Regeling vervallen per 01-01-2015

Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten Gulpen-Wittem 2001

Geldend van 18-12-2014 t/m 31-12-2014

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten Gulpen-Wittem 2001

De raad van de gemeente Gulpen-Wittem;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 31 oktober 2000;gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;

gelet op het advies van commissie I d.d. 20 november 2000 en commissie II d.d. 16 november 2000;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten Gulpen-Wittem 2001.

Hoofdstuk I

Algemene bepalingen

Artikel 1

Inleidende bepaling

Krachtens deze verordening worden geheven:

  • a.

    afvalstoffenheffing;

  • b.

    reinigingsrechten.

Artikel 2

Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • -

    bedrijfsafval: afval afkomstig van kleine bedrijven, kantoren en winkels dat naar aard, omvang en samenstelling gelijk is te stellen aan huishoudelijk afval (KWD-afval);

  • -

    Container: een door de gemeente beschikbaar gestelde container met een maximaal volume van 140 liter inhoud bestemd voor groente-, fruit- en tuinafval dan wel voor restafval;

  • -

    “gebruik maken”: gebruik maken in de zin van artikel 15.33 Wet milieubeheer.

Hoofdstuk II

Afvalstoffenheffing

Artikel 3

Belastbaar feit

  • 1.

    Onder de naam “afvalstoffenheffing” wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.

  • 2.

    De afvalstoffenheffing bedoeld in deze verordening wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik maken van een perceel ten aanzien waarvan krachtens artikel 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 4

Belastingplicht

  • 1.

    De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 5

Maatstaf van heffing en belastingtarief

De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar:

  • 1.

    indien dat perceel wordt gebruikt door één persoon en gebruik

    gemaakt wordt van een of meer containers met een maximaal totaal volume van 140 liter voor groente-, fruit- en tuinafval en van een of meer containers met een maximaal totaal volume van 140 liter voor restafval of gebruik gemaakt wordt van een verzamel container voor meerdere huishoudens € 161,00

  • 2.

    indien dat perceel wordt gebruikt door meer dan één persoon en gebruik

    gemaakt wordt van een of meer containers met een maximaal totaal volume van 140 liter voor groente-, fruit- en tuinafval en van een of meer containers met een maximaal totaal volume van 140 liter voor restafval of gebruik gemaakt wordt van een verzamel container voor meerdere huishoudens € 237,00

  • 3.

    de belasting als bedoeld in de leden 1 en 2 wordt, mede gelet op het bepaalde in artikel 7, vermeerderd voor het in bruikleen hebben vna een extra container voor restafval per belastingjaar (boven hetgeen volgens de Algemene Plaatselijke verordening aan het perceel als basis is verstrekt) € 90,00

  • 4.

    de belasting als bedoeld in de leden 1 en 2 wordt, mede gelet op het

    bepaalde in artikel 7, vermeerderd voor het in bruikleen hebben van een extra container voor groente-, fruit en tuinafval per belastingjaar (boven hetgeen volgens de Algemene Plaatselijke verordening aan het perceel als basis is verstrekt) € 32,00

Artikel 6

Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7

Wijze van heffing

De belasting wordt bij wijze van aanslag geheven.

Artikel 8

Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog voile kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog voile kalendermaanden overblijven.

  • 4.

    Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander perceel in feitelijk gebruik neemt.

Artikel 9

Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in 2 gelijke termijnen waarvan de 1ste termijn vervalt op de laatste dag van de tweede maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de 2de termijn vervalt op de laatste dag van de vierde maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.

  • 2.

    In gevallen bedoeld in het eerste lid, geldt in afwijking in zoverre van het aldaar bepaalde, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingschuldige kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in 10 gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3.

    De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Hoofdstuk III

Reinigingsrechten

Artikel 10

Belastbaar feit

Onder de naam "reinigingsrechten" worden rechten geheven zowel voor het genot van door het gemeentebestuur verstrekte diensten als voor het gebruik van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen, werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn.

Artikel 11

Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 12

Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1.

