Regeling vervallen per 11-03-2010

Algemene subsidieverordening welzijn gemeente Gulpen-Wittem

Geldend van 11-03-2010 t/m 10-03-2010

Intitulé

Algemene subsidieverordening welzijn gemeente Gulpen-Wittem

De raad van de gemeente Gulpen-Wittem;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 23-11-1999;

gehoord het advies van commissie II;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en de bepalingen in de Algemene wet bestuursrecht;

besluit:

vast te stellen de volgende "Algemene subsidieverordening welzijn gemeente Gulpen-Wittem".

TITEL 1: INLEIDENDE BEPALINGEN

Afdeling 1.1: Algemene bepalingen

Artikel 1.1.1

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Subsidie: de aanspraak op financiële middelen, door het bestuursorgaan verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager, anders dan als betaling voor aan het bestuursorgaan geleverde goederen of diensten;

  • b.

    Raad: de gemeenteraad van de gemeente Gulpen-Wittem;

  • c.

    . Bestuursorgaan: burgemeester en wethouders van Gulpen-Wittem;

  • d.

    Instelling bij notariële akte opgerichte en bij de Kamer van Koophandel ingeschreven rechtspersoon die krachtens deze verordening subsidie ontvangt of wenst te ontvangen;

  • e.

    Jaar: een kalenderjaar;

  • f.

    Activiteit: de prestaties op basis waarvan een instelling subsidie ontvangt of kan ontvangen;

  • g.

    Welzijnscategorie: indeling van activiteiten op welzijnsgebied, zoals deze in de bijlage "grondslagen voor de berekening van subsidie" wordt gehanteerd;

  • h.

    Budget: beschikbaar bedrag voor verstrekking van subsidie;

  • i.

    Experiment: die activiteit, op enig welzijnsbevorderend terrein, welke nog niet eerder is uitgeoefend, niet vergelijkbaar is met een bestaande activiteit en waarvan de elementen niet op grond van ervaring kunnen worden vastgesteld;

  • j.

    Garantie: de gemeente stelt zich garant voor rente en aflossing van een door, door een derde, aan de aanvrager te verlenen krediet.

Artikel 1.1.2

Deze verordening is van toepassing op alle subsidies, voor zover bij afzonderlijk raadsbesluit dan wel bijzondere subsidieverordening, als bedoeld in artikel 1.1.3, niet anders is bepaald.

Artikel 1.1.3

Gulpen -Wittem

  • 1.

    De raad kan voor bepaalde activiteiten of groep van activiteiten een bijzondere subsidieverordening vaststellen.

  • 2.

    De bijzondere subsidieverordening houdt nadere voorschriften in.

Artikel 1.1.4

  • 1. De bijlage "grondslagen voor de berekening van subsidie", vormt een geïntegreerd onderdeel van deze verordening.

  • 2. De grondslagen geven per categorie ten aanzien van plaatselijke verenigingen c.q. instellingen de normen aan, op grond waarvan de subsidie wordt berekend.

Artikel 1.1.5

  • 1.

    Het bestuursorgaan is bevoegd ter uitvoering van deze verordening nadere voorschriften en regels to stellen.

  • 2.

    Het bestuursorgaan kan ontheffingen verlenen van het gestelde in deze verordening.

Afdeling 1.2: Bijzondere bepalingen

Artikel 1.2.1

Een gemeentelijk subsidie ten behoeve van de organisatie van activiteiten wordt slechts verstrekt indien, naar de mening van het bestuursorgaan, tenminste aan de volgende criteria wordt voldaan:

a.Ondersteuning van de activiteit behoort tot de kerntaak van de gemeente. Dit betekent dat

Tevens aan de activiteit een belangrijke sociaal-culturele of rnaatschappelijke functie wordt

toebedacht. Uitgesloten zijn de zogenaamde cafêsporten en/of sporten puur gericht op het

individu;

b.De activiteiten niet zonder subsidie kunnen worden uitgevoerd of op grond van rijksvoorschriften dan wel op grond van door de gemeente verstrekte opdrachten een verplichting tot subsidiering bestaat.

Artikel 1.2.2

Aan een instelling wordt slechts een subsidie verstrekt voor activiteiten ter bevordering van het welzijn indien en voor zover aan de volgende voorwaarden is voldaan:

  • a.

    De instelling bezit rechtspersoonlijkheid;

  • b.

    De instelling is gevestigd en/of werkzaam in de gemeente Gulpen-Wittem;

  • c.

    De instelling heeft tenminste 20 contribuerende leden c.q. gemiddeld 20 deelnemers

woonachtig in de gemeente Gulpen-Wittem. Het aantal in de gemeente Gulpen-Wittem

woonachtige leden/deelnemers is minimaal 50% van het totaal aantal leden/deelnemers van

de instelling;

  • d.

    Onder jeugdlid wordt verstaan een persoon woonachtig in de gemeente Gulpen-Wittem die in het subsidiejaar jonger is dan 18 jaar;

  • e.

    De instelling voldoet aan de in of krachtens deze verordening gestelde eisen en houdt zich aan de gegeven voorschriften.

  • f.

    Er Been andere instelling/vereniging met dezelfde doelstelling actief is binnen de betreffende kern;

Artikel 1.2.3 Een subsidie wordt telkens voor een jaar toegekend.

Artikel 1.2.4

Verder kan subsidiering slechts plaatsvinden, indien:

  • a.

    Er op de gemeentebegroting gelden voor zijn uitgetrokken;

  • b.

    Het door de gemeenteraad vastgestelde subsidieplafond, als bedoeld in titel 2, niet wordt overschreden.

TITEL 2: HET SUBSIDIEPLAFOND

Afdeling 2.1: Definitie

Artikel 2.1.1

Het aan de hand van de door de instelling ingediende gegevens en de bij deze verordening behorende grondslagen voor de berekening van subsidies, conform het bepaalde in deze verordening, vastgestelde en in de gemeentebegroting opgenomen bedrag, wordt aangemerkt als subsidieplafond.

Artikel 2.1.2

Onder subsidieplafond wordt verstaan: het bedrag dat gedurende een bepaald tijdvak ten hoogste beschikbaar is voor verstrekking van subsidies krachtens deze algemene subsidieverordening.

Afdeling 2.2: De bekendmaking

Artikel 2.2.1

  • 1. Het subsidieplafond wordt bekendgemaakt voor de aanvang van het tijdvak waarvoor het beschikbaar is.

  • 2. Indien het subsidieplafond of een verlaging daarvan later wordt bekendgemaakt, heeft deze bekendmaking Been gevolgen voor voordien ingediende aanvragen.

Artikel 2.2.2

Artikel 2.2.1, tweede lid, is niet van toepassing, indien:

  • a.

    De aanvragen voor het tijdvak waarvoor het subsidieplafond beschikbaar is ingevolge wettelijk voorschrift moeten worden ingediend op een tijdstip waarop de begroting nog niet is vastgesteld of goedgekeurd;

  • b.

    Het een verlaging betreft die voortvloeit uit de vaststelling of goedkeuring van de begroting. De verlaging wordt binnen vier weken na de vaststelling of goedkeuring van de begroting bekendgemaakt;

  • c.

    Bij de bekendmaking van het subsidieplafond is gewezen op de mogelijkheid van verlaging en de gevolgen daarvan voor reeds ingediende aanvragen.

Artikel 2.2.3

De bekendmaking van het besluit tot vaststelling van het subsidieplafond. Vermeld:

  • a.

    Het wettelijk voorschrift waarop de subsidie ben-1st;

  • b.

    De hoogte van het subsidieplafond en het tijdvak waarvoor dit bedrag beschikbaar is;

  • c.

    De wettelijke voorschriften of beleidsregels volgens welke de beschikbare gelden worden verdeeld.

Afdeling 2.3: Verdeling beschikbare gelden

Artikel 2.3.1

Indien in een jaar onvoldoende budget beschikbaar wordt gesteld voor de subsidiering van instellingen op basis van deze verordening, zullen de minder beschikbare middelen via een generieke procentuele korting over de gesubsidieerde instellingen worden verdeeld.

TITEL 3: DE AANVRAAG

Afdeling 3.1: Indienen aanvraag

Artikel 3.1.1

Ben subsidieaanvraag wordt bij het bestuursorgaan ingediend.

Artikel 3.1.2

Een subsidieaanvraag wordt voor 1 april van het jaar voorafgaande aan het jaar waarvoor subsidie wordt gevraagd, ingediend.

Afdeling 3.2: Verstrekking gegevens

Artikel 3.2.1

  • 1.

    Bij de indiening van de in artikel 3.1.2 bedoelde aanvraag dient, in aanvulling op het bepaalde in artikel 4:2, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, in ieder geval te worden overlegd:

    • a.

      Een activiteitenprogramma voor het komende jaar;

    • b.

      Een opgave van namen, adressen en geboortedata van de ledendeelnemers;

    • c.

      Zo mogelijk desgevraagd door het bestuursorgaan, een inhoudelijk en financieel verslag over het voorafgaande jaar.

  • 2.

    Bij een eerste subsidieaanvraag dient tevens te worden overleg:

    • a.

      Een afschrift van de stichtingsakte, de statuten c.q. een ontwerp hiervan;

    • b.

      Een beschrijving van de organisatievorm, voorzover niet reeds vervat in de statuten;

    • c.

      Een opgaven van namen en adressen van de bestuursleden van de instelling;

    • d.

      Een overzicht van de financiële toestand van de instelling op het moment van de aanvraag;

    • e.

      Een exploitatiebegroting voor het jaar waarover subsidie wordt aangevraagd vergezeld van een beknopte en duidelijke toelichting;

    • f.

      Het bankrekening- en/of girorekeningnummer;

    • g.

      Verdere gegevens welke het bestuursorgaan nodig acht voor een goede beoordeling van de aanvraag.

Afdeling 3.3: Ontvangstbevestiging

Artikel 3.3.1

Het bestuursorgaan bevestigd onverwijld schriftelijk de ontvangst van de subsidieaanvraag.

TITEL 4: DE SUBSIDIEVERLENING

Afdeling4.1: Beschikking tot subsidieverlening

Artikel 4.1.1.

Voorafgaande aan de subsidievaststelling als bedoeld in titel 6, geeft het bestuursorgaan op de subsidieaanvragen als bedoeld in deze verordening, een beschikking tot subsidieverlening. Het bestuursorgaan toetst daartoe de subsidieaanvragen aan:

  • a.

    Deze verordening;

  • b.

    Andere van toepassing zijnde verordeningen en/of besluiten;

  • c.

    Het door de gemeenteraad vastgestelde beleid;

  • d.

    De begrotingsrichtlijnen;

  • e.

    De definitief vastgestelde subsidies over de voorafgaande jaren;

  • f.

    De door de raad beschikbaar gestelde financiële middelen;

  • g.

    De bij deze verordening behorende subsidiegrondslagen, als bedoeld in artikel 1.1.4.

Artikel 4.1.2

De beschikking tot subsidieverlening vermeldt in ieder geval:

  • a.

    Een omschrijving van de activiteiten waarvoor subsidie wordt verleend. Deze omschrijving kan later worden uitgewerkt;

  • b.

    Het bedrag van de subsidie, dan wel de wijze waarop dit bedrag wordt bepaald. Of anders vermeldt zij het bedrag waarop de subsidie ten hoogste kan worden vastgesteld;

  • c.

    Het tijdvak waarvoor de subsidie wordt verleend;

  • d.

    De termijn waarbinnen de subsidie wordt vastgesteld;

  • e.

    De verplichtingen verbonden aan de subsidie;

  • f.

    -Welke bepalingen van deze verordening niet van toepassing zijn.

Artikel 4.1.3

  • 1.

    Voor zover een subsidie wordt verleend ten laste van een begroting die nog niet is vastgesteld of goedgekeurd, kan zij worden verleend onder de voorwaarde dat voldoende Belden ter beschikking worden gesteld.

  • 2.

    De voorwaarde kan niet worden gesteld, voorzover zulks voortvloeit niet het wettelijk voorschrift waarop de subsidie berust.

  • 3.

    De voorwaarde vervalt, indien het bestuursorgaan daarop niet binnen vier weken na de vaststelling of goedkeuring van de begroting een beroep heeft gedaan.

Afdeling 4.2: Termijn

Artikel 4.2.1

De beschikking tot subsidieverlening wordt voor de aanvang van de activiteit of het tijdvak waarvoor subsidie wordt gevraagd, afgegeven.

Artikel 4.2.2

Indien de activiteit of het tijdvak waarvoor subsidie wordt gevraagd reeds is afgelopen, kan er geen beschikking tot subsidieverlening worden gegeven. In dat geval zal er overgegaan worden tot de subsidievaststelling, als bedoeld in titel 6.

TITEL 5.: VERPLICHTINGEN VAN DE SUBSIDIE-ONTVANGER

Afdeling 5.1: Algemene verplichtingen

Artikel 5.1.1

  • 1.

    De instelling doet onverwijld mededeling aan het bestuursorgaan van het voornemen tot:

    • a.

      Het ontbinden van de rechtspersoon;

    • b.

      Het oprichten van een rechtspersoon;

    • c.

      Het fuseren met een andere rechtspersoon;

    • d.

      Het splitsen van .de rechtspersoon;

e_ De liquidatie van de rechtspersoon;

  • f.

    Het doen van aangifte tot haar faillissement;

  • g.

    Het aanvragen van haar surseance van betaling.

    • 2.

      Verder doet de instelling onverwijld mededeling aan het bestuursorgaan van alle andere voor de subsidie van belang zijnde wijzigingen, zoals wijzigingen met betrekking tot: de statuten, activiteiten, bestuurssamenstelling, wijziging rekeningnummer etc..

Afdeling 5.2: Aanvullende concrete verplichtingen

Artikel 5.2.1

  • 1.

    Bij de beschikking subsidieverlening kan het bestuursorgaan aanvullende concrete verplichtingen opleggen met betrekking tot:

    • a.

      Aard en omvang van de activiteiten waarvoor subsidie wordt verleend; —

    • b.

      De administratie van aan de activiteiten verbonden uitgaven en inkomsten;

    • c.

      Image in de administratie;

    • d.

      Het voor de subsidievaststelling verstrekken van gegevens en bescheiden die nodig zijn voor een beslissing omtrent de subsidie;

    • e.

      De to verzekeren risico's;

    • f.

      Het stellen van zekerheid voor verleende voorschotten;

    • g.

      Het afleggen van rekening en verantwoording omtrent de verrichte activiteiten en de daaraan verbonden uitgaven en inkomsten, voor zover deze voor de vaststelling van de subsidie van belang zijn;

    • h.

      Het beperken of wegnemen van de nadelige gevolgen van de subsidie voor derden;

    • i.

      De personeelsformatie, in zover de subsidiering uitdrukkelijk (mede) is gebaseerd op de personeelskosten;

    • j.

      Gebruik en beheer van accommodaties, welke met financiële inspanning van de overheid tot stand zijn gekomen of beschikbaar gesteld zijn;

    • k.

      Toegankelijkheid van accommodaties.

  • 2.

    De verplichtingen, als bedoeld in het eerste lid, kunnen na de subsidieverlening worden uitgewerkt, voor zover de beschikking tot subsidieverlening dit vermeldt.

TITEL 6: DE SUBSIDIE VASTSTELLING

Afdeling 6.1: Beschikking tot subsidievaststelling

Artikel 6.1.1

De beschikking tot subsidievaststelling stelt het bedrag van de subsidie vast en geeft aanspraak op betaling van het vastgestelde bedrag overeenkomstig titel 8.

Artikel 6.1.2

Indien er geen beschikking tot subsidieverlening is gegeven, bevat de beschikking tot subsidievaststelling naast het vastgesteld bedrag ook:

  • a.

    Een omschrijving van de activiteiten waarvoor subsidie wordt verstrekt;

  • b.

    Het tijdvak waarvoor de subsidie wordt verstrekt;

  • c.

    De verplichtingen verbonden aan de subsidie;

  • d.

    Welke bepalingen van deze verordening niet van toepassing zijn.

Afdeling 6.2: De aanvraag tot subsidievaststelling

Artikel 6.2.1

Indien een beschikking tot subsidieverlening is gegeven, dient de subsidieontvanger na afloop van de activiteiten of het tijdvak waarvoor de subsidie is verleend een aanvraag tot vaststelling van de subsi die in, tenzij de subsidie, als bedoeld in artikel 6.3.2, ambtshalve wordt vastgesteld.

Artikel 6.2.2

  • 1.

    Bij de aanvraag tot subsidievaststelling toont de aanvrager middels een verslag aan, dat de activiteiten hebben plaatsgevonden overeenkomstig de aan de subsidie verbonden verplichtingen, tenzij de subsidie voor de aanvang van de activiteiten wordt vastgesteld.

  • 2.

    Bij de aanvraag tot subsidievaststelling legt de aanvrager rekening en verantwoording of omtrent de aan de activiteiten verbonden uitgaven en inkomsten, voor zover deze voor de vaststelling van de subsidie van belang zijn en gevraagd worden. De aanvrager overlegt hiertoe de bescheiden, zoals deze vermeld zijn in de beschikking tot subsidieverlening.

Afdeling 6.3: De vaststelling

Artikel 6.3.1

  • 1. Indien een beschikking tot subsidieverlening is gegeven, stelt het bestuursorgaan de subsidie overeenkomstig de subsidieverlening vast.

  • 2. De subsidie kan lager worden vastgesteld indien:

    • a.

      'De activiteiten waarvoor subsidie is verleend niet of niet geheel hebben plaatsgevonden;

    • b.

      De subsidieontvanger niet heeft voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen;

    • c.

      De subsidieontvanger onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een andere beschikking op de aanvraag tot subsidieverlening zou hebben geleid, of

    • d.

      De subsidieverlening anderszins onjuist was en de subsidieontvanger dit wist of behoorde te weten.

Artikel 6.3.2

Het bestuursorgaan kan de subsidie geheel of gedeeltelijk ambtshalve vaststellen, indien:

  • a.

    Er geen aanvraag tot subsidievaststelling is ingediend, binnen de daarvoor geldende

  • b.

    Een aanvraag tot subsidievaststelling overbodig is, omdat er voldoende gegevens beschikbaar zijn voor een ambtshalve vaststelling;

  • c.

    De beschikking tot subsidieverlening of de beschikking tot subsidievaststelling wordt ingetrokken of ten nadele van de ontvanger wordt gewijzigd, als bedoeld in titel 7.

Afdeling 6.4: Termijn

Artikel 6.4.1

De subsidie wordt vastgesteld binnen vier weken na ontvangst van de bescheiden, als bedoeld in artikel 6.2.2, die voor de vaststelling van de subsidie van belang zijn.

Artikel 6.4.2

Indien de subsidie ambtshalve wordt vastgesteld, geldt een termijn van vier weken na de vaststelling of goedkeuring van de gemeentebegroting.

Artikel 6.4.3

De beschikking tot subsidievaststelling wordt binnen vier weken na de vaststelling afgegeven.

TITEL: INTREKKING EN WIJZIGING

Afdeling 7.1: Intrekking en wijziging van subsidiebeschikkingen

Artikel 7.1.1

'Het bestuursorgaan kan de beschikkingen tot subsidieverlening en subsidievaststelling intrekken of ten nadele van de subsidieontvanger wijzigen, conform het bepaalde in afdeling 4.2.6 man de Algemene wet bestuursrecht.

TITEL 8: BETALING EN TERUGVORDERING

Afdeling 8.1: De betaling

Artikel 8.1.1

  • 1. Het subsidiebedrag wordt overeenkomstig de subsidievaststelling betaald, onder verrekening van de betaalde voorschotten.

  • 2. Het subsidiebedrag wordt binnen acht weken na de subsidievaststelling betaald.

Artikel 8.1.2

  • 1. Het bestuursorgaan kan de subsidieontvanger voorschotten verlenen.

  • 2. De beschikking tot voorschotverlening vermeldt het bedrag van het voorschot,_ dan wel de wijze waarop dit bedrag wordt bepaald.

Artikel 8.1.3

  • 1. Voorschotten worden overeenkomstig de voorschotverlening betaald.

  • 2. Het voorschot wordt binnen vier weken na de voorschotverlening betaald.

Artikel 8.1.4

De verplichting tot betaling van een subsidiebedrag of een voorschot wordt opgeschort conform het bepaalde in artikel 4.2.7.5 van de Algemene wet bestuursrecht.

Afdeling 8.2: De terugvordering

Artikel 8.2.1

Onverschuldigd betaalde subsidiebedragen en voorschotten kunnen worden teruggevorderd conform het bepaalde in artikel 4.2.7.6 van de Algemene wet bestuursrecht.

TITEL 9: OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

Afdeling 9.1: Overgangsbepalingen

Artikel 9.1.1

Voor instellingen welke als gevolg van de toepassing van deze verordening er ten opzichte van 1999 meer dan 50% in subsidie op achteruit gaan, is een overgangsregeling van toepassing, zoals opgenomen in de bij deze verordening behorende bijlage "grondslagen voor `berekening van subsidie".

Afdeling 9.2: Slotbepalingen

Artikel 9.2.1

In die gevallen waarin deze verordening niet voorziet beslist het bestuursorgaan.

Artikel 9.2.2

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2000.

Artikel 9.2.3

Deze verordening kan worden aangehaald als "Algemene subsidieverordening welzijn gemeente Gulpen-Wittem".

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Gulpen-Wittem van 16-12-1999

De raad van de gemeente Gulpen-Wittem,

De secretaris, de voorzitter,

J.H.G.M. Gulikers J.J.M. Som