenplatform kan de verantwoordelijk wethouder of een of meerdere leden van de gemeenteraad en/of derden uitnodigen de vergadering van het Cliëntenplatform bij te wonen voor het geven van toelichting en/of advies.

Artikel 11 Leiding van de vergadering

  • 1.

    De vergaderingen als bedoeld in artikel 10 worden geleid door de voorzitter van het Cliëntenplatform.

  • 2.

    Bij verhindering of afwezigheid van de voorzitter wijst het Cliëntenplatform een van zijn leden aan als tijdelijk voorzitter van de vergadering.

Artikel 12 Schriftelijke oproeping

De voorzitter van het Cliëntenplatform roept de leden, een afgevaardigde van de gemeente Grootegast en eventuele genodigden, tot de vergadering op. De oproeping geschiedt door middel van een tijdige, schriftelijke uitnodiging waarin de datum, het tijdstip van aanvang, de plaats van de vergadering en de agenda zijn vermeld. Eventuele bijlagen worden bij de agenda gevoegd.

Artikel 13 Agenda

  • 1.

    De agenda voor de vergadering wordt door de voorzitter in overleg met de ambtelijk ondersteuner opgesteld.

  • 2.

    Elk lid, alsmede een lid van het college, heeft het recht schriftelijk agendavoorstellen bij de voorzitter in te dienen.

  • 3.

    De agenda wordt tenminste één week voor de vergadering aan de leden, een afgevaardigde van de gemeente Grootegast en eventuele genodigden toegezonden.

Artikel 14 Beslissing en advies

  • 1.

    De vergadering van het Cliëntenplatform wordt niet geopend voordat meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden tegenwoordig is.

  • 2.

    Indien ingevolge het eerste lid de vergadering niet kan worden geopend, belegt de voorzitter, onder verwijzing naar dit artikel, opnieuw een vergadering tegen een tijdstip dat ten minste vierentwintig uur na het bezorgen van de oproeping is gelegen.

  • 3.

    Op de vergadering, bedoeld in het tweede lid, is het eerste lid niet van toepassing.

  • 4.

    Alleen de leden van het Cliëntenplatform hebben stemrecht, met uitzondering van de voorzitter.

  • 5.

    De leden van het Cliëntenplatform stemmen zonder last.

  • 6.

    Indien over een voorstel geen stemming wordt gevraagd is het aangenomen.

  • 7.

    Stemmingen geschieden door middel van handopsteken.

  • 8.

    Voor het tot stand komen van een beslissing bij stemming wordt de volstrekte meerderheid vereist van hen die een stem hebben uitgebracht.

  • 9.

    Tenzij de vergadering voltallig is, wordt bij staking van stemmen het nemen van een beslissing uitgesteld tot een volgende vergadering, waarin de beraadslagingen kunnen worden heropend.

  • 10.

    Indien de stemmen staken in een voltallige vergadering of in een ingevolge het vorige lid opnieuw belegde vergadering, is het voorstel niet aangenomen.

  • 11.

    De adviezen van het Cliëntenplatform aan het college worden gegeven overeenkomstig de mening van de meerderheid van het Cliëntenplatform. Minderheidsstandpunten worden op verzoek in het voorstel of advies opgenomen.

  • 12.

    Indien door of namens het college is verzocht advies uit te brengen, geeft het Cliëntenplatform hieraan zo spoedig mogelijk, doch in elk geval binnen drie weken gevolg.

Artikel 15 Verslag

  • 1.

    Het cliëntenplatform stelt van elke vergadering van het Cliëntenplatform een verslag op. Dit verslag wordt in de eerstvolgende vergadering van het Cliëntenplatform ter vaststelling voorgelegd.

  • 2.

    Na de vaststelling van het verslag, bedoeld in het eerste lid, zendt het Cliëntenplatform het verslag aan de leden van het Cliëntenplatform, aan het college en voor zover nodig aan een afgevaardigde van de gemeente Grootegast.

Hoofdstuk 5. Faciliteiten en vergoedingen

Artikel 16 Faciliteiten

Ten behoeve van de werkzaamheden van het Cliëntenplatform stelt het college die faciliteiten om niet beschikbaar die voor een goede taakvervulling noodzakelijk zijn.

Artikel 17 Vergoedingen en ondersteuning

  • 1.

    De kosten die het Cliëntenplatform redelijkerwijs moet maken voor de uitoefening van zijn taak komen ten laste van de gemeente.

  • 2.

    Tot deze kosten kunnen mede worden gerekend de kosten van:

    • a

      bevordering van de deskundigheid van de leden;

    • b

      kinderopvang;

    • c

      reizen;

    • d

      raadplegen van deskundigen.

  • 3.

    De onkostenvergoeding per vergadering bedraagt € 10,- per lid

  • 4.

    Naast de onkostenvergoeding ontvangt het Cliëntenplatform gemiddeld maximaal 5 uur ambtelijke ondersteuning per maand.

Hoofdstuk 6. Slotbepalingen

Artikel 18 Onvoorziene omstandigheden

In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

Artikel 19 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als "Cliëntenparticipatieverordening WWB, WIJ en Wmo".

Artikel 20 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 november 2010.

Artikel 21 Vervallen

De Verordening platform cliëntenparticipatie gemeente Grootegast van 31 augustus 2004 komt te vervallen en wordt hierbij ingetrokken.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 19 oktober 2010.
De voorzitter De griffier

02-11-10scan raadsbesluit.PDF

Artikelsgewijze toelichting

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijving

Hierbij wordt zoveel mogelijk aangesloten bij de begripsbepalingen uit de Wet werk en bijstand, de Wet investeren in jongeren en de Wet maatschappelijke ondersteuning. Alleen die begrippen zijn gedefinieerd die niet voorkomen in of afwijken van deze wet.

Artikel 2 Doel cliëntenparticipatie

Cliëntenparticipatie kent velerlei verschijningsvormen. In deze verordening is voor realisatie van cliëntenparticipatie het middel van advisering gekozen. Door middel van het advies van cliënten en maatschappelijke organisaties wordt invloed uitgeoefend op zowel het uitkeringsbeleid als het arbeidsreïntegratiebeleid van de gemeente, alsook op de daarop gerichte dienstverlening en communicatie. De ervaringsdeskundigheid van de leden van het Cliëntenplatform is de belangrijkste basis voor dit advies.

De verordening is dus niet van toepassing op andere vormen van belangenbehartiging van cliënten.

Het advies kan een veelheid aan onderwerpen betreffen zoals:

– beleid met betrekking tot het verkrijgen van algemeen geaccepteerde arbeid voor personen als bedoeld in artikel 7,eerste lid, van de Wet werk en bijstand. Het betreft hier o.a. personen die algemene bijstand ontvangen, personen met een uitkering op grond van de Algemene nabestaandenwet (Anw) en niet-uitkeringsgerechtigden.

– Uitkeringsbeleid met betrekking tot het tijdig en rechtmatig verstrekken van de uitkering, met inbegrip van handhaving.

– Miminimabeleid: Hieronder verstaan wij het samenhangende beleid gericht op preventie en bestrijding van armoede en sociale uitsluiting.

– Beleid bedoeld in artikel 11 van de Wet investeren in jongeren.

Let wel: bovengenoemde opsomming is niet uitputtend.

Hoofdstuk 2 Het Cliëntenplatform WWB, WIJ en Wmo

Artikel 3 Samenstelling en omvang

Eerste en tweede lid.

De samenstelling en de omvang van het Cliëntenplatform heeft geen wijziging ondergaan. Omdat het gaat om cliëntenparticipatie ligt het in de rede dat het Cliëntenplatform voor een groot deel (acht cliënten) bestaat uit leden van de doelgroep zelf. Daarbij is het raadzaam te streven naar een representatieve afspiegeling van de doelgroep. Gekozen is voor de vorm dat deze vertegenwoordigers ook de jongeren gaan vertegenwoordigen. Een ander deel van het Cliëntenplatform bestaat uit vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties. Hiervoor is reeds ten tijde van het cliëntenplatform voor gekozen, omdat zij vanuit hun professionaliteit een waardevolle inbreng kunnen leveren en mede de continuïteit van het Cliëntenplatform kunnen waarborgen.

Derde lid.

Als het Cliëntenplatform te klein wordt, kan het uitbrengen van een voldragen advies in gevaar komen. Vandaar dat de werkzaamheden van het Cliëntenplatform worden opgeschort tot het tijdstip dat hij minimaal vier leden telt.

Vierde lid.

De verantwoordelijkheid van het college voor de instandhouding van een goed functionerende cliëntenparticipatie in de gemeente brengt met zich mee dat het gehouden is tijdig zorg te dragen voor een nieuwe aanwas van leden van het Cliëntenplatform. Het college kan deze taak door een ander laten vervullen. Het kan ook het Cliëntenplatform uitnodigen om kandidaten voor te dragen.

Artikel 4 Voordracht en benoeming van de leden van het Cliëntenplatform

Eerste en tweede lid.