    Het recht voor het beschikbaar stellen van een container met een

    maximaal volume van 140 liter voor huishoudelijk restafval container met een maximaal volume van 140 liter voor groente-, fruit- en tuinafval en het periodiek verwijderen van dit afval bedraagt per belastingjaar € 237,00

  • 2.

    De belasting als bedoeld in het eerste lid van artikel 12 wordt vermeerderd met het op aanvraag beschikbaar stellen van een

    extra container (= boven hetgeen op grond van artikel 4.2.4.2 en

    4.2.4.3 van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeeWittem, met inbegrip van de daaruit voortvloeiende uitvoeringsbesluiten) bestemd voor restafval per extra 140 liter container per belastingjaar € 90,00 nte Gulpen-

tikel 12

  • 3.

    De belasting als bedoeld in het eerste lid van artikel 12 wordt vermeerderd met het op aanvraag beschikbaar stellen van een

    extra container (= boven hetgeen op grond van artikel 4.2.4.2 en

    4.2.4.3 van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeeWittem, met inbegrip van de daaruit voortvloeiende uitvoeringsbesluiten) bestemd voor groente-, fruit- en tuinafval per extra 140 liter container per belastingjaar € 32,00nte Gulpen-

  • 4.

    Het recht voor het aanbieden van afval aan het milieupark wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in de

    hoofdstukken 1, 2 en 3 van de bij deze verordening behorende

    tarieventabel.

  • 5.

    Voor de berekening van de rechten, als bedoeld in lid 1 tot en met 4, wordt een gedeelte van een in deze leden en in de tarieventabel

    genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

  • 6.

    Het recht voor het op aanvraag ophalen en afvoeren van huishoudelijke afvalstoffen naar het milieupark bedraagt verhoogd met het (de) van toepassing zijnde tarief (tarieven) als vermeld in de bij deze verordening behorende tarieventabel, hoofdstuk I, voor het specifiek aangeboden afval. € 12,00

Artikel 13

Belastingjaar

Met betrekking tot het recht dat per jaar wordt geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 14

Wijze van heffing

  • 1.

    Het recht bedoeld in artikel 12, lid 1 tot en met lid 3 wordt geheven bij wege van aanslag.

  • 2.

    Het recht bedoeld in artikel 12, lid 4 en lid 6 wordt geheven door middel van een gedagtekende kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld.

Artikel 15

Ontstaan van de belastingschuld en de heffing naar tijdsgelang voor het jaarlijks verschuldigde recht

  • 1.

    Het recht bedoeld in artikel 12, lid 1 tot en met lid 3 is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt is het recht verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde recht als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde recht als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4.

    Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander perceel feitelijk in gebruik neemt.

Artikel 16

Ontstaan van de belastingschuld voor het andere recht

Het recht bedoeld in artikel 12, lid 4 en lid 6 is verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 17

Termijnen van betaling

  • 1.

     Het op grond van artikel 14, eerste lid, verschuldigde recht moet worden betaald:

betaald:

    • a.

      in afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in 2 gelijke termijnen waarvan de 1ste termijn vervalt op de laatste dag van de tweede maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de 2de termijn vervalt op de laatste dag van de vierde maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.

    • b.

      in gevallen bedoeld in het eerste lid, geldt in afwijking in zoverre van het aldaar bepaalde, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingschuldige kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in 10 gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 2.

    Het op grond van artikel 14, tweede lid, geheven recht moet worden betaald:

    • a.

      ingeval van uitreiking van de kennisgeving: op het tijdstip van uitreiking;

    • b.

      ingeval van toezending van de kennisgeving: binnen 14 dagen na dagtekening van de kennisgeving.

  • 3.

    De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in het voorgaande leden gestelde termijnen.

Hoofdstuk IV

Aanvullende bepalingen

Artikel 18

Nadere-regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de reinigingsheffingen.

Artikel 19

Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze wijzigingsverordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking van dit besluit;

  • 2.

    De bepalingen, die op grond van deze verordening worden gewijzigd, blijven van toepassing op belastbare feiten, die zich voor de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing hebben voorgedaan;

  • 3.

    De datum van ingang van heffing is 1 januari 2014;

ri 2014;

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als de “Tiende wijzigingsverordening reinigingsheffingen Gulpen-Wittem1”.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Gulpen-Wittem 30 november 2000
De raad van de gemeente Gulpen-Wittem,
de secretaris, de voorzitter

TARIEVENTABEL BEHORENDE BIJ DE VERORDENING HEFFING EN DE INVORDERING VAN AFVALSTOFFENHEFFING EN REINIGINGSRECHTEN GULPEN-WITTEM 2001

Hoofdstuk 1

1.1 De belasting voor het achterlaten van huishoudelijke afvalstoffen op het milieupark bedraagt voor:

2003

2004

1.1.1

Klein chemisch afval

Gratis

Gratis

1.1.2

Asbest

Gratis

Gratis

1.1.3

Accu's

Gratis

Gratis

1.4.4

Glas

Gratis

Gratis

1.1.5

Papier/karton

Gratis

Gratis

1.1.6

Blik/metaal

Gratis

Gratis

1.1.7

Textiel/schoeisel

Gratis

Gratis

1.1.8

Wit- en bruingoed

Gratis

Gratis

1.1.9

Snoeihout

Gratis

Gratis

1.1.10

Kringloopgoederen

Gratis

Gratis

1.1.11

Kunststof (max. 2 m3 per bezoek)

Bezoekerstarief

€ 5,50

vervallen

1.1.12

Meubilair (max. 2 m3 per bezoek)

Bezoekerstarief

€ 5,50

vervallen

1.1.13

Overig tuinafval (max. 2 m3 per bezoek)

Bezoekerstarief

€ 5,50

€ 5,75

1.1.14

Vloerbedekking (max. 2m3 per bezoek)

Bezoekerstarief

€ 5,50

vervallen

1.1.15

Grof vuil (max. 2 m3 per bezoek)

Per m³

Bezoekerstarief

€ 10,00

1.1.16

Hout (max. 2 m3 per bezoek)

€ 5,50

€ 10,00

1.1.17

Schoon puin

Per m3

€ 25,00

€ 20,00

1.1.18

Overig puin; puin vervuild met meer dan

10 % grond, zand, gipsbeton of andere soorten afval

Per m3

€ 110,00

€ 115,00

1.1.19

Grond

Per m3

€ 25,00

€ 26,00

1.1.20

Restafval (zakken)

Per stuk

€ 2,80

€ 2,90

1.1.21

Gft-afval (zakken)

Per stuk

€ 2,80

€ 2,90

1.1.22a

Autoband met velg

Per stuk

€ 2,80

€ 2.90

1.1.22b

Autoband zonder velg

Per stuk

€ 0,00

1.1.23

Luierafval: dit tarief geldt voor de speciale afvalzak, bestemd voor het gratiws achterlaten van luierafval op het milieupark

Per zak

€ 0,50

Hoofdstuk 2

2.1 De rechten voor het achterlaten van bedrijfsafval op het milieupark bedragen, indien op grond van Hoofdstuk III reinigingsrechten worden betaald, voor:

2003

2004

2.1.1

Klein chemisch afval

Gratis

Gratis

2.1.2

Asbest

Gratis

Gratis

2.1.3

Accu's

Gratis

Gratis

2.1.4

Glas

Gratis

Gratis

2.1.5

Papier/karton

Gratis

Gratis

2.1.6

Blik/metaal

Gratis

Gratis

2.1.7

Textiel/schoeisel

Gratis

Gratis

2.1.8

Wit- en bruingoed

Gratis

Gratis

2.1.9

Snoeihout

Gratis

Gratis

2.1.10

Kringloopgoederen

Gratis

Gratis

2.1.11

Kunststof (max. 2 m3 per bezoek)

Bezoekerstarief

€ 5,50

vervallen

2.1.12

Meubilair (max. 2 m3 per bezoek)

Bezoekerstarief

€ 5,50

vervallen

2.1.13

Overig tuinafval (max. 2 m3 per bezoek)

Bezoekerstarief

€ 5,50

€ 5,75

2.1.14

Vloerbedekking (max. 2m3 per bezoek)

Bezoekerstarief

€ 5,50

vervallen

2.1.15

Grof vuil (max. 2 m3 per bezoek)

Per m³

Bezoekerstarief

€ 10,00

1.1.16

Hout (max. 2 m3 per bezoek)

€ 5,50

€ 10,00

2.1.17

Schoon puin

Per m3

€ 25,00

€ 20,00

2.1.18

Overig puin; puin vervuild met meer dan

10 % grond, zand, gipsbeton of andere soorten afval

Per m3

€ 110,00

€ 115,00

2.1.19

Grond

Per m3

€ 25,00

€ 26,00

2.1.20

Restafval (zakken)

Per stuk

€ 2,80

€ 2,90

2.1.21

Gft-afval (zakken)

Per stuk

€ 2,80

€ 2,90

2.1.22a

Autoband met velg

Per stuk

€ 2,80

€ 2.90

2.1.22b

Autoband zonder velg

Per stuk

€ 0,00

2.1.23

Luierafval: dit tarief geldt voor de speciale afvalzak, bestemd voor het gratiws achterlaten van luierafval op het milieupark

Per zak

€ 0,50

Hoofdstuk 3

3.1 De rechten voor het achterlaten van bedrijfsafval op het milieupark bedragen, indien op grond van Hoofdstuk III Been reinigingsrechten worden betaald, voor:

2003

2004

3.1.1

Klein chemisch afval

Gratis

Gratis

3.1.2

Asbest

Gratis

Gratis

3.1.3

Accu's

Gratis

Gratis

3.4.4

Glas

Gratis

Gratis

3.1.5

Papier/karton

Gratis

Gratis

3.1.6

Blik/metaal

Gratis

Gratis

3.1.7

Textiel/schoeisel

Gratis

Gratis

3.1.8

Wit- en bruingoed

Gratis

Gratis

3.1.9

Snoeihout

Gratis

Gratis

3.1.10

Kringloopgoederen

Gratis

Gratis

3.1.11

Kunststof (max. 2 m3 per bezoek)

Bezoekerstarief

€ 5,50

vervallen

3.1.12

Meubilair (max. 2 m3 per bezoek)

Bezoekerstarief

€ 5,50

vervallen

3.1.13

Overig tuinafval (max. 2 m3 per bezoek)

Bezoekerstarief

€ 5,50

€ 5,75

3.1.14

Vloerbedekking (max. 2m3 per bezoek)

Bezoekerstarief

€ 5,50

vervallen

3.1.15

Grof vuil (max. 2 m3 per bezoek)

Per m³

Bezoekerstarief

€ 10,00

3.1.16

Hout (max. 2 m3 per bezoek)

€ 5,50

€ 10,00

3.1.17

Schoon puin

Per m3

€ 25,00

€ 20,00

3.1.18

Overig puin; puin vervuild met meer dan

10 % grond, zand, gipsbeton of andere soorten afval

Per m3

€ 110,00

€ 115,00

3.1.19

Grond

Per m3

€ 25,00

€ 26,00

3.1.20

Restafval (zakken)

Per stuk

€ 2,80

€ 2,90

3.1.21

Gft-afval (zakken)

Per stuk

€ 2,80

€ 2,90

3.1.22a

Autoband met velg

Per stuk

€ 2,80

€ 2.90

3.1.22b

Autoband zonder velg

Per stuk

€ 0,00

3.1.23

Luierafval: dit tarief geldt voor de speciale afvalzak, bestemd voor het gratiws achterlaten van luierafval op het milieupark

Per zak

€ 0,50

3.2 De belasting voor het op verzoek gebruik maken van het milieupark voor het achter laten van afvalstoffen als onder 3.1.1. t/m 3.1.20 bedoeld, bedraagt per aanbieding € 19,50

Behoort bij besluit van de raad der gemeente Gulpen-Wittem d.d. 30 november 2000

Mij bekend,

De gemeentesecretaris,

J.H.G.M. Gulikers