De leden van het Cliëntenplatform worden door het college benoemd. Ook de voorzitter. Omdat de voorzitter op grond van artikel 5 een onafhankelijke positie in het Cliëntenplatform inneemt, is in het tweede lid diens voordracht apart geregeld.

De vertegenwoordigers van de maatschappelijke organisaties worden vanuit hun organisaties voorgedragen om plaats te nemen in het Cliëntenplatform.

Artikel 5 De voorzitter

Eerste en tweede lid.

De onafhankelijke positie van de voorzitter van het Cliëntenplatform rechtvaardigt dat deze door het college als voorzitter van het Cliëntenplatform wordt benoemd.

Derde lid.

De voorzitter vertegenwoordigt het Cliëntenplatform. Hij behoeft daarvoor niet door het Cliëntenplatform in afzonderlijke gevallen te worden gemachtigd.

Vierde lid.

Dit lid behoeft geen toelichting.

Vijfde lid.

In dit lid is een aantal voorwaarden vermeld. De onverenigbaarheid van functies dient met name om ongewenste functievermenging tegen te gaan, waardoor de onafhankelijkheid van de voorzitter onder druk zou kunnen komen te staan.

Artikel 6 Zittingsduur en beëindiging lidmaatschap

Eerste lid.

Vanwege de continuïteit is niet gekozen voor een collectief aftreden van het Cliëntenplatform, maar voor een zittingsduur voor het individuele lid van vier jaar gerekend vanaf de datum van zijn benoeming.

Tweede lid.

In het tweede lid is een aantal redenen voor beëindiging van het lidmaatschap aangegeven.

In onderdeel f wordt de mogelijkheid geschapen het lidmaatschap van een lid dat door zijn gedrag het functioneren van het Cliëntenplatform ernstig en langdurig schaadt, te beëindigen. Omdat dit niet te lichtvaardig en niet te gemakkelijk mag geschieden, is door de keuze van alle overige zitting hebbende leden, die genoemd lidmaatschap zouden willen beëindigen, een hoge drempel aangebracht. Na de opzegging van het vertrouwen, zal het college besluiten al dan niet tot beëindiging van het lidmaatschap van het betreffende lid over te gaan.

In onderdeel g wordt het college de mogelijkheid geboden het lidmaatschap te beëindigen, als een lid van het Cliëntenplatform door zijn handelen te kennen heeft gegeven zijn lidmaatschap niet waardig te zijn. Hierbij moet gedacht worden aan handelingen die het Cliëntenplatform in diskrediet brengen, waartoe in ieder geval het plegen van misdrijven moet worden gerekend.

Derde lid.

Slechts in de situatie dat de zittingsduur van een lid is verstreken, kan onmiddellijke herbenoeming door het college plaatsvinden. Het lid slaat dus enkel op onderdeel a van het tweede lid.

Hoofdstuk 3. Taken en rechten van het Cliëntenplatform

Hoodstuk 3 regelt behalve de taakstelling van het Cliëntenplatform tevens het adviesrecht, het recht op informatie. De toekenning van deze rechten beoogt de cliëntenparticipatie te versterken. De mate van facilitering door de gemeente bepaalt immers in niet onbelangrijke mate het succes van cliëntenparticipatie. Bij de facilitering gaat het met name om ondersteuning op inhoudelijke en op organisatorische aspecten. Behalve in dit hoofdstuk hebben zij tevens een plaats gekregen in

hoofdstuk 5.

Artikel 7 Taak Cliëntenplatform

Het Cliëntenplatform is een adviesorgaan voor het college. In het eerste lid van dit artikel wordt zijn taak afgebakend tot de onder a, b en c genoemde onderdelen. De behandeling van klachten, bezwaren en andere aangelegenheden die de individuele klant of de individuele medewerker van de afdeling Contact 7 Dienstverlening betreffen, behoort derhalve niet tot het werkterrein van het Cliëntenplatform.

In de in artikel 8 geformuleerde taakstelling van het Cliëntenplatform ligt het adviesrecht van het Cliëntenplatform besloten. Dit recht op advies wordt in het tweede lid verder uitgewerkt. Wanneer het college advies vraagt, moet dit advies van invloed kunnen zijn op de besluitvorming.

Hiermede wordt het belang, dat de gemeente aan cliëntenparticipatie hecht, onderstreept. Dit geldt eveneens voor het derde lid, waarin nogmaals tot uitdrukking komt dat het advies van het Cliëntenplatform niet vrijblijvend is. Het college zal te allen tijde aan het Cliëntenplatform schriftelijk moeten berichten waarom het een bepaald advies niet of niet geheel overneemt. Betreft het advies een voorstel aan de gemeenteraad dan wordt bovendien de motivering van het college in het raadsvoorstel opgenomen. Hiermee wordt het mogelijk gemaakt dat de gemeenteraad, zowel het advies van het Cliëntenplatform als de motivering van het college in onderlinge samenhang kan bezien en daaraan de waarde kan toekennen die hij nodig oordeelt.

Artikel 8 Informatierecht

Deze bepaling regelt het passieve informatierecht van het Cliëntenplatform. Het is vorm gegeven in een actieve informatieplicht van het college. Het college dient uit eigen beweging te zorgen dat het Cliëntenplatform tijdig de nodige informatie ontvangt die voor zijn functioneren noodzakelijk of dienstbaar is. Naast dit passieve informatierecht bezit het Cliëntenplatform ook een actief informatierecht: Hij kan zelf om bepaalde inlichtingen en/of gegevens vragen.

Artikel 9 Geheimhoudingsplicht

Artikel 2:5 van de Algemene wet bestuursrecht luidt:

  • 1

    Een ieder die is betrokken bij de uitvoering van de taak van een bestuursorgaan en daarbij de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden, en voor wie niet reeds uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift ter zake van die gegevens een geheimhoudingsplicht geldt, is verplicht tot geheimhouding van die gegevens, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hem tot mededeling verplicht of uit zijn taak de noodzaak tot mededeling voortvloeit.

  • 2

    Het eerste lid is mede van toepassing op instellingen en daartoe behorende of daarvoor werkzame personen die door een bestuursorgaan worden betrokken bij de uitvoering van zijn taak, en op instellingen en daartoe behorende of daarvoor werkzame personen die een bij of krachtens de wet toegekende taak uitoefenen.

De vergaderingen van het Cliëntenplatform zijn openbaar, tenzij dit botst met de geheimhoudingsplicht. Omdat de mogelijkheid bestaat dat het Cliëntenplatform kennis neemt van vertrouwelijke informatie is het goed zich ervan rekenschap te geven dat hierop de geheimhoudingplicht van artikel 2: 5 van de Algemene wet bestuursrecht rust. Na vooraf verkregen schriftelijke toestemming van het college mag het Cliëntenplatform genoemde informatie aan derden verstrekken of publiek maken.

Hoofdstuk 4. Vergaderingen, vergaderorde en beslissingen

Hoofdstuk 4 reguleert het periodieke overleg met de gemeente. De vergaderingen van het Cliëntenplatform louter met zijn eigen leden vallen niet onder de werking van dit hoofdstuk.

Artikel 10 Periodiek overleg met de gemeente

Eerste lid.

Dit lid behoeft geen toelichting.

Tweede en derde lid.

Het kan voorkomen dat het Cliëntenplatform het noodzakelijk acht met de gemeente te overleggen buiten de tijdstippen van het reguliere overleg, bedoeld in het eerste lid. Daarom is in het tweede lid geregeld dat een extra vergadering wordt belegd wanneer tenminste een derde deel van het aantal zitting hebbende leden van het Cliëntenplatform daarom verzoekt.

Vierde en vijfde lid.

Deze leden behoeven geen toelichting.

Zesde lid.

Vanwege het formele karakter van het overleg zal een afgevaardigde van de gemeente Grootegast namens het college altijd bij de vergaderingen van het Cliëntenplatform met de gemeente aanwezig moeten zijn. Slechts in het geval deze onmogelijk aanwezig kan zijn, treedt diens plaatsvervanger op.

Zevende lid.

Dit lid behoeft geen toelichting.

Artikel 11 Leiding van de vergadering

Dit artikel behoeft geen toelichting.

Artikel 12 Schriftelijke oproeping

Dit artikel behoeft geen toelichting.

Artikel 13 Agenda

Eerste en derde lid.

Deze leden behoeven geen toelichting.

Tweede lid.

In het tweede lid van dit artikel wordt voldaan aan de eis dat de verordening de wijze moet aangeven waarop de cliënten of hun vertegenwoordigers onderwerpen voor de agenda kunnen aanmelden. Deze eis is vervat in artikel 47, onderdeel b, van de Wet werk en bijstand.

Artikel 14 Beslissing en advies

Eerste lid.

In het eerste lid wordt bepaald dat de vergadering niet wordt geopend voordat meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden tegenwoordig is. Het aantal zitting hebbende leden is het aantal leden genoemd in artikel 4, tweede lid, minus de vacatures.

Tweede en derde lid.

Als het in het eerste lid bedoelde vergaderquorum niet wordt gehaald, kan de vergadering niet worden geopend. De voorzitter belegt in dat geval een nieuwe vergadering tegen een tijdstip dat ten minste vierentwintig uur na het bezorgen van de oproeping ligt. Blijkens het derde lid kan deze vergadering wel worden geopend als niet meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden aanwezig is.

Vierde lid.

Alleen de leden van het Cliëntenplatform hebben stemrecht, met uitzondering van de voorzitter. Dit om zijn onafhankelijke positie te benadrukken. Het recht komt ook niet toe aan de afgevaardigde van de gemeente Grootegast of degene die hem vervangt. Evenmin komt dit recht toe aan degene die door het Cliëntenplatform of door de gemeente Grootegast is uitgenodigd om aan de beraadslaging deel te nemen.

Vijfde lid.

Met het verbod van last wordt vastgelegd dat een lid van het Cliëntenplatform niet gebonden is standpunten van zijn organisatie of van anderen in het Cliëntenplatform in te brengen en overeenkomstig hun wens te stemmen. Elk bindend mandaat is derhalve nietig. Op een dergelijk mandaat kan nimmer een beroep worden gedaan, noch door het lid, noch door anderen. Overigens blijft een onder mandaat uitgebrachte stem zijn geldigheid behouden.

Zesde lid.

Het zesde lid bepaalt kort en bondig dat een voorstel het aangenomen wanneer daarover geen stemming wordt gevraagd. Veelal zullen de beslissingen op deze wijze tot stand komen.

Zevende lid.

Dit lid behoeft geen toelichting.

Achtste lid.

Het betreft hier het beslissingsquorum. Een beslissing tot stand is gekomen als de volstrekte meerderheid van stemmen wordt behaald, mits deze stemmen afkomstig zijn van hen die een stem mochten uitbrengen.

Negende en tiende lid.

Bij staking van stemmen in een voltallige vergadering is het voorstel verworpen. Als de vergadering niet voltallig is, vindt uitstel plaats tot een volgende vergadering. Staken de stemmen in deze nieuwe vergadering opnieuw, dan wordt het voorstel geacht te zijn verworpen.

Elfde lid en twaalfde lid

Deze leden behoeven geen toelichting.

Artikel 15 Verslag

Dit artikel behoeft geen toelichting.

Hoofdstuk 5. Faciliteiten en vergoedingen

Artikel 16 Faciliteiten

Het college stelt kosteloos alle faciliteiten ter beschikking om het overleg met het Cliëntenplatform adequaat te doen verlopen. In ieder geval behoren hiertoe:

vergaderruimte;

faciliteiten voor het verzorgen van public relations en voorlichting;

het gebruik maken van kopieerapparatuur; postverwerking e.d.;

Artikel 17 Vergoedingen en ondersteuning

Eerste lid.

Hoewel het college kosteloos faciliteiten ter beschikking stelt van het Cliëntenplatform, kan het voorkomen dat het Cliëntenplatform ook andere voor de uitoefening van zijn taak noodzakelijke kosten moet maken. Het betreft kosten die direct samenhangen met de onafhankelijkheid en het zelfstandig functioneren van het Cliëntenplatform. Het Cliëntenplatform zal de kosten moeten aantonen door het overleggen van betaalbewijzen.

Tweede lid.

In het tweede lid worden enkele kostensoorten genoemd, die tot de kosten onder lid 1 kunnen worden gerekend. Een aantal van de genoemde kostensoorten ondersteunt het informatierecht van artikel 9. De informatie die verstrekt wordt moet immers voor de informatieontvangende toegankelijk zijn. Dit kan inhouden dat ondersteuning moet worden gegeven bij het toegankelijk maken van de informatie. Het kan tevens inhouden dat de deskundigheid van Cliëntenplatformleden dient te worden bevorderd. Denk hierbij aan het bevorderen van kennis en inzicht, het leren vergaderen en communiceren met de uitvoerders, het leren lezen van beleidsnota's, het formuleren en onderbouwen van de adviezen, het planmatig werken, enz.

Derde en vierde lid.

Deze behoeven geen nadere toelichting.

Paragraaf 6. Slotbepalingen

Artikel 18 Onvoorziene omstandigheden

Niet alle zich mogelijk in de praktijk voordoende situaties kunnen in een verordening worden vastgelegd. Vandaar dat het college de bevoegdheid krijgt hierin te voorzien.

Artikel 19 Citeertitel

Dit artikel behoeft geen toelichting.

Artikel 20 Inwerkingtreding

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 21 Vervallen

Dit artikel behoeft geen toelichting